Jezus was een historisch mens.
Wie was Jezus? Was Hij slechts een goed mens, een uitzonderlijk leraar of een belangrijke profeet? Bestaat Hij buiten de Bijbelse literatuur? Wordt Zijn leven bevestigd door de geschiedenisboeken? Er is geen geloofwaardige geleerde die tegenwoordig nog ontkent dat Jezus bestond. Deze man Jezus wordt in een verbazingwekkende hoeveelheid historische bronnen vermeld. Dat is opmerkelijk omdat de bediening van Jezus plaatsvond in een kleine uithoek van het Romeinse Rijk en omdat Israël in 70 na Christus grotendeels verwoest werd. Volledige steden werden platgebrand, waardoor ook veel bewijsmateriaal en zelfs ooggetuigen verloren gingen.
Laten we eens kijken naar enkele seculiere historische bronnen die de vraag "Wie was Jezus?" beantwoorden.
Publius Cornelius Tacitus (ca. 55 - 120 AD) was een senator en een historicus in het Romeinse Rijk van de eerste eeuw. Hij schrijft over de "Christenen" ("volgelingen van Christus") die onder Pontius Pilatus te lijden hadden.
Suetonius was een secretaris en de historicus van Hadrianus, keizer van Rome van 117 tot 138 na Christus. Hij krijgt de eer voor een ander belangrijk bewijsstuk in de discussie over de historische Jezus. In zijn werk spreekt hij over "Chrestus" (Christus) die in de eerste eeuw leefde.
Wie was Jezus? Was Hij slechts een goed mens, een uitzonderlijk leraar of een belangrijke profeet? Bestaat Hij buiten de Bijbelse literatuur? Wordt Zijn leven bevestigd door de geschiedenisboeken? Er is geen geloofwaardige geleerde die tegenwoordig nog ontkent dat Jezus bestond. Deze man Jezus wordt in een verbazingwekkende hoeveelheid historische bronnen vermeld. Dat is opmerkelijk omdat de bediening van Jezus plaatsvond in een kleine uithoek van het Romeinse Rijk en omdat Israël in 70 na Christus grotendeels verwoest werd. Volledige steden werden platgebrand, waardoor ook veel bewijsmateriaal en zelfs ooggetuigen verloren gingen.
Laten we eens kijken naar enkele seculiere historische bronnen die de vraag "Wie was Jezus?" beantwoorden.
Publius Cornelius Tacitus (ca. 55 - 120 AD) was een senator en een historicus in het Romeinse Rijk van de eerste eeuw. Hij schrijft over de "Christenen" ("volgelingen van Christus") die onder Pontius Pilatus te lijden hadden.
Suetonius was een secretaris en de historicus van Hadrianus, keizer van Rome van 117 tot 138 na Christus. Hij krijgt de eer voor een ander belangrijk bewijsstuk in de discussie over de historische Jezus. In zijn werk spreekt hij over "Chrestus" (Christus) die in de eerste eeuw leefde.
Suetonius was een secretaris en de historicus van Hadrianus, keizer van Rome van 117 tot 138 na Christus. Hij krijgt de eer voor een ander belangrijk bewijsstuk in de discussie over de historische Jezus. Hij schreef aan historisch werk: ‘De twaalf caesars’ en spreekt over ‘Chrestos’.
(foto: https://www.alibris.com)
De beroemdste Joodse geschiedkundige is Flavius Josephus (37 - 100 na Christus). In zijn werk verwijst hij naar Jacobus "de broer van Jezus, die de Christus werd genoemd".
Plinius de Jongere (ca. 62 - ca. 113 na Christus) was de Romeinse gouverneur van Bithinië (het noordwesten van het hedendaagse Turkije). Rond 111 of 112 na Christus schreef hij een brief aan keizer Trajanus van Rome waarin hij advies vraagt over de aanpak van Christenen. Hij vermeldt hoe zij Jezus als God vereerden.
Er zijn nog meer historische bronnen die Jezus vermelden: Julius Africanus, de Babylonische Talmoed, Lucianus van Samosata, Mara Bar-Serapion en diverse gnostische epistels of schrijfsels.
Er bestaat een enorme hoeveelheid bewijs voor Jezus Christus in seculiere historische bronnen. We kunnen bijna het hele evangelie reconstrueren op basis van alleen al de vroege niet-christelijke bronnen: Jezus werd de Christus genoemd (Josephus), deed aan "magie", leidde Israël naar nieuwe leerstellingen, werd hiervoor tijdens het Pesach-feest opgehangen (Babylonische Talmoed) en wel in Judea (Tacitus), maar beweerde God te zijn en dat Hij zou terugkeren (Eliezar), wat Zijn volgelingen geloofden - en zij aanbaden Hem als God (Plinius de Jongere).”1
Zijn leven.
De Bijbel beantwoordt de vraag "Wie was Jezus?" heel duidelijk aan de hand van de beschrijvingen van Zijn leven en Zijn bediening. De Bijbel vertelt ons dat Jezus een nederig begin had; Hij werd meer dan 2000 jaar geleden geboren in een stal in Bethlehem (Lucas 2). In de gebeurtenissen rond de geboorte van Jezus werden vele profetieën over de komende Joodse Messias vervuld. Jesaja voorspelde dat een jonge vrouw, een maagd, zwanger zou raken en een baby ter wereld zou brengen die Immanuel zou worden genoemd: "God met ons" (Jesaja 7:14). Als jongen schokte Jezus de theologen in de tempel. Hij bezat een grote hoeveelheid kennis en wijsheid van God (Lucas 2:41-52).
(foto: https://www.alibris.com)
De beroemdste Joodse geschiedkundige is Flavius Josephus (37 - 100 na Christus). In zijn werk verwijst hij naar Jacobus "de broer van Jezus, die de Christus werd genoemd".
Plinius de Jongere (ca. 62 - ca. 113 na Christus) was de Romeinse gouverneur van Bithinië (het noordwesten van het hedendaagse Turkije). Rond 111 of 112 na Christus schreef hij een brief aan keizer Trajanus van Rome waarin hij advies vraagt over de aanpak van Christenen. Hij vermeldt hoe zij Jezus als God vereerden.
Er zijn nog meer historische bronnen die Jezus vermelden: Julius Africanus, de Babylonische Talmoed, Lucianus van Samosata, Mara Bar-Serapion en diverse gnostische epistels of schrijfsels.
Er bestaat een enorme hoeveelheid bewijs voor Jezus Christus in seculiere historische bronnen. We kunnen bijna het hele evangelie reconstrueren op basis van alleen al de vroege niet-christelijke bronnen: Jezus werd de Christus genoemd (Josephus), deed aan "magie", leidde Israël naar nieuwe leerstellingen, werd hiervoor tijdens het Pesach-feest opgehangen (Babylonische Talmoed) en wel in Judea (Tacitus), maar beweerde God te zijn en dat Hij zou terugkeren (Eliezar), wat Zijn volgelingen geloofden - en zij aanbaden Hem als God (Plinius de Jongere).”1
Zijn leven.
De Bijbel beantwoordt de vraag "Wie was Jezus?" heel duidelijk aan de hand van de beschrijvingen van Zijn leven en Zijn bediening. De Bijbel vertelt ons dat Jezus een nederig begin had; Hij werd meer dan 2000 jaar geleden geboren in een stal in Bethlehem (Lucas 2). In de gebeurtenissen rond de geboorte van Jezus werden vele profetieën over de komende Joodse Messias vervuld. Jesaja voorspelde dat een jonge vrouw, een maagd, zwanger zou raken en een baby ter wereld zou brengen die Immanuel zou worden genoemd: "God met ons" (Jesaja 7:14). Als jongen schokte Jezus de theologen in de tempel. Hij bezat een grote hoeveelheid kennis en wijsheid van God (Lucas 2:41-52).
In de gebeurtenissen rond de geboorte van Jezus werden vele profetieën over de komende Joodse Messias vervuld. Jesaja voorspelde dat een jonge vrouw, een maagd, zwanger zou raken en een baby ter wereld zou brengen die Immanuel zou worden genoemd: "God met ons" (Jesaja 7:14).
(afb.: www.derekprince.nl )
Jezus werd door Johannes de Doper gedoopt en begon toen Zijn openbare bediening. Hij verrichte vele wonderen: Hij genas de zieken, verdreef demonen, beheerste het weer, voedde duizenden mensen met het lunchpakketje van een klein jongetje en deed nog veel meer wonderbaarlijke daden tijdens Zijn drie jaar durende bediening.
De dood van Jezus Christus aan het kruis was het hoogtepunt van Zijn aardse bediening (Marcus 15:21-41). Het was het doel van Zijn leven en de reden voor Zijn geboorte. In Johannes 3:16 lezen we: "Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." Het lichaam van Jezus werd van het kruis gehaald, in een geleend graf gelegd en daar achtergelaten tot na de Sabbat. Toen vrouwen naar het graf kwamen om het lichaam voor de begrafenis voor te bereiden, ontdekten zij dat het graf leeg was. Jezus was in Zijn verheerlijkte toestand uit de dood opgestaan en verscheen later aan een groot aantal mensen om te bewijzen dat de dood Hem niet kon vasthouden (Marcus 16). Jezus steeg toen naar de hemel op (Lucas 24:51).
(afb.: www.derekprince.nl )
Jezus werd door Johannes de Doper gedoopt en begon toen Zijn openbare bediening. Hij verrichte vele wonderen: Hij genas de zieken, verdreef demonen, beheerste het weer, voedde duizenden mensen met het lunchpakketje van een klein jongetje en deed nog veel meer wonderbaarlijke daden tijdens Zijn drie jaar durende bediening.
De dood van Jezus Christus aan het kruis was het hoogtepunt van Zijn aardse bediening (Marcus 15:21-41). Het was het doel van Zijn leven en de reden voor Zijn geboorte. In Johannes 3:16 lezen we: "Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." Het lichaam van Jezus werd van het kruis gehaald, in een geleend graf gelegd en daar achtergelaten tot na de Sabbat. Toen vrouwen naar het graf kwamen om het lichaam voor de begrafenis voor te bereiden, ontdekten zij dat het graf leeg was. Jezus was in Zijn verheerlijkte toestand uit de dood opgestaan en verscheen later aan een groot aantal mensen om te bewijzen dat de dood Hem niet kon vasthouden (Marcus 16). Jezus steeg toen naar de hemel op (Lucas 24:51).