Het doel van het graf van Jezus.
Terwijl de Romeinen hun doden in ondergrondse graven en catacomben begroeven, werd Jezus volgens de Joodse godsdienst en gebruiken begraven. Meestal wikkelden de Israëlieten hun overledenen in linnen doeken, met spijzen en olie. Nicodemus gebruikte zo'n vijftig kilogram spijzen om het lichaam van Jezus voor te bereiden op de begrafenis (Johannes 19:39). Graftombes werden in heuvels uitgegraven of grotten werden als graftombes gebruikt (Genesis 23:19-20; Marcus 5:5). Omdat dode lichamen als onrein werden beschouwd, bevonden Joodse begraafplaatsen en andere graven zich altijd buiten de stadsmuren. Het graf van Jezus bevond zich slechts een kleine afstand van de tuin van Getsémané, vlak buiten Jeruzalem (Johannes 19:41). Hoe ironisch is het dat de heilige en reine Jezus -- God in een menselijke gedaante -- met Zijn dood alle vuilheid van de menselijke zonden droeg (Romeinen 8:3).
Terwijl de Romeinen hun doden in ondergrondse graven en catacomben begroeven, werd Jezus volgens de Joodse godsdienst en gebruiken begraven. Meestal wikkelden de Israëlieten hun overledenen in linnen doeken, met spijzen en olie. Nicodemus gebruikte zo'n vijftig kilogram spijzen om het lichaam van Jezus voor te bereiden op de begrafenis (Johannes 19:39). Graftombes werden in heuvels uitgegraven of grotten werden als graftombes gebruikt (Genesis 23:19-20; Marcus 5:5). Omdat dode lichamen als onrein werden beschouwd, bevonden Joodse begraafplaatsen en andere graven zich altijd buiten de stadsmuren. Het graf van Jezus bevond zich slechts een kleine afstand van de tuin van Getsémané, vlak buiten Jeruzalem (Johannes 19:41). Hoe ironisch is het dat de heilige en reine Jezus -- God in een menselijke gedaante -- met Zijn dood alle vuilheid van de menselijke zonden droeg (Romeinen 8:3).
Zo kan het graf van Jezus eruit gezien hebben. Omdat dode lichamen als onrein werden beschouwd, bevonden Joodse begraafplaatsen en andere graven zich altijd buiten de stadsmuren. Het graf van Jezus bevond zich slechts een kleine afstand van de tuin van Getsémané, vlak buiten Jeruzalem.
De dood en de wederopstanding van Jezus markeren de belangrijkste gebeurtenis in de hele geschiedenis -- hierdoor wordt de tijdrekening letterlijk in twee stukken verdeeld. Gods plan is duidelijk waar te nemen in het doel van het graf van Jezus.
Het was een verzegeld en bewaakt graf (Matteüs 27:62-66) – Pilatus, de priesters en de Farizeeën wilden er voor zorgen dat Jezus niet weer uit dood zou opstaan.
Profetieën werden vervuld, ter ere van God (Lucas 24:5-8) – Engelen verkondigden niet alleen de geboorte van Jezus, maar ook Zijn wederopstanding uit de dood.
Het was een nieuw graf dat nog nooit gebruikt was (Matteüs 27:59-60; Johannes 19:41) – Jozef uit Arimathea, een gerespecteerd lid van de hoogste raad, stond zijn eigen begraafplaats af voor Jezus.
Het graf bevestigde Zijn onschuld (Lucas 23:4, 23, 41, 47) – De lichamen van gekruisigde criminelen werden normaal gesproken door de Romeinen zonder ceremonie voor de wilde roofdieren achtergelaten, de laatste vernedering van de kruisiging. Het graf van Jezus had voor Zijn volgelingen, maar ook voor Zijn vijanden, dus een bijzondere betekenis.
De steen voor Jezus’ graf.
De steen die voor het graf van Jezus werd gerold dient als een herinnering aan andere elementen in het leven van Christus. Toen Satan Jezus in de woestijn probeerde te verleiden, werd Jezus gevraagd om steen in brood te veranderen (Mattheüs 4:3). Jezus is het brood dat leven geeft (Johannes 6:35) maar Hij is ook de levende Steen (1 Petrus 2:4). In Marcus 12:10 noemt Jezus zichzelf de steen die door de bouwers werd afgekeurd, maar die de hoeksteen is geworden. Als het nodig zou zijn, dan zouden de stenen het uitschreeuwen dat Jezus de Koning der Koningen is (Lucas 19:40). Jezus moest voor Pilatus verschijnen, die op de rechterstoel zat, het zogeheten Stenen Plaveisel (Johannes 19:13). Het is daarom niet verwonderlijk dat een steen dienst zou doen als een fenomenaal onderdeel van het graf van Jezus. Toen Jezus stierf beefde de aarde hevig -- rotsen spleten, graven werden geopend en lichamen van overleden mensen werden tot leven gewekt (Mattheüs 27:50-54). Dit was ongetwijfeld een voorbode van de dingen die nog te gebeuren stonden.
De dood en de wederopstanding van Jezus markeren de belangrijkste gebeurtenis in de hele geschiedenis -- hierdoor wordt de tijdrekening letterlijk in twee stukken verdeeld. Gods plan is duidelijk waar te nemen in het doel van het graf van Jezus.
Het was een verzegeld en bewaakt graf (Matteüs 27:62-66) – Pilatus, de priesters en de Farizeeën wilden er voor zorgen dat Jezus niet weer uit dood zou opstaan.
Profetieën werden vervuld, ter ere van God (Lucas 24:5-8) – Engelen verkondigden niet alleen de geboorte van Jezus, maar ook Zijn wederopstanding uit de dood.
Het was een nieuw graf dat nog nooit gebruikt was (Matteüs 27:59-60; Johannes 19:41) – Jozef uit Arimathea, een gerespecteerd lid van de hoogste raad, stond zijn eigen begraafplaats af voor Jezus.
Het graf bevestigde Zijn onschuld (Lucas 23:4, 23, 41, 47) – De lichamen van gekruisigde criminelen werden normaal gesproken door de Romeinen zonder ceremonie voor de wilde roofdieren achtergelaten, de laatste vernedering van de kruisiging. Het graf van Jezus had voor Zijn volgelingen, maar ook voor Zijn vijanden, dus een bijzondere betekenis.
De steen voor Jezus’ graf.
De steen die voor het graf van Jezus werd gerold dient als een herinnering aan andere elementen in het leven van Christus. Toen Satan Jezus in de woestijn probeerde te verleiden, werd Jezus gevraagd om steen in brood te veranderen (Mattheüs 4:3). Jezus is het brood dat leven geeft (Johannes 6:35) maar Hij is ook de levende Steen (1 Petrus 2:4). In Marcus 12:10 noemt Jezus zichzelf de steen die door de bouwers werd afgekeurd, maar die de hoeksteen is geworden. Als het nodig zou zijn, dan zouden de stenen het uitschreeuwen dat Jezus de Koning der Koningen is (Lucas 19:40). Jezus moest voor Pilatus verschijnen, die op de rechterstoel zat, het zogeheten Stenen Plaveisel (Johannes 19:13). Het is daarom niet verwonderlijk dat een steen dienst zou doen als een fenomenaal onderdeel van het graf van Jezus. Toen Jezus stierf beefde de aarde hevig -- rotsen spleten, graven werden geopend en lichamen van overleden mensen werden tot leven gewekt (Mattheüs 27:50-54). Dit was ongetwijfeld een voorbode van de dingen die nog te gebeuren stonden.
Pilatus liet Jezus naar buiten brengen en nam plaats op de rechterstoel op het zogeheten mozaïekterras (litostrotos of stenen plaveisel), in het Hebreeuws gabbata. Jezus zou de echte Levende Steen worden, die de bouwlieden hadden weggegooid, meer Die tot een Hoeksteen zou worden voor het levende fundament, Zijn Gemeente.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Pontius_Pilatus)
Om zich ervan te vergewissen dat het graf van Jezus. . . en de inhoud. . . ongestoord zouden blijven, beviel Pilatus dat er een grote steen voor de ingang van het graf werd geplaatst. De steen werd via een hellende sleuf omlaag gerold. Een diepe groef in de rots, vóór de ingang van het rotsgraf, zorgde er vervolgens voor dat de steen stevig op zijn plaats bleef. Op aandringen van de hogepriesters liet Pilatus het graf ook verzegelen met een Romeins zegel en plaatste hij vier Romeinse soldaten als bewakers bij het graf. Om een strenge bewaking van het graf te garanderen werden zij elke drie uur door nieuwe, alerte bewakers vervangen (geen slapende wachters dus zoals in Mattheüs 28:13 werd beweerd).
Het bewijs van Jezus’ graf.
De Sabbatsdag was voorbij, het was de derde dag, en de vrouwen keerden terug naar het graf van Jezus om Zijn lichaam voor de begrafenis te balsemen (Marcus 16:1). Het is verrassend dat de priesters en de Farizeeën zich de voorspelling van Jezus nog levendig herinnerden dat Hij op de derde dag uit de dood zou opstaan (Mattheüs 27:62-66). Sterker nog, het idee dat dit mogelijk zou kunnen zijn maakte hen doodsbenauwd. Toen een engel van de Heer uit de hemel neerdaalde, beefde de aarde opnieuw hevig en werd de steen weggerold. De wachters stonden voor de engel van de Heer als dode mensen aan de grond genageld. Zelfs het smeergeld van de religieuze leiders en de leugens van de soldaten konden het bewijs niet verzwijgen (Mattheüs 28:11-15).
Het bewijs dat het graf van Jezus ons geeft staat tot de dag van vandaag als een huis, en verandert zo het leven van de gelovige en de scepticus: “Hij is niet hier!” (Mattheüs 28:6; Marcus 16:6; Lucas 24:6; Johannes 20:9).
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Pontius_Pilatus)
Om zich ervan te vergewissen dat het graf van Jezus. . . en de inhoud. . . ongestoord zouden blijven, beviel Pilatus dat er een grote steen voor de ingang van het graf werd geplaatst. De steen werd via een hellende sleuf omlaag gerold. Een diepe groef in de rots, vóór de ingang van het rotsgraf, zorgde er vervolgens voor dat de steen stevig op zijn plaats bleef. Op aandringen van de hogepriesters liet Pilatus het graf ook verzegelen met een Romeins zegel en plaatste hij vier Romeinse soldaten als bewakers bij het graf. Om een strenge bewaking van het graf te garanderen werden zij elke drie uur door nieuwe, alerte bewakers vervangen (geen slapende wachters dus zoals in Mattheüs 28:13 werd beweerd).
Het bewijs van Jezus’ graf.
De Sabbatsdag was voorbij, het was de derde dag, en de vrouwen keerden terug naar het graf van Jezus om Zijn lichaam voor de begrafenis te balsemen (Marcus 16:1). Het is verrassend dat de priesters en de Farizeeën zich de voorspelling van Jezus nog levendig herinnerden dat Hij op de derde dag uit de dood zou opstaan (Mattheüs 27:62-66). Sterker nog, het idee dat dit mogelijk zou kunnen zijn maakte hen doodsbenauwd. Toen een engel van de Heer uit de hemel neerdaalde, beefde de aarde opnieuw hevig en werd de steen weggerold. De wachters stonden voor de engel van de Heer als dode mensen aan de grond genageld. Zelfs het smeergeld van de religieuze leiders en de leugens van de soldaten konden het bewijs niet verzwijgen (Mattheüs 28:11-15).
Het bewijs dat het graf van Jezus ons geeft staat tot de dag van vandaag als een huis, en verandert zo het leven van de gelovige en de scepticus: “Hij is niet hier!” (Mattheüs 28:6; Marcus 16:6; Lucas 24:6; Johannes 20:9).
Jezus voer op naar de hemel om voor Zijn volgelingen een plaats te bereiden en als God beslist dat Hij terugkomt, dan is de tijd van genade voor alle mensen voorbij en zal het voor het menigeen te laat zijn.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Hemelvaartsdag)
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Hemelvaartsdag)