De vijgenboom heeft gebloeid.
Bewijs uit Mattheüs 24 dat de Heer zal terugkeren in de tijdsspanne van een generatie vanaf de geboorte van Israël.
Verkenning.
We kennen allemaal als kind het gevoel van de wind op je gezicht, dat de hemel donker werd en onheilspellende wolken zich opstapelden en de zon bedekten. Dan het geluid van de donder in de verte en de bliksem die door de lucht flitste. Het was een tijd van verwachting en opwinding. Hoewel de storm nog op verscheidene kilometers afstand was, was het voor iedereen duidelijk dat hij zou komen.
De eindtijd kan voor een groot deel vergeleken worden met een komende storm. We zien de bui al hangen en voel ook al het effect ervan, maar hij is nog niet volledig gearriveerd. Zo is het ook met de terugkeer van de Heer, de tekenen zijn duidelijk, zelfs al is de gebeurtenis zelf nog niet aangekomen.
Met betrekking tot de tijd van de terugkeer van de Heer, vroegen de discipelen hem: "Wat is het teken van uw komst en de voleinding van de wereld?" (Mattheüs 24:3b). Jezus begon toen de vele dingen te beschrijven die zouden voorafgaan aan Zijn tweede komst - waarvan vele worden vervuld voor onze ogen. Jezus zei: "Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en zij zullen velen misleiden." (Matth. 24:5). Sinds 1900 zijn er vele tientallen geweest, die ofwel hebben beweerd Jezus, of de Christus te zijn, in de een of andere vorm. Enkele van de meest opvallende zijn Sun Myung Moon, de stichter van de Unification Church en David Koresh van de religieuze sekte Branch Davidian, Ariffin Mohamed uit Maleisië en Sergei Torop uit Rusland.
Bewijs uit Mattheüs 24 dat de Heer zal terugkeren in de tijdsspanne van een generatie vanaf de geboorte van Israël.
Verkenning.
We kennen allemaal als kind het gevoel van de wind op je gezicht, dat de hemel donker werd en onheilspellende wolken zich opstapelden en de zon bedekten. Dan het geluid van de donder in de verte en de bliksem die door de lucht flitste. Het was een tijd van verwachting en opwinding. Hoewel de storm nog op verscheidene kilometers afstand was, was het voor iedereen duidelijk dat hij zou komen.
De eindtijd kan voor een groot deel vergeleken worden met een komende storm. We zien de bui al hangen en voel ook al het effect ervan, maar hij is nog niet volledig gearriveerd. Zo is het ook met de terugkeer van de Heer, de tekenen zijn duidelijk, zelfs al is de gebeurtenis zelf nog niet aangekomen.
Met betrekking tot de tijd van de terugkeer van de Heer, vroegen de discipelen hem: "Wat is het teken van uw komst en de voleinding van de wereld?" (Mattheüs 24:3b). Jezus begon toen de vele dingen te beschrijven die zouden voorafgaan aan Zijn tweede komst - waarvan vele worden vervuld voor onze ogen. Jezus zei: "Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en zij zullen velen misleiden." (Matth. 24:5). Sinds 1900 zijn er vele tientallen geweest, die ofwel hebben beweerd Jezus, of de Christus te zijn, in de een of andere vorm. Enkele van de meest opvallende zijn Sun Myung Moon, de stichter van de Unification Church en David Koresh van de religieuze sekte Branch Davidian, Ariffin Mohamed uit Maleisië en Sergei Torop uit Rusland.
De satan zal zich voordoen als een engel van het licht . Het zal dus niets bijzonders zijn, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid. Zij zullen leven misleiden, maar hun einde zal zijn naar hun werken.
(afb.: crow.punt.nl/category/view/bijbel-en-profetie)
Jezus sprak van oorlogen, geruchten van oorlogen en van de natie tegen natie.
U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen. Pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën. (Mattheüs 24:6-8).
Pas in de twintigste eeuw hebben we gezien dat de hele wereld in oorlog was, niet één keer, maar twee keer. Het geschatte dodental van de Tweede Wereldoorlog alleen al is ruim vijftig miljoen mensen - een aantal dat ongehoord is in de eerdere menselijke geschiedenis. De afgelopen eeuw kan gemakkelijk worden aangemerkt als die van oorlogen, geruchten van oorlogen, natie tegen natie en koninkrijk tegen koninkrijk.
Er zijn veel tekenen voor de tweede komst van de Heer, net zoals die er waren voor zijn eerste komst en de Heer de leiders van zijn tijd berispte voor het niet zien van de geopenbaarde tekenen die er duidelijk waren voor zijn eerste komst.
Wanneer u een wolk ziet opkomen vanuit het westen, zegt u meteen: Er komt regen. En zo gebeurt het. En als er een zuidenwind waait, zegt u: Er komt hitte. En het gebeurt. Huichelaars, de aanblik van de aarde en van de hemel weet u te duiden. Hoe kan het dan dat u deze tijd niet weet te duiden? (Lucas 12:54-56).
Net zoals de tekenen van de komende storm duidelijk waren voor mij als jongen, moesten die leiders hebben geweten dat hun Messias zou komen. Jezus merkte op dat ze gemakkelijk en met succes de weersverwachting konden zien door simpelweg te kijken naar de hemel, maar er niet in geslaagd zijn om te zien (of op zijn minst te aanvaarden) de Messias voor hen. Ook wij zien de tekenen van de laatste dagen waarover Jezus sprak, die ofwel gebeurd zijn of dreigen te gebeuren in onze tijd.
Het kennen van de tijden en seizoenen.
Paulus schreef in zijn brief aan de Thessalonicenzen dat gelovigen kunnen en moeten weten wat de tijden en seizoenen van de (tweede) komst van de Heer zijn, omdat ze niet in de duisternis zitten zoals de anderen.
Maar wat de tijden en de gelegenheden betreft, broeders, is het voor u niet nodig dat men u schrijft. Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hen overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten. Maar u, broeders, bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen. U bent allen kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij zijn niet van de nacht en ook niet van de duisternis. (I Thess. 5:1-5).
Geboorteweeën.
Jezus vergeleek alle genoemde gebeurtenissen hierboven met weeën door te zeggen: "Al die dingen zijn nog maar het begin van de weeën' (Matteüs 24:8). Net als voor een vrouw bij een bevalling, zullen de weeën dichter en dichter op elkaar volgen, totdat uiteindelijk het kind geboren is, zo is het zoals we de gebeurtenissen van vandaag beschouwen in termen van een bevalling, en we kunnen zeggen dat profetisch gezien alles wat er gebeurt, dit de baby eruit perst. Alles wat de Heer tot nu toe heeft gezegd was een reactie op de vraag van de discipelen "wat is het teken van uw komst en van de voleinding der wereld?"
De vijgenboom is het teken van Jezus' komst.
(afb.: crow.punt.nl/category/view/bijbel-en-profetie)
Jezus sprak van oorlogen, geruchten van oorlogen en van de natie tegen natie.
U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen. Pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën. (Mattheüs 24:6-8).
Pas in de twintigste eeuw hebben we gezien dat de hele wereld in oorlog was, niet één keer, maar twee keer. Het geschatte dodental van de Tweede Wereldoorlog alleen al is ruim vijftig miljoen mensen - een aantal dat ongehoord is in de eerdere menselijke geschiedenis. De afgelopen eeuw kan gemakkelijk worden aangemerkt als die van oorlogen, geruchten van oorlogen, natie tegen natie en koninkrijk tegen koninkrijk.
Er zijn veel tekenen voor de tweede komst van de Heer, net zoals die er waren voor zijn eerste komst en de Heer de leiders van zijn tijd berispte voor het niet zien van de geopenbaarde tekenen die er duidelijk waren voor zijn eerste komst.
Wanneer u een wolk ziet opkomen vanuit het westen, zegt u meteen: Er komt regen. En zo gebeurt het. En als er een zuidenwind waait, zegt u: Er komt hitte. En het gebeurt. Huichelaars, de aanblik van de aarde en van de hemel weet u te duiden. Hoe kan het dan dat u deze tijd niet weet te duiden? (Lucas 12:54-56).
Net zoals de tekenen van de komende storm duidelijk waren voor mij als jongen, moesten die leiders hebben geweten dat hun Messias zou komen. Jezus merkte op dat ze gemakkelijk en met succes de weersverwachting konden zien door simpelweg te kijken naar de hemel, maar er niet in geslaagd zijn om te zien (of op zijn minst te aanvaarden) de Messias voor hen. Ook wij zien de tekenen van de laatste dagen waarover Jezus sprak, die ofwel gebeurd zijn of dreigen te gebeuren in onze tijd.
Het kennen van de tijden en seizoenen.
Paulus schreef in zijn brief aan de Thessalonicenzen dat gelovigen kunnen en moeten weten wat de tijden en seizoenen van de (tweede) komst van de Heer zijn, omdat ze niet in de duisternis zitten zoals de anderen.
Maar wat de tijden en de gelegenheden betreft, broeders, is het voor u niet nodig dat men u schrijft. Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hen overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten. Maar u, broeders, bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen. U bent allen kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij zijn niet van de nacht en ook niet van de duisternis. (I Thess. 5:1-5).
Geboorteweeën.
Jezus vergeleek alle genoemde gebeurtenissen hierboven met weeën door te zeggen: "Al die dingen zijn nog maar het begin van de weeën' (Matteüs 24:8). Net als voor een vrouw bij een bevalling, zullen de weeën dichter en dichter op elkaar volgen, totdat uiteindelijk het kind geboren is, zo is het zoals we de gebeurtenissen van vandaag beschouwen in termen van een bevalling, en we kunnen zeggen dat profetisch gezien alles wat er gebeurt, dit de baby eruit perst. Alles wat de Heer tot nu toe heeft gezegd was een reactie op de vraag van de discipelen "wat is het teken van uw komst en van de voleinding der wereld?"
De vijgenboom is het teken van Jezus' komst.
De vijgenboom Israël is het teken van Jezus wederkomst.
(afb.: thechurchinmalta.org)
Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn. (Mattheüs 24:32-34).
De vijgenboom is Israël.
Er zijn twee voor de hand liggende vragen met betrekking tot deze gelijkenis: wie of wat is de vijgenboom en hoe lang is een generatie? Het antwoord op de eerste vraag is onmiskenbaar, Israël. God vergelijkt duidelijk Israël met een vijgenboom. De volgende verzen staan in chronologische volgorde.
Ik vond Israël als druiven in de woestijn; als vroege vijgen aan de vijgenboom, zijn eerste opbrengst, zag Ik uw vaderen. (Hosea 9:10).
Hier vergelijkt God Israël met druiven en de vaders met de vruchten van de vijgenboom. Als Hij in Joël spreekt van "mijn land" als zijnde vergelijkbaar met "mijn vijgenboom", laat Hij opnieuw zien dat Israël (zowel etnisch/nationaal als geografisch) wordt gesymboliseerd als een vijgenboom.
Want een volk is tegen Mijn land opgetrokken, machtig en niet te tellen; zijn tanden zijn leeuwentanden, het heeft de hoektanden van een leeuwin. Het heeft van Mijn wijnstok een woestenij gemaakt en Mijn vijgenboom tot een kale tak. Het heeft hem volledig afgeschild en weggeworpen, zijn ranken zijn wit geworden. (Joel 1:6-7).
Vervolgens toont God Jeremia een visioen van manden met goede vijgen en slechte vijgen. Merk op dat zowel de goede als de slechte representatief zijn voor Israël (Juda). De "goede" worden uit het land genomen, dat wil zeggen, buiten gevaar, en de "slechte" worden overgelaten om geoordeeld te worden.
In de ene mand zaten zeer goede vijgen, zoals de eerste vroege vijgen zijn. In de andere mand zaten zeer slechte vijgen, die vanwege hun slechte kwaliteit niet te eten waren. Toen zei de HEERE tegen mij: Wat ziet u, Jeremia? Ik zei: Vijgen. De goede vijgen zijn zeer goed, maar de slechte zeer slecht, die vanwege hun slechte kwaliteit niet te eten zijn. Toen kwam het woord van de HEERE tot mij: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Zoals die goede vijgen, zo zal Ik de ballingen van Juda, die Ik uit deze plaats heb weggestuurd naar het land van de Chaldeeën, kennen ten goede. Ik zal Mijn oog op hen gericht houden ten goede en Ik zal hen naar dit land doen terugkeren. Ik zal hen bouwen en niet afbreken. Ik zal hen planten en niet wegrukken. Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben, en zij zullen Mij tot een volk zijn en Ík zal hun tot een God zijn; want zij zullen zich tot Mij bekeren met heel hun hart. Maar zoals de slechte vijgen, die vanwege hun slechte kwaliteit niet te eten zijn – want zo zegt de HEERE – zo zal Ik Zedekia maken, de koning van Juda, zijn vorsten, het overblijfsel van Jeruzalem, die in dit land zijn overgebleven en die in het land Egypte wonen. (Jer. 24:2-8).
Jezus zet de samenhang met Israël als een vijgenboom voort in de laatste fase van zijn bediening. Houd in gedachten dat Jezus ongeveer drie jaar had gediend in Israël toen Hij deze gelijkenis gaf. Net als de illustratie van God die goede vruchten verwacht van Zijn wijngaard en die niet kon vinden in Jesaja 5:1-7, zo ook Jezus, die persoonlijk gekomen was in de verwachting een aantal goede vruchten te vinden en er weinig of geen vond.
En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand had een vijgenboom, die in zijn wijngaard geplant was. En hij kwam om daaraan vrucht te zoeken, maar vond die niet. Toen zei hij tegen de wijngaardenier: Zie, ik kom nu al drie jaar vrucht zoeken aan deze vijgenboom en vind die niet. Hak hem om. Waarom beslaat hij de aarde nutteloos? En hij antwoordde en zei tegen hem: Heer, laat hem ook nog dit jaar staan, totdat ik om hem heen gegraven en hem bemest heb. Wellicht dat hij dan vrucht draagt. Maar zo niet, dan moet u hem alsnog omhakken. (Lucas 13:6-9).
Dat Jezus Israël in gedachten had wordt bevestigd aan het eind van het hoofdstuk, toen Jezus klaagde over Jeruzalem, vanwege hun onwil om hun Messias te ontvangen, en verklaarde dat hun huis verwoest zou worden. Bovendien zouden de Joodse leiders van Jeruzalem op geen enkele manier kunnen zeggen: "Gezegend is Hij..." wanneer ze niet leefden in het land van Israël (in de tijd van hun ballingschap).
Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt die naar u toe gezonden zijn, hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels, maar u hebt niet gewild! Zie, uw huis wordt als een woestenij voor u achtergelaten. Voorwaar, Ik zeg u dat u Mij niet zult zien, totdat de tijd zal gekomen zijn dat u zult zeggen: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Here. (Lucas 13:34-35).
De vervloekte boom.
Joodse mannen moesten drie keer per jaar voor de Here verschijnen. Jezus kwam naar Jeruzalem via Jericho bij een aantal gelegenheden in die meer dan drie jaren van Zijn bediening, om de feesten te vieren. Er stond een vijgenboom langs de weg (Matt 21:19), die Hij steevast moet hebben gezien in de diverse gelegenheden op weg naar Jeruzalem. De dag van de intocht, toen Hij vanuit Jericho kwam op weg naar Jeruzalem, moet Jezus de boom hebben gezien, en opgemerkt dat er geen enkel vrucht aan zat - net als de landeigenaar in de gelijkenis er niet een had gevonden. Komend naar Jeruzalem werd hij begroet als de Messias door de massa. Hij verdreef de geldwisselaars uit de tempel, een voorafschaduwing van zijn komst, waarin Israël net als de vijgenboom onvruchtbaar is.
(afb.: thechurchinmalta.org)
Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn. (Mattheüs 24:32-34).
De vijgenboom is Israël.
Er zijn twee voor de hand liggende vragen met betrekking tot deze gelijkenis: wie of wat is de vijgenboom en hoe lang is een generatie? Het antwoord op de eerste vraag is onmiskenbaar, Israël. God vergelijkt duidelijk Israël met een vijgenboom. De volgende verzen staan in chronologische volgorde.
Ik vond Israël als druiven in de woestijn; als vroege vijgen aan de vijgenboom, zijn eerste opbrengst, zag Ik uw vaderen. (Hosea 9:10).
Hier vergelijkt God Israël met druiven en de vaders met de vruchten van de vijgenboom. Als Hij in Joël spreekt van "mijn land" als zijnde vergelijkbaar met "mijn vijgenboom", laat Hij opnieuw zien dat Israël (zowel etnisch/nationaal als geografisch) wordt gesymboliseerd als een vijgenboom.
Want een volk is tegen Mijn land opgetrokken, machtig en niet te tellen; zijn tanden zijn leeuwentanden, het heeft de hoektanden van een leeuwin. Het heeft van Mijn wijnstok een woestenij gemaakt en Mijn vijgenboom tot een kale tak. Het heeft hem volledig afgeschild en weggeworpen, zijn ranken zijn wit geworden. (Joel 1:6-7).
Vervolgens toont God Jeremia een visioen van manden met goede vijgen en slechte vijgen. Merk op dat zowel de goede als de slechte representatief zijn voor Israël (Juda). De "goede" worden uit het land genomen, dat wil zeggen, buiten gevaar, en de "slechte" worden overgelaten om geoordeeld te worden.
In de ene mand zaten zeer goede vijgen, zoals de eerste vroege vijgen zijn. In de andere mand zaten zeer slechte vijgen, die vanwege hun slechte kwaliteit niet te eten waren. Toen zei de HEERE tegen mij: Wat ziet u, Jeremia? Ik zei: Vijgen. De goede vijgen zijn zeer goed, maar de slechte zeer slecht, die vanwege hun slechte kwaliteit niet te eten zijn. Toen kwam het woord van de HEERE tot mij: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Zoals die goede vijgen, zo zal Ik de ballingen van Juda, die Ik uit deze plaats heb weggestuurd naar het land van de Chaldeeën, kennen ten goede. Ik zal Mijn oog op hen gericht houden ten goede en Ik zal hen naar dit land doen terugkeren. Ik zal hen bouwen en niet afbreken. Ik zal hen planten en niet wegrukken. Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben, en zij zullen Mij tot een volk zijn en Ík zal hun tot een God zijn; want zij zullen zich tot Mij bekeren met heel hun hart. Maar zoals de slechte vijgen, die vanwege hun slechte kwaliteit niet te eten zijn – want zo zegt de HEERE – zo zal Ik Zedekia maken, de koning van Juda, zijn vorsten, het overblijfsel van Jeruzalem, die in dit land zijn overgebleven en die in het land Egypte wonen. (Jer. 24:2-8).
Jezus zet de samenhang met Israël als een vijgenboom voort in de laatste fase van zijn bediening. Houd in gedachten dat Jezus ongeveer drie jaar had gediend in Israël toen Hij deze gelijkenis gaf. Net als de illustratie van God die goede vruchten verwacht van Zijn wijngaard en die niet kon vinden in Jesaja 5:1-7, zo ook Jezus, die persoonlijk gekomen was in de verwachting een aantal goede vruchten te vinden en er weinig of geen vond.
En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand had een vijgenboom, die in zijn wijngaard geplant was. En hij kwam om daaraan vrucht te zoeken, maar vond die niet. Toen zei hij tegen de wijngaardenier: Zie, ik kom nu al drie jaar vrucht zoeken aan deze vijgenboom en vind die niet. Hak hem om. Waarom beslaat hij de aarde nutteloos? En hij antwoordde en zei tegen hem: Heer, laat hem ook nog dit jaar staan, totdat ik om hem heen gegraven en hem bemest heb. Wellicht dat hij dan vrucht draagt. Maar zo niet, dan moet u hem alsnog omhakken. (Lucas 13:6-9).
Dat Jezus Israël in gedachten had wordt bevestigd aan het eind van het hoofdstuk, toen Jezus klaagde over Jeruzalem, vanwege hun onwil om hun Messias te ontvangen, en verklaarde dat hun huis verwoest zou worden. Bovendien zouden de Joodse leiders van Jeruzalem op geen enkele manier kunnen zeggen: "Gezegend is Hij..." wanneer ze niet leefden in het land van Israël (in de tijd van hun ballingschap).
Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt die naar u toe gezonden zijn, hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels, maar u hebt niet gewild! Zie, uw huis wordt als een woestenij voor u achtergelaten. Voorwaar, Ik zeg u dat u Mij niet zult zien, totdat de tijd zal gekomen zijn dat u zult zeggen: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Here. (Lucas 13:34-35).
De vervloekte boom.
Joodse mannen moesten drie keer per jaar voor de Here verschijnen. Jezus kwam naar Jeruzalem via Jericho bij een aantal gelegenheden in die meer dan drie jaren van Zijn bediening, om de feesten te vieren. Er stond een vijgenboom langs de weg (Matt 21:19), die Hij steevast moet hebben gezien in de diverse gelegenheden op weg naar Jeruzalem. De dag van de intocht, toen Hij vanuit Jericho kwam op weg naar Jeruzalem, moet Jezus de boom hebben gezien, en opgemerkt dat er geen enkel vrucht aan zat - net als de landeigenaar in de gelijkenis er niet een had gevonden. Komend naar Jeruzalem werd hij begroet als de Messias door de massa. Hij verdreef de geldwisselaars uit de tempel, een voorafschaduwing van zijn komst, waarin Israël net als de vijgenboom onvruchtbaar is.
Komend naar Jeruzalem werd Jezus door de menigte en de kinderen begroet als de Messias. Hij verdreef de geldwisselaars uit de tempel, een voorafschaduwing van zijn komst, waarin Israël net als de vijgenboom onvruchtbaar zou zijn.
(afb.: www.emmaus-apeldoorn.nl/.../wat-vieren-we-eigenlijk-op-palmzondag)
In de avond ging Hij op weg naar Bethanië om de nacht door te brengen bij zijn vrienden Maria, Martha en Lazarus (Bethanië ligt op dezelfde weg, vanuit Jericho). Terugkerend naar Jeruzalem in de ochtend passeerde Jezus de vijgenboom, merkte op dat er geen vrucht aan zat, terwijl het minstens een enkele vroege vrucht moest hebben. Toen hij zag dat de boom onvruchtbaar was, vervloekte Hij deze.
En toen Hij een vijgenboom langs de weg zag, ging Hij ernaartoe en vond er niets aan dan alleen bladeren. Hij zei tegen hem: Laat er aan u geen vrucht meer groeien in eeuwigheid! En de vijgenboom verdorde onmiddellijk. (Matth. 21:19)
Dus net als in zijn gelijkenis van de vijgenboom, kwam Hij op zoek naar vruchten bij de Joodse leiders in die meer dan drie jaar, en heeft ze niet gevonden. Zij waren als de onvruchtbare vijgenboom zonder vruchten en dus heeft Hij een oordeel uitgesproken over de waardeloze boom, waardoor deze onmiddellijk stierf, de boom die de natie symboliseerde. Met dat als achtergrond gaan we terug naar de de tekenen der tijden die Hij ons gaf tijdens de eindtijdrede, dit keer lezen we het verslag van Lucas:
En Hij sprak tot hen een gelijkenis: Kijk naar de vijgenboom en naar alle bomen. Zodra ze uitlopen en u dat ziet, weet u uit uzelf dat de zomer al nabij is (Lukas 21:29-30).
Toen Jezus hun bevolen had om een gelijkenis te leren van de vijgenboom, moeten hun gedachten gewerveld hebben rond de recente gebeurtenissen van de vervloekte vijgenboom en deze gelijkenis. De Hebreeuwse Bijbel (OT) op de achtergrond maakt duidelijk dat Jezus Israël vergeleek met de vijgenboom en net zoals de vijgenboom verdorde, ook Israël spoedig zou worden vernietigd door de Romeinen.
Israël werd verwoest door de Romeinen in 70 na Christus en vervolgens weer in 135 na Chr. Na de tweede Joodse opstand werden ze gewaarschuwd om niet naar Jeruzalem terug te keren vanwege een pijnlijke dood. Ze werden vervolgens verspreid naar de vier hoeken van de aarde - zonder een eigen land gedurende bijna 1900 jaar. Bovendien lijkt de vloek ook te gelden voor het land zelf. Rabbi Menachem Kohen van Brooklyn ontdekte dat het land van Israël "een ongekende, ernstige en onverklaarbare (door iets anders dan bovennatuurlijke verklaringen) droogte kende die vanaf de eerste eeuw duurde tot aan de 20e eeuw - een periode van 1800 jaar die samenvalt met de gedwongen diaspora van de Joden". Journalist Joseph Farah ontdekte later, ingegeven door het onderzoek van Rabbi Kohen, dat pas nadat de Joden waren teruggekeerd de regen weer begon te komen.
Gedurende 1800 jaar heeft het nauwelijks geregend in Israël. Dit was het dorre land, ontdekt door Mark Twain. Het zogenaamde "Palestina" was een woestenij - niemand wilde daar wonen. Er was geen sprake van een inheemse Arabische bevolking. Die kwamen pas nadat de Joden terugkwamen. Beginnend in het jaar 70 en aanhoudend tot de beginjaren van 1900 - ongeveer 660.000 dagen - was er geen regen.
(afb.: www.emmaus-apeldoorn.nl/.../wat-vieren-we-eigenlijk-op-palmzondag)
In de avond ging Hij op weg naar Bethanië om de nacht door te brengen bij zijn vrienden Maria, Martha en Lazarus (Bethanië ligt op dezelfde weg, vanuit Jericho). Terugkerend naar Jeruzalem in de ochtend passeerde Jezus de vijgenboom, merkte op dat er geen vrucht aan zat, terwijl het minstens een enkele vroege vrucht moest hebben. Toen hij zag dat de boom onvruchtbaar was, vervloekte Hij deze.
En toen Hij een vijgenboom langs de weg zag, ging Hij ernaartoe en vond er niets aan dan alleen bladeren. Hij zei tegen hem: Laat er aan u geen vrucht meer groeien in eeuwigheid! En de vijgenboom verdorde onmiddellijk. (Matth. 21:19)
Dus net als in zijn gelijkenis van de vijgenboom, kwam Hij op zoek naar vruchten bij de Joodse leiders in die meer dan drie jaar, en heeft ze niet gevonden. Zij waren als de onvruchtbare vijgenboom zonder vruchten en dus heeft Hij een oordeel uitgesproken over de waardeloze boom, waardoor deze onmiddellijk stierf, de boom die de natie symboliseerde. Met dat als achtergrond gaan we terug naar de de tekenen der tijden die Hij ons gaf tijdens de eindtijdrede, dit keer lezen we het verslag van Lucas:
En Hij sprak tot hen een gelijkenis: Kijk naar de vijgenboom en naar alle bomen. Zodra ze uitlopen en u dat ziet, weet u uit uzelf dat de zomer al nabij is (Lukas 21:29-30).
Toen Jezus hun bevolen had om een gelijkenis te leren van de vijgenboom, moeten hun gedachten gewerveld hebben rond de recente gebeurtenissen van de vervloekte vijgenboom en deze gelijkenis. De Hebreeuwse Bijbel (OT) op de achtergrond maakt duidelijk dat Jezus Israël vergeleek met de vijgenboom en net zoals de vijgenboom verdorde, ook Israël spoedig zou worden vernietigd door de Romeinen.
Israël werd verwoest door de Romeinen in 70 na Christus en vervolgens weer in 135 na Chr. Na de tweede Joodse opstand werden ze gewaarschuwd om niet naar Jeruzalem terug te keren vanwege een pijnlijke dood. Ze werden vervolgens verspreid naar de vier hoeken van de aarde - zonder een eigen land gedurende bijna 1900 jaar. Bovendien lijkt de vloek ook te gelden voor het land zelf. Rabbi Menachem Kohen van Brooklyn ontdekte dat het land van Israël "een ongekende, ernstige en onverklaarbare (door iets anders dan bovennatuurlijke verklaringen) droogte kende die vanaf de eerste eeuw duurde tot aan de 20e eeuw - een periode van 1800 jaar die samenvalt met de gedwongen diaspora van de Joden". Journalist Joseph Farah ontdekte later, ingegeven door het onderzoek van Rabbi Kohen, dat pas nadat de Joden waren teruggekeerd de regen weer begon te komen.
Gedurende 1800 jaar heeft het nauwelijks geregend in Israël. Dit was het dorre land, ontdekt door Mark Twain. Het zogenaamde "Palestina" was een woestenij - niemand wilde daar wonen. Er was geen sprake van een inheemse Arabische bevolking. Die kwamen pas nadat de Joden terugkwamen. Beginnend in het jaar 70 en aanhoudend tot de beginjaren van 1900 - ongeveer 660.000 dagen - was er geen regen.
Israël werd verwoest door de Romeinen in 70 na Christus en vervolgens weer in 135 na Chr. Na de tweede Joodse opstand werden ze gewaarschuwd om niet naar Jeruzalem terug te keren vanwege een pijnlijke dood. Ze werden vervolgens verspreid naar de vier hoeken van de aarde - zonder een eigen land gedurende bijna 1900 jaar. In 1948 viel weer de eerste regen in het land.
(afb.: es.wikipedia.org/wiki/Templo_de_Jerusalén)
Bij onderzoek bleken de neerslaggegevens in Israël over 150 jaar, te beginnen in de vroege jaren 1800 tot in de aanloop naar de jaren 1960 toe te nemen neerslag in bijna elk jaar - met de zwaarste regenval die kwam in en rond 1948 en 1967.
Toen, na die vele jaren en zoals Jesaja had voorspeld, werd Israël geboren in één dag:
Wie heeft ooit zoiets gehoord? Wie heeft iets dergelijks gezien? Zou een land geboren kunnen worden op één dag? Zou een volk geboren kunnen worden in één keer? Maar Sion heeft nauwelijks weeën gekregen, of zij heeft haar zonen al gebaard. (Jesaja 66:8).
Op 14 mei 1948 als Israël (de vijgenboom) de onafhankelijkheid heeft uitgeroepen, wat vervolgens werd bekrachtigd als een natie door een edict van de Verenigde Naties en werd letterlijk geboren in één dag. 1948 wordt het jaar vanaf waar een generatie kan worden gemeten.
Vroeg christelijke commentaren bevestigen dat Israël de vijgenboom is.
We onderzochten wat de vroege christenen dachten wat over de vijgenboomgelijkenis verstandig zou lijken. Een vroegchristelijk geschrift, de Apocalyps van Petrus, identificeert duidelijk Israël als de vijgenboom en de tijd van haar ontluiking als de tijd van het einde. Hoewel het niet-Bijbelse bronnen zijn en we ze niet kunnen beschouwen als zijnde de Schrift, kunnen ze af en toe dienen als een soort van commentaar van vroegere christenen. Wetenschappers in het algemeen stemmen in met een datum van samenstelling rond het jaar 135. Dit is een belangrijke datum, omdat de vroege christenen hadden gezien dat Israël vernietigd werd in het jaar 70 onder Titus, die de tempel vernietigde en een miljoen Joden doodde en de rest meenam als slaven. Echter werden niet alle Joden weggehaald, en degenen die bleven maakten een comeback.
Caesar Hadrianus bezocht de stad in 130 n Cr. en had laten doorschemeren dat hij de stad weer zou opbouwen als een geschenk aan de Joden. Toen hij van gedachten veranderde, heeft hij ook de besnijdenis verboden, de Joden bevonden zich opnieuw in een dodelijk conflict met de Romeinen, slechts 62 jaar na de verwoesting van de tempel. De Joden schaarden zich achter een man genaamd Simon Bar Koseba. Rabbi Akiva zou later van hem verklaren dat hij de Messias was, op welk punt de christenen die hadden geholpen in de strijd, de niet-gelovige Joden verlieten en het gevecht aan hen overlieten. Hadrianus verpletterde de opstand in het jaar 135. Hij was zo boos dat hij de naam van het land van Judea veranderde in het Syrische Palestina en strooide zout uit over het land, zodat er niets zou groeien. Jeruzalem werd omgedoopt tot Aelia Capitolina en een tempel voor Zeus zou uiteindelijk worden gebouwd op de ruïnes van de tempelberg. Hadrianus verbande alle Joden uit de stad op straffe van de dood. Met dit in gedachten, op zoek naar een tekst die verklaart dat Israël, zo volkomen gedecimeerd, op een dag weer op zou bloeien, is echt ongelooflijk.
Deze tekst die we weer behandelen als een commentaar op de Schrift (en niet gelijk aan de Schrift), stelt duidelijk dat wanneer de vijgenboom gebloeid heeft, het einde van de tijd zou komen. De tekst interpreteerde Jezus' gelijkenis van de vijgenboom als sprekend over Israël. Wanneer Israël terug komt als een natie, dan zijn de laatste dagen gekomen:
(Leer van de gelijkenis) van de vijgenboom: zo snel als de beweging daartoe is voortgekomen en de twijgen groeien, zal het einde van de wereld komen [...] Hebt gij niet verstaan dat de vijgenboom het huis van Israël is [...] wanneer de twijgen daarvan zijn ontsproten in de laatste dagen, dan zullen de geveinsde Christussen komen en opstaan en zeggen: Ik ben de Christus, die nu in de wereld is gekomen. [...] Maar die bedrieger is niet de Christus. En als zij [Israël] hem verwerpen [de bedrieger] zal hij hen met het zwaard doden, en er zullen vele martelaren zijn. Dan zullen de twijgen van de vijgenboom, dat wil zeggen, het huis van Israël, weer uitschieten: [...] Henoch en Elia zullen worden gezonden om hen te leren dat dit de bedrieger is, die moet komen in de wereld met het doen van tekenen en wonderen om te misleiden.
(afb.: es.wikipedia.org/wiki/Templo_de_Jerusalén)
Bij onderzoek bleken de neerslaggegevens in Israël over 150 jaar, te beginnen in de vroege jaren 1800 tot in de aanloop naar de jaren 1960 toe te nemen neerslag in bijna elk jaar - met de zwaarste regenval die kwam in en rond 1948 en 1967.
Toen, na die vele jaren en zoals Jesaja had voorspeld, werd Israël geboren in één dag:
Wie heeft ooit zoiets gehoord? Wie heeft iets dergelijks gezien? Zou een land geboren kunnen worden op één dag? Zou een volk geboren kunnen worden in één keer? Maar Sion heeft nauwelijks weeën gekregen, of zij heeft haar zonen al gebaard. (Jesaja 66:8).
Op 14 mei 1948 als Israël (de vijgenboom) de onafhankelijkheid heeft uitgeroepen, wat vervolgens werd bekrachtigd als een natie door een edict van de Verenigde Naties en werd letterlijk geboren in één dag. 1948 wordt het jaar vanaf waar een generatie kan worden gemeten.
Vroeg christelijke commentaren bevestigen dat Israël de vijgenboom is.
We onderzochten wat de vroege christenen dachten wat over de vijgenboomgelijkenis verstandig zou lijken. Een vroegchristelijk geschrift, de Apocalyps van Petrus, identificeert duidelijk Israël als de vijgenboom en de tijd van haar ontluiking als de tijd van het einde. Hoewel het niet-Bijbelse bronnen zijn en we ze niet kunnen beschouwen als zijnde de Schrift, kunnen ze af en toe dienen als een soort van commentaar van vroegere christenen. Wetenschappers in het algemeen stemmen in met een datum van samenstelling rond het jaar 135. Dit is een belangrijke datum, omdat de vroege christenen hadden gezien dat Israël vernietigd werd in het jaar 70 onder Titus, die de tempel vernietigde en een miljoen Joden doodde en de rest meenam als slaven. Echter werden niet alle Joden weggehaald, en degenen die bleven maakten een comeback.
Caesar Hadrianus bezocht de stad in 130 n Cr. en had laten doorschemeren dat hij de stad weer zou opbouwen als een geschenk aan de Joden. Toen hij van gedachten veranderde, heeft hij ook de besnijdenis verboden, de Joden bevonden zich opnieuw in een dodelijk conflict met de Romeinen, slechts 62 jaar na de verwoesting van de tempel. De Joden schaarden zich achter een man genaamd Simon Bar Koseba. Rabbi Akiva zou later van hem verklaren dat hij de Messias was, op welk punt de christenen die hadden geholpen in de strijd, de niet-gelovige Joden verlieten en het gevecht aan hen overlieten. Hadrianus verpletterde de opstand in het jaar 135. Hij was zo boos dat hij de naam van het land van Judea veranderde in het Syrische Palestina en strooide zout uit over het land, zodat er niets zou groeien. Jeruzalem werd omgedoopt tot Aelia Capitolina en een tempel voor Zeus zou uiteindelijk worden gebouwd op de ruïnes van de tempelberg. Hadrianus verbande alle Joden uit de stad op straffe van de dood. Met dit in gedachten, op zoek naar een tekst die verklaart dat Israël, zo volkomen gedecimeerd, op een dag weer op zou bloeien, is echt ongelooflijk.
Deze tekst die we weer behandelen als een commentaar op de Schrift (en niet gelijk aan de Schrift), stelt duidelijk dat wanneer de vijgenboom gebloeid heeft, het einde van de tijd zou komen. De tekst interpreteerde Jezus' gelijkenis van de vijgenboom als sprekend over Israël. Wanneer Israël terug komt als een natie, dan zijn de laatste dagen gekomen:
(Leer van de gelijkenis) van de vijgenboom: zo snel als de beweging daartoe is voortgekomen en de twijgen groeien, zal het einde van de wereld komen [...] Hebt gij niet verstaan dat de vijgenboom het huis van Israël is [...] wanneer de twijgen daarvan zijn ontsproten in de laatste dagen, dan zullen de geveinsde Christussen komen en opstaan en zeggen: Ik ben de Christus, die nu in de wereld is gekomen. [...] Maar die bedrieger is niet de Christus. En als zij [Israël] hem verwerpen [de bedrieger] zal hij hen met het zwaard doden, en er zullen vele martelaren zijn. Dan zullen de twijgen van de vijgenboom, dat wil zeggen, het huis van Israël, weer uitschieten: [...] Henoch en Elia zullen worden gezonden om hen te leren dat dit de bedrieger is, die moet komen in de wereld met het doen van tekenen en wonderen om te misleiden.
Henoch en Elia zullen in de eindtijd door God naar Israël worden gezonden om hen te leren dat de antichrist een grote bedrieger is, die in de wereld moest komen met het doen van tekenen en wonderen om te de mensheid te misleiden.
(afb.: eindtijdbodebijbelstudies.wordpress.com)
De correlatie met de vijgenboom en Israël in de tekst is ondubbelzinnig. Volgens deze tekst wordt Israël vergeleken met een vijgenboom die werd gekapt (tweemaal in feite) en verbannen (in overeenstemming met de gelijkenis van de landeigenaar in Lucas 13:6-9). Dus zag de auteur duidelijk dat Israël verwijderd was uit haar land en de mensen daar niet meer waren. Maar de auteur is er vast van overtuigd dat ze terug zouden komen als een natie: "wanneer de twijgen daarvan zijn ontsproten in de laatste dagen" en dan zal het einde komen in de dagen van hun uitkiemen. Merk ook op dat de twee getuigen (Henoch en Elia) weer terug zullen komen in de dagen van hun opname en worden gedood door de valse Christus (de Antichrist). Deze tekst bewijst zeker dat sommigen in de oude kerk van de eindtijd dit interpreteerden op een zeer letterlijke manier. Maar het toont ook aan dat Israël werd beschouwd als de vijgenboom en dat het uitspruiten van zijn takken zou gebeuren in de tijd van het einde, en meer in het bijzonder op het moment dat de Heer komt. Zo hebben we een oud getuigenis dat Jezus' vermelding van de vijgenboom een verwijzing is naar Israël. Haar uitbottende takken waren een verwijzing naar haar wedergeboorte in de laatste dagen, wat ook de tijd zal zijn van de twee getuigen en de Antichrist.
Alle bomen.
We hebben gezien dat de vijgenboom Israël vertegenwoordigt in de gelijkenis die Jezus aan Zijn discipelen vertelde. Niet minder dan drie profeten hebben duidelijk de vijgenboom gebruikt als een representatie van Israël. Ook Jezus deed dat in de gelijkenis van de landeigenaar en de vijgenboom. Hij vervloekte een vijgenboom en vertelde de gelijkenis van de vijgenboom met betrekking tot de laatste dagen. Echter, wanneer we lezen in het evangelie van Lucas, dat Jezus ook 'alle bomen' genoemd heeft - wat precies moeten we daarvan denken? Jezus leerde in de gelijkenis over de vijgenboom en alle bomen. We leerden wat de Bijbelse betekenis van de vijgenboom is, maar waar staan "alle bomen" voor? Soms als Jezus een gelijkenis vertelde, gaf Hij ook de interpretatie ervan. Bijvoorbeeld in Mattheüs 13:18, daar interpreteerde Jezus de betekenis van de gelijkenis van de zaaier, waarbij elke grondsoort een type persoon vertegenwoordigde en hun specifieke geestelijke toestand. Zo is het ook met onze gelijkenis; en voor het antwoord moeten we naar Gods Woord.
Daar de vijgenboom Israël vertegenwoordigt als natie, moeten we verwachten dat "alle bomen" ook naties vertegenwoordigen. Kijkend op de bladzijden van het Woord van God vinden we dat dit inderdaad het geval is. In feite zien we dat vaak bomen worden gebruikt om mensen en vooral naties te vertegenwoordigen; in ten minste acht passages van de Tenach (Oude Testament) alleen al.
(afb.: eindtijdbodebijbelstudies.wordpress.com)
De correlatie met de vijgenboom en Israël in de tekst is ondubbelzinnig. Volgens deze tekst wordt Israël vergeleken met een vijgenboom die werd gekapt (tweemaal in feite) en verbannen (in overeenstemming met de gelijkenis van de landeigenaar in Lucas 13:6-9). Dus zag de auteur duidelijk dat Israël verwijderd was uit haar land en de mensen daar niet meer waren. Maar de auteur is er vast van overtuigd dat ze terug zouden komen als een natie: "wanneer de twijgen daarvan zijn ontsproten in de laatste dagen" en dan zal het einde komen in de dagen van hun uitkiemen. Merk ook op dat de twee getuigen (Henoch en Elia) weer terug zullen komen in de dagen van hun opname en worden gedood door de valse Christus (de Antichrist). Deze tekst bewijst zeker dat sommigen in de oude kerk van de eindtijd dit interpreteerden op een zeer letterlijke manier. Maar het toont ook aan dat Israël werd beschouwd als de vijgenboom en dat het uitspruiten van zijn takken zou gebeuren in de tijd van het einde, en meer in het bijzonder op het moment dat de Heer komt. Zo hebben we een oud getuigenis dat Jezus' vermelding van de vijgenboom een verwijzing is naar Israël. Haar uitbottende takken waren een verwijzing naar haar wedergeboorte in de laatste dagen, wat ook de tijd zal zijn van de twee getuigen en de Antichrist.
Alle bomen.
We hebben gezien dat de vijgenboom Israël vertegenwoordigt in de gelijkenis die Jezus aan Zijn discipelen vertelde. Niet minder dan drie profeten hebben duidelijk de vijgenboom gebruikt als een representatie van Israël. Ook Jezus deed dat in de gelijkenis van de landeigenaar en de vijgenboom. Hij vervloekte een vijgenboom en vertelde de gelijkenis van de vijgenboom met betrekking tot de laatste dagen. Echter, wanneer we lezen in het evangelie van Lucas, dat Jezus ook 'alle bomen' genoemd heeft - wat precies moeten we daarvan denken? Jezus leerde in de gelijkenis over de vijgenboom en alle bomen. We leerden wat de Bijbelse betekenis van de vijgenboom is, maar waar staan "alle bomen" voor? Soms als Jezus een gelijkenis vertelde, gaf Hij ook de interpretatie ervan. Bijvoorbeeld in Mattheüs 13:18, daar interpreteerde Jezus de betekenis van de gelijkenis van de zaaier, waarbij elke grondsoort een type persoon vertegenwoordigde en hun specifieke geestelijke toestand. Zo is het ook met onze gelijkenis; en voor het antwoord moeten we naar Gods Woord.
Daar de vijgenboom Israël vertegenwoordigt als natie, moeten we verwachten dat "alle bomen" ook naties vertegenwoordigen. Kijkend op de bladzijden van het Woord van God vinden we dat dit inderdaad het geval is. In feite zien we dat vaak bomen worden gebruikt om mensen en vooral naties te vertegenwoordigen; in ten minste acht passages van de Tenach (Oude Testament) alleen al.
Kijkend op de bladzijden van het Woord van God vinden we dat ‘alle bomen’ waar Jezus op doelde in de gelijkenis van de vijgenboom (Lucas 21: 29) de landen zijn, die net als Israël in de eindtijd weer in het nieuws zouden komen. In feite zien we dat de bomen dan worden gebruikt om mensen en vooral naties te vertegenwoordigen.
(afb.:www.christipedia.nl › Artikelen › I › Israël (staat) )
We worden voor het eerst geconfronteerd met een gelijkenis van bomen in Richteren 9:7-16, waar Jotham, de zoon van Gideon, zich richt tot de burgers van Sichem, als net zeventig van zijn broeders zijn vermoord, zodat men zijn andere broer Abimelech gaan volgen.
Eens gingen de bomen op weg om een koning over zich te zalven. Ze zeiden tegen de olijfboom: Wees koning over ons! Maar de olijfboom zei tegen hen: Zou ik mijn olie opgeven, die God en de mensen in mij prijzen, en zou ik weggaan om boven de andere bomen te zweven? Toen zeiden de bomen tegen de vijgenboom: Komt u, wees koning over ons! Maar de vijgenboom zei tegen hen: Zou ik mijn zoetigheid en mijn goede vrucht opgeven, en zou ik weggaan om boven de andere bomen te zweven? Toen zeiden de bomen tegen de wijnstok: Komt u, wees koning over ons! Maar de wijnstok zei tegen hen: Zou ik mijn nieuwe wijn opgeven, die God en mensen vrolijk maakt, en zou ik weggaan om boven de andere bomen te zweven? Ten slotte zeiden al de bomen tegen de doornstruik: Kom, weest u koning over ons! En de doornstruik zei tegen de bomen: Als u mij naar waarheid tot koning over u zalft, kom dan en neem de toevlucht in mijn schaduw. Maar zo niet, laat er dan vuur uitgaan van de doornstruik, dat de ceders van de Libanon zal verteren. Welnu, als u naar waarheid en in oprechtheid gehandeld hebt, toen u Abimelech koning maakte, en als u goed gehandeld hebt met Jerubbaäl en zijn huis, en als u met hem hebt gedaan overeenkomstig de verdienste van zijn handen (Richteren 9:8-16).
In Jesaja 10:33 verwijst God naar het omhakken van "de hoogste van de bomen", die arrogant zijn en worden omgehakt, de statige bomen neergeworpen. Vergelijkbare beeldspraak wordt gebruikt in het boek Ezechiël. God vergelijkt in Ezechiël 15:2-6 het hout van de wijnstok met de inwoners van Jeruzalem, dat zal worden verbrand in het vuur, omdat ze nutteloos zijn (dat is: afgodisch). God gebruikt het bloemmotief om te spreken over Juda als het in ballingschap gaat, in hoofdstuk 17. "Zo zegt de Heere HEERE: De grote arend met grote vleugels, lange vlerken, vol veren, en die veel kleuren had, kwam naar de Libanon en nam de kruin van een ceder mee. Hij plukte de top met zijn uitlopers af, hij bracht hem in een land van kooplieden, en zette hem in een stad van handelaars." (Ezechiël 17:3-4).
In 606/5 v.Chr nam Nebukadnezar een aantal van de leiders van Juda in ballingschap - en dus wordt Juda vergeleken met de ceder van Libanon en de hoogste tak staat voor de leiding, waarschijnlijk onder hen ook Daniel. We weten dat dit het geval is, omdat God ook de interpretatie geeft, "Zeg toch tegen dat opstandige huis: Weet u niet wat deze dingen betekenen? Zeg: Zie, de koning van Babel is naar Jeruzalem gekomen; hij nam zijn koning en zijn vorsten gevangen en bracht hen bij zich in Babel." (Ezechiël 17:12).
God vertelt later in het hoofdstuk wat Hij zal gaan doen met de hoogste takken in tegenstelling tot wat koning Nebukadnezar had gedaan. Waar koning Nebukadnezar het een "spreidende wijnstok met een lage gestalte" maakte (Ezechiël 17:6) God zou een koning en een koninkrijk aanstellen, dat geweldig zou zijn onder de heidenen. "Op de hoge berg van Israël zal Ik het planten. Het zal takken dragen, vruchten vormen en een machtige ceder worden, zodat daaronder allerlei soorten vogels zullen wonen: in de schaduw van zijn takken zullen ze wonen" (Ezechiël 17:23).
God maakt dan een verwijzing naar alle bomen van het veld, die de naties vertegenwoordigen. Of alle bomen vertegenwoordigen alle naties van de wereld of alleen de naties van het gebied; dat is niet duidelijk. "Dan zullen alle bomen van het veld weten dat Ík, de HEERE, de boom die hoog van stam is, vernederd heb. De boom die laag van stam is, heb Ik verheven, de jonge boom doen verdorren en de verdorde boom heb Ik doen uitlopen. Ík, de HEERE, heb gesproken en zal het doen." (Ezechiël 17:24).
Ezechiël 20:46-48 bevat een ander voorbeeld van de naties, weergegeven als bomen. Echter, misschien wel het meest veelzeggend van allen is Ezechiël 31:3-15. Waar Assyrië wordt vergeleken met een ceder van Libanon, dat groter was dan alle andere bomen (dat wil zeggen: landen)." Daarom werd zijn stam hoger dan alle bomen op het veld. Zijn takken werden talrijk en zijn twijgen lang vanwege het vele water toen hij uitliep. Alle vogels in de lucht nestelden in zijn takken. Alle dieren van het veld wierpen hun jongen onder zijn twijgen. In zijn schaduw woonden zij allen, vele volken." (Ezechiël 31:5,6). God beschrijft hoe Assyrië, de ceder van Libanon, groter was dan andere soorten bomen, tot God een ander zou zenden om hem om te kappen.
"De ceders in de hof van God evenaarden hem niet. De cipressen waren niet te vergelijken met zijn takken. De platanen waren niet als zijn twijgen. Geen enkele boom in de hof van God was met hem te vergelijken in zijn schoonheid. Ik had hem zo mooi gemaakt met zijn vele takken, dat alle bomen van Eden hem benijdden, daar in de hof van God. Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Omdat u zo hoog van stam geworden bent dat die zijn kruin tot in de wolken stak, en zijn hart zich vanwege zijn hoogte verhief, daarom gaf Ik hem in de hand van een heerser van de heidenvolken, die met hem zou doen overeenkomstig zijn goddeloosheid. Ik verdreef hem." (Ezechiël 31:8-11).
Daniel 4:10-11 en Zacharia 11:2 bieden meer voorbeelden van heersers en naties, weergegeven als bomen. Met deze achtergrond vanuit het Oude Testament kunnen we nu terugkeren naar het Nieuwe Testament, en vinden Jezus' gebruik van zaad (Matteüs 13:6, 40), wijnranken (Johannes 15:6) en bomen (Lucas 3:9; 21 : 29), welke personen of naties representeren niet verrassend meer, maar juist in overeenstemming met de Schrift. Laten we daarom eens kijken naar Lukas 21:29. "En Hij sprak tot hen een gelijkenis: Kijk naar de vijgenboom en naar alle bomen." De vijgenboom is Israël en daarom zijn alle bomen de andere naties. De vraag wordt dan: naar welke landen verwijst Hij dan?
Het antwoord komt van de vergelijking met de vijgenboom. Deze verdorde en vervolgens kiemde hij weer uit. Israël was verdord voor vele jaren en komt dan weer terug om een natie te zijn. Het lijkt er dus op dat Jezus verwees naar andere landen in de buurt van Israël, die ook zou worden herboren. Wat is het dan verbazingwekkend om te ontdekken dat alle landen die grenzen aan Israël terug kwamen als onafhankelijke natiestaten rond dezelfde tijd als Israël. De CIA World Fact Book bespreekt hoe Libanon, Jordanië, Syrië en Egypte allen hun onafhankelijkheid verwierven tussen de jaren 1943 en 1952 - alle binnen vijf jaar rond de geboorte van Israël.
(afb.:www.christipedia.nl › Artikelen › I › Israël (staat) )
We worden voor het eerst geconfronteerd met een gelijkenis van bomen in Richteren 9:7-16, waar Jotham, de zoon van Gideon, zich richt tot de burgers van Sichem, als net zeventig van zijn broeders zijn vermoord, zodat men zijn andere broer Abimelech gaan volgen.
Eens gingen de bomen op weg om een koning over zich te zalven. Ze zeiden tegen de olijfboom: Wees koning over ons! Maar de olijfboom zei tegen hen: Zou ik mijn olie opgeven, die God en de mensen in mij prijzen, en zou ik weggaan om boven de andere bomen te zweven? Toen zeiden de bomen tegen de vijgenboom: Komt u, wees koning over ons! Maar de vijgenboom zei tegen hen: Zou ik mijn zoetigheid en mijn goede vrucht opgeven, en zou ik weggaan om boven de andere bomen te zweven? Toen zeiden de bomen tegen de wijnstok: Komt u, wees koning over ons! Maar de wijnstok zei tegen hen: Zou ik mijn nieuwe wijn opgeven, die God en mensen vrolijk maakt, en zou ik weggaan om boven de andere bomen te zweven? Ten slotte zeiden al de bomen tegen de doornstruik: Kom, weest u koning over ons! En de doornstruik zei tegen de bomen: Als u mij naar waarheid tot koning over u zalft, kom dan en neem de toevlucht in mijn schaduw. Maar zo niet, laat er dan vuur uitgaan van de doornstruik, dat de ceders van de Libanon zal verteren. Welnu, als u naar waarheid en in oprechtheid gehandeld hebt, toen u Abimelech koning maakte, en als u goed gehandeld hebt met Jerubbaäl en zijn huis, en als u met hem hebt gedaan overeenkomstig de verdienste van zijn handen (Richteren 9:8-16).
In Jesaja 10:33 verwijst God naar het omhakken van "de hoogste van de bomen", die arrogant zijn en worden omgehakt, de statige bomen neergeworpen. Vergelijkbare beeldspraak wordt gebruikt in het boek Ezechiël. God vergelijkt in Ezechiël 15:2-6 het hout van de wijnstok met de inwoners van Jeruzalem, dat zal worden verbrand in het vuur, omdat ze nutteloos zijn (dat is: afgodisch). God gebruikt het bloemmotief om te spreken over Juda als het in ballingschap gaat, in hoofdstuk 17. "Zo zegt de Heere HEERE: De grote arend met grote vleugels, lange vlerken, vol veren, en die veel kleuren had, kwam naar de Libanon en nam de kruin van een ceder mee. Hij plukte de top met zijn uitlopers af, hij bracht hem in een land van kooplieden, en zette hem in een stad van handelaars." (Ezechiël 17:3-4).
In 606/5 v.Chr nam Nebukadnezar een aantal van de leiders van Juda in ballingschap - en dus wordt Juda vergeleken met de ceder van Libanon en de hoogste tak staat voor de leiding, waarschijnlijk onder hen ook Daniel. We weten dat dit het geval is, omdat God ook de interpretatie geeft, "Zeg toch tegen dat opstandige huis: Weet u niet wat deze dingen betekenen? Zeg: Zie, de koning van Babel is naar Jeruzalem gekomen; hij nam zijn koning en zijn vorsten gevangen en bracht hen bij zich in Babel." (Ezechiël 17:12).
God vertelt later in het hoofdstuk wat Hij zal gaan doen met de hoogste takken in tegenstelling tot wat koning Nebukadnezar had gedaan. Waar koning Nebukadnezar het een "spreidende wijnstok met een lage gestalte" maakte (Ezechiël 17:6) God zou een koning en een koninkrijk aanstellen, dat geweldig zou zijn onder de heidenen. "Op de hoge berg van Israël zal Ik het planten. Het zal takken dragen, vruchten vormen en een machtige ceder worden, zodat daaronder allerlei soorten vogels zullen wonen: in de schaduw van zijn takken zullen ze wonen" (Ezechiël 17:23).
God maakt dan een verwijzing naar alle bomen van het veld, die de naties vertegenwoordigen. Of alle bomen vertegenwoordigen alle naties van de wereld of alleen de naties van het gebied; dat is niet duidelijk. "Dan zullen alle bomen van het veld weten dat Ík, de HEERE, de boom die hoog van stam is, vernederd heb. De boom die laag van stam is, heb Ik verheven, de jonge boom doen verdorren en de verdorde boom heb Ik doen uitlopen. Ík, de HEERE, heb gesproken en zal het doen." (Ezechiël 17:24).
Ezechiël 20:46-48 bevat een ander voorbeeld van de naties, weergegeven als bomen. Echter, misschien wel het meest veelzeggend van allen is Ezechiël 31:3-15. Waar Assyrië wordt vergeleken met een ceder van Libanon, dat groter was dan alle andere bomen (dat wil zeggen: landen)." Daarom werd zijn stam hoger dan alle bomen op het veld. Zijn takken werden talrijk en zijn twijgen lang vanwege het vele water toen hij uitliep. Alle vogels in de lucht nestelden in zijn takken. Alle dieren van het veld wierpen hun jongen onder zijn twijgen. In zijn schaduw woonden zij allen, vele volken." (Ezechiël 31:5,6). God beschrijft hoe Assyrië, de ceder van Libanon, groter was dan andere soorten bomen, tot God een ander zou zenden om hem om te kappen.
"De ceders in de hof van God evenaarden hem niet. De cipressen waren niet te vergelijken met zijn takken. De platanen waren niet als zijn twijgen. Geen enkele boom in de hof van God was met hem te vergelijken in zijn schoonheid. Ik had hem zo mooi gemaakt met zijn vele takken, dat alle bomen van Eden hem benijdden, daar in de hof van God. Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Omdat u zo hoog van stam geworden bent dat die zijn kruin tot in de wolken stak, en zijn hart zich vanwege zijn hoogte verhief, daarom gaf Ik hem in de hand van een heerser van de heidenvolken, die met hem zou doen overeenkomstig zijn goddeloosheid. Ik verdreef hem." (Ezechiël 31:8-11).
Daniel 4:10-11 en Zacharia 11:2 bieden meer voorbeelden van heersers en naties, weergegeven als bomen. Met deze achtergrond vanuit het Oude Testament kunnen we nu terugkeren naar het Nieuwe Testament, en vinden Jezus' gebruik van zaad (Matteüs 13:6, 40), wijnranken (Johannes 15:6) en bomen (Lucas 3:9; 21 : 29), welke personen of naties representeren niet verrassend meer, maar juist in overeenstemming met de Schrift. Laten we daarom eens kijken naar Lukas 21:29. "En Hij sprak tot hen een gelijkenis: Kijk naar de vijgenboom en naar alle bomen." De vijgenboom is Israël en daarom zijn alle bomen de andere naties. De vraag wordt dan: naar welke landen verwijst Hij dan?
Het antwoord komt van de vergelijking met de vijgenboom. Deze verdorde en vervolgens kiemde hij weer uit. Israël was verdord voor vele jaren en komt dan weer terug om een natie te zijn. Het lijkt er dus op dat Jezus verwees naar andere landen in de buurt van Israël, die ook zou worden herboren. Wat is het dan verbazingwekkend om te ontdekken dat alle landen die grenzen aan Israël terug kwamen als onafhankelijke natiestaten rond dezelfde tijd als Israël. De CIA World Fact Book bespreekt hoe Libanon, Jordanië, Syrië en Egypte allen hun onafhankelijkheid verwierven tussen de jaren 1943 en 1952 - alle binnen vijf jaar rond de geboorte van Israël.
Libanon, Jordanië, Syrië en Egypte verwierven allen hun onafhankelijkheid tussen de jaren 1943 en 1952 - alle binnen vijf jaar rond de geboorte van Israël.
(afb.: www.google.nl/maps)
Libanon.
Na de Eerste Wereldoorlog verwierf Frankrijk een mandaat over het noordelijke gedeelte van het voormalige Ottomaanse Rijk: de provincie Syrië. De Fransen scheidden deze regio van Libanon af in 1920, en verleende dit gebied onafhankelijkheid in 1943.
Jordanië.
Na de Eerste Wereldoorlog en de ontbinding van het Ottomaanse Rijk, kreeg het Verenigd Koninkrijk een mandaat om een groot deel van het Midden-Oosten te regeren. Groot-Brittannië heeft een semiautonome regio van Transjordanië afgescheiden van Palestina in het begin van 1920, en het gebied kreeg zijn onafhankelijkheid in 1946, met in 1950 de naam Jordanië.
Syrië.
Na de Eerste Wereldoorlog, verwierf Frankrijk een mandaat over het noordelijke gedeelte van het voormalige Ottomaanse Rijk als de provincie Syrië. De Fransen beheerden het gebied als Syrië met een toekenning tot onafhankelijkheid in 1946.
Egypte.
Na de voltooiing van het Suezkanaal in 1869 werd Egypte een belangrijk wereld transportpunt, maar zwaar in de schulden. Zogenaamd om haar investeringen te beschermen, heeft Groot-Brittannië de controle over de regering van Egypte genomen in 1882, maar de zogenaamde trouw aan het Ottomaanse Rijk bleef tot 1914. Gedeeltelijk onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk in 1922, verwierf Egypte de volledige soevereiniteit met de omverwerping van de door de Britten gesteunde monarchie in 1952, (CIA World Fact Book).
(afb.: www.google.nl/maps)
Libanon.
Na de Eerste Wereldoorlog verwierf Frankrijk een mandaat over het noordelijke gedeelte van het voormalige Ottomaanse Rijk: de provincie Syrië. De Fransen scheidden deze regio van Libanon af in 1920, en verleende dit gebied onafhankelijkheid in 1943.
Jordanië.
Na de Eerste Wereldoorlog en de ontbinding van het Ottomaanse Rijk, kreeg het Verenigd Koninkrijk een mandaat om een groot deel van het Midden-Oosten te regeren. Groot-Brittannië heeft een semiautonome regio van Transjordanië afgescheiden van Palestina in het begin van 1920, en het gebied kreeg zijn onafhankelijkheid in 1946, met in 1950 de naam Jordanië.
Syrië.
Na de Eerste Wereldoorlog, verwierf Frankrijk een mandaat over het noordelijke gedeelte van het voormalige Ottomaanse Rijk als de provincie Syrië. De Fransen beheerden het gebied als Syrië met een toekenning tot onafhankelijkheid in 1946.
Egypte.
Na de voltooiing van het Suezkanaal in 1869 werd Egypte een belangrijk wereld transportpunt, maar zwaar in de schulden. Zogenaamd om haar investeringen te beschermen, heeft Groot-Brittannië de controle over de regering van Egypte genomen in 1882, maar de zogenaamde trouw aan het Ottomaanse Rijk bleef tot 1914. Gedeeltelijk onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk in 1922, verwierf Egypte de volledige soevereiniteit met de omverwerping van de door de Britten gesteunde monarchie in 1952, (CIA World Fact Book).
De ‘bomen’ rondom Israë kregen na 1948 weer betekenis, nadat de Here zijn volk weer terug liet keren naar het Beloofde Land.
(afb.:nl.wikipedia.org/wiki/Arabisch-Israëlische_Oorlog_van_1948 )
Alle landen.
Deze landen, zoals Israël, bestonden niet als onafhankelijke landen tot 1943, pas daarna. Ze waren gewoon delen van het Ottomaanse Rijk en werden een deel van het Britse Rijk of een kolonie van de Fransen. Hun geboorte rond de geboorte van Israël versterkt de betekenis van 1948.
(afb.:nl.wikipedia.org/wiki/Arabisch-Israëlische_Oorlog_van_1948 )
Alle landen.
Deze landen, zoals Israël, bestonden niet als onafhankelijke landen tot 1943, pas daarna. Ze waren gewoon delen van het Ottomaanse Rijk en werden een deel van het Britse Rijk of een kolonie van de Fransen. Hun geboorte rond de geboorte van Israël versterkt de betekenis van 1948.
Al vrij snel na de eerste landen volgde de ‘Arabische lente’ in de andere moslimlanden, die al vrij snel zou veranderen in de ‘Arabische herfst’ , die de hele regio zou ontwrichten, instabiel zou maken, waardoor een ongekende chaos zou ontstaan.
(foto: duurzamesamenlevingeconomie.wordpress.com)
Nu terug naar Matth. 24.
Wat is een generatie?
We hebben vastgesteld wat de vijgenboom vertegenwoordigt. En wat wij nu moeten bepalen is wat nu precies een generatie is. "Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht [genea γενεά] zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeuren," (Mattheüs 24:34). Bij het overwegen van deze vraag moeten we in de eerste plaats goed bedenken, dat Jezus niet in het Grieks sprak tot Zijn discipelen, maar in het Hebreeuws, zoals wordt beschreven in mijn boek 'Het ontdekken van de taal van Jezus'. Niet alleen sprak Jezus Hebreeuws tot de Joden van Zijn tijd, waar zeer zeker zijn discipelen bij zijn inbegrepen, maar volgens wat bekend staat als de fragmenten van Papias, werd het boek Matteüs eerst in het Hebreeuws geschreven en later vertaald naar het Grieks.
Papias was een van de vroege kerkvaders, die leefde van 70 tot 155 na Christus. De vroege kerkhistoricus Eusebius merkt op dat hij "het voorrecht van gemeenschap met Polycarpus had, in de vriendschap van St. Johannes zelf, en van 'anderen die de Heer hadden gezien'." (Eusebius 3.39.15) [...] Hij zegt over Mattheüs (fragment VI): "Mattheüs stelde de voorzeggingen [van de Heer] samen in de Hebreeuwse taal, en heeft elk daarvan geïnterpreteerd zo goed als hij kon." (Eusebius, III, 39, 1) (Hamp, 2005 De taal van Jezus ontdekken).
Gezien het feit dat Jezus Hebreeuws sprak, is het woord dat we echt zouden moeten overwegen, het Hebreeuwse woord dor (דּוֹר), dat ten grondslag ligt aan het Griekse woord genea (γενεά) (de Griekse Septuaginta vertaalt dor als genea). Dor wordt bepaald door Gesenius' Hebreeuws Lexicon als "(1) een leeftijd, generatie mensen, als de periode en een circuit van de jaren van het leven. "Brown Driver Briggs definieert het in de eerste plaats als "1. periode, leeftijd, generatie, meestal dichterlijk: a. de duur in het verleden vroegere tijd(en)", en ook als "2. van mensen levende voor een bepaalde tijd (periode, tijd)." Op basis van onderzoek volgens de Hebreeuwse Bijbel, moet het woord worden gedefinieerd als de periode van het leven van een persoon. Met andere woorden: generatie wordt gedefinieerd zowel als een periode van tijd als voor een groep mensen die niet kunnen worden gescheiden. De Theologische Woordenschat van het Oude Testament (TWOT) verklaart de betekenis van generatie als het gaat om het geheel van het leven van een persoon:
Af en toe is er een Hebreeuws woord waar etymologie een route is naar een ontdekking van oude denkpatronen, en heel belangrijk in het ontdekken van de ware levenssituatie waarin het woord moet worden begrepen. Dat is hier het geval. Autoriteiten zijn het er allemaal over eens dat dor, het zelfstandige naamwoord, is afgeleid van dur, het werkwoord. De eenvoudige primitieve betekenis, niet uitdrukkelijk gevonden in een Bijbelse tekst, is om zich te bewegen in een cirkel, omcirkelen. [...] Op deze manier geeft een originele betekenis van "gaan in een cirkel" [...] de basis voor een woord van belangrijke theologische betekenis. [...] Door een grondig begrijpelijk figuur, als het leven van de mens, beginnend met de baarmoeder van de aarde en de terugkeer daarnaar (Gen 3:19) is een dor, (TWOT Dor).
Hoewel het waar is dat een nieuwe generatie begint met de geboorte van de nakomelingen, weet je nog steeds niet wat de lengte is van een bepaalde generatie in de totale levensduur. In werkelijkheid is het Hebreeuwse of Griekse woord niet zo erg veel verschillend van hun Engels equivalent. Als we praten over mijn ouders' generatie, is dat de groep mensen geboren rond dezelfde tijd als zijzelf. Ik zit niet in mijn ouders hun generatie - ik ben de tweede generatie. We mogen geen definitie van de lengte van een generatie bepalen als een interval tussen die twee, maar als de levensduur van een bepaalde persoon. Sommigen zullen leven in hun tachtiger jaren en zelfs een paar in hun negentiger jaren.
(foto: duurzamesamenlevingeconomie.wordpress.com)
Nu terug naar Matth. 24.
Wat is een generatie?
We hebben vastgesteld wat de vijgenboom vertegenwoordigt. En wat wij nu moeten bepalen is wat nu precies een generatie is. "Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht [genea γενεά] zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeuren," (Mattheüs 24:34). Bij het overwegen van deze vraag moeten we in de eerste plaats goed bedenken, dat Jezus niet in het Grieks sprak tot Zijn discipelen, maar in het Hebreeuws, zoals wordt beschreven in mijn boek 'Het ontdekken van de taal van Jezus'. Niet alleen sprak Jezus Hebreeuws tot de Joden van Zijn tijd, waar zeer zeker zijn discipelen bij zijn inbegrepen, maar volgens wat bekend staat als de fragmenten van Papias, werd het boek Matteüs eerst in het Hebreeuws geschreven en later vertaald naar het Grieks.
Papias was een van de vroege kerkvaders, die leefde van 70 tot 155 na Christus. De vroege kerkhistoricus Eusebius merkt op dat hij "het voorrecht van gemeenschap met Polycarpus had, in de vriendschap van St. Johannes zelf, en van 'anderen die de Heer hadden gezien'." (Eusebius 3.39.15) [...] Hij zegt over Mattheüs (fragment VI): "Mattheüs stelde de voorzeggingen [van de Heer] samen in de Hebreeuwse taal, en heeft elk daarvan geïnterpreteerd zo goed als hij kon." (Eusebius, III, 39, 1) (Hamp, 2005 De taal van Jezus ontdekken).
Gezien het feit dat Jezus Hebreeuws sprak, is het woord dat we echt zouden moeten overwegen, het Hebreeuwse woord dor (דּוֹר), dat ten grondslag ligt aan het Griekse woord genea (γενεά) (de Griekse Septuaginta vertaalt dor als genea). Dor wordt bepaald door Gesenius' Hebreeuws Lexicon als "(1) een leeftijd, generatie mensen, als de periode en een circuit van de jaren van het leven. "Brown Driver Briggs definieert het in de eerste plaats als "1. periode, leeftijd, generatie, meestal dichterlijk: a. de duur in het verleden vroegere tijd(en)", en ook als "2. van mensen levende voor een bepaalde tijd (periode, tijd)." Op basis van onderzoek volgens de Hebreeuwse Bijbel, moet het woord worden gedefinieerd als de periode van het leven van een persoon. Met andere woorden: generatie wordt gedefinieerd zowel als een periode van tijd als voor een groep mensen die niet kunnen worden gescheiden. De Theologische Woordenschat van het Oude Testament (TWOT) verklaart de betekenis van generatie als het gaat om het geheel van het leven van een persoon:
Af en toe is er een Hebreeuws woord waar etymologie een route is naar een ontdekking van oude denkpatronen, en heel belangrijk in het ontdekken van de ware levenssituatie waarin het woord moet worden begrepen. Dat is hier het geval. Autoriteiten zijn het er allemaal over eens dat dor, het zelfstandige naamwoord, is afgeleid van dur, het werkwoord. De eenvoudige primitieve betekenis, niet uitdrukkelijk gevonden in een Bijbelse tekst, is om zich te bewegen in een cirkel, omcirkelen. [...] Op deze manier geeft een originele betekenis van "gaan in een cirkel" [...] de basis voor een woord van belangrijke theologische betekenis. [...] Door een grondig begrijpelijk figuur, als het leven van de mens, beginnend met de baarmoeder van de aarde en de terugkeer daarnaar (Gen 3:19) is een dor, (TWOT Dor).
Hoewel het waar is dat een nieuwe generatie begint met de geboorte van de nakomelingen, weet je nog steeds niet wat de lengte is van een bepaalde generatie in de totale levensduur. In werkelijkheid is het Hebreeuwse of Griekse woord niet zo erg veel verschillend van hun Engels equivalent. Als we praten over mijn ouders' generatie, is dat de groep mensen geboren rond dezelfde tijd als zijzelf. Ik zit niet in mijn ouders hun generatie - ik ben de tweede generatie. We mogen geen definitie van de lengte van een generatie bepalen als een interval tussen die twee, maar als de levensduur van een bepaalde persoon. Sommigen zullen leven in hun tachtiger jaren en zelfs een paar in hun negentiger jaren.
In Exodus 1 vers 6 staat: "En Jozef stierf, al zijn broeders , en heel dat geslacht." Het vers sprak duidelijk niet over mensen in de tijd van Abraham of mensen in de dagen van Mozes. Het was de groep mensen van een bepaalde tijd die stierven - dat is een generatie.
(foto: nl.wikipedia.org/wiki/Jozef_(zoon_van_Jakob))
Laten we eens kijken naar de volgende verzen die laten zien dat de groep mensen uit een bepaalde periode van tijd allemaal stierven: "En Jozef stierf, al zijn broeders , en heel dat geslacht," (Exodus 1:6). Het vers sprak duidelijk niet over mensen in de tijd van Abraham of mensen in de dagen van Mozes. Het was de groep mensen van een bepaalde tijd die stierven - dat is een generatie. De Psalmist getuigt met een vergelijkbaar woord, waarin hij hen vermaand die in zijn tijd niet zijn als de generatie (tijd van) hun vaders: "en niet zijn als hun vaderen: maar een opstandige en ongehoorzame generatie, een generatie die zijn hart niet richtte op God en van wie de geest niet trouw was aan God." (Psalm 78:8). Merk op dat 'generatie' wordt gebruikt voor zowel een groep mensen (vaders) als ook voor een periode (sinds vaders noodzakelijk zijn voor hun nageslacht). Daarom, wanneer de psalmist zegt: "een generatie die zijn hart niet juist richtte" hij het heeft over een specifieke groep van mensen die leefden op een bepaald tijdstip.
Dit wordt versterkt door Deuteronomium 2:14, waar Mozes ingaat op de tijd die werd doorgebracht in de woestijn als straf tegen de generatie die in opstand kwam tegen de Heer. "De tijd dat wij gereisd hebben, vanaf Kades-Barnea totdat wij de beek Zered overtrokken, bedroeg achtendertig jaar: totdat de hele generatie strijdbare mannen uit het midden van het kamp omgekomen was, zoals de HEERE hun gezworen had." (Deuteronomium 2:14). De generatie had de levensduur (veertig jaar plus twintig) van een groep mannen zoals afgeleid uit het boek Numeri, waarbij God de minimale tijd geeft van een generatie [Hebreeuws: dor דּוֹר Grieks: genea γενεά] als zestig jaar (twintig en ouder plus zwerftijd van veertig jaar):
"De mannen die uit Egypte zijn vertrokken, van twintig jaar en daarboven, zullen het land niet zien dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb te geven! Want zij hebben er niet in volhard Mij na te volgen, ... Toen ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Israël, en Hij liet hen veertig jaar in de woestijn rondzwerven, totdat de hele generatie [LXX leest: genea γενεά] die gedaan had wat slecht was in de ogen van de HEERE, omgekomen was. (Numeri 32:11,13).
Zo is de minimumleeftijd van een generatie zestig jaar (veertig jaar is nooit een generatie in de Schrift in tegenstelling tot wat velen hebben beweerd). Er is echter een ander vers dat ook een sleutel is om te zien wat een gemiddelde levensduur van een mens is in een ruwe schatting van wanneer de Heer zal terugkeren voor de tweede keer (een feit waarop gewezen door Dr Kenton Beshore Sr).
"De dagen van onze jaren: daarin zijn zeventig jaren, of, als wij zeer sterk zijn, tachtig jaren, maar het meeste daarvan is moeite en verdriet, want het wordt snel afgesneden en wij vliegen heen." (Psalm 90:10).
De volheid van een generatie is 70 of 80 jaar en opvallend wanneer men bedenkt dat Mozes, de schrijver van deze psalm, zelf 120 jaar oud werd. Bijbelcommentator Thomas Constable wijst erop:
Het is interessant dat hij zei dat de normale menselijke levensduur 70 jaar was. Hij leefde zelf 120, Aaron was 123 toen hij stierf, en Jozua stierf op 110 jarige leeftijd. Hun lange levens getuigen van Gods trouw in het leveren van een lang leven aan de gelovigen, zoals Hij beloofde onder de Mozaïsche Verbond (Constable, Psalm 90)
Het lijkt erop dat de Heilige Geest, die Mozes leidde, liet schrijven wat een typische levensduur is, in tegenstelling van zijn (en andere oude) levens. We vinden verder Bijbels bewijs dat een generatie een leven is wat gelijk staat aan 70 (of 80) jaar in Jesaja 23:15 die dit verbindt: "zeventig jaar als de dagen van een koning"
Modern onderzoek bevestigt Psalm 90:10.
Volgens het CIA World Fact Book bedroeg de langste gemiddelde levensverwachting (per land) over 2009: 84,36 jaar in het land van Macau. De Zwitsers hadden de 10de langste levensverwachting met 80,85. Israëli's gerangschikt als 12de in de wereld met een gemiddeld leeftijd van 80,73 jaar oud, de Amerikanen als 49ste met een levensverwachting van 78,11 jaar en Guatemalteken gerangschikt op 143ste met een levensverwachting van 70,29. Mensen in slechts 38 landen (van de 224) leefden korter dan 60 jaar als gemiddelde.
Psalm 90:10 geeft dus een zeer realistisch beeld van hoe lang een generatie is. De overgrote meerderheid van de mensen (volgens nationaliteit) op de planeet leven tot ze zestig zijn (185/224 of 82,5%). Minder mensen, hoewel nog steeds een meerderheid, leeft zeventig jaar (144/224 of 64,2%). Echter, slechts een fractie had een gemiddeld levensduur meer dan tachtig (22/224 of 9,8%).
(foto: nl.wikipedia.org/wiki/Jozef_(zoon_van_Jakob))
Laten we eens kijken naar de volgende verzen die laten zien dat de groep mensen uit een bepaalde periode van tijd allemaal stierven: "En Jozef stierf, al zijn broeders , en heel dat geslacht," (Exodus 1:6). Het vers sprak duidelijk niet over mensen in de tijd van Abraham of mensen in de dagen van Mozes. Het was de groep mensen van een bepaalde tijd die stierven - dat is een generatie. De Psalmist getuigt met een vergelijkbaar woord, waarin hij hen vermaand die in zijn tijd niet zijn als de generatie (tijd van) hun vaders: "en niet zijn als hun vaderen: maar een opstandige en ongehoorzame generatie, een generatie die zijn hart niet richtte op God en van wie de geest niet trouw was aan God." (Psalm 78:8). Merk op dat 'generatie' wordt gebruikt voor zowel een groep mensen (vaders) als ook voor een periode (sinds vaders noodzakelijk zijn voor hun nageslacht). Daarom, wanneer de psalmist zegt: "een generatie die zijn hart niet juist richtte" hij het heeft over een specifieke groep van mensen die leefden op een bepaald tijdstip.
Dit wordt versterkt door Deuteronomium 2:14, waar Mozes ingaat op de tijd die werd doorgebracht in de woestijn als straf tegen de generatie die in opstand kwam tegen de Heer. "De tijd dat wij gereisd hebben, vanaf Kades-Barnea totdat wij de beek Zered overtrokken, bedroeg achtendertig jaar: totdat de hele generatie strijdbare mannen uit het midden van het kamp omgekomen was, zoals de HEERE hun gezworen had." (Deuteronomium 2:14). De generatie had de levensduur (veertig jaar plus twintig) van een groep mannen zoals afgeleid uit het boek Numeri, waarbij God de minimale tijd geeft van een generatie [Hebreeuws: dor דּוֹר Grieks: genea γενεά] als zestig jaar (twintig en ouder plus zwerftijd van veertig jaar):
"De mannen die uit Egypte zijn vertrokken, van twintig jaar en daarboven, zullen het land niet zien dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb te geven! Want zij hebben er niet in volhard Mij na te volgen, ... Toen ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Israël, en Hij liet hen veertig jaar in de woestijn rondzwerven, totdat de hele generatie [LXX leest: genea γενεά] die gedaan had wat slecht was in de ogen van de HEERE, omgekomen was. (Numeri 32:11,13).
Zo is de minimumleeftijd van een generatie zestig jaar (veertig jaar is nooit een generatie in de Schrift in tegenstelling tot wat velen hebben beweerd). Er is echter een ander vers dat ook een sleutel is om te zien wat een gemiddelde levensduur van een mens is in een ruwe schatting van wanneer de Heer zal terugkeren voor de tweede keer (een feit waarop gewezen door Dr Kenton Beshore Sr).
"De dagen van onze jaren: daarin zijn zeventig jaren, of, als wij zeer sterk zijn, tachtig jaren, maar het meeste daarvan is moeite en verdriet, want het wordt snel afgesneden en wij vliegen heen." (Psalm 90:10).
De volheid van een generatie is 70 of 80 jaar en opvallend wanneer men bedenkt dat Mozes, de schrijver van deze psalm, zelf 120 jaar oud werd. Bijbelcommentator Thomas Constable wijst erop:
Het is interessant dat hij zei dat de normale menselijke levensduur 70 jaar was. Hij leefde zelf 120, Aaron was 123 toen hij stierf, en Jozua stierf op 110 jarige leeftijd. Hun lange levens getuigen van Gods trouw in het leveren van een lang leven aan de gelovigen, zoals Hij beloofde onder de Mozaïsche Verbond (Constable, Psalm 90)
Het lijkt erop dat de Heilige Geest, die Mozes leidde, liet schrijven wat een typische levensduur is, in tegenstelling van zijn (en andere oude) levens. We vinden verder Bijbels bewijs dat een generatie een leven is wat gelijk staat aan 70 (of 80) jaar in Jesaja 23:15 die dit verbindt: "zeventig jaar als de dagen van een koning"
Modern onderzoek bevestigt Psalm 90:10.
Volgens het CIA World Fact Book bedroeg de langste gemiddelde levensverwachting (per land) over 2009: 84,36 jaar in het land van Macau. De Zwitsers hadden de 10de langste levensverwachting met 80,85. Israëli's gerangschikt als 12de in de wereld met een gemiddeld leeftijd van 80,73 jaar oud, de Amerikanen als 49ste met een levensverwachting van 78,11 jaar en Guatemalteken gerangschikt op 143ste met een levensverwachting van 70,29. Mensen in slechts 38 landen (van de 224) leefden korter dan 60 jaar als gemiddelde.
Psalm 90:10 geeft dus een zeer realistisch beeld van hoe lang een generatie is. De overgrote meerderheid van de mensen (volgens nationaliteit) op de planeet leven tot ze zestig zijn (185/224 of 82,5%). Minder mensen, hoewel nog steeds een meerderheid, leeft zeventig jaar (144/224 of 64,2%). Echter, slechts een fractie had een gemiddeld levensduur meer dan tachtig (22/224 of 9,8%).
Voorbeeld: volgens het CIA World Fact Book bedroeg de langste gemiddelde levensverwachting (per land) over 2009: 84,36 jaar in het land van Macau.
(kaart : nl.wikipedia.org/wiki/Zuid-Korea)
Mattheüs geeft onze laatste aanwijzing in het begin van zijn evangelie bij de bespreking van het aantal generaties van Abraham tot Christus, waarbij wordt aangetoond dat een generatie (Genea γενεά - hetzelfde woord is als in Mattheüs 24:34) en betekent de levensduur van een persoon:
Al de geslachten [genea γενεά] van Abraham tot David, zijn veertien geslachten [Genea γενεά], van David tot de Babylonische ballingschap veertien geslachten [genea γενεά], en van de Babylonische ballingschap tot de Christus veertien geslachten [Genea γενεά], (Mattheüs 1:17).
Hier zien we dat een generatie de levensduur is van een persoon en niet specifiek het aantal jaren, zoals we hebben geleerd dat de duur van een generatie overal is van zestig tot tachtig jaren. We moeten begrijpen dat generaties elkaar overlappen. Wanneer een vader en moeder kinderen krijgen is er een nieuwe generatie geboren, maar zo lang als alle mensen geboren rond hun geboortedatums leven, is hun generatie nog niet overleden. Denk er aan op deze manier: de babyboomgeneratie (geboren tussen 1946 en 1964) is nog niet overleden. In feite zouden de oudste leden nu het midden van de 60 jaren bereiken. Zeker, een aantal van haar leden is al overleden, maar de meerderheid kan verwachten tot ver in hun 70ste jaren te leven en een aantal zelfs in hun 80ste. Op dezelfde manier zal het de generatie waarvan gesproken is door Jezus, niet voorbijgaan voordat al de dingen die hij noemde zullen plaatsvinden. Het volgende diagram toont aan hoe generaties elkaar overlappen. De 1ste generatie kan vergeleken worden met de babyboomgeneratie. Generatie X (2de generatie) werd geboren aan het begin van een baby boomers hun leven (generatie), maar ze zijn niet van de babyboom generatie. Rekening houdend met alle bewijzen die wij onderzochten, zou ik willen voorstellen dat de babyboomgeneratie de generatie is die niet zal voorbijgaan totdat de Heer terugkomt.
1e generatie (Totaal levensduur)
2e generatie (Totaal levensduur) overlapt 1e
3e generatie (Totaal levensduur) overlapt 1e en 2e
Welke generatie?
"Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn." (Mattheüs 24:33-34).
De generatie waarover hier gesproken wordt, moet de generatie zijn die al deze dingen zal zien, waarover Jezus sprak toen de discipelen Hem vroegen; en in het bijzonder welke generatie zou zien dat de "vijgenboom uitbotte". Omdat we hebben gezien dat de vijgenboom Israël was, bij zowel de profeten als volgens Jezus, dan moet "deze generatie" die zijn die begon bij het begin van de nieuwe staat Israël.
De vijgenboom heeft gebloeid.
Dus we zien Israël dat een verdorde boom was gedurende ongeveer 1900 jaar, en dan op miraculeuze wijze bracht de tak weer bladeren voort, in één dag op 14 mei 1948. Jezus vertelde ons dat wanneer dit gebeurt Zijn terugkeer voor de deur staat. Hij zei dat de generatie die dit zag geenszins zou voorbijgaan. Een generatie is de levensduur van een persoon en dat is gemiddeld tussen de zeventig of tachtig jaar. Aldus, volgens het voorgaande, kunnen we onze vergelijking opschrijven als volgt:
1948 + 70 ≈ 2018 OF als gevolg van kracht 1948 + 80 ≈ 2028
De gelijkenis van de vijgenboom was het antwoord aan de discipelen op hun oorspronkelijke vraag aan het begin van het hoofdstuk:
"Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?" (Mattheüs 24: 3).
De oplettende lezer van het Woord heeft erop gewezen dat deze verwijzing naar wanneer het einde van het tijdperk zal zijn, schijnbaar in tegenspraak is met Jezus' eigen woorden in Handelingen 1:6-8.
"Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde." (Hand. 1:6-8).
(kaart : nl.wikipedia.org/wiki/Zuid-Korea)
Mattheüs geeft onze laatste aanwijzing in het begin van zijn evangelie bij de bespreking van het aantal generaties van Abraham tot Christus, waarbij wordt aangetoond dat een generatie (Genea γενεά - hetzelfde woord is als in Mattheüs 24:34) en betekent de levensduur van een persoon:
Al de geslachten [genea γενεά] van Abraham tot David, zijn veertien geslachten [Genea γενεά], van David tot de Babylonische ballingschap veertien geslachten [genea γενεά], en van de Babylonische ballingschap tot de Christus veertien geslachten [Genea γενεά], (Mattheüs 1:17).
Hier zien we dat een generatie de levensduur is van een persoon en niet specifiek het aantal jaren, zoals we hebben geleerd dat de duur van een generatie overal is van zestig tot tachtig jaren. We moeten begrijpen dat generaties elkaar overlappen. Wanneer een vader en moeder kinderen krijgen is er een nieuwe generatie geboren, maar zo lang als alle mensen geboren rond hun geboortedatums leven, is hun generatie nog niet overleden. Denk er aan op deze manier: de babyboomgeneratie (geboren tussen 1946 en 1964) is nog niet overleden. In feite zouden de oudste leden nu het midden van de 60 jaren bereiken. Zeker, een aantal van haar leden is al overleden, maar de meerderheid kan verwachten tot ver in hun 70ste jaren te leven en een aantal zelfs in hun 80ste. Op dezelfde manier zal het de generatie waarvan gesproken is door Jezus, niet voorbijgaan voordat al de dingen die hij noemde zullen plaatsvinden. Het volgende diagram toont aan hoe generaties elkaar overlappen. De 1ste generatie kan vergeleken worden met de babyboomgeneratie. Generatie X (2de generatie) werd geboren aan het begin van een baby boomers hun leven (generatie), maar ze zijn niet van de babyboom generatie. Rekening houdend met alle bewijzen die wij onderzochten, zou ik willen voorstellen dat de babyboomgeneratie de generatie is die niet zal voorbijgaan totdat de Heer terugkomt.
1e generatie (Totaal levensduur)
2e generatie (Totaal levensduur) overlapt 1e
3e generatie (Totaal levensduur) overlapt 1e en 2e
Welke generatie?
"Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn." (Mattheüs 24:33-34).
De generatie waarover hier gesproken wordt, moet de generatie zijn die al deze dingen zal zien, waarover Jezus sprak toen de discipelen Hem vroegen; en in het bijzonder welke generatie zou zien dat de "vijgenboom uitbotte". Omdat we hebben gezien dat de vijgenboom Israël was, bij zowel de profeten als volgens Jezus, dan moet "deze generatie" die zijn die begon bij het begin van de nieuwe staat Israël.
De vijgenboom heeft gebloeid.
Dus we zien Israël dat een verdorde boom was gedurende ongeveer 1900 jaar, en dan op miraculeuze wijze bracht de tak weer bladeren voort, in één dag op 14 mei 1948. Jezus vertelde ons dat wanneer dit gebeurt Zijn terugkeer voor de deur staat. Hij zei dat de generatie die dit zag geenszins zou voorbijgaan. Een generatie is de levensduur van een persoon en dat is gemiddeld tussen de zeventig of tachtig jaar. Aldus, volgens het voorgaande, kunnen we onze vergelijking opschrijven als volgt:
1948 + 70 ≈ 2018 OF als gevolg van kracht 1948 + 80 ≈ 2028
De gelijkenis van de vijgenboom was het antwoord aan de discipelen op hun oorspronkelijke vraag aan het begin van het hoofdstuk:
"Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?" (Mattheüs 24: 3).
De oplettende lezer van het Woord heeft erop gewezen dat deze verwijzing naar wanneer het einde van het tijdperk zal zijn, schijnbaar in tegenspraak is met Jezus' eigen woorden in Handelingen 1:6-8.
"Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde." (Hand. 1:6-8).
In het gebed ‘ het Onze Vader’ heeft Jezus Christus zijn volgelingen geleerd aanhoudend te bidden dat Gods Koninkrijk mag komen op aarde. Dat moment zal spoedig aanbreken zodat de wereld weer onder Gods heerschappij zal komen onder de leiding van Jezus Christus.
(afb.: biblehub.com/isaiah/66)
Deze schijnbare tegenstelling is echter opgelost als we bedenken tot wie Jezus sprak - de discipelen; waartegen Hij sprak in Handelingen waren dezelfde mannen die Hij slechts een veertigtal dagen eerder had verteld wat er gebeurde aan het einde van de tijd. En het teken dat Hij hen vertelde zou definitief het begin zijn van de generatie die het einde zou zien en was niets minder dan de vijgenboom die uitbotte en zacht werd. Aldus de oplossing is: de vijgenboom. Ze vroegen een kwestie die hij al had beantwoord voor hen - kijk naar de heropleving van de vijgenboom (waarover Jezus een vloek had uitgesproken). Met andere woorden, het heeft geen zin om te zoeken naar het einde van dit tijdperk, zolang Israël een verdorde boom is! En het heeft geen zin om te zoeken naar de tweede komst zolang de vijgenboom vervloekt bleef (dat wil zeggen: geen natie). Alleen als de boom zacht zou worden, dan zal het herstel van het koninkrijk optreden. Dat is de reden waarom Jezus tegen de discipelen zei wat ze mochten verwachten in de tussentijd ("maar gij zult kracht ontvangen") en was het hun taak om ("en gij zult mijn getuigen zijn") tot aan de opleving van de vijgenboom en uiteindelijk Zijn komst. Daarom, tot de tijd dat de vijgenboom (Israël) nieuw leven wordt ingeblazen, zou er geen herstel zijn van het koningschap voor Israël - en dat is natuurlijk niet meer dan logisch: Israël kan geen koninkrijk zijn als ze niet bestaat als een nationale entiteit (een verdorde boom is). Maar binnen een generatie (levensduur van een persoon) van de heropleving van de vijgenboom (Israël) zal het koninkrijk worden hersteld in het duizendjarige/Messiaanse tijdperk.
Bezig zijn totdat Hij komt.
We hebben gezien dat de Bijbelse interpretatie van de vijgenboom duidelijk Israël is. We hebben ook gezien dat een generatie de levensduur is van een persoon die volgens Psalm 90:10 over het algemeen 70 of 80 jaar bedraagt. Of de Heer het nodig vindt om terug te keren binnen precies 80 jaar, kunnen we natuurlijk niet dogmatisch zijn. Niettemin, in het licht van de ongelooflijke nauwkeurigheid van Zijn eerste komst, moeten we overtuigd zijn dat de hierboven vermelde data zowel redelijk en waarschijnlijk zal zijn. De tweede komst van de Heer lijkt dan ook te komen tussen 2018 - 2028. Het begin van de Grote Verdrukking (met aftrek van zeven jaar) zou dan waarschijnlijk beginnen tussen 2011 - 2021. Denk eraan dat we de tijden en de seizoenen weten, maar Jezus zei heel letterlijk dat de dag en het uur niemand kan weten. De tweede komst van de Heer tussen 2018 en 2028 is schijnbaar de tijd en het seizoen, maar daarmee is niet te voorzeggen de dag of het uur. In het licht van de gebeurtenissen die gebeuren in een groot aantal categorieën (economie, natuurrampen, enz.) op een wereldwijde schaal, is de wederkomst van Christus binnen die 80 jaar na het herstel van Israël in 1948 zo goed als zeker. Toch maakt het niet uit wanneer de Heer terugkomt, bezig zijn totdat Hij komt en anderen vertellen over het goede nieuws van het evangelie. Let op de waarschuwing van Jezus:
"Wees op uw hoede dat uw hart niet op enig moment bezwaard wordt door roes en dronkenschap en door zorgen over de alledaagse dingen, en dat die dag u niet onverwachts overkomt. Want als een strik zal hij komen over allen die op het hele aardoppervlak wonen. Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan voor de Zoon des mensen." (Lukas 21: 34-36).
(afb.: biblehub.com/isaiah/66)
Deze schijnbare tegenstelling is echter opgelost als we bedenken tot wie Jezus sprak - de discipelen; waartegen Hij sprak in Handelingen waren dezelfde mannen die Hij slechts een veertigtal dagen eerder had verteld wat er gebeurde aan het einde van de tijd. En het teken dat Hij hen vertelde zou definitief het begin zijn van de generatie die het einde zou zien en was niets minder dan de vijgenboom die uitbotte en zacht werd. Aldus de oplossing is: de vijgenboom. Ze vroegen een kwestie die hij al had beantwoord voor hen - kijk naar de heropleving van de vijgenboom (waarover Jezus een vloek had uitgesproken). Met andere woorden, het heeft geen zin om te zoeken naar het einde van dit tijdperk, zolang Israël een verdorde boom is! En het heeft geen zin om te zoeken naar de tweede komst zolang de vijgenboom vervloekt bleef (dat wil zeggen: geen natie). Alleen als de boom zacht zou worden, dan zal het herstel van het koninkrijk optreden. Dat is de reden waarom Jezus tegen de discipelen zei wat ze mochten verwachten in de tussentijd ("maar gij zult kracht ontvangen") en was het hun taak om ("en gij zult mijn getuigen zijn") tot aan de opleving van de vijgenboom en uiteindelijk Zijn komst. Daarom, tot de tijd dat de vijgenboom (Israël) nieuw leven wordt ingeblazen, zou er geen herstel zijn van het koningschap voor Israël - en dat is natuurlijk niet meer dan logisch: Israël kan geen koninkrijk zijn als ze niet bestaat als een nationale entiteit (een verdorde boom is). Maar binnen een generatie (levensduur van een persoon) van de heropleving van de vijgenboom (Israël) zal het koninkrijk worden hersteld in het duizendjarige/Messiaanse tijdperk.
Bezig zijn totdat Hij komt.
We hebben gezien dat de Bijbelse interpretatie van de vijgenboom duidelijk Israël is. We hebben ook gezien dat een generatie de levensduur is van een persoon die volgens Psalm 90:10 over het algemeen 70 of 80 jaar bedraagt. Of de Heer het nodig vindt om terug te keren binnen precies 80 jaar, kunnen we natuurlijk niet dogmatisch zijn. Niettemin, in het licht van de ongelooflijke nauwkeurigheid van Zijn eerste komst, moeten we overtuigd zijn dat de hierboven vermelde data zowel redelijk en waarschijnlijk zal zijn. De tweede komst van de Heer lijkt dan ook te komen tussen 2018 - 2028. Het begin van de Grote Verdrukking (met aftrek van zeven jaar) zou dan waarschijnlijk beginnen tussen 2011 - 2021. Denk eraan dat we de tijden en de seizoenen weten, maar Jezus zei heel letterlijk dat de dag en het uur niemand kan weten. De tweede komst van de Heer tussen 2018 en 2028 is schijnbaar de tijd en het seizoen, maar daarmee is niet te voorzeggen de dag of het uur. In het licht van de gebeurtenissen die gebeuren in een groot aantal categorieën (economie, natuurrampen, enz.) op een wereldwijde schaal, is de wederkomst van Christus binnen die 80 jaar na het herstel van Israël in 1948 zo goed als zeker. Toch maakt het niet uit wanneer de Heer terugkomt, bezig zijn totdat Hij komt en anderen vertellen over het goede nieuws van het evangelie. Let op de waarschuwing van Jezus:
"Wees op uw hoede dat uw hart niet op enig moment bezwaard wordt door roes en dronkenschap en door zorgen over de alledaagse dingen, en dat die dag u niet onverwachts overkomt. Want als een strik zal hij komen over allen die op het hele aardoppervlak wonen. Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan voor de Zoon des mensen." (Lukas 21: 34-36).