Het moderne onderzoek naar de historische Jezus.
Een recente beweging is bezig de Nieuwtestamentische verslagen opnieuw te interpreteren. Deze zoektocht naar de historische Jezus is een onderneming van zogenaamde schriftgeleerden en realisten, die proberen om het Bijbelse verslag te ontleden en een reëel beeld van de man Jezus af te schilderen. Gedurende de laatste 100 jaar, en zeer recent dus ook, heeft het intellectuele debat van het Jezus Seminar zijn weg gevonden naar de populaire media vanwege hun zogenaamde doel om "historische feiten van mythologie te onderscheiden". Het probleem is dat de hele beweging rondom de "Historische Jezus" een product is van de 20e eeuwse filosofie van naturalisme, omdat elk debat begint met een gedeelde, maar toch verborgen, vooronderstelling - dat alles buiten het domein van natuurlijke verklaringen nooit door historisch bewijs zou kunnen worden ondersteund. In een notendop stelt de beweging dat de Evangelieverslagen over Jezus onmogelijk historisch accuraat kunnen zijn, omdat deze dingen vastleggen die gewoonweg niet kunnen gebeuren, zoals mensen die over water lopen, het vermenigvuldigen van voedsel, en mensen die uit de dood worden opgewekt. Natuurlijk is dit geen evaluatie van historisch bewijs of Bijbelse manuscripten zoals een zgn. schriftgeleerde deze zou moeten uitvoeren - dit is het strikt volgen van de filosofie van naturalisme.
Een recente beweging is bezig de Nieuwtestamentische verslagen opnieuw te interpreteren. Deze zoektocht naar de historische Jezus is een onderneming van zogenaamde schriftgeleerden en realisten, die proberen om het Bijbelse verslag te ontleden en een reëel beeld van de man Jezus af te schilderen. Gedurende de laatste 100 jaar, en zeer recent dus ook, heeft het intellectuele debat van het Jezus Seminar zijn weg gevonden naar de populaire media vanwege hun zogenaamde doel om "historische feiten van mythologie te onderscheiden". Het probleem is dat de hele beweging rondom de "Historische Jezus" een product is van de 20e eeuwse filosofie van naturalisme, omdat elk debat begint met een gedeelde, maar toch verborgen, vooronderstelling - dat alles buiten het domein van natuurlijke verklaringen nooit door historisch bewijs zou kunnen worden ondersteund. In een notendop stelt de beweging dat de Evangelieverslagen over Jezus onmogelijk historisch accuraat kunnen zijn, omdat deze dingen vastleggen die gewoonweg niet kunnen gebeuren, zoals mensen die over water lopen, het vermenigvuldigen van voedsel, en mensen die uit de dood worden opgewekt. Natuurlijk is dit geen evaluatie van historisch bewijs of Bijbelse manuscripten zoals een zgn. schriftgeleerde deze zou moeten uitvoeren - dit is het strikt volgen van de filosofie van naturalisme.
De Turkse autoriteiten van Noord-Cyprus laten weten dat ze een oude versie van de Bijbel gevonden hebben. De Bijbel zou in de Syrische taal (een vorm van Aramees) geschreven zijn, wat ook een dialectvorm van de moedertaal van Jezus zou zijn geweest. Het oude manuscript werd gevonden na een politie-inval bij vermoedelijke antiquiteitensmokkelaars.
(afb.: https://en.wikipedia.org/wiki/Gospel_of_Barnabas)
De onveranderlijke realiteit van de Nieuwtestamentische verslagen.
Wanneer de "Historische Jezus" beweging nader wordt beschouwd, dan blijkt dat deze in de laatste 100 jaar niets naar voren heeft gebracht dat de Evangelieverslagen ondermijnt. Er bestaat geen "nieuw bewijs" dat het idee ondersteunt dat Jezus slechts een "goed mens" was. Er bestaat geen "nieuw bewijs" dat de verslagen over wonderen en de opstanding naar het rijk der fabelen verwijst, gebaseerd op een nieuwe analyse van de "mythe theorie" over een lange tijdsperiode. Integendeel: recente ontdekkingen hebben meer dan ooit geloofwaardigheid verstrekt aan de aard en de inhoud van de verslagen van het Nieuwe Testament. Met uitzondering van de door de populaire media voortgebrachte ideeën, is de trend in de laatste twee decennia zelfs dat vrijzinnige schriftgeleerden conservatiever zijn geworden wat betreft hun beeld over de realiteit van de Nieuwtestamentische verslagen, en niet minder conservatief. Recente ontdekkingen in de archeologie tonen nu meer (en niet minder) samenhangende details over de tijd, de cultuur, het geloof en de politiek in de tijd dat Jezus de aarde bewandelde. Tegelijkertijd heeft de geloofwaardigheid van de Bijbelse manuscripten grote sprongen voorwaarts (niet achterwaarts) gemaakt.
Bewijzen deze dingen de wonderen of de opstanding van Jezus? Nee. Maar, wanneer deze dingen gecombineerd worden met de bewezen historische nauwkeurigheid, Messiaanse profetie, de groei van de vroege kerk, de vervolging van de Christenen, en niet-Bijbelse bronnen, dan zien we dat krachtig bronmateriaal (in plaats van mythologie) de grondslag vormt voor de beweringen dat de schrijvers van de verhalen uit het Nieuwe Testament zelf ooggetuigen van de gebeurtenissen waren. We weten bijvoorbeeld uit niet-Bijbelse bronnen dat de apostel Paulus stierf tijdens Nero's vervolging in 64 na Christus. We weten ook dat Paulus nog in leven was toen de periode van het boek Handelingen werd afgesloten, dus Handelingen moet ergens vóór 64 na Christus zijn geschreven.
(afb.: https://en.wikipedia.org/wiki/Gospel_of_Barnabas)
De onveranderlijke realiteit van de Nieuwtestamentische verslagen.
Wanneer de "Historische Jezus" beweging nader wordt beschouwd, dan blijkt dat deze in de laatste 100 jaar niets naar voren heeft gebracht dat de Evangelieverslagen ondermijnt. Er bestaat geen "nieuw bewijs" dat het idee ondersteunt dat Jezus slechts een "goed mens" was. Er bestaat geen "nieuw bewijs" dat de verslagen over wonderen en de opstanding naar het rijk der fabelen verwijst, gebaseerd op een nieuwe analyse van de "mythe theorie" over een lange tijdsperiode. Integendeel: recente ontdekkingen hebben meer dan ooit geloofwaardigheid verstrekt aan de aard en de inhoud van de verslagen van het Nieuwe Testament. Met uitzondering van de door de populaire media voortgebrachte ideeën, is de trend in de laatste twee decennia zelfs dat vrijzinnige schriftgeleerden conservatiever zijn geworden wat betreft hun beeld over de realiteit van de Nieuwtestamentische verslagen, en niet minder conservatief. Recente ontdekkingen in de archeologie tonen nu meer (en niet minder) samenhangende details over de tijd, de cultuur, het geloof en de politiek in de tijd dat Jezus de aarde bewandelde. Tegelijkertijd heeft de geloofwaardigheid van de Bijbelse manuscripten grote sprongen voorwaarts (niet achterwaarts) gemaakt.
Bewijzen deze dingen de wonderen of de opstanding van Jezus? Nee. Maar, wanneer deze dingen gecombineerd worden met de bewezen historische nauwkeurigheid, Messiaanse profetie, de groei van de vroege kerk, de vervolging van de Christenen, en niet-Bijbelse bronnen, dan zien we dat krachtig bronmateriaal (in plaats van mythologie) de grondslag vormt voor de beweringen dat de schrijvers van de verhalen uit het Nieuwe Testament zelf ooggetuigen van de gebeurtenissen waren. We weten bijvoorbeeld uit niet-Bijbelse bronnen dat de apostel Paulus stierf tijdens Nero's vervolging in 64 na Christus. We weten ook dat Paulus nog in leven was toen de periode van het boek Handelingen werd afgesloten, dus Handelingen moet ergens vóór 64 na Christus zijn geschreven.
De apostel Paulus stierf tijdens Nero's vervolging in 64 na Christus.
(afb.: www.corrispondenzaromana.it/il-catechismo-di-san-pio-x)
Omdat Handelingen een vervolg was op het Evangelie van Lucas, weten we dat dit evangelie nog eerder moet zijn geschreven. Dit ondersteunt het idee dat Marcus ergens in de jaren 50 na Christus moet zijn geschreven, slechts twee decennia na de kruisiging van Jezus.
Naast de evangelieboeken zal geen enkele legitieme schriftgeleerde betwisten dat Paulus het boek Romeinen in het midden van de jaren '50 schreef. Waarom is dit zo belangrijk? Omdat Paulus in de eerste regels van die brief in het Nieuwe Testament verklaart dat Jezus de herrezen Zoon van God is. Galaten is een andere onbetwiste brief die Paulus in het midden van de jaren '50 schreef. Waarom is dit zo belangrijk? Omdat Paulus hierin zijn ontmoetingen met Petrus en Jakobus, twee van de belangrijkste discipelen van Jezus, beschrijft die tenminste 14 jaar eerder plaatsvonden in Galaten 1:18 en 2:1.
Tenslotte, in 1 Corinthiërs 15:3-8 geeft Paulus de oudste verkondiging van het Christelijk geloof, waarin Jezus voor onze zonden stierf, begraven werd, en drie dagen later uit de dood opstond. Waarom is deze vroege geloofsverkondiging zo belangrijk? Omdat schriftgeleerden, gebruikmakend van de historische verslagen van Paulus en zijn vroege reizen naar Damascus en Jeruzalem, deze verkondiging ongeveer terug dateren tot 35 na Christus, slechts 3 tot 5 jaar na de dood van Jezus Christus.
Het ware verslag van de ‘historische Jezus'.
De "Historische Jezus" beweging stelt dat de evangelieboeken werden verzonnen of zwaar werden verbogen toen de verhalen over Jezus aan het einde van de 1e of het begin van de 2e eeuw evolueerden. Maar deze theorie wordt niet door het bewijs ondersteund. Steeds maar weer beweren de schrijvers van het Nieuwe Testament dat zij ooggetuigen waren van de feiten, en zij geven hierbij gedetailleerde geografische, politieke en culturele details om hun verslagen kracht bij te zetten. Al het bewijs uit de manuscripten, zoals hierboven beschreven, is treffend omdat het vaststelt dat de basis van de Christelijke doctrine zich te snel ontwikkelde om de interventie van mythen en een verdraaiing van het historische verslag toe te laten, vooral als zo veel ooggetuigen nog steeds in leven waren die vermeende fouten en mythen dus hadden kunnen tegenspreken.
(afb.: www.corrispondenzaromana.it/il-catechismo-di-san-pio-x)
Omdat Handelingen een vervolg was op het Evangelie van Lucas, weten we dat dit evangelie nog eerder moet zijn geschreven. Dit ondersteunt het idee dat Marcus ergens in de jaren 50 na Christus moet zijn geschreven, slechts twee decennia na de kruisiging van Jezus.
Naast de evangelieboeken zal geen enkele legitieme schriftgeleerde betwisten dat Paulus het boek Romeinen in het midden van de jaren '50 schreef. Waarom is dit zo belangrijk? Omdat Paulus in de eerste regels van die brief in het Nieuwe Testament verklaart dat Jezus de herrezen Zoon van God is. Galaten is een andere onbetwiste brief die Paulus in het midden van de jaren '50 schreef. Waarom is dit zo belangrijk? Omdat Paulus hierin zijn ontmoetingen met Petrus en Jakobus, twee van de belangrijkste discipelen van Jezus, beschrijft die tenminste 14 jaar eerder plaatsvonden in Galaten 1:18 en 2:1.
Tenslotte, in 1 Corinthiërs 15:3-8 geeft Paulus de oudste verkondiging van het Christelijk geloof, waarin Jezus voor onze zonden stierf, begraven werd, en drie dagen later uit de dood opstond. Waarom is deze vroege geloofsverkondiging zo belangrijk? Omdat schriftgeleerden, gebruikmakend van de historische verslagen van Paulus en zijn vroege reizen naar Damascus en Jeruzalem, deze verkondiging ongeveer terug dateren tot 35 na Christus, slechts 3 tot 5 jaar na de dood van Jezus Christus.
Het ware verslag van de ‘historische Jezus'.
De "Historische Jezus" beweging stelt dat de evangelieboeken werden verzonnen of zwaar werden verbogen toen de verhalen over Jezus aan het einde van de 1e of het begin van de 2e eeuw evolueerden. Maar deze theorie wordt niet door het bewijs ondersteund. Steeds maar weer beweren de schrijvers van het Nieuwe Testament dat zij ooggetuigen waren van de feiten, en zij geven hierbij gedetailleerde geografische, politieke en culturele details om hun verslagen kracht bij te zetten. Al het bewijs uit de manuscripten, zoals hierboven beschreven, is treffend omdat het vaststelt dat de basis van de Christelijke doctrine zich te snel ontwikkelde om de interventie van mythen en een verdraaiing van het historische verslag toe te laten, vooral als zo veel ooggetuigen nog steeds in leven waren die vermeende fouten en mythen dus hadden kunnen tegenspreken.
Volgens de ‘historische Jezus beweging’ kunnen de wonderen van Jezus nooit echt bestaan hebben, omdat ze ingaan tegen de natuurwetten. Echter Jezus had als Gods Zoon de macht over de golven, waar Hij over liep en kon Hij Petrus bevel geven hetzelfde te doen.
(afb.: www.josdouma.nl/gelovenmetpetrus/gelovenmetpetruspreek2)
Wat is het 'Jezus Seminar' en hoe moet je het beoordelen?
Het Jezus Seminar is een gezelschap wetenschappers dat in 1985 voor het eerst bijeenkwam. De meesten van hen zijn Amerikaan, nieuwtestamenticus, man en ”protestants-christelijk”, maar er zijn ook Joden bij, rooms-katholieken, enkele vrouwen en Europeanen, zoals de bekende Duitse professor Gerd Lüdemann en zelfs de Nederlandse filmmaker Paul Verhoeven. Het aantal leden wisselde steeds, meestal waren er zo’n 75, maar in totaal hebben er 200 personen deelgenomen. De initiatiefnemer was Robert W. Funk en als voorzitters traden op John D. Crossan en Marcus Borg, alle drie zeer kritische Bijbelgeleerden.
De methode van echtheid en niet echtheid.
Het Jezus Seminar is een typisch westerse, modernistische club met overspannen verwachtingen van wat kritisch onderzoek kan aantonen. Het doel was niets meer en niets minder dan om definitief vast te stellen wat Jezus Christus werkelijk gezegd en gedaan heeft. (waarbij het uitgangspunt is dat wat de Bijbel aan Hem toeschrijft natuurlijk niet allemaal klopt.) De geleerden publiceerden in 1993 een boek over Jezus’ woorden en in 1998 een over Zijn daden. Reeds in 1988 verscheen een editie van de gelijkenissen waarin de ”echte woorden van Jezus” rood zijn gedrukt en de ”onechte” zwart. Sinds 2006 werkt men aan een geschiedenis van het vroege christendom.
(afb.: www.josdouma.nl/gelovenmetpetrus/gelovenmetpetruspreek2)
Wat is het 'Jezus Seminar' en hoe moet je het beoordelen?
Het Jezus Seminar is een gezelschap wetenschappers dat in 1985 voor het eerst bijeenkwam. De meesten van hen zijn Amerikaan, nieuwtestamenticus, man en ”protestants-christelijk”, maar er zijn ook Joden bij, rooms-katholieken, enkele vrouwen en Europeanen, zoals de bekende Duitse professor Gerd Lüdemann en zelfs de Nederlandse filmmaker Paul Verhoeven. Het aantal leden wisselde steeds, meestal waren er zo’n 75, maar in totaal hebben er 200 personen deelgenomen. De initiatiefnemer was Robert W. Funk en als voorzitters traden op John D. Crossan en Marcus Borg, alle drie zeer kritische Bijbelgeleerden.
De methode van echtheid en niet echtheid.
Het Jezus Seminar is een typisch westerse, modernistische club met overspannen verwachtingen van wat kritisch onderzoek kan aantonen. Het doel was niets meer en niets minder dan om definitief vast te stellen wat Jezus Christus werkelijk gezegd en gedaan heeft. (waarbij het uitgangspunt is dat wat de Bijbel aan Hem toeschrijft natuurlijk niet allemaal klopt.) De geleerden publiceerden in 1993 een boek over Jezus’ woorden en in 1998 een over Zijn daden. Reeds in 1988 verscheen een editie van de gelijkenissen waarin de ”echte woorden van Jezus” rood zijn gedrukt en de ”onechte” zwart. Sinds 2006 werkt men aan een geschiedenis van het vroege christendom.