De geschiedenis van de Tempelberg
(Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling (1977 of HSV)
(Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling (1977 of HSV)
Op deze foto werd de Rotskoepelmoskee verwijderd. Beneden op de foto kan je de Westelijke Muur, of Klaagmuur zien. Wat hoger, waar de bomen zijn, is de Tempelberg, die vandaag de plaats is van de Rotskoepel, maar op een dag zal dit de plaats worden van de herbouwde Tempel.
(foto: www.haaretz.com › Israel News)
In maart stond ik ( Marc Verhoeven) naast de Tempelberg in Jeruzalem tijdens mijn derde bezoek aan Israël en dacht na over het verleden, heden en de toekomst van deze wonderlijke plaats.
Het verhaal van de natie Israël is grotendeels het verhaal van de Tempelberg, en het zou iedere gelovige moeten interesseren, want dit is het hart van Bijbelse profetie en onze eigen toekomst is eraan opgehangen.
(foto: www.haaretz.com › Israel News)
In maart stond ik ( Marc Verhoeven) naast de Tempelberg in Jeruzalem tijdens mijn derde bezoek aan Israël en dacht na over het verleden, heden en de toekomst van deze wonderlijke plaats.
Het verhaal van de natie Israël is grotendeels het verhaal van de Tempelberg, en het zou iedere gelovige moeten interesseren, want dit is het hart van Bijbelse profetie en onze eigen toekomst is eraan opgehangen.
Kaart in klaverbladmodel uit 1581 met Jeruzalem als centrum van de wereld!
(afb.: www.programme.tv › Jérusalem au centre du monde)
De Bijbel zegt dat God Jeruzalem in het centrum van de naties heeft geplaatst om een licht van de wereld te zijn
(Ezechiël 5:5).
Israël zit op het kruispunt van Afrika, Azië en Europa, de eerste drie continenten die het eerst bewoond werden door Noachs zonen, na de Zondvloed.
God plaatste Israël, het land van de Bijbel, in het centrum van de naties als een getuige van Hemzelf.
Israëls locatie getuigt van het feit dat haar God de ware God is.
“Zo zegt de Heere HEERE: Dit is Jeruzalem: Ik heb het te midden van de heidenvolken gezet met
landen eromheen” (Ezechiël 5:5).
“Want de HEERE heeft Sion verkozen, Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied. Dit is, zei Hij,
Mijn rustplaats tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd” (Psalm
132:13-14).
Het is Israëls mislukking te leven naar haar roeping dat haar in grote problemen bracht en ook
haar hoofdstad Jeruzalem die in het centrum ligt van haar hoop en aspiraties.
De Jeruzalemse Tempelberg staat in het hart en de ziel van de geschiedenis, omdat het hier was dat
de goddelijke verzoening voor ’s mensen zonden werd volbracht.
Het is hier dat de eeuwige Zoon van God leed, bloedde en stierf voor ’s mensen eeuwige misdaden.
Het is hier dat de verzoening werd volbracht die individuele zielen verlost die hun vertrouwen hierin gelegd hebben, en die ultiem de schepping zelf zal verlossen en zal veranderen in een Nieuwe Hemel en Nieuwe Aarde.
De Joodse traditie zegt dat Adam en Eva geschapen werden op de berg Moria, maar de Bijbel bevestigt dat niet. In feite plaatst de Bijbelse beschrijving de locatie van de Hof van Eden verder noordelijk, in verband met de Tigris en Eufraat rivieren.
De Bijbelse geschiedenis van de Tempelberg begint in ongeveer 1918 v. C, toen Melchizedek koning
van Salem was in de tijd van Abraham. Melchizedek was een type van Christus, zijn naam betekent
“koning van gerechtigheid”.
Toen Abraham terugkeerde van zijn overwinning over de Mesopotamische koningen, die Lot gevangen hadden genomen, ontmoette Melchizedek hem met brood en wijn, en Abraham gaf hem tienden (Genesis 14:18-19).
In ongeveer 1863 vC werd Abraham gevraagd zijn zoon Izaäk te offeren, de erfgenaam van Gods belofte, op de berg Moria (Genesis 22:2). God voorzag in een ram in de plaats van Izaäk om te wijzen op de Messias die een volmaakte verzoening zou brengen voor ’s mensen zonde (Genesis 22:11-14). Dit wees op het Lam van God die in de plaats van de zondaar zou sterven op precies deze plaats, bijna twee millennia later. Abraham noemde de plaats “JHWH-jireh”, “JHWH zal erin voorzien” (Genesis 22:14), en inderdaad heeft JHWH erin voorzien!
Op de berg Moria herbevestigde God het Abrahamitische verbond (Genesis 22:15-18). Dit verbond
belooft dat het Nageslacht van Abraham, Jezus Christus, de troon van David zal beërven, en die
troon zal gevestigd worden in Jeruzalem.
In 1017 v. C kocht David de dorsvloer van Ornan op de berg Moria (2 Kronieken 3:1). Hij bouwde
een altaar en de Heer bracht vuur uit de hemel op het brandofferaltaar (1 Kronieken 21:26). David
wist door profetie dat dit de plaats was waar de tempel zou gebouwd worden (1 Kronieken 22:1).
In 957 v. C werd de Eerste Tempel gebouwd door koning Salomo op de berg Moria (2 Kronieken
3:1). Hij werd gebouwd overeenkomstig de goddelijke plannen gegeven aan zijn vader David (1
Kronieken 22:5-6; 28:11-12, 19), en de heerlijkheid van God vulde deze (1 Koningen 8:10-11).
Tussen ± 840-620 v. C werd de Tempel verontreinigd door Israëls eigen koningen. Athalia (841- 835), moeder van Ahazia, gaf de tempel over voor Baälaanbidding (2 Kronieken 24:7). Achaz (735- 715) “hakte de voorwerpen van het huis van God in stukken en sloot de deuren van het huis van JHWH” (2 Kronieken 28:24). Manasse (697-642) installeerde afgoden in de Tempel (2 Kronieken 33:4, 7).
In de regeringsperiode van Josia (640-609) werd het Boek van de Wet gevonden in de Tempel, en
hij vernederde zich voor God en gehoorzaamde Zijn wet (2 Kronieken 34-35).
In 593 vC week de heerlijkheid van God weg uit de Tempel als voorbereiding van haar verwoesting
(Ezechiël 10:18; 11:23).
In 586 vC werd de Eerste Tempel verwoest door de Babyloniërs onder Nebukadnezar (2 Koningen
25:9). De reden was Israëls zonde tegen God (2 Kronieken 26:15-21).
In 572 vC, terwijl hij leefde in Babylon, 14 jaar na de verwoesting van de Eerste Tempel, bracht Ezechiël een uitgebreide profetie die verder zag dan de Tweede en Derde Tempel, en de Millennium Tempel beschreef die gebouwd zal worden wanneer de Messias in Zijn Koninkrijk regeert (Ezechiël 40-48).
In 534 vC profeteerde Daniël vanuit Babylonische ballingschap dat een “verachtelijk man” (Daniël
11:21) de Joden zou vleien, de tempel zou ontheiligen (blijkbaar de Tweede Tempel die nog niet
gebouwd was), en het Joodse volk zou vervolgen (Daniël 11:30-35).
De Tweede Tempel werd gebouwd door Ezra in 516 vC nadat de Joden terugkeerden van een 70- jarige ballingschap. Er is geen verslag dat er toen goddelijke plannen werden gegeven voor de constructie ervan, en de heerlijkheid van de Heer heeft die tempel nooit vervuld.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Antiochus_IV_Epiphanes
In 168 vC was er de Syrische koning Antiochus IV Epiphanes, een ongelooflijk trots man die een
munt (zie plaatje hieronder) sloeg met zijn beeltenis en de inscriptie: “Antiochus, beeld van God”,
die de Joden voor zich won met vleierij, maar hij plunderde en ontheiligde de Tempel. Hij offerde
een varken op het altaar en richtte een beeld op van Zeus (Jupiter) in de Heilige Plaats.
Antiochus stelde de sabbatviering en besnijdenis buiten de wet, verbrandde de Joodse Heilige Schriften endwong de Joden om offers te brengen aan Saturnus en Bacchus, de god van losbandigheid. Hij doodde meer dan 80.000 Joden en verkocht er 40.000 in de slavernij. Hij pleegde verschrikkelijke wreedheden. Bijvoorbeeld: moeders die hun zonen besneden werden met hun kinderen van de stadsmuren van Jeruzalem geworpen. De daarop volgende Makkabese revolte, geleid door moedige Joden, was voor een tijd succesvol, maar uiteindelijk faalde ze en grote aantallen werden afgeslacht.
Deze gebeurtenissen vormen schaduwen van de komende Antichrist.
(afb.: www.programme.tv › Jérusalem au centre du monde)
De Bijbel zegt dat God Jeruzalem in het centrum van de naties heeft geplaatst om een licht van de wereld te zijn
(Ezechiël 5:5).
Israël zit op het kruispunt van Afrika, Azië en Europa, de eerste drie continenten die het eerst bewoond werden door Noachs zonen, na de Zondvloed.
God plaatste Israël, het land van de Bijbel, in het centrum van de naties als een getuige van Hemzelf.
Israëls locatie getuigt van het feit dat haar God de ware God is.
“Zo zegt de Heere HEERE: Dit is Jeruzalem: Ik heb het te midden van de heidenvolken gezet met
landen eromheen” (Ezechiël 5:5).
“Want de HEERE heeft Sion verkozen, Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied. Dit is, zei Hij,
Mijn rustplaats tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd” (Psalm
132:13-14).
Het is Israëls mislukking te leven naar haar roeping dat haar in grote problemen bracht en ook
haar hoofdstad Jeruzalem die in het centrum ligt van haar hoop en aspiraties.
De Jeruzalemse Tempelberg staat in het hart en de ziel van de geschiedenis, omdat het hier was dat
de goddelijke verzoening voor ’s mensen zonden werd volbracht.
Het is hier dat de eeuwige Zoon van God leed, bloedde en stierf voor ’s mensen eeuwige misdaden.
Het is hier dat de verzoening werd volbracht die individuele zielen verlost die hun vertrouwen hierin gelegd hebben, en die ultiem de schepping zelf zal verlossen en zal veranderen in een Nieuwe Hemel en Nieuwe Aarde.
De Joodse traditie zegt dat Adam en Eva geschapen werden op de berg Moria, maar de Bijbel bevestigt dat niet. In feite plaatst de Bijbelse beschrijving de locatie van de Hof van Eden verder noordelijk, in verband met de Tigris en Eufraat rivieren.
De Bijbelse geschiedenis van de Tempelberg begint in ongeveer 1918 v. C, toen Melchizedek koning
van Salem was in de tijd van Abraham. Melchizedek was een type van Christus, zijn naam betekent
“koning van gerechtigheid”.
Toen Abraham terugkeerde van zijn overwinning over de Mesopotamische koningen, die Lot gevangen hadden genomen, ontmoette Melchizedek hem met brood en wijn, en Abraham gaf hem tienden (Genesis 14:18-19).
In ongeveer 1863 vC werd Abraham gevraagd zijn zoon Izaäk te offeren, de erfgenaam van Gods belofte, op de berg Moria (Genesis 22:2). God voorzag in een ram in de plaats van Izaäk om te wijzen op de Messias die een volmaakte verzoening zou brengen voor ’s mensen zonde (Genesis 22:11-14). Dit wees op het Lam van God die in de plaats van de zondaar zou sterven op precies deze plaats, bijna twee millennia later. Abraham noemde de plaats “JHWH-jireh”, “JHWH zal erin voorzien” (Genesis 22:14), en inderdaad heeft JHWH erin voorzien!
Op de berg Moria herbevestigde God het Abrahamitische verbond (Genesis 22:15-18). Dit verbond
belooft dat het Nageslacht van Abraham, Jezus Christus, de troon van David zal beërven, en die
troon zal gevestigd worden in Jeruzalem.
In 1017 v. C kocht David de dorsvloer van Ornan op de berg Moria (2 Kronieken 3:1). Hij bouwde
een altaar en de Heer bracht vuur uit de hemel op het brandofferaltaar (1 Kronieken 21:26). David
wist door profetie dat dit de plaats was waar de tempel zou gebouwd worden (1 Kronieken 22:1).
In 957 v. C werd de Eerste Tempel gebouwd door koning Salomo op de berg Moria (2 Kronieken
3:1). Hij werd gebouwd overeenkomstig de goddelijke plannen gegeven aan zijn vader David (1
Kronieken 22:5-6; 28:11-12, 19), en de heerlijkheid van God vulde deze (1 Koningen 8:10-11).
Tussen ± 840-620 v. C werd de Tempel verontreinigd door Israëls eigen koningen. Athalia (841- 835), moeder van Ahazia, gaf de tempel over voor Baälaanbidding (2 Kronieken 24:7). Achaz (735- 715) “hakte de voorwerpen van het huis van God in stukken en sloot de deuren van het huis van JHWH” (2 Kronieken 28:24). Manasse (697-642) installeerde afgoden in de Tempel (2 Kronieken 33:4, 7).
In de regeringsperiode van Josia (640-609) werd het Boek van de Wet gevonden in de Tempel, en
hij vernederde zich voor God en gehoorzaamde Zijn wet (2 Kronieken 34-35).
In 593 vC week de heerlijkheid van God weg uit de Tempel als voorbereiding van haar verwoesting
(Ezechiël 10:18; 11:23).
In 586 vC werd de Eerste Tempel verwoest door de Babyloniërs onder Nebukadnezar (2 Koningen
25:9). De reden was Israëls zonde tegen God (2 Kronieken 26:15-21).
In 572 vC, terwijl hij leefde in Babylon, 14 jaar na de verwoesting van de Eerste Tempel, bracht Ezechiël een uitgebreide profetie die verder zag dan de Tweede en Derde Tempel, en de Millennium Tempel beschreef die gebouwd zal worden wanneer de Messias in Zijn Koninkrijk regeert (Ezechiël 40-48).
In 534 vC profeteerde Daniël vanuit Babylonische ballingschap dat een “verachtelijk man” (Daniël
11:21) de Joden zou vleien, de tempel zou ontheiligen (blijkbaar de Tweede Tempel die nog niet
gebouwd was), en het Joodse volk zou vervolgen (Daniël 11:30-35).
De Tweede Tempel werd gebouwd door Ezra in 516 vC nadat de Joden terugkeerden van een 70- jarige ballingschap. Er is geen verslag dat er toen goddelijke plannen werden gegeven voor de constructie ervan, en de heerlijkheid van de Heer heeft die tempel nooit vervuld.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Antiochus_IV_Epiphanes
In 168 vC was er de Syrische koning Antiochus IV Epiphanes, een ongelooflijk trots man die een
munt (zie plaatje hieronder) sloeg met zijn beeltenis en de inscriptie: “Antiochus, beeld van God”,
die de Joden voor zich won met vleierij, maar hij plunderde en ontheiligde de Tempel. Hij offerde
een varken op het altaar en richtte een beeld op van Zeus (Jupiter) in de Heilige Plaats.
Antiochus stelde de sabbatviering en besnijdenis buiten de wet, verbrandde de Joodse Heilige Schriften endwong de Joden om offers te brengen aan Saturnus en Bacchus, de god van losbandigheid. Hij doodde meer dan 80.000 Joden en verkocht er 40.000 in de slavernij. Hij pleegde verschrikkelijke wreedheden. Bijvoorbeeld: moeders die hun zonen besneden werden met hun kinderen van de stadsmuren van Jeruzalem geworpen. De daarop volgende Makkabese revolte, geleid door moedige Joden, was voor een tijd succesvol, maar uiteindelijk faalde ze en grote aantallen werden afgeslacht.
Deze gebeurtenissen vormen schaduwen van de komende Antichrist.
In 168 vC was er de Syrische koning Antiochus IV Epiphanes, een ongelooflijk trots man die een munt (zie plaatje hieronder) sloeg met zijn beeltenis en de inscriptie: “Antiochus, beeld van God”, die de Joden voor zich won met vleierij, maar hij plunderde en ontheiligde de Tempel.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Antiochus_IV)
In 63 vC bestreden Romeinse legers Jeruzalem, en keizer Pompeius reed met zijn paard tot in de
Tempel. (Zie Romeinse regeerders sinds Pompeius: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/Romeinsekeizers.pdf)
Vanaf 19 vC werd de Tweede Tempel vergroot en verfraaid door Herodes de Grote. (Zie Herodes en de nieuwtestamentische regeerders: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/NT-regeerders.pdf ). Herodes moedigde de corruptie aan van de Joodse aanbidding door ze te vermengen met paganisme.
Hij plaatste een gouden adelaar, het symbool van Rome’s macht, boven de oostelijke ingang en
negeerde daardoor Gods verbod op gesneden beelden. Bovendien is de adelaar een onreine vogel
volgens de Joodse wet. Het was deze Herodes die de moord beval op alle Joodse jongetjes onder de
twee jaar, in een poging zo de baby Jezus te vermoorden.
In 3 vC, werd Jezus als baby aan God voorgesteld en Maria bracht een reinigingsoffer (Lukas 2:22-
24; vgl. Leviticus 12:6, 8).
In 33 nC profeteerde Jezus Christus dat de Tempel door een leger omsingeld en verwoest zou worden.
Hij zei ook dat het volk van Jeruzalem zou gedood worden. “En toen Hij dichtbij kwam en de
stad zag, weende Hij over haar. Hij zei: Och, dat u ook nog op deze uw dag zou onderkennen wat
tot uw vrede dient! Nu echter is het verborgen voor uw ogen. Want er zullen dagen over u komen
dat uw vijanden een wal rondom u zullen opwerpen, u zullen omsingelen en u van alle kanten in het nauw zullen brengen. En zij zullen u met de grond gelijkmaken en uw kinderen in u verpletteren.
Ook zullen zij in u geen steen op de andere steen laten, omdat u het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet hebt onderkend” (Lukas 19:41-44).
In 33 nC dreef Jezus de geldwisselaars voor de tweede keer uit de Tempel en werd spoedig daarna
gearresteerd door de Joodse en Romeinse autoriteiten en gekruisigd buiten de stad op Golgotha.
Jezus stierf als vervulling van het Paschalam.
De dag dat Jezus stierf scheurde het voorhangsel in de Tempel dat het Heilige van het Allerheiligste opdeelde. Het scheurde van boven naar beneden (Mattheüs 27:51) en gaf daardoor aan dat de weg naar de echte aanwezigheid van God nu open was voor zondaars door geloof in de verzoening van Christus. Drie dagen later stond Jezus op uit de doden en beval Hij Zijn discipelen in de hele wereld het Evangelie te prediken, aan alle schepselen (Markus 16:15).
In 70 nC werd de Tweede Tempel verwoest door het Romeinse 10de Legioen onder generaal Titus, na een belegering van vijf maanden tijdens welke de stad omsingeld was. De Joodse historicus Josephus zei dat meer dan een miljoen Joden werden gedood, inbegrepen duizenden kinderen. Bijna 100.000 Joden werden gevangen genomen, en duizenden van dezen stierven door kruisiging, door levend verbranden, en door gedwongen vechten tegen wilde dieren en gladiatoren in de arena’s.
DeTweede Tempel werd neergehaald op dezelfde dag dat de Eerste Tempel werd verwoest, 656 jaar
eerder, en werd verwoest om dezelfde reden.
Net zoals Jezus had geprofeteerd werden de gebouwen op de Tempelberg verwoest. Sommige van
de stenen werden naar beneden geduwd op de weg onderaan en deze kunnen vandaag nog steeds
gezien worden.
Flavius Josephus zei dat de Romeinen Jeruzalem zo verwoestten dat “niets overgebleven werd wat ooit bezoekers ervan zou kunnen overtuigen dat daar ooit een plaats van bebouwing is geweest”.
Het Colosseum in Rome werd gebouwd middels Joodse slavenarbeid en met de krijgsbuit die van
Israël geconfisqueerd werd.
In 71 nC werd de eerste in een reeks munten van Vespasianus geslagen in zilver, brons en goud. (Sommige kunnen gemaakt zijn van het goud uit de Tempel). Keizer Vespasianus’ hoofd verschijnt op de ene kant. (Hij leidde de Romeinse legers tegen Israël tot zijn zoon Titus overnam toen hij keizer gekroond werd in Caesarea Maritima in 69 nC). De woorden Ivdaea Capta (“Judea werd veroverd”) of Ivdaea Devicta (“Judea werd verslagen”) werden aangebracht aan de rand.
Aan de andere kant werd Israël gewoonlijk afgebeeld als een wenende vrouw die bij een palmboom zit met haar handen op haar rug gebonden, ofwel met een hand aan haar voorhoofd. Op andere munten wordt ze bewaakt door een man in overwinningspose. Door het uitbrengen van deze munten beeldden de Romeinen onwetend de profetie af van Jesaja dat, wegens haar zonde, Israël zou vallen en “Als alles haar ontnomen is, zal zij neerzitten op de aarde” (Jesaja 3:26). Ze werden continu uitgegeven door ook nog twee andere keizers (zonen van Vespasianus) tot in 96 nC.
Een andere munt beeldde de executie af van de Joodse revolteleider Simon bar (= zoon van) Giora. Hij werd naar Rome gevoerd, openlijk tentoongesteld en geëxecuteerd. De munt toont Vespasianus’ hoofd aan één kant en aan de andere kant een triomferende Romeinse processie met Vespasianus in een strijdwagen getrokken door vier paarden en Simon die naar zijn dood geleid wordt.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Antiochus_IV)
In 63 vC bestreden Romeinse legers Jeruzalem, en keizer Pompeius reed met zijn paard tot in de
Tempel. (Zie Romeinse regeerders sinds Pompeius: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/Romeinsekeizers.pdf)
Vanaf 19 vC werd de Tweede Tempel vergroot en verfraaid door Herodes de Grote. (Zie Herodes en de nieuwtestamentische regeerders: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/NT-regeerders.pdf ). Herodes moedigde de corruptie aan van de Joodse aanbidding door ze te vermengen met paganisme.
Hij plaatste een gouden adelaar, het symbool van Rome’s macht, boven de oostelijke ingang en
negeerde daardoor Gods verbod op gesneden beelden. Bovendien is de adelaar een onreine vogel
volgens de Joodse wet. Het was deze Herodes die de moord beval op alle Joodse jongetjes onder de
twee jaar, in een poging zo de baby Jezus te vermoorden.
In 3 vC, werd Jezus als baby aan God voorgesteld en Maria bracht een reinigingsoffer (Lukas 2:22-
24; vgl. Leviticus 12:6, 8).
In 33 nC profeteerde Jezus Christus dat de Tempel door een leger omsingeld en verwoest zou worden.
Hij zei ook dat het volk van Jeruzalem zou gedood worden. “En toen Hij dichtbij kwam en de
stad zag, weende Hij over haar. Hij zei: Och, dat u ook nog op deze uw dag zou onderkennen wat
tot uw vrede dient! Nu echter is het verborgen voor uw ogen. Want er zullen dagen over u komen
dat uw vijanden een wal rondom u zullen opwerpen, u zullen omsingelen en u van alle kanten in het nauw zullen brengen. En zij zullen u met de grond gelijkmaken en uw kinderen in u verpletteren.
Ook zullen zij in u geen steen op de andere steen laten, omdat u het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet hebt onderkend” (Lukas 19:41-44).
In 33 nC dreef Jezus de geldwisselaars voor de tweede keer uit de Tempel en werd spoedig daarna
gearresteerd door de Joodse en Romeinse autoriteiten en gekruisigd buiten de stad op Golgotha.
Jezus stierf als vervulling van het Paschalam.
De dag dat Jezus stierf scheurde het voorhangsel in de Tempel dat het Heilige van het Allerheiligste opdeelde. Het scheurde van boven naar beneden (Mattheüs 27:51) en gaf daardoor aan dat de weg naar de echte aanwezigheid van God nu open was voor zondaars door geloof in de verzoening van Christus. Drie dagen later stond Jezus op uit de doden en beval Hij Zijn discipelen in de hele wereld het Evangelie te prediken, aan alle schepselen (Markus 16:15).
In 70 nC werd de Tweede Tempel verwoest door het Romeinse 10de Legioen onder generaal Titus, na een belegering van vijf maanden tijdens welke de stad omsingeld was. De Joodse historicus Josephus zei dat meer dan een miljoen Joden werden gedood, inbegrepen duizenden kinderen. Bijna 100.000 Joden werden gevangen genomen, en duizenden van dezen stierven door kruisiging, door levend verbranden, en door gedwongen vechten tegen wilde dieren en gladiatoren in de arena’s.
DeTweede Tempel werd neergehaald op dezelfde dag dat de Eerste Tempel werd verwoest, 656 jaar
eerder, en werd verwoest om dezelfde reden.
Net zoals Jezus had geprofeteerd werden de gebouwen op de Tempelberg verwoest. Sommige van
de stenen werden naar beneden geduwd op de weg onderaan en deze kunnen vandaag nog steeds
gezien worden.
Flavius Josephus zei dat de Romeinen Jeruzalem zo verwoestten dat “niets overgebleven werd wat ooit bezoekers ervan zou kunnen overtuigen dat daar ooit een plaats van bebouwing is geweest”.
Het Colosseum in Rome werd gebouwd middels Joodse slavenarbeid en met de krijgsbuit die van
Israël geconfisqueerd werd.
In 71 nC werd de eerste in een reeks munten van Vespasianus geslagen in zilver, brons en goud. (Sommige kunnen gemaakt zijn van het goud uit de Tempel). Keizer Vespasianus’ hoofd verschijnt op de ene kant. (Hij leidde de Romeinse legers tegen Israël tot zijn zoon Titus overnam toen hij keizer gekroond werd in Caesarea Maritima in 69 nC). De woorden Ivdaea Capta (“Judea werd veroverd”) of Ivdaea Devicta (“Judea werd verslagen”) werden aangebracht aan de rand.
Aan de andere kant werd Israël gewoonlijk afgebeeld als een wenende vrouw die bij een palmboom zit met haar handen op haar rug gebonden, ofwel met een hand aan haar voorhoofd. Op andere munten wordt ze bewaakt door een man in overwinningspose. Door het uitbrengen van deze munten beeldden de Romeinen onwetend de profetie af van Jesaja dat, wegens haar zonde, Israël zou vallen en “Als alles haar ontnomen is, zal zij neerzitten op de aarde” (Jesaja 3:26). Ze werden continu uitgegeven door ook nog twee andere keizers (zonen van Vespasianus) tot in 96 nC.
Een andere munt beeldde de executie af van de Joodse revolteleider Simon bar (= zoon van) Giora. Hij werd naar Rome gevoerd, openlijk tentoongesteld en geëxecuteerd. De munt toont Vespasianus’ hoofd aan één kant en aan de andere kant een triomferende Romeinse processie met Vespasianus in een strijdwagen getrokken door vier paarden en Simon die naar zijn dood geleid wordt.
(afb.: https://www.baslibrary.org/biblical-archaeology)
Sinds de verwoesting van de Tweede Tempel hebben de Joden Tisja Beav (= de negende van Av) in acht genomen als de dag van treurnis over hun verlies. Deze praktijk begon na de verwoesting van de Eerste Tempel en werd heringevoerd in 71 nC. Deze rouwdag valt in juni of augustus volgens de Gregoriaanse kalender. Op Tisja Beav wordt de Thora in het zwart gedrapeerd. Er wordt gevast, geweeklaagd, gelezen uit het boek Klaagliederen en er worden Joodse rouwgedichten, Kinnot genaamd, voorgedragen.
Orthodoxe Joden geloven dat Tisha B’Av gehouden zal worden tot de Messias komt, in welke tijd het een viering wordt.
De Titusboog in Rome staat er nog steeds, na bijna 2000 jaar. Aan de binnenkant van de boog is er een afbeelding over de verwoesting van Jeruzalem door Titus en het wegdragen van de Tempelartefacts.
Sinds de verwoesting van de Tweede Tempel hebben de Joden Tisja Beav (= de negende van Av) in acht genomen als de dag van treurnis over hun verlies. Deze praktijk begon na de verwoesting van de Eerste Tempel en werd heringevoerd in 71 nC. Deze rouwdag valt in juni of augustus volgens de Gregoriaanse kalender. Op Tisja Beav wordt de Thora in het zwart gedrapeerd. Er wordt gevast, geweeklaagd, gelezen uit het boek Klaagliederen en er worden Joodse rouwgedichten, Kinnot genaamd, voorgedragen.
Orthodoxe Joden geloven dat Tisha B’Av gehouden zal worden tot de Messias komt, in welke tijd het een viering wordt.
De Titusboog in Rome staat er nog steeds, na bijna 2000 jaar. Aan de binnenkant van de boog is er een afbeelding over de verwoesting van Jeruzalem door Titus en het wegdragen van de Tempelartefacts.
(foto: https://nl.wikipedia.org/wiki/Boog_van_Titus)
In 82 nC werd de Titusboog in Rome opgericht om de verwoesting van Jeruzalem te vieren. Hij werd gebouwd door keizer Domitianus ter ere van zijn oudere broer Titus, die het Romeinse 10de Legioen had geleid tegen Jeruzalem en die nadien keizer werd. De triomfboog geeft Titus weer als “goddelijk”. Aan de binnenkant van de boog zijn er afbeeldingen van de artefacts uit de Tempel, met inbegrip van de menorah en de zilveren trompetten.
In 132-135 nC leidde Sjimon ben Kochba de Tweede Joodse Revolte om de controle te verkrijgen over Jeruzalem en om de tempel herop te richten. Toen hij Jeruzalem bevrijdde, werd hij de Messias genoemd door rabbi Akiba ben Joseph en kreeg hij de nieuwe naam Bar Kochba (“Zoon van de ster”), gebaseerd op de Messiaanse profetie van Numeri 24:17. De Joden sloegen de munt van Bar Kochba met daarop de tempel met de Ark des verbonds en de Messiaanse ster op het dak. De keerzijde zegt: “Aan de vrijheid van Jeruzalem”.
In 82 nC werd de Titusboog in Rome opgericht om de verwoesting van Jeruzalem te vieren. Hij werd gebouwd door keizer Domitianus ter ere van zijn oudere broer Titus, die het Romeinse 10de Legioen had geleid tegen Jeruzalem en die nadien keizer werd. De triomfboog geeft Titus weer als “goddelijk”. Aan de binnenkant van de boog zijn er afbeeldingen van de artefacts uit de Tempel, met inbegrip van de menorah en de zilveren trompetten.
In 132-135 nC leidde Sjimon ben Kochba de Tweede Joodse Revolte om de controle te verkrijgen over Jeruzalem en om de tempel herop te richten. Toen hij Jeruzalem bevrijdde, werd hij de Messias genoemd door rabbi Akiba ben Joseph en kreeg hij de nieuwe naam Bar Kochba (“Zoon van de ster”), gebaseerd op de Messiaanse profetie van Numeri 24:17. De Joden sloegen de munt van Bar Kochba met daarop de tempel met de Ark des verbonds en de Messiaanse ster op het dak. De keerzijde zegt: “Aan de vrijheid van Jeruzalem”.
Zilveren Bar Kochba tetradrachme. Gemunt tijdens het derde en laatste jaar van de Joodse revolte tegen Rome (134 135 nC). Keerzijde façade van de Joodse tempel in Jeruzalem met de ark en de boekrollen.
(http://www.jewishcoins.net/ancient-israel-coins/bar-kochba.html)
De revolte werd door de Romeinen met verschrikkelijke brutaliteit neergeslagen en met de dood en
slavernij van meer dan een half miljoen Joden. Judea werd tot puin herleid, waarbij 50 versterkte
steden en bijna 1000 dorpen met de grond gelijk gemaakt werden. Joodse kinderen werden in Thorarollen gewikkeld en levend verbrand. Maar er moet ook bij gezegd worden dat de Joden hun eigen wreedheid uitgebreid hadden tot de christenen die weigerden Jezus te verloochenen en Kosiba’s Messiasschap te aanvaarden.
In 135 nC bouwde de Romeinse keizer Hadrianus een heidense tempel op de Tempelberg. Deze werd opgedragen aan Rome’s heidense goden en godinnen. Hadrianus was een groot aanbidder van Jupiter en heeft de beroemde Olympische Jupitertempel in Athene opgericht. Maar hij aanbad ook zichzelf en eiste aanbidding van zijn onderdanen in wat de keizerlijke cultus werd genoemd. Op de Tempelberg vereerde hij zichzelf als god met een ruiterstandbeeld.
Een tempel van Afrodite werd gebouwd over de graftombe heen die door christenen werd aanzien als het graf van Jezus, en vermits dit slechts 40 jaar na de dood van de apostel Johannes gebeurde, was het ongetwijfeld de correcte tombe. Tweehonderd jaar later bouwde Constantijn de Kerk van het Heilig Graf daar overheen, en staat daar nog altijd.
(http://www.jewishcoins.net/ancient-israel-coins/bar-kochba.html)
De revolte werd door de Romeinen met verschrikkelijke brutaliteit neergeslagen en met de dood en
slavernij van meer dan een half miljoen Joden. Judea werd tot puin herleid, waarbij 50 versterkte
steden en bijna 1000 dorpen met de grond gelijk gemaakt werden. Joodse kinderen werden in Thorarollen gewikkeld en levend verbrand. Maar er moet ook bij gezegd worden dat de Joden hun eigen wreedheid uitgebreid hadden tot de christenen die weigerden Jezus te verloochenen en Kosiba’s Messiasschap te aanvaarden.
In 135 nC bouwde de Romeinse keizer Hadrianus een heidense tempel op de Tempelberg. Deze werd opgedragen aan Rome’s heidense goden en godinnen. Hadrianus was een groot aanbidder van Jupiter en heeft de beroemde Olympische Jupitertempel in Athene opgericht. Maar hij aanbad ook zichzelf en eiste aanbidding van zijn onderdanen in wat de keizerlijke cultus werd genoemd. Op de Tempelberg vereerde hij zichzelf als god met een ruiterstandbeeld.
Een tempel van Afrodite werd gebouwd over de graftombe heen die door christenen werd aanzien als het graf van Jezus, en vermits dit slechts 40 jaar na de dood van de apostel Johannes gebeurde, was het ongetwijfeld de correcte tombe. Tweehonderd jaar later bouwde Constantijn de Kerk van het Heilig Graf daar overheen, en staat daar nog altijd.
(https://nl.wikipedia.org/wiki/Rotskoepel)
Hadrianus verbood de studie en het onderwijs van de Torah en maakte de beoefening van het Judaisme tot een halsmisdaad. Hij herbouwde Jeruzalem tot een Romeinse stad, met twee noord-zuid straten met zuilen (zgn. cardo’s), en hernoemde de stad tot Aelia Capitolina.
Aelia is betrokken van de familienaam van Hadrianus’ familie “Aelius”, en Capitolina verwijst naar de cultus van de Capitoline Triade in Rome (Jupiter, Juno en Minerva). Hadrianus hernoemde Israël tot Syria Palestina.
Het werd Joden verboden Jeruzalem binnen te gaan op straffe van executie, uitgezonderd één dag tijdens Tisja Beav, de Joodse rouwdag die de verwoesting van de Tempel herdenkt. Hadrianus dacht dat hij een eind had gemaakt aan Israël’s God.
In 325 nC haalde de “christelijke” keizer Constantijn de tempel van Afrodite neer en bouwde een
achthoekige kerk op de site met de naam van de Kerk van het Heilig Graf. De Byzantijnse keizers
bleven de stad controleren tot in 614.
In 614 werd Jeruzalem veroverd door de Perzen, geleid door Khosrau II, hoofd van het Sassanidische
Rijk, en de rest van de christenen werd verbannen naar Perzië.
In 629 Maakten de Byzantijnen Jeruzalem buit onder het leiderschap van de keizer Heraclidus, en
richtten de kerken weer op, inbegrepen de Kerk van het Heilig Graf
In 637 werd Jeruzalem buit gemaakt door de Arabische legers van Umar ibn al-Khattab.
In 638 werd de al-Aqsa Moskee gebouwd op het zuidelijk eind van de Tempelberg als herdenking
van Mohammeds Nachtreis. De Tempelberg werd gekend als de Haram al-Sharif (“Nobele Omsluiting”) door de moslims.
In 692 Werd de Rotskoepel gebouwd als herdenking van Mohammeds Nachtreis. De rots binnenin de moskee is de top van de Berg Moria, waarnaar Abraham gezonden werd om Izaak te offeren (Leen Ritmeyer, Jerusalem the Temple Mount, p. 131). De blauwe, groene en witte decoratieve tegels op de bovenste helft van de buitenmuren dateren van de jaren (19)60 en werden gemaakt door Turkije. Ze vervingen de originele tegels die dateerden van Suleiman I de Grote (r. 1494-1566). De 24 karaats vergulding van de koepel werd gefinancierd door Koning Hoessein van Jordanië in 1994.
In 1099 namen de Rooms-katholieke Kruisvaarders de controle over Jeruzalem door het afslachten
van zowel Joden als moslims. Zij veranderden de Rotskoepelmoskee in een kerk met de naam Templum Domini (“Tempel van de Heer”) en zetten een kruis op de top, en de Al-Aqsa moskee werd
het hoofdkwartier van de Tempeliers.
In 1119, maakte de Orde van de Tempeliers de al-Aqsa moskee tot hun hoofdkwartier.
In 1187 versloeg de moslimleider Saladin de Kruisvaarders en herstelde Jeruzalem onder islamitische
controle. Hij bande alle niet-moslims van de Tempelberg.
In 1229 werd Jeruzalem heroverd door de katholieke Kruisvaarders. De moskeeën op de Tempelberg
werden opnieuw gebruikt als kerken.
In 1247 herwonnen de moslims de stad en behielden deze tot in moderne tijden.
Van 1260 tot 1517 werd Jeruzalem bestuurd door de Mammelukken.
Het jaar 1517 was het begin van de Ottomaanse Rijk periode van Turks bestuur over Jeruzalem en
ze duurde 400 jaar.
Hadrianus verbood de studie en het onderwijs van de Torah en maakte de beoefening van het Judaisme tot een halsmisdaad. Hij herbouwde Jeruzalem tot een Romeinse stad, met twee noord-zuid straten met zuilen (zgn. cardo’s), en hernoemde de stad tot Aelia Capitolina.
Aelia is betrokken van de familienaam van Hadrianus’ familie “Aelius”, en Capitolina verwijst naar de cultus van de Capitoline Triade in Rome (Jupiter, Juno en Minerva). Hadrianus hernoemde Israël tot Syria Palestina.
Het werd Joden verboden Jeruzalem binnen te gaan op straffe van executie, uitgezonderd één dag tijdens Tisja Beav, de Joodse rouwdag die de verwoesting van de Tempel herdenkt. Hadrianus dacht dat hij een eind had gemaakt aan Israël’s God.
In 325 nC haalde de “christelijke” keizer Constantijn de tempel van Afrodite neer en bouwde een
achthoekige kerk op de site met de naam van de Kerk van het Heilig Graf. De Byzantijnse keizers
bleven de stad controleren tot in 614.
In 614 werd Jeruzalem veroverd door de Perzen, geleid door Khosrau II, hoofd van het Sassanidische
Rijk, en de rest van de christenen werd verbannen naar Perzië.
In 629 Maakten de Byzantijnen Jeruzalem buit onder het leiderschap van de keizer Heraclidus, en
richtten de kerken weer op, inbegrepen de Kerk van het Heilig Graf
In 637 werd Jeruzalem buit gemaakt door de Arabische legers van Umar ibn al-Khattab.
In 638 werd de al-Aqsa Moskee gebouwd op het zuidelijk eind van de Tempelberg als herdenking
van Mohammeds Nachtreis. De Tempelberg werd gekend als de Haram al-Sharif (“Nobele Omsluiting”) door de moslims.
In 692 Werd de Rotskoepel gebouwd als herdenking van Mohammeds Nachtreis. De rots binnenin de moskee is de top van de Berg Moria, waarnaar Abraham gezonden werd om Izaak te offeren (Leen Ritmeyer, Jerusalem the Temple Mount, p. 131). De blauwe, groene en witte decoratieve tegels op de bovenste helft van de buitenmuren dateren van de jaren (19)60 en werden gemaakt door Turkije. Ze vervingen de originele tegels die dateerden van Suleiman I de Grote (r. 1494-1566). De 24 karaats vergulding van de koepel werd gefinancierd door Koning Hoessein van Jordanië in 1994.
In 1099 namen de Rooms-katholieke Kruisvaarders de controle over Jeruzalem door het afslachten
van zowel Joden als moslims. Zij veranderden de Rotskoepelmoskee in een kerk met de naam Templum Domini (“Tempel van de Heer”) en zetten een kruis op de top, en de Al-Aqsa moskee werd
het hoofdkwartier van de Tempeliers.
In 1119, maakte de Orde van de Tempeliers de al-Aqsa moskee tot hun hoofdkwartier.
In 1187 versloeg de moslimleider Saladin de Kruisvaarders en herstelde Jeruzalem onder islamitische
controle. Hij bande alle niet-moslims van de Tempelberg.
In 1229 werd Jeruzalem heroverd door de katholieke Kruisvaarders. De moskeeën op de Tempelberg
werden opnieuw gebruikt als kerken.
In 1247 herwonnen de moslims de stad en behielden deze tot in moderne tijden.
Van 1260 tot 1517 werd Jeruzalem bestuurd door de Mammelukken.
Het jaar 1517 was het begin van de Ottomaanse Rijk periode van Turks bestuur over Jeruzalem en
ze duurde 400 jaar.
Een reconstructie van Herodes’ Tempel in de tijd van Christus maakt deel uit van een groter model van de stad Jeruzalem op de Israël Museum campus van Jeruzalem. Vooraan de Oostelijke Poort of Gouden Poort. De huidige Oostelijke poort is gebouwd na 500 nC. Het is deze laatste die verzegeld werd door Suleiman I.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Joodse_tempel)
In 1541 sloot sultan Suleiman I de Oostelijke Poort (ook Gouden Poort genoemd) om de Joodse Messias te verhinderen langs daar binnen te komen. Een islamitisch kerkhof werd voor de poort aangelegd en bestaat tot op heden; reden: als Jood zou de Messias nooit door een kerkhof wandelen.
In 1700 arriveerde een groep van 500 ascetische Joden vanuit Europa in Jeruzalem, geleid door rabbi
Judah He-Hasid, om voorbereidingen te treffen voor de komst van de Messias. Hij stierf echter
een paar dagen later en de beweging loste op binnen de 20 jaar.
Tussen 1808 en 1812 immigreerde een andere groep Messiaanse ascetische Joden, gekend als Perushim naar het Heilige Land vanuit Litouwen om de verwaarloosde plaatsen te herbouwen en uiteindelijk de Derde Tempel te bouwen. Een van hun leiders, rabbi Avraham Solomon Zalman Zoref, zond zelfs een van zijn zonen overzee om de “tien verloren stammen” van Israël te lokaliseren en te doen terugkeren, maar de rabbi werd uiteindelijk vermoord door de Arabieren. (Ik weet niet wat er gebeurde met de zoon). Deze vroege pogingen om Israël te herstellen faalden compleet omdat het niet Gods tijd was.
In 1866 werden de Joden voor het eerst sinds 1200 jaren een meerderheid in Jeruzalem, en het zuidelijke eind van de Westelijke Muur werd aangepast om Joods gebed te vergemakkelijken, maar zij werden nog steeds beperkt tot een smalle doorgang die langs de muur liep. De Amoraim, die rabbinale leraren waren, en die leefden tussen 200 en 500 nC, leerden dat de Shekinah heerlijkheid nooit de Tempelberg had verlaten en dat ze ergens verbleef aan de Westelijke Muur (Price, The Battle for the Last Days Temple, p. 68). Dit is de reden voor de gebeden aan de westelijke Klaagmuur tot op vandaag.
In 1917 namen de Britten de controle over het land van Israël over van het Ottomaanse Rijk. Tijdens het Britse Mandaat, toen Engeland Jeruzalem controlleerde (1917-1948), werden Joden niet toegelaten op de Tempelberg. Zij werden beperkt tot het stil bidden langs de Westelijke Muur. Het was hen verboden geluid te maken, zelfs hoorbare gebeden of het blazen van de sjofar.
In 1931 gaven de Britten de Tempelberg aan de Waqf (islamitische stichting) tot hun exclusieve
eigendom.
Op 14 mei 1948 werd de nieuwe staat Israël afgekondigd. De officiële declaratie zei: “Wij kondigen
hierbij de stichting af van de Joodse Staat in Palestina, om genoemd te worden Medinath Yisrael
(De Staat Israël). … De Staat Israël zal openstaan voor immigratie van Joden van alle landen van hun verspreiding … Onze oproep gaat uit naar al het Joodse volk, van over de hele wereld, om naar onze kant over te komen, in de opdracht van immigratie, ontwikkeling en om ons bij te staan in de grote strijd voor de vervulling van de verlossing van Israël, de droom van generaties”. VS president Harry Truman, een Baptist, kondigde onmiddellijk zijn erkenning aan van Israël, niettegenstaande hevige oppositie in zijn eigen State Department. Joden vierden overal feest in de wereld. In Rome paradeerden zij onder de Titusboog. Vóór 1948 weigerden de Joden door de Titusboog te wandelen.
Op 25 mei 1948 werden de Tempelberg en de oude stad van Jeruzalem (Oost-Jeruzalem) ingenomen
door Jordanië. Joden werden op de Tempelberg niet toegelaten. Onder Jordaanse controle in de
volgende 19 jaren, werden 58 Joodse synagogen verwoest, Joodse plaatsen ontwijd en de Westelijke
Muur werd herleid tot een afvalstortplaats.
Op 7 juni 1967 veroverde Israël de oude stad en de Tempelberg, en herwonnen voor het eerst de
controle sinds 1897 jaar. Kolonel Motta Gur, een paratroeper, annonceerde in het Hebreeuws: “De
Tempelberg is in onze handen! Ik herhaal, de Tempelberg is in onze handen!” Lt. Kol. Uzi Eilam blies de sjofar en soldaten zongen “Jeruzalem van God” en reciteerden de Shehecheyanu Zegen:
“Gezegend bent U Heer God Koning van het Universum die ons gesteund heeft en behouden heeft
en ons gebracht heeft tot deze dag!” De Davidster wapperde kort op de Rotskoepel. Generaal Shlomo Goren, kapelaan van de Israëlische Defense Forces, die later hoofdrabbijn van Israël zou worden, kondigde aan: “Wij hebben de stad van God ingenomen. Wij gaan het Messiaanse tijdperk in voor het Joodse volk”. Met een Thora in de armen en blazend op een sjofar, leidde Goren de soldaten onder het reciteren van gebeden naar de Klaagmuur. Enkele dagen na de oorlog werd de eerste Joodse samenkomst van betekenis gehouden op de Tempelberg sinds 69 nC, want 200.000 Joden kwamen daar bijeen om te vieren - een viering die evenwel bewees van korte duur te zijn.
Op 17 juni 1967, in een poging de moslims te paaien en interreligieuze harmonie aan te moedigen, gaf defensieminister Moshe Dayan - een “seculiere Jood” en profane man zonder liefde voor Gods Woord - de controle over de Tempelberg opnieuw aan de Palestijnse Waqf. De Israëlische Knesset keurde deze beslissing goed. Dayan zei in zijn autobiografie dat Joden “de Tempelberg moeten zien als een historische site die in verband staat met een voorbijgegane herinnering”. De Waqf is dezelfde organisatie die de Tempelberg bestuurde sinds de moslims de Kruisvaarders ten val brachten in 1187. Niet verwonderlijk dat zij weigerden dat de Joden zouden aanbidden op hun eigen Tempelberg. In feite hebben zij het hele gebied tot moskee uitgeroepen.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Joodse_tempel)
In 1541 sloot sultan Suleiman I de Oostelijke Poort (ook Gouden Poort genoemd) om de Joodse Messias te verhinderen langs daar binnen te komen. Een islamitisch kerkhof werd voor de poort aangelegd en bestaat tot op heden; reden: als Jood zou de Messias nooit door een kerkhof wandelen.
In 1700 arriveerde een groep van 500 ascetische Joden vanuit Europa in Jeruzalem, geleid door rabbi
Judah He-Hasid, om voorbereidingen te treffen voor de komst van de Messias. Hij stierf echter
een paar dagen later en de beweging loste op binnen de 20 jaar.
Tussen 1808 en 1812 immigreerde een andere groep Messiaanse ascetische Joden, gekend als Perushim naar het Heilige Land vanuit Litouwen om de verwaarloosde plaatsen te herbouwen en uiteindelijk de Derde Tempel te bouwen. Een van hun leiders, rabbi Avraham Solomon Zalman Zoref, zond zelfs een van zijn zonen overzee om de “tien verloren stammen” van Israël te lokaliseren en te doen terugkeren, maar de rabbi werd uiteindelijk vermoord door de Arabieren. (Ik weet niet wat er gebeurde met de zoon). Deze vroege pogingen om Israël te herstellen faalden compleet omdat het niet Gods tijd was.
In 1866 werden de Joden voor het eerst sinds 1200 jaren een meerderheid in Jeruzalem, en het zuidelijke eind van de Westelijke Muur werd aangepast om Joods gebed te vergemakkelijken, maar zij werden nog steeds beperkt tot een smalle doorgang die langs de muur liep. De Amoraim, die rabbinale leraren waren, en die leefden tussen 200 en 500 nC, leerden dat de Shekinah heerlijkheid nooit de Tempelberg had verlaten en dat ze ergens verbleef aan de Westelijke Muur (Price, The Battle for the Last Days Temple, p. 68). Dit is de reden voor de gebeden aan de westelijke Klaagmuur tot op vandaag.
In 1917 namen de Britten de controle over het land van Israël over van het Ottomaanse Rijk. Tijdens het Britse Mandaat, toen Engeland Jeruzalem controlleerde (1917-1948), werden Joden niet toegelaten op de Tempelberg. Zij werden beperkt tot het stil bidden langs de Westelijke Muur. Het was hen verboden geluid te maken, zelfs hoorbare gebeden of het blazen van de sjofar.
In 1931 gaven de Britten de Tempelberg aan de Waqf (islamitische stichting) tot hun exclusieve
eigendom.
Op 14 mei 1948 werd de nieuwe staat Israël afgekondigd. De officiële declaratie zei: “Wij kondigen
hierbij de stichting af van de Joodse Staat in Palestina, om genoemd te worden Medinath Yisrael
(De Staat Israël). … De Staat Israël zal openstaan voor immigratie van Joden van alle landen van hun verspreiding … Onze oproep gaat uit naar al het Joodse volk, van over de hele wereld, om naar onze kant over te komen, in de opdracht van immigratie, ontwikkeling en om ons bij te staan in de grote strijd voor de vervulling van de verlossing van Israël, de droom van generaties”. VS president Harry Truman, een Baptist, kondigde onmiddellijk zijn erkenning aan van Israël, niettegenstaande hevige oppositie in zijn eigen State Department. Joden vierden overal feest in de wereld. In Rome paradeerden zij onder de Titusboog. Vóór 1948 weigerden de Joden door de Titusboog te wandelen.
Op 25 mei 1948 werden de Tempelberg en de oude stad van Jeruzalem (Oost-Jeruzalem) ingenomen
door Jordanië. Joden werden op de Tempelberg niet toegelaten. Onder Jordaanse controle in de
volgende 19 jaren, werden 58 Joodse synagogen verwoest, Joodse plaatsen ontwijd en de Westelijke
Muur werd herleid tot een afvalstortplaats.
Op 7 juni 1967 veroverde Israël de oude stad en de Tempelberg, en herwonnen voor het eerst de
controle sinds 1897 jaar. Kolonel Motta Gur, een paratroeper, annonceerde in het Hebreeuws: “De
Tempelberg is in onze handen! Ik herhaal, de Tempelberg is in onze handen!” Lt. Kol. Uzi Eilam blies de sjofar en soldaten zongen “Jeruzalem van God” en reciteerden de Shehecheyanu Zegen:
“Gezegend bent U Heer God Koning van het Universum die ons gesteund heeft en behouden heeft
en ons gebracht heeft tot deze dag!” De Davidster wapperde kort op de Rotskoepel. Generaal Shlomo Goren, kapelaan van de Israëlische Defense Forces, die later hoofdrabbijn van Israël zou worden, kondigde aan: “Wij hebben de stad van God ingenomen. Wij gaan het Messiaanse tijdperk in voor het Joodse volk”. Met een Thora in de armen en blazend op een sjofar, leidde Goren de soldaten onder het reciteren van gebeden naar de Klaagmuur. Enkele dagen na de oorlog werd de eerste Joodse samenkomst van betekenis gehouden op de Tempelberg sinds 69 nC, want 200.000 Joden kwamen daar bijeen om te vieren - een viering die evenwel bewees van korte duur te zijn.
Op 17 juni 1967, in een poging de moslims te paaien en interreligieuze harmonie aan te moedigen, gaf defensieminister Moshe Dayan - een “seculiere Jood” en profane man zonder liefde voor Gods Woord - de controle over de Tempelberg opnieuw aan de Palestijnse Waqf. De Israëlische Knesset keurde deze beslissing goed. Dayan zei in zijn autobiografie dat Joden “de Tempelberg moeten zien als een historische site die in verband staat met een voorbijgegane herinnering”. De Waqf is dezelfde organisatie die de Tempelberg bestuurde sinds de moslims de Kruisvaarders ten val brachten in 1187. Niet verwonderlijk dat zij weigerden dat de Joden zouden aanbidden op hun eigen Tempelberg. In feite hebben zij het hele gebied tot moskee uitgeroepen.
Para’s die de Tempelberg bevrijdden. Links 1967 - Rechts 2007. V.l.n.r. Zion Karasenti (nu directeur en choreograaf), Yitzak Yifat (nu gynaecologisch chirurg, Haim Oshri (emigreerde uit Jemen naar Israël in 1949).
(http://www.sixdaywar.co.uk/news_articles-three-soldiers.htm)
In augustus 1967 waarschuwde het Opperste Rabbinaat van Israël de Joden “van niet enig gedeelte
van de Tempelberg binnen te gaan”. Het volgende bord staat nog steeds bij de ingang van de Tempelberg op gezag van de leidende rabbi’s: “AANDACHT EN WAARSCHUWING: Het gebied van de Tempelberg binnengaan is verboden door de Joodse Wet gezien de heiligheid van de plaats”. Dit
is gebaseerd op hun eigen bijgelovige vrees dat iemand wel eens zou kunnen treden op de plaats waar eens het Heilige der Heiligen stond. Zij zeggen ook dat er vandaag geen mogelijkheid is tot reiniging vermits het zuiverende water, met de as van een rode vaars, niet bestaat. Er is hierover echter geen consensus. Andere rabbi’s hebben de Joden aangemoedigd bepaalde delen van de Tempelberg te bezoeken na zich te baden in een mikva (een bad voor ceremoniële onderdompeling).
(http://www.sixdaywar.co.uk/news_articles-three-soldiers.htm)
In augustus 1967 waarschuwde het Opperste Rabbinaat van Israël de Joden “van niet enig gedeelte
van de Tempelberg binnen te gaan”. Het volgende bord staat nog steeds bij de ingang van de Tempelberg op gezag van de leidende rabbi’s: “AANDACHT EN WAARSCHUWING: Het gebied van de Tempelberg binnengaan is verboden door de Joodse Wet gezien de heiligheid van de plaats”. Dit
is gebaseerd op hun eigen bijgelovige vrees dat iemand wel eens zou kunnen treden op de plaats waar eens het Heilige der Heiligen stond. Zij zeggen ook dat er vandaag geen mogelijkheid is tot reiniging vermits het zuiverende water, met de as van een rode vaars, niet bestaat. Er is hierover echter geen consensus. Andere rabbi’s hebben de Joden aangemoedigd bepaalde delen van de Tempelberg te bezoeken na zich te baden in een mikva (een bad voor ceremoniële onderdompeling).
De Oostelijke Muur vandaag, met de Rotskoepel of Omarmoskee. Toen de bouw van de Rotskoepel begon, in 685, stond op die plek een door kalief Omar gebouwde kleine houten moskee.
(foto: https://en.wikipedia.org/wiki/Mount_of_Olives)
In de late jaren (19)60 werd de “Tempelberggetrouwen” opgericht om de Tempel te herbouwen.
Hun leider, Gershon Salomon, is een afstammeling van de hiervoor genoemde rabbi Avraham Zoref,
die in de vroege 19de eeuw een van de pioniers was van de moderne beweging om de herbouw
van de Tempel voor te bereiden. Salomon is een militair officier die gevochten heeft in de meeste
Israëlische oorlogen, te beginnen met de Onafhankelijkheidsoorlog. Tijdens een strijd op de Golanhoogte in 1958 werd zijn compagnie van 120 soldaten omsingeld door duizenden Syriërs, en Salomon werd overreden door een tank en ernstig gewond (hij beweert dat hij eigenlijk stierf). Toen de Syriërs op het punt stonden om op hem te schieten, om zeker te zijn dat hij dood was, liepen zij plotseling weg en lieten het slagveld in de handen van de kleine compagnie van Israëli’s. De Syriërs rapporteerden later aan VN-officiers dat zij rond Salomon duizenden engelen hadden gezien.
Salomon zegt dat hij gedurende deze ervaring het licht van God zag en dat hij wist dat hij nog werk te
doen had, en dat was de herbouw van de Tempel en de voorbereiding van de “komende Messias ben
David”. Salomon behoorde ook tot de soldaten die de Tempelberg bevrijdden in 1967.
In 1986 werd het Tempelinstituut gesticht met als objectief de “Herbouw van de Heilige Tempel op
Berg Moria in Jeruzalem”. Zij bouwen “de tempel in afwachting” door het voorbereiden van architecturale ontwerpen en het construeren van de attributen die gebruikt moeten worden in de nieuwe Tempel. Aan een hoge prijs (er werd tot dusver 20 miljoen dollar gedoneerd) en gebaseerd op intensief onderzoek hebben zij de gewaden van de hogepriester afgewerkt, inbegrepen de gouden kroon en de borstplaat met zijn 12 kostbare stenen, met daarin gegraveerd de stammen van Israël; een koperen wasbekken; een wierookaltaar; zilveren trompetten; met goud en zilver beklede sjofars; harpen; en vele andere dingen. Levitische priesters worden zelfs opgeleid. Van bijzonder belang is de grote menorah die geconstrueerd werd met 95 pounds (of 43 kg) zuiver goud, met een waarde van 2 miljoen dollar.
(foto: https://en.wikipedia.org/wiki/Mount_of_Olives)
In de late jaren (19)60 werd de “Tempelberggetrouwen” opgericht om de Tempel te herbouwen.
Hun leider, Gershon Salomon, is een afstammeling van de hiervoor genoemde rabbi Avraham Zoref,
die in de vroege 19de eeuw een van de pioniers was van de moderne beweging om de herbouw
van de Tempel voor te bereiden. Salomon is een militair officier die gevochten heeft in de meeste
Israëlische oorlogen, te beginnen met de Onafhankelijkheidsoorlog. Tijdens een strijd op de Golanhoogte in 1958 werd zijn compagnie van 120 soldaten omsingeld door duizenden Syriërs, en Salomon werd overreden door een tank en ernstig gewond (hij beweert dat hij eigenlijk stierf). Toen de Syriërs op het punt stonden om op hem te schieten, om zeker te zijn dat hij dood was, liepen zij plotseling weg en lieten het slagveld in de handen van de kleine compagnie van Israëli’s. De Syriërs rapporteerden later aan VN-officiers dat zij rond Salomon duizenden engelen hadden gezien.
Salomon zegt dat hij gedurende deze ervaring het licht van God zag en dat hij wist dat hij nog werk te
doen had, en dat was de herbouw van de Tempel en de voorbereiding van de “komende Messias ben
David”. Salomon behoorde ook tot de soldaten die de Tempelberg bevrijdden in 1967.
In 1986 werd het Tempelinstituut gesticht met als objectief de “Herbouw van de Heilige Tempel op
Berg Moria in Jeruzalem”. Zij bouwen “de tempel in afwachting” door het voorbereiden van architecturale ontwerpen en het construeren van de attributen die gebruikt moeten worden in de nieuwe Tempel. Aan een hoge prijs (er werd tot dusver 20 miljoen dollar gedoneerd) en gebaseerd op intensief onderzoek hebben zij de gewaden van de hogepriester afgewerkt, inbegrepen de gouden kroon en de borstplaat met zijn 12 kostbare stenen, met daarin gegraveerd de stammen van Israël; een koperen wasbekken; een wierookaltaar; zilveren trompetten; met goud en zilver beklede sjofars; harpen; en vele andere dingen. Levitische priesters worden zelfs opgeleid. Van bijzonder belang is de grote menorah die geconstrueerd werd met 95 pounds (of 43 kg) zuiver goud, met een waarde van 2 miljoen dollar.
Gouden menorah van het Tempelinstituut voor de Derde Tempel tegenover de Tempelberg (zie de slideshow: http://www.templeinstitute.org/moving-menorah-2.htm)
In 1996 begon de islamitische Waqf massaal moskeeën te bouwen binnenin de Tempelberg en in dat proces verwijderden zij bewijsmateriaal van de oude Joodse tempels. Er werden duizenden vierkante meters archeologisch rijke bodem verwijderd. Alle stenen met decoraties of Hebreeuwse inscripties werden versneden om de markeringen uit te wissen en de stenen werden aangepast voor gebruik als nieuw bouwmateriaal
In januari 2005 kwam het Joodse Sanhedrin voor het eerst samen sinds 1600 jaar. In juni van dat jaar werd gerapporteerd dat het nieuw gevormde Sanhedrin alle groepen, die betrokken waren bij tempelbergonderzoek, opriep om gedetailleerde architecturale plannen voor te bereiden voor de reconstructie van de Joodse Heilige Tempel (“New Sanhedrin Plans Rebuilding of Temple”, WorldNetDaily, 8 juni 2005).
In december 2007 werd de menorah van het Tempelinstituut verplaatst naar een buitenlocatie aan
het Westelijke Muurplein aan de overkant van de Tempelberg. Hij werd gemaakt met 95 pounds
zuiver goud met een waarde van $2 miljoen. Eerder stond hij verder weg in een oude Romeinse
Cardo (oude hoofdweg door Jeruzalem). Het plan bestaat om de menorah nog korter bij de Tempelberg te plaatsen en uiteindelijk deze te plaatsen in de herbouwde Tempel. Het Tempelinstituut vergeleek de opstelling van de menorah in zijn nieuwe locatie met de opdracht van de Titusboog in Rome, 1900 jaar geleden. Het verschil is dramatisch. Toen werd de menorah weggehaald van de Tempel, terwijl hij vandaag terugkeert naar de Tempel.
In 2013 vertelde ons een vertegenwoordiger van het Tempelinstituut dat het slechts enkele maanden
zou duren om de Derde Tempel te bouwen.
In de komende tijd zal de Derde Tempel herbouwd worden onder het valse vredesprogramma van
de Antichrist en zal dan door hem ontheiligd worden (Daniël 9:27; Mattheüs 24:15; 2 Thessalonicenzen 2:3-4; Openbaring 11:1-2).
Na Christus’ wederkomst zal de heerlijke Millenniale Tempel gebouwd worden. Deze word vernoemd
in de volgende profetieën: Jesaja 2:2-3; 56:6-7; 60:7, 13; Jeremia 33:17-18; Ezechiël 37:26-
28; 40-48; Haggaï 2:7-9; Zacharia 6:12-15; 14:20; Maleachi 3:1-5. Ook spreken sommige Psalmen
profetisch van de Milenniale Tempel (Psalm 68:29; 100:4; 132:13-17). In die glorieuze Tempel
zullen de Psalmen gezongen worden.
Info: [email protected] - www.verhoevenmarc.be
In 1996 begon de islamitische Waqf massaal moskeeën te bouwen binnenin de Tempelberg en in dat proces verwijderden zij bewijsmateriaal van de oude Joodse tempels. Er werden duizenden vierkante meters archeologisch rijke bodem verwijderd. Alle stenen met decoraties of Hebreeuwse inscripties werden versneden om de markeringen uit te wissen en de stenen werden aangepast voor gebruik als nieuw bouwmateriaal
In januari 2005 kwam het Joodse Sanhedrin voor het eerst samen sinds 1600 jaar. In juni van dat jaar werd gerapporteerd dat het nieuw gevormde Sanhedrin alle groepen, die betrokken waren bij tempelbergonderzoek, opriep om gedetailleerde architecturale plannen voor te bereiden voor de reconstructie van de Joodse Heilige Tempel (“New Sanhedrin Plans Rebuilding of Temple”, WorldNetDaily, 8 juni 2005).
In december 2007 werd de menorah van het Tempelinstituut verplaatst naar een buitenlocatie aan
het Westelijke Muurplein aan de overkant van de Tempelberg. Hij werd gemaakt met 95 pounds
zuiver goud met een waarde van $2 miljoen. Eerder stond hij verder weg in een oude Romeinse
Cardo (oude hoofdweg door Jeruzalem). Het plan bestaat om de menorah nog korter bij de Tempelberg te plaatsen en uiteindelijk deze te plaatsen in de herbouwde Tempel. Het Tempelinstituut vergeleek de opstelling van de menorah in zijn nieuwe locatie met de opdracht van de Titusboog in Rome, 1900 jaar geleden. Het verschil is dramatisch. Toen werd de menorah weggehaald van de Tempel, terwijl hij vandaag terugkeert naar de Tempel.
In 2013 vertelde ons een vertegenwoordiger van het Tempelinstituut dat het slechts enkele maanden
zou duren om de Derde Tempel te bouwen.
In de komende tijd zal de Derde Tempel herbouwd worden onder het valse vredesprogramma van
de Antichrist en zal dan door hem ontheiligd worden (Daniël 9:27; Mattheüs 24:15; 2 Thessalonicenzen 2:3-4; Openbaring 11:1-2).
Na Christus’ wederkomst zal de heerlijke Millenniale Tempel gebouwd worden. Deze word vernoemd
in de volgende profetieën: Jesaja 2:2-3; 56:6-7; 60:7, 13; Jeremia 33:17-18; Ezechiël 37:26-
28; 40-48; Haggaï 2:7-9; Zacharia 6:12-15; 14:20; Maleachi 3:1-5. Ook spreken sommige Psalmen
profetisch van de Milenniale Tempel (Psalm 68:29; 100:4; 132:13-17). In die glorieuze Tempel
zullen de Psalmen gezongen worden.
Info: [email protected] - www.verhoevenmarc.be