Johannes zag op Patmos onze tijd gebeuren - deel 22
De openbaring van Johannes.
Openbaring 11 (De twee getuigen deel 1)
Inleiding.
De Bijbelse profeten tonen de wereld wat er allemaal tijdens de komende Grote verdrukking te gebeuren staat en hoe dat zal eindigen. Naast de oordeelsaankondigingen zijn er ook bemoedigingen vanuit de hemel gegeven. De toekomst ziet er angstaanjagend uit, maar uiteindelijk zal het zich allemaal ten goede keren. Zo laat Jezus/Yeshua onder meer in het boek Openbaring de uitwerking van Gods oordelen zien. De tegenstanders van de Bijbelse God zullen komen in een laatste poging het volk van Israël van het wereldtoneel te verwijderen, de stad Jeruzalem te "vertreden" en het huis van God te ontwijden. Het is de tijd waarin demonen op aarde rondgaan en het voor het zeggen hebben. Eerst lijkt het alsof Israël zijn ondergang tegemoet gaat, maar dan blijkt God Zijn volk en de stad Jeruzalem voor de definitieve ondergang te behoeden. Onder de laatste bazuin vindt de grote scheiding plaats tussen het Rijk van God en het rijk van satan.
Openbaring 11 begint met de tempelmeting. Openbaring 11:1-2: “En mij werd een riet gegeven, een staf gelijk, met de woorden: Sta op en meet de tempel Gods en het altaar en hen, die daarin aanbidden. Maar laat de voorhof, die buiten de tempel is, erbuiten, en meet die niet; want hij is aan de heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden, tweeënveertig maanden lang.”
De openbaring van Johannes.
Openbaring 11 (De twee getuigen deel 1)
Inleiding.
De Bijbelse profeten tonen de wereld wat er allemaal tijdens de komende Grote verdrukking te gebeuren staat en hoe dat zal eindigen. Naast de oordeelsaankondigingen zijn er ook bemoedigingen vanuit de hemel gegeven. De toekomst ziet er angstaanjagend uit, maar uiteindelijk zal het zich allemaal ten goede keren. Zo laat Jezus/Yeshua onder meer in het boek Openbaring de uitwerking van Gods oordelen zien. De tegenstanders van de Bijbelse God zullen komen in een laatste poging het volk van Israël van het wereldtoneel te verwijderen, de stad Jeruzalem te "vertreden" en het huis van God te ontwijden. Het is de tijd waarin demonen op aarde rondgaan en het voor het zeggen hebben. Eerst lijkt het alsof Israël zijn ondergang tegemoet gaat, maar dan blijkt God Zijn volk en de stad Jeruzalem voor de definitieve ondergang te behoeden. Onder de laatste bazuin vindt de grote scheiding plaats tussen het Rijk van God en het rijk van satan.
Openbaring 11 begint met de tempelmeting. Openbaring 11:1-2: “En mij werd een riet gegeven, een staf gelijk, met de woorden: Sta op en meet de tempel Gods en het altaar en hen, die daarin aanbidden. Maar laat de voorhof, die buiten de tempel is, erbuiten, en meet die niet; want hij is aan de heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden, tweeënveertig maanden lang.”
In deze tekst komt de tempel in Jeruzalem aan de orde. Johannes krijgt hier de opdracht om de tempel te meten. Dit meten is een afbakening van een bepaald gebied, dat God Zich persoonlijk toe-eigent. Duidelijk wordt gesproken over “de heilige stad die door de heidenen tweeënveertig maanden lang vertreden zal worden”. Jeruzalem is de enige stad in de Bijbel die als heilige stad omschreven wordt. Bovendien is er geen andere stad op aarde die deze benaming toekomt. Het gaat om de tempel waar straks de antichrist zal zetelen en waar hij zich als god zal tonen.
Vanaf dat moment gaat God deze wereld oordelen, en Zijn oordeel BEGINT bij “het huis van God”: 1 Petr. 4:17 “Want het is nu tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods; als het bij ons begint, wat zal het einde zijn van hen, die ongehoorzaam blijven aan het evangelie Gods?” Efeziërs 4:13: “… totdat wij allen de eenheid des geloof en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus.” Oordelen betekent ook meten van de geestelijke gesteldheid.
De voorhof van deze tempel is aan de heidenen gegeven. Duidelijk is dat het meten van de tempel en het uitsluiten van de voorhof der heidenen, ook verstaan moet worden als het afzonderen van de valse kerk. Het is volkomen duidelijk dat dit een verwijzing is naar de leugenachtige valse kerk, het naamchristendom wat wel ‘christelijk’ heet maar waar geen echte bekering en wedergeboorte heeft plaatsgevonden.
Veel van wat onder christelijke vlag vaart, is hopeloos verstrengeld met de macht van Gods tegenstander. Met nadruk moet gewezen worden op het feit dat een deel van de kerken volkomen ten onrechte beweren de plaats van Israël te hebben ingenomen terwijl de Bijbel overduidelijk iets anders leert. Ze hebben er geen rekening mee gehouden dat de stad Jeruzalem ooit opnieuw de hoofdstad van het Joodse volk zou worden. De Hoofdstad van Gods Koninkrijk op aarde.
Diverse kerken verkondigen de theorie dat het huidige Israël niet kan bestaan omdat de kerk haar plaats heeft ingenomen. Maar nu worden alle mensen op aarde geconfronteerd met een Jeruzalem wat in gereedheid wordt gebracht als de woonplaats van God die opnieuw bij de mensen wil wonen. Hij maakt Zijn beloften voor het gelovige overblijfsel van het Joodse volk waar, zoals het profetisch is voorzegd. De taal is geheel Hebreeuws. Er wordt immers gesproken van een “heilige stad”, die gegeven is aan de heidenen om voor een bepaalde tijd vertreden te worden. In de Bijbel is de “heilige stad” altijd Jeruzalem.
Gouden poort.
Het terrein rondom de tempel wordt aan de naties gegeven, en zij zullen de heilige stad tweeënveertig maanden lang vertreden. Toen Johannes dit opschreef was de tempel in Jeruzalem al ruim daarvoor door de Romeinen verwoest. Dit moet een volkomen onbegrijpelijk beeld voor hem geweest zijn want hij ziet een tempel die er in zijn tijd niet meer was. Hij ziet de tempel in Jeruzalem waarvan de voorbereidingen thans al in een ver gevorderd stadium zijn. De herbouw van de Tempel is nog slechts een kwestie van tijd. Deze tempel zal echter door de antichrist in bezit worden genomen.
2 Thessalonicenzen 2:4: “Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de Tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij god is.” De antichrist zal zich hier als een god laten aanbidden.
Het gaat om een verschrikkelijke periode die 3½ jaar zal duren waarin de antichrist en zijn duivelse helper hun macht zullen uitoefenen. Hierover in Openbaring 13 meer. Maar te midden van de overgebleven wereldbevolking zal God tijdens de Grote Verdrukking, een krachtige getuigenis opwekken door twee bijzondere getuigen die als Zijn boodschappers in Israël actief zullen zijn. Zij zullen tegelijkertijd optreden met de antichrist en zijn helper de valse profeet.
Hieruit blijkt dat de antichrist en de valse profeet niet ongestoord hun gang kunnen gaan. Hoewel hun macht ongekend groot lijkt, is het God die het heft in handen houdt. De Grote Verdrukking onder de twee beestmensen krijgt voor de gelovigen het karakter van een beproeving die onder toelating van God staat en voor de ongelovigen het kenmerk dat zij deze keer te doen hebben met de toorn van God.
Niet minder dan 3½ jaar stellen de twee getuigen zich straffeloos en ongenaakbaar op tegenover de absolute wereldlijke en religieuze macht van de twee beesten. De gedachte dringt zich op dat met de “sterke engel”Jezus/Yeshua Zelf wordt bedoeld, want zegt hij niet: Mijn getuigen”? Zij getuigen dus van Hem, die verworpen was maar straks vanuit Jeruzalem de aarde zal besturen.
De twee afgevaardigden van satan kunnen zich groot maken en hun macht ontlenen aan die van satan maar de twee getuigen bewijzen met hun optreden dat de absolute macht bij God ligt. De twee getuigen zijn boetepredikers, maar tevens verdelgen zij hun vijanden en is het hun gegeven de natuur te beheersen. Openbaring 11:3: “En Ik zal mijn twee getuigen lastgeven om, met een zak bekleed, te profeteren, twaalfhonderd zestig dagen lang.”
Dat omgorden met zakken is een teken van oordeel en rouw en van boete, zoals de vorst van de door God gedoemde stad Ninevé zich met zakken omgorde na de aanzegging door de profeet Jona van het Godsoordeel over deze door en door verdorven stad en zoals hij alle bewoners van die stad opdracht gaf hetzelfde te doen. Dat was om berouw te tonen en de vernietiging van Ninevé af te wenden. De zakken waarin de twee getuigen gehuld zijn, zijn een stilzwijgend getuigenis tegenover het verdorven Babylon van de eindtijd.
Johannes de Doper was net als de twee getuigen ook een boeteprediker: Matthéüs 3:1-2-3-4: “In die dagen trad Johannes de Doper op en hij predikte in de woestijn van Judéa, en zeide: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Hij toch is het, van wie door de profeet Jesaja gesproken werd, toen hij zeide: De stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden. Hij nu, Johannes, droeg een kleed van kameelhaar en een lederen gordel om zijn lendenen, en zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing.”
In Daniël wordt de duur van de regeerperiode van de antichrist omschreven als een tijd en tijden en een halve tijd (7:25-26). Het gaat om een periode van 3½ jaar of 1260 dagen en 42 maanden. Daniël spreekt over een periode van in totaal zeven jaar waarvan de laatste 3½ jaar de tijd van de Grote Verdrukking genoemd wordt de tijd waarin satans afgezand als ‘koning’ zal regeren.
Wie zijn deze twee getuigen?
Dat de twee getuigen met zakken zijn bekleed, heeft eveneens tot betekenis om het volk Israël duidelijk te maken, dat er een periode van rouw moet komen omdat dan de tijd van Zacharia 12 zal zijn aangebroken, de tijd van Jeruzalems benauwdheid. Vandaar dat zij bekleed zullen zijn met zakken. Het is een duidelijke wenk zich te bekeren, zonder dat er nog één woord is gesproken. Hoewel de profetieën in “Openbaring”duidelijk een wereldomvattende betekenis hebben, ligt het uitgangspunt, het centrale gegeven, in het openbaringsvolk en het land van de openbaring: Israël.
Deze twee getuigen hebben al eeuwenlang tot de verbeelding van de mensen gesproken. Men heeft allerlei pogingen gedaan om hen te verklaren of om bepaalde personen in hen te herkennen. Openbaring geeft daar geen enkel uitsluitsel over maar toch zijn er wel degelijk aanwijzingen. Op grond van het verhaal over de verheerlijking van Jezus op de berg Tabor in Matthéüs 17:1-8 en Lucas 9:28-36 zou de conclusie getrokken kunnen worden dat de twee getuigen Mozes en Elia moeten zijn, omdat zij als vertegenwoordigers van de wet en de profeten daar samen in heerlijkheid verschenen en met Jezus/Yeshua spraken.
Mozes, de leider van de eerste exodus en Elia, de voorbode van de Messiaanse exodus, spraken op de berg der verheerlijking met Jezus/Yeshua over Zijn eigen exodus, die Hij in Jeruzalem zou volbrengen!
Dat Elia genoemd wordt is natuurlijk niet zo vreemd als men de overeenkomsten tussen de rol van de getuigen en het karakter van Elia’s bediening bekijkt. Hij was priester in een tijd van grote verwarring en heeft een bijzondere plaats ingenomen in het verlossingswerk aangaande Israël en dat zal eveneens het geval zijn bij de twee getuigen. De profeet Maleachi profeteert over Elia’s terugkomst tijdens de jaren van de Grote Verdrukking en zegt over zijn komst het volgende: Maleachi 4:5-6: “Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt. Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban.”
Elia was afkomstig uit de plaats Tisbé in Gilead, een landstreek wat tegenwoordig behoort tot Jordanië maar oorspronkelijk is toegewezen aan één van de stammen van Israël. Zijn naam, die zoveel betekent als "mijn God is Jahwé", wijst reeds op zijn onvoorwaardelijke trouw aan zijn God. In het boek "Jezus van Sirach" uit de apocriefen, wordt aan Elia de verzoenende taak gegeven ‘om het hart van de vader naar de zoon te keren’, maar ook om de stammen van Jakob te herenigen.
In de Bijbel spelen de legendarische verhalen over Elia zich af gedurende het bewind van de Omridische dynastie van Israël. Volgens de Bijbel werd als gevolg van het huwelijk tussen Achab en Izébel de cultus van Baäl, de Fenicische god, in Israël geïntroduceerd. Dit was er oorzaak van, samen met de slachting die Izébel onder de Israëlische profeten aanrichtte, dat God, Israël strafte met een ernstige droogte.
De Bijbel maakt duidelijk dat er een krachtmeting plaatsvond op de berg Karmel in aanwezigheid van vele Israëlieten die kwamen zien of de God van Elia dan wel Baäl de machtigste god was. Na vele vruchteloze pogingen van de Baälpriesters hun god tot daden aan te sporen riep Elia zijn God aan. Voor de ogen van alle aanwezigen toonde God Zijn superioriteit door met vuur uit de hemel alles te verteren. Op het laatst van zijn aanwezigheid op aarde ontving Elia bij de berg Horeb een boodschap van God dat zijn missie op aarde spoedig zou zijn afgelopen.
De Bijbeltekst in 2 Koningen vertelt dat Elia zonder te sterven door God van de aarde is weggenomen. 2 Koningen 2:11: “En, terwijl zij voortgingen, al wandelende en sprekende, zie, een vurige wagen en vurige paarden, en die maakten scheiding tussen ons beiden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel.”
Het terrein rondom de tempel wordt aan de naties gegeven, en zij zullen de heilige stad tweeënveertig maanden lang vertreden. Toen Johannes dit opschreef was de tempel in Jeruzalem al ruim daarvoor door de Romeinen verwoest. Dit moet een volkomen onbegrijpelijk beeld voor hem geweest zijn want hij ziet een tempel die er in zijn tijd niet meer was. Hij ziet de tempel in Jeruzalem waarvan de voorbereidingen thans al in een ver gevorderd stadium zijn. De herbouw van de Tempel is nog slechts een kwestie van tijd. Deze tempel zal echter door de antichrist in bezit worden genomen.
2 Thessalonicenzen 2:4: “Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de Tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij god is.” De antichrist zal zich hier als een god laten aanbidden.
Het gaat om een verschrikkelijke periode die 3½ jaar zal duren waarin de antichrist en zijn duivelse helper hun macht zullen uitoefenen. Hierover in Openbaring 13 meer. Maar te midden van de overgebleven wereldbevolking zal God tijdens de Grote Verdrukking, een krachtige getuigenis opwekken door twee bijzondere getuigen die als Zijn boodschappers in Israël actief zullen zijn. Zij zullen tegelijkertijd optreden met de antichrist en zijn helper de valse profeet.
Hieruit blijkt dat de antichrist en de valse profeet niet ongestoord hun gang kunnen gaan. Hoewel hun macht ongekend groot lijkt, is het God die het heft in handen houdt. De Grote Verdrukking onder de twee beestmensen krijgt voor de gelovigen het karakter van een beproeving die onder toelating van God staat en voor de ongelovigen het kenmerk dat zij deze keer te doen hebben met de toorn van God.
Niet minder dan 3½ jaar stellen de twee getuigen zich straffeloos en ongenaakbaar op tegenover de absolute wereldlijke en religieuze macht van de twee beesten. De gedachte dringt zich op dat met de “sterke engel”Jezus/Yeshua Zelf wordt bedoeld, want zegt hij niet: Mijn getuigen”? Zij getuigen dus van Hem, die verworpen was maar straks vanuit Jeruzalem de aarde zal besturen.
De twee afgevaardigden van satan kunnen zich groot maken en hun macht ontlenen aan die van satan maar de twee getuigen bewijzen met hun optreden dat de absolute macht bij God ligt. De twee getuigen zijn boetepredikers, maar tevens verdelgen zij hun vijanden en is het hun gegeven de natuur te beheersen. Openbaring 11:3: “En Ik zal mijn twee getuigen lastgeven om, met een zak bekleed, te profeteren, twaalfhonderd zestig dagen lang.”
Dat omgorden met zakken is een teken van oordeel en rouw en van boete, zoals de vorst van de door God gedoemde stad Ninevé zich met zakken omgorde na de aanzegging door de profeet Jona van het Godsoordeel over deze door en door verdorven stad en zoals hij alle bewoners van die stad opdracht gaf hetzelfde te doen. Dat was om berouw te tonen en de vernietiging van Ninevé af te wenden. De zakken waarin de twee getuigen gehuld zijn, zijn een stilzwijgend getuigenis tegenover het verdorven Babylon van de eindtijd.
Johannes de Doper was net als de twee getuigen ook een boeteprediker: Matthéüs 3:1-2-3-4: “In die dagen trad Johannes de Doper op en hij predikte in de woestijn van Judéa, en zeide: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Hij toch is het, van wie door de profeet Jesaja gesproken werd, toen hij zeide: De stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden. Hij nu, Johannes, droeg een kleed van kameelhaar en een lederen gordel om zijn lendenen, en zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing.”
In Daniël wordt de duur van de regeerperiode van de antichrist omschreven als een tijd en tijden en een halve tijd (7:25-26). Het gaat om een periode van 3½ jaar of 1260 dagen en 42 maanden. Daniël spreekt over een periode van in totaal zeven jaar waarvan de laatste 3½ jaar de tijd van de Grote Verdrukking genoemd wordt de tijd waarin satans afgezand als ‘koning’ zal regeren.
Wie zijn deze twee getuigen?
Dat de twee getuigen met zakken zijn bekleed, heeft eveneens tot betekenis om het volk Israël duidelijk te maken, dat er een periode van rouw moet komen omdat dan de tijd van Zacharia 12 zal zijn aangebroken, de tijd van Jeruzalems benauwdheid. Vandaar dat zij bekleed zullen zijn met zakken. Het is een duidelijke wenk zich te bekeren, zonder dat er nog één woord is gesproken. Hoewel de profetieën in “Openbaring”duidelijk een wereldomvattende betekenis hebben, ligt het uitgangspunt, het centrale gegeven, in het openbaringsvolk en het land van de openbaring: Israël.
Deze twee getuigen hebben al eeuwenlang tot de verbeelding van de mensen gesproken. Men heeft allerlei pogingen gedaan om hen te verklaren of om bepaalde personen in hen te herkennen. Openbaring geeft daar geen enkel uitsluitsel over maar toch zijn er wel degelijk aanwijzingen. Op grond van het verhaal over de verheerlijking van Jezus op de berg Tabor in Matthéüs 17:1-8 en Lucas 9:28-36 zou de conclusie getrokken kunnen worden dat de twee getuigen Mozes en Elia moeten zijn, omdat zij als vertegenwoordigers van de wet en de profeten daar samen in heerlijkheid verschenen en met Jezus/Yeshua spraken.
Mozes, de leider van de eerste exodus en Elia, de voorbode van de Messiaanse exodus, spraken op de berg der verheerlijking met Jezus/Yeshua over Zijn eigen exodus, die Hij in Jeruzalem zou volbrengen!
Dat Elia genoemd wordt is natuurlijk niet zo vreemd als men de overeenkomsten tussen de rol van de getuigen en het karakter van Elia’s bediening bekijkt. Hij was priester in een tijd van grote verwarring en heeft een bijzondere plaats ingenomen in het verlossingswerk aangaande Israël en dat zal eveneens het geval zijn bij de twee getuigen. De profeet Maleachi profeteert over Elia’s terugkomst tijdens de jaren van de Grote Verdrukking en zegt over zijn komst het volgende: Maleachi 4:5-6: “Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt. Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban.”
Elia was afkomstig uit de plaats Tisbé in Gilead, een landstreek wat tegenwoordig behoort tot Jordanië maar oorspronkelijk is toegewezen aan één van de stammen van Israël. Zijn naam, die zoveel betekent als "mijn God is Jahwé", wijst reeds op zijn onvoorwaardelijke trouw aan zijn God. In het boek "Jezus van Sirach" uit de apocriefen, wordt aan Elia de verzoenende taak gegeven ‘om het hart van de vader naar de zoon te keren’, maar ook om de stammen van Jakob te herenigen.
In de Bijbel spelen de legendarische verhalen over Elia zich af gedurende het bewind van de Omridische dynastie van Israël. Volgens de Bijbel werd als gevolg van het huwelijk tussen Achab en Izébel de cultus van Baäl, de Fenicische god, in Israël geïntroduceerd. Dit was er oorzaak van, samen met de slachting die Izébel onder de Israëlische profeten aanrichtte, dat God, Israël strafte met een ernstige droogte.
De Bijbel maakt duidelijk dat er een krachtmeting plaatsvond op de berg Karmel in aanwezigheid van vele Israëlieten die kwamen zien of de God van Elia dan wel Baäl de machtigste god was. Na vele vruchteloze pogingen van de Baälpriesters hun god tot daden aan te sporen riep Elia zijn God aan. Voor de ogen van alle aanwezigen toonde God Zijn superioriteit door met vuur uit de hemel alles te verteren. Op het laatst van zijn aanwezigheid op aarde ontving Elia bij de berg Horeb een boodschap van God dat zijn missie op aarde spoedig zou zijn afgelopen.
De Bijbeltekst in 2 Koningen vertelt dat Elia zonder te sterven door God van de aarde is weggenomen. 2 Koningen 2:11: “En, terwijl zij voortgingen, al wandelende en sprekende, zie, een vurige wagen en vurige paarden, en die maakten scheiding tussen ons beiden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel.”
Velen geloven dat zoals Johannes de Doper in de Geest van Elia de weg had bereid voor de eerste komst van Jezus/Yeshua, zo zal Elia in hoogst eigen persoon op aarde komen en de weg bereiden voor de tweede komst van Jezus/Yeshua.
Sinds mensenheugenis is het lezen van de profetie over Elia een belangrijk element in de viering van Pesach en daarom kijken de Joden elk jaar op de Seideravond uit naar zijn komst en wordt de deur voor hem geopend om hem binnen te laten en wordt er in vrijwel elk Joods gezin waar ter wereld een plaats voor hem aan tafel gereserveerd en wordt er voor hem de traditionele beker wijn op tafel gezet. De beker van Elia is van oudsher een grote kelk. Volgens de traditie zal Elia uit deze beker drinken. Op zoek wie de beide “getuigen” zouden kunnen zijn, lijkt Elia het meest voor de hand liggend. Elia’s komst gaat gepaard met oordelen, maar zal uiteindelijk leiden tot zegen voor het “overblijfsel” van Israël.
Over wie de andere getuige zou kunnen zijn, bestaat minder zekerheid. Hierbij gaat het voornamelijk om twee personen: Mozes en Henoch. Henoch heeft met Elia gemeen dat hij niet gestorven is. Genesis 5:24: “En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen.”
Toch denken velen aan Mozes die met Elia op de berg der verheerlijking was en machtige tekenen in Egypte deed. Daarnaast had ook Mozes macht over de wateren om die in bloed te veranderen, en de aarde te treffen met allerlei plagen, zo vaak hij dat wilde. Maar wat Mozes betreft doet zich echter een probleem voor want beide getuigen worden na hun opdracht gedood. Wanneer Mozes één van de twee getuigen zou zijn, dan zou hij dus 2 maal sterven. Maar dat is tegenspraak met de tekst uit Hebreeën 9:27-28 waar staat dat “het de mensen beschikt is, eenmaal te sterven” en daarna het oordeel. Nu is dat natuurlijk een wetmatigheid wat door God is ingesteld, maar dat Hij evengoed ongedaan kan maken. God staat boven de wetmatigheden. Zie onder meer de voorbeelden van Lazerus, dochterje van Jaïrus, de jongeling van Naïn etc.
Maar goed: normaal gesproken zou het Mozes niet kunnen zijn omdat hij al eens gestorven en begraven is zoals in Deuteronomium geschreven staat: Deuteronomium 34:5-6-7: “Toen stierf Mozes, de knecht des Heren, aldaar in het land Moab, volgens des Heren woord. En hij begroef hem in een dal in het land Moab, tegenover Beth-Peor, en niemand heeft zijn graf geweten tot op de huidige dag. Mozes was honderd twintig jaar oud, toen hij stierf…..”
Bijzonderheid is wel dat ondanks zijn hoge leeftijd van 120 jaar zijn oog niet was verduisterd en zijn kracht niet was geweken. Sommige onderzoekers geloven daarom dat Mozes niet op een normale manier gestorven is en daarom één van de getuigen zou kunnen zijn. Hoewel sommige rabbijnse bronnen vermelden dat Mozes niet is gestorven maar op een wolk naar de hemel is gevaren, vertelt de Bijbel toch iets anders. In ieder geval zullen de beide getuigen in de geest en in de kracht van Mozes en Elia komen en te midden van het Joodse volk getuigen van de Messias en het goede nieuws over Hem bekend maken.
Uit: Franklin ter Horst (deel 2 volgt)