De antichrist.
Er zijn maar weinig personages geweest in de geschiedenis over wie zóveel is geschreven, gedacht, gesproken en getheoretiseerd als over de Bijbels voorspelde antichrist.
De antichrist is, zoals zijn naam al uitdrukt, de grote tegenstander van Jezus Christus, die in de eindtijd verschijnen zal. Deze antichrist móet nog komen, de profetie over hem wacht nog op vervulling.
Dikwijls is het voorgekomen dat men, wanneer een persoon of een groep personen optrad die naar men vond rechtstreeks tegen Christus en Zijn leer inhandelde, heeft gedacht: dáár heb je nu de antichrist, dat is nu de figuur waarover de Bijbel spreekt. Zo hebben sommigen in Napoleon de antichrist gezien, anderen in Hitler, weer anderen in de paus.
Twee dingen worden hierbij verward: antichrist en anti-christelijk. Antichristelijk was het handelen van Napoleon en Hitler en van enkele pausen ook, zonder twijfel. Maar dat heeft van hen nog geen antichrist gemaakt. Iedereen handelt trouwens dikwijls antichristelijk, alleen niet op een zo verschrikkelijk grote schaal als de genoemde figuren dat gedaan hebben.
Het bijzondere van de antichrist zal echter juist zijn dat hij naar de schijn helemaal niet antichristelijk is. Dat isjuist het verraderlijke. De antichrist zal naar de schijn zelfs op Christus lijken. Was dat niet zo, dan was het gevaar van de antichrist zo groot niet, omdat iedereen duidelijk in hem de antichrist zou herkennen.
Er zijn maar weinig personages geweest in de geschiedenis over wie zóveel is geschreven, gedacht, gesproken en getheoretiseerd als over de Bijbels voorspelde antichrist.
De antichrist is, zoals zijn naam al uitdrukt, de grote tegenstander van Jezus Christus, die in de eindtijd verschijnen zal. Deze antichrist móet nog komen, de profetie over hem wacht nog op vervulling.
Dikwijls is het voorgekomen dat men, wanneer een persoon of een groep personen optrad die naar men vond rechtstreeks tegen Christus en Zijn leer inhandelde, heeft gedacht: dáár heb je nu de antichrist, dat is nu de figuur waarover de Bijbel spreekt. Zo hebben sommigen in Napoleon de antichrist gezien, anderen in Hitler, weer anderen in de paus.
Twee dingen worden hierbij verward: antichrist en anti-christelijk. Antichristelijk was het handelen van Napoleon en Hitler en van enkele pausen ook, zonder twijfel. Maar dat heeft van hen nog geen antichrist gemaakt. Iedereen handelt trouwens dikwijls antichristelijk, alleen niet op een zo verschrikkelijk grote schaal als de genoemde figuren dat gedaan hebben.
Het bijzondere van de antichrist zal echter juist zijn dat hij naar de schijn helemaal niet antichristelijk is. Dat isjuist het verraderlijke. De antichrist zal naar de schijn zelfs op Christus lijken. Was dat niet zo, dan was het gevaar van de antichrist zo groot niet, omdat iedereen duidelijk in hem de antichrist zou herkennen.
De antichrist zal een heel innemend man zijn, door velen worden bejubeld als de nieuwe wereldheerser. Hij zal grote beslissingen nemen, schijnoplossingen aandragen tot eigen roem en eer en tenslotte aanbidding opeisen. De Bijbel zegt dat wij moeten letten op zijn getal, het getal van een beest: 666.
(afb.: www.eindtijdinbeeld.nl)
Een veelvuldig voorkomende gedachte is ook dat de antichrist geen persoon zou zijn, maar een „verschijnsel". En dan wel een verschijnsel, dat zich telkens weer in de geschiedenis openbaart. Ook hier weer speelt die verwarring van de antichrist en anti-christelijk een rol. Zeker, antichristelijke zaken die volstrekt strijden met de leer van Jezus Christus, die kan men alle eeuwen door overal waarnemen. Maar het heeft geen zin hier te spreken van het „verschijnsel antichrist". Want antichrist is wel degelijk een persoon, een figuur in mensengedaante, die in de eindtijd verschijnen zal.
Ook uit de Bijbel zelf blijkt dat we de antichrist als een persoon, als iemand met een mensenuiterlijk moeten voorstellen:
Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs (2 Thess. 2: 3)
De apostel Paulus zegt hier, over de wederkomst van Christus, dat de Here niet komen zal alvorens de „mens der wetteloosheid" geopenbaard is. Twijfel over het al dan niet persoon-zijn van de antichrist schijnt hierdoor wel helemaal uitgesloten.
De antichrist is een persoon. Iets anders zou trouwens ook moeilijk denkbaar zijn. Jezus Christus was immers zélf ook een persoon. Degene nu die Christus naápen wil, die zich in Zijn plaats zal willen stellen, die zal er dus óók als een mens moeten uitzien.
Het is al meer opgemerkt: wij leven in de eindtijd. Voor iemand die de tekenen verstaat is geen twijfel mogelijk. De eindtijd komt, de tijd waarin de antichrist verschijnen zal. Hoe zal de antichrist komen?
Als persoon, in de eerste plaats. De Heilige Schrift is hierin zeer duidelijk. Waar zal de antichrist verschijnen? Ook op deze vraag vindt men het antwoord in de Bijbel, bij de profeet Daniël.
Daniël zag het gruwelijke beest dat het Romeinse Rijk voorstelde. Uit dit beest kwamen tien hoornen, en tussen deze hoornen kwam een kleine hoorn op, dat is de antichrist. De antichrist zal men dus kunnen verwachten vanuit Europa, vanuit Europa zal hij opereren. Dit ligt ook wel een beetje voor de hand. Want juist Europa is nu verzwakt, en wil maar al te graag weer een herstel van het Romeinse Rijk, een terugkeer van de oude glorie. Onder die omstandigheden heeft iemand die zich als de „grote leider" opwerpt ook de meeste kansen. Zien wij niet juist in onze dagen de roep om een verenigd Europa, uitgebracht door hen die altijd elkaars vijanden zijn geweest?
Het zal echter bepaald niet zo zijn dat alleen Europa aan de voeten van de antichrist zal liggen. De hele wereld, die in onze tijd steeds sneller en onmiskenbaar toegaat naar een onvoorstelbare crisis, zal, in uiterste nood gekomen, in de antichrist de grote redder, de verlosser zien.
Verschillende vragen over de antichrist zullen, na lezing van het voorafgaande, zijn opgekomen. Waar komt hij vandaan? Hoe ziet hij eruit? Wat zal hij precies gaan doen? Zoals altijd is ook hier weer de juiste weg: nagaan wat Gods Woord over deze antichrist zegt.
Daniël, de grote profeet, wilde zélf óók weten wat zijn nachtgezichten nu eigenlijk te betekenen hadden. In zijn dromen zag hij engelen, en aan een van hen vroeg hij om uitleg:
Ik naderde een van hen die daar stonden, en vroeg hem de ware zin van dit alles, en hij sprak tot mij en gaf mij de uitlegging daarvan te kennen (Dan. 7: 6).
De profeet was vooral geïnteresseerd in het vierde, gruwelijke beest, waarmee hij zulke merkwaardige dingen zag gebeuren.
Toen wilde ik de ware zin weten van het vierde dier, dat van die alle verschilde, dat buitengewoon vreselijk was met zijn ijzeren tanden en zijn koperen klauwen, dat at en vermaalde en wat overbleef met zijn poten vertrad, En van de tien horens, welke op zijn kop waren, en van die andere, die zich verhief en waarvoor er drie uitvielen, terwijl deze horen met ogen en een mond vol grootspraak, er groter uitzag dan de andere (Dan. 7: 19, 20).
Het ging Daniël zo als het ons, die zijn visioenen lezen, vergaat: speciaal van die kleine hoorn begreep ook Daniël niets, vooral niet omdat hij deze hoorn vreemde dingen ziet doen:
Ik zag, dat die hoorn strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht (Dan. 7: 21).
De kleine hoorn voerde oorlog tegen de heiligen. Met die „heiligen" wordt het volk van God bedoeld. Daniël zag, met andere woorden, dat de antichrist tegen het volk van God, Israël, oorlog voeren zou.
(afb.: www.eindtijdinbeeld.nl)
Een veelvuldig voorkomende gedachte is ook dat de antichrist geen persoon zou zijn, maar een „verschijnsel". En dan wel een verschijnsel, dat zich telkens weer in de geschiedenis openbaart. Ook hier weer speelt die verwarring van de antichrist en anti-christelijk een rol. Zeker, antichristelijke zaken die volstrekt strijden met de leer van Jezus Christus, die kan men alle eeuwen door overal waarnemen. Maar het heeft geen zin hier te spreken van het „verschijnsel antichrist". Want antichrist is wel degelijk een persoon, een figuur in mensengedaante, die in de eindtijd verschijnen zal.
Ook uit de Bijbel zelf blijkt dat we de antichrist als een persoon, als iemand met een mensenuiterlijk moeten voorstellen:
Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs (2 Thess. 2: 3)
De apostel Paulus zegt hier, over de wederkomst van Christus, dat de Here niet komen zal alvorens de „mens der wetteloosheid" geopenbaard is. Twijfel over het al dan niet persoon-zijn van de antichrist schijnt hierdoor wel helemaal uitgesloten.
De antichrist is een persoon. Iets anders zou trouwens ook moeilijk denkbaar zijn. Jezus Christus was immers zélf ook een persoon. Degene nu die Christus naápen wil, die zich in Zijn plaats zal willen stellen, die zal er dus óók als een mens moeten uitzien.
Het is al meer opgemerkt: wij leven in de eindtijd. Voor iemand die de tekenen verstaat is geen twijfel mogelijk. De eindtijd komt, de tijd waarin de antichrist verschijnen zal. Hoe zal de antichrist komen?
Als persoon, in de eerste plaats. De Heilige Schrift is hierin zeer duidelijk. Waar zal de antichrist verschijnen? Ook op deze vraag vindt men het antwoord in de Bijbel, bij de profeet Daniël.
Daniël zag het gruwelijke beest dat het Romeinse Rijk voorstelde. Uit dit beest kwamen tien hoornen, en tussen deze hoornen kwam een kleine hoorn op, dat is de antichrist. De antichrist zal men dus kunnen verwachten vanuit Europa, vanuit Europa zal hij opereren. Dit ligt ook wel een beetje voor de hand. Want juist Europa is nu verzwakt, en wil maar al te graag weer een herstel van het Romeinse Rijk, een terugkeer van de oude glorie. Onder die omstandigheden heeft iemand die zich als de „grote leider" opwerpt ook de meeste kansen. Zien wij niet juist in onze dagen de roep om een verenigd Europa, uitgebracht door hen die altijd elkaars vijanden zijn geweest?
Het zal echter bepaald niet zo zijn dat alleen Europa aan de voeten van de antichrist zal liggen. De hele wereld, die in onze tijd steeds sneller en onmiskenbaar toegaat naar een onvoorstelbare crisis, zal, in uiterste nood gekomen, in de antichrist de grote redder, de verlosser zien.
Verschillende vragen over de antichrist zullen, na lezing van het voorafgaande, zijn opgekomen. Waar komt hij vandaan? Hoe ziet hij eruit? Wat zal hij precies gaan doen? Zoals altijd is ook hier weer de juiste weg: nagaan wat Gods Woord over deze antichrist zegt.
Daniël, de grote profeet, wilde zélf óók weten wat zijn nachtgezichten nu eigenlijk te betekenen hadden. In zijn dromen zag hij engelen, en aan een van hen vroeg hij om uitleg:
Ik naderde een van hen die daar stonden, en vroeg hem de ware zin van dit alles, en hij sprak tot mij en gaf mij de uitlegging daarvan te kennen (Dan. 7: 6).
De profeet was vooral geïnteresseerd in het vierde, gruwelijke beest, waarmee hij zulke merkwaardige dingen zag gebeuren.
Toen wilde ik de ware zin weten van het vierde dier, dat van die alle verschilde, dat buitengewoon vreselijk was met zijn ijzeren tanden en zijn koperen klauwen, dat at en vermaalde en wat overbleef met zijn poten vertrad, En van de tien horens, welke op zijn kop waren, en van die andere, die zich verhief en waarvoor er drie uitvielen, terwijl deze horen met ogen en een mond vol grootspraak, er groter uitzag dan de andere (Dan. 7: 19, 20).
Het ging Daniël zo als het ons, die zijn visioenen lezen, vergaat: speciaal van die kleine hoorn begreep ook Daniël niets, vooral niet omdat hij deze hoorn vreemde dingen ziet doen:
Ik zag, dat die hoorn strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht (Dan. 7: 21).
De kleine hoorn voerde oorlog tegen de heiligen. Met die „heiligen" wordt het volk van God bedoeld. Daniël zag, met andere woorden, dat de antichrist tegen het volk van God, Israël, oorlog voeren zou.
In zijn droom over de vier dieren zag Daniël het vierde dier, dat zo verschrikkelijk was, dat hij het geen naam kon geven.
(afb.: https://bijbelenzo.wordpress.com/tag/daniel)
Aan de macht van de kleine hoorn zal echter ook een einde komen, want Daniël zag het volgende:
Totdat de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen des Allerhoogsten en de tijd naderde, dat de heiligen het koningschap in bezit kregen (Dan. 7: 22).
Daniël heeft dus gezien dat er een macht komen zal, die op verschrikkelijke wijze zal regeren, maar deze macht zal geen blijvende macht zijn, want de Oude van dagen, dat is God, zal komen en een einde maken aan de heerschappij van die macht.
De engel heeft Daniël verder een uitleg gegeven van de tien hoornen van het vierde, gruwelijke beest.
En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten val brengen. Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten. Hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd. Dan zal de vierschaar zich nederzetten, en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem verdelgen en vernietigen tot het einde (Dan. 7: 24-26).
Volstrekt duidelijk is nu wat de gezichten van Daniël betekenen. Misschien niet voor de profeet zelf, omdat de dingen die hij zag nog moesten gebeuren. Maar des temeer voor ons, die aan het einde van de geschiedenis staan.
De engel heeft het gezegd: uit het koninkrijk dat wordt voorgesteld door het vierde beest, uit het Romeinse Rijk dus, zullen tien koningen voortkomen. Daarna zal er een ander opstaan, die van de vorige koningen verschilt. Dat is de antichrist, die - zoals de engel zei - woorden tegen God spreken zal. We hebben al gezien, dat Daniël dit zélf ook al meedeelde van de kleine hoorn: hij sprak met „een mond vol grootspraak”.
Het bijzondere van de uitleg van de engel aan Daniël is, dat de profeet zelfs verteld wordt hoe lang de tijd zal zijn dat de antichrist zal tekeer gaan tegen de Allerhoogste, door zich voor te doen als de zoon van God: een tijd, tijden en een halve tijd.
Een tijd is een jaar, tijden betekent tweejaar, en een halve tijd is een halfjaar. Drie en een half jaar zal de opstand van de antichrist duren. Vervolgens zal, zo lezen we bij Daniël, het gericht zitten, en de heerschappij van de antichrist zal worden weggenomen. Dit gebeurt door hem op te sluiten tot het einde toe. Ook dit zal drie en een half jaar in beslag nemen, en eindigen met de strijd in Armageddon, waarover later meer
De twee perioden van drie en een half jaar, tesamen zeven jaar, vormen de laatste jaarweek.
Eeuwen nadat Daniël zijn visioenen had, iser eenander geweest aan wie God eveneens de komst en de heerschappij van de antichrist heeft geopenbaard. Dat was de apostel Johannes, die, in afzondering op het eiland Patrnos, een inzicht werd gegeven in de eindtijd.
Wat Johannes zag komt overeen met de visioenen van Daniël. Wonderlijk is dat natuurlijk niet, want beiden zagen dezelfde gebeurtenissen en Gods plan met de wereld verandert niet.
Ook Johannes zag een groot en weerzinwekkend beest:
En ik zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van godslastering (Openb. 13: 1).
Er zijn mensen die in dit beest niet de antichrist zien, maar de duivel zelf. Dit is een onjuiste opvatting, zoals ook uit de Bijbel blijkt. Johannes zegt namelijk:
En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest de macht gegeven had, en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan het beest gelijk? en: Wie kan er oorlog tegen voeren? (Openb. 13: 4).
De draak, dat is satan. Satan had het beest, de antichrist dus, macht gegeven. Het beest is niet dezelfde als de draak, als de satan. Het einde van deze tweebeesten is ook verschillend. In Openbaring 19: 20 kunnen we lezen dat het beest, de antichrist, wordt geworpen in de poel des vuurs, die met sulfer brandt. Ook Daniël zag, zoals hierboven al is aangehaald, dat het beest wordt overgegeven om door het vuur verbrand te worden. Met de draak, met satan, gebeurt echter iets anders:
En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren (Openb. 20: 2).
(afb.: https://bijbelenzo.wordpress.com/tag/daniel)
Aan de macht van de kleine hoorn zal echter ook een einde komen, want Daniël zag het volgende:
Totdat de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen des Allerhoogsten en de tijd naderde, dat de heiligen het koningschap in bezit kregen (Dan. 7: 22).
Daniël heeft dus gezien dat er een macht komen zal, die op verschrikkelijke wijze zal regeren, maar deze macht zal geen blijvende macht zijn, want de Oude van dagen, dat is God, zal komen en een einde maken aan de heerschappij van die macht.
De engel heeft Daniël verder een uitleg gegeven van de tien hoornen van het vierde, gruwelijke beest.
En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten val brengen. Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten. Hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd. Dan zal de vierschaar zich nederzetten, en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem verdelgen en vernietigen tot het einde (Dan. 7: 24-26).
Volstrekt duidelijk is nu wat de gezichten van Daniël betekenen. Misschien niet voor de profeet zelf, omdat de dingen die hij zag nog moesten gebeuren. Maar des temeer voor ons, die aan het einde van de geschiedenis staan.
De engel heeft het gezegd: uit het koninkrijk dat wordt voorgesteld door het vierde beest, uit het Romeinse Rijk dus, zullen tien koningen voortkomen. Daarna zal er een ander opstaan, die van de vorige koningen verschilt. Dat is de antichrist, die - zoals de engel zei - woorden tegen God spreken zal. We hebben al gezien, dat Daniël dit zélf ook al meedeelde van de kleine hoorn: hij sprak met „een mond vol grootspraak”.
Het bijzondere van de uitleg van de engel aan Daniël is, dat de profeet zelfs verteld wordt hoe lang de tijd zal zijn dat de antichrist zal tekeer gaan tegen de Allerhoogste, door zich voor te doen als de zoon van God: een tijd, tijden en een halve tijd.
Een tijd is een jaar, tijden betekent tweejaar, en een halve tijd is een halfjaar. Drie en een half jaar zal de opstand van de antichrist duren. Vervolgens zal, zo lezen we bij Daniël, het gericht zitten, en de heerschappij van de antichrist zal worden weggenomen. Dit gebeurt door hem op te sluiten tot het einde toe. Ook dit zal drie en een half jaar in beslag nemen, en eindigen met de strijd in Armageddon, waarover later meer
De twee perioden van drie en een half jaar, tesamen zeven jaar, vormen de laatste jaarweek.
Eeuwen nadat Daniël zijn visioenen had, iser eenander geweest aan wie God eveneens de komst en de heerschappij van de antichrist heeft geopenbaard. Dat was de apostel Johannes, die, in afzondering op het eiland Patrnos, een inzicht werd gegeven in de eindtijd.
Wat Johannes zag komt overeen met de visioenen van Daniël. Wonderlijk is dat natuurlijk niet, want beiden zagen dezelfde gebeurtenissen en Gods plan met de wereld verandert niet.
Ook Johannes zag een groot en weerzinwekkend beest:
En ik zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van godslastering (Openb. 13: 1).
Er zijn mensen die in dit beest niet de antichrist zien, maar de duivel zelf. Dit is een onjuiste opvatting, zoals ook uit de Bijbel blijkt. Johannes zegt namelijk:
En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest de macht gegeven had, en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan het beest gelijk? en: Wie kan er oorlog tegen voeren? (Openb. 13: 4).
De draak, dat is satan. Satan had het beest, de antichrist dus, macht gegeven. Het beest is niet dezelfde als de draak, als de satan. Het einde van deze tweebeesten is ook verschillend. In Openbaring 19: 20 kunnen we lezen dat het beest, de antichrist, wordt geworpen in de poel des vuurs, die met sulfer brandt. Ook Daniël zag, zoals hierboven al is aangehaald, dat het beest wordt overgegeven om door het vuur verbrand te worden. Met de draak, met satan, gebeurt echter iets anders:
En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren (Openb. 20: 2).
En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand; en hij greep de draak, de oude slang , dat is de duivel en de satan , en hij bond hem duizend jaren, en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem , opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren.
(afb.: www.editoriallapaz.org/apocalipsis_10_Milenio.htm)
Het is overigens niet onbegrijpelijk, dat men het beest, de antichrist, en de draak, satan, met elkaar verwart. In Openbaring 12:3 lezen we namelijk het volgende:
En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen (Openb. 12: 3).
Zo op het oog lijkt deze tekst overeen te stemmen met de zojuist aangehaalde uit Openbaring 13 (vers 1 ). Toch is er een belangrijk verschil tussen beide teksten. Openbaring 12 heeft het over de draak, satan, en zegt van hem dat hij zeven koppen heeft en tien hoornen, en dat hij op zijn hoofden zeven koninklijke kronen draagt.
Ook antichrist wordt, zoals we in Openbaring 13 zien, door de apostel Johannes gezien als een beest met zeven koppen en tien hoornen. Maar, hier staat verder nog iets anders. Niet zeven kronen draagt antichrist, maar tien. Op elke hoorn één. Het is daarmee duidelijk dat satan en antichrist wel twee heel verschillende wezens zijn, men moet die beesten van Openbaring 12 en Openbaring, 13 dan ook niet met elkaar verwarren. De draak, satan, de overste van deze wereld, is de onzichtbare tiran. Hij is het die achter de schermen de touwtjes in handen heeft, die de zeven grote wereldmachten heeft geïnspireerd in de voorbije eeuwen om Israël te tiranniseren. De antichrist is een wezen dat eruit ziet als een mens, en dat zich openlijk zal gaan aandienen, niet op de achtergrond zal blijven. Drie en een half jaar zal hij zich gedragen als een engel des lichts, om zodoende de hele wereld te verleiden.
Belangrijk is nog, in verband met de zeven koppen en tien hoornen die Johannes bij het beest, de antichrist, zag, om erop te wijzen dat de machtsontplooiïng van de elkaar opvolgende wereldrijken trapsgewijs gegaan is. De nieuwere rijken besloegen steeds meer gebied dan de oude, en het Romeinse Rijk vormde de climax, beheerste het hele gebied van alle voorgaande machten, met nog nieuwe stukken erbij.
Het Romeinse Rijk, tevens het oude verenigd Europa, beheerste de gehele toenmalig bekende wereld.
Thans staat opnieuw de éénwording van Europa voor de deur, nu onder het regime van de antichrist.
Zeven koppen en tien hoornen zag Johannes. Dat kan niet anders betekenen dan dat het gebied van de antichrist, het gebied van de wereldmachten zijn zal.
Het oude Romeinse Kijk zal zich herstellen.
Wat de profeet Daniël en de apostel Johannes hebben gezegd over de eindtijd loopt parallel. Duidelijk blijkt dit nog weer eens wanneer we lezen wat Johannes verder gezegd heeft over het beest:
En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te doen (Openb. 13: 5).
Tweeënveertig maanden, oftewel drie en een half jaar. Heel frappant. Bij Daniël zagen we precies hetzelfde tijdsverloop genoemd: tijd, tijden en een halve tijd!
Hoe moeten we ons de komst van antichrist voorstellen, wáár komt hij vandaan? Het is erg moeilijk voor ons dit alles tot in bijzonderheden te weten. Eén ding kan echter wel als zeker worden aangenomen: het is onwaarschijnlijk dat de antichrist iemand zal zijn die uit een wettig huwelijk geboren wordt. Reeds het feit dat de antichrist „de wetteloze" genoemd wordt - in 2 Thess. 2 : 8 - schijnt dit uit te sluiten.
Daarnaast zal antichrist zoveel mogelijk op Christus lijken. En van Christus weten we dat Hij ook op een bijzondere manier mens is geworden.
De grote profeet Jesaja voorspelde al de bijzondere wijze waarop Christus komen zou:
Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuel geven (Jesaja 7: 14).
In het Evangelie van Lukas staat geschreven:
En de engel antwoordde en zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden (Lucas 1: 35).
(afb.: www.editoriallapaz.org/apocalipsis_10_Milenio.htm)
Het is overigens niet onbegrijpelijk, dat men het beest, de antichrist, en de draak, satan, met elkaar verwart. In Openbaring 12:3 lezen we namelijk het volgende:
En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen (Openb. 12: 3).
Zo op het oog lijkt deze tekst overeen te stemmen met de zojuist aangehaalde uit Openbaring 13 (vers 1 ). Toch is er een belangrijk verschil tussen beide teksten. Openbaring 12 heeft het over de draak, satan, en zegt van hem dat hij zeven koppen heeft en tien hoornen, en dat hij op zijn hoofden zeven koninklijke kronen draagt.
Ook antichrist wordt, zoals we in Openbaring 13 zien, door de apostel Johannes gezien als een beest met zeven koppen en tien hoornen. Maar, hier staat verder nog iets anders. Niet zeven kronen draagt antichrist, maar tien. Op elke hoorn één. Het is daarmee duidelijk dat satan en antichrist wel twee heel verschillende wezens zijn, men moet die beesten van Openbaring 12 en Openbaring, 13 dan ook niet met elkaar verwarren. De draak, satan, de overste van deze wereld, is de onzichtbare tiran. Hij is het die achter de schermen de touwtjes in handen heeft, die de zeven grote wereldmachten heeft geïnspireerd in de voorbije eeuwen om Israël te tiranniseren. De antichrist is een wezen dat eruit ziet als een mens, en dat zich openlijk zal gaan aandienen, niet op de achtergrond zal blijven. Drie en een half jaar zal hij zich gedragen als een engel des lichts, om zodoende de hele wereld te verleiden.
Belangrijk is nog, in verband met de zeven koppen en tien hoornen die Johannes bij het beest, de antichrist, zag, om erop te wijzen dat de machtsontplooiïng van de elkaar opvolgende wereldrijken trapsgewijs gegaan is. De nieuwere rijken besloegen steeds meer gebied dan de oude, en het Romeinse Rijk vormde de climax, beheerste het hele gebied van alle voorgaande machten, met nog nieuwe stukken erbij.
Het Romeinse Rijk, tevens het oude verenigd Europa, beheerste de gehele toenmalig bekende wereld.
Thans staat opnieuw de éénwording van Europa voor de deur, nu onder het regime van de antichrist.
Zeven koppen en tien hoornen zag Johannes. Dat kan niet anders betekenen dan dat het gebied van de antichrist, het gebied van de wereldmachten zijn zal.
Het oude Romeinse Kijk zal zich herstellen.
Wat de profeet Daniël en de apostel Johannes hebben gezegd over de eindtijd loopt parallel. Duidelijk blijkt dit nog weer eens wanneer we lezen wat Johannes verder gezegd heeft over het beest:
En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te doen (Openb. 13: 5).
Tweeënveertig maanden, oftewel drie en een half jaar. Heel frappant. Bij Daniël zagen we precies hetzelfde tijdsverloop genoemd: tijd, tijden en een halve tijd!
Hoe moeten we ons de komst van antichrist voorstellen, wáár komt hij vandaan? Het is erg moeilijk voor ons dit alles tot in bijzonderheden te weten. Eén ding kan echter wel als zeker worden aangenomen: het is onwaarschijnlijk dat de antichrist iemand zal zijn die uit een wettig huwelijk geboren wordt. Reeds het feit dat de antichrist „de wetteloze" genoemd wordt - in 2 Thess. 2 : 8 - schijnt dit uit te sluiten.
Daarnaast zal antichrist zoveel mogelijk op Christus lijken. En van Christus weten we dat Hij ook op een bijzondere manier mens is geworden.
De grote profeet Jesaja voorspelde al de bijzondere wijze waarop Christus komen zou:
Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuel geven (Jesaja 7: 14).
In het Evangelie van Lukas staat geschreven:
En de engel antwoordde en zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden (Lucas 1: 35).
De profeet Jesaja voorspelde koning Achaz dat de Here hem zelf een teken zou geven, namelijk dat de jonkvrouw zwanger zou worden en een zoon baren en zij zou hem de naam Immanuel geven.(
(afb.: www.holyhome.nl/bijbelplaten.html)
En zo is het gebeurd: de maagd Maria werd zwanger, en zij baarde een Zoon, Jezus Christus, de Messias.
De geboorte van Gods Zoon verschilde van alle andere geboorten. Dit zal ook het geval zijn met de geboorte van de antizoon, van antichrist. Hoe zal zijn geboorte ongeveer verlopen? Niemand weet dat zeker uiteraard.
Maar wanneer we in de wereld van vandaag, en dan vooral in de wereld van de wetenschap, rondkijken, dan zijn er situaties te over waaruit de antichrist zou kunnen voortkomen. Want in de wereld van de wetenschap wordt met de voortplanting en de groei van levende organismen maar wat aangeknoeid.
Men heeft onder meer ontdekt dat de eigenschappen van de mens voor diens geboorte kunnen worden beïnvloed, vastgelegd desnoods. Het is duidelijk dat hiermee de mogelijkheid is ontstaan van ongehoorde experimenten.
Het pijnlijke is verder dat men er in bepaalde wetenschappelijke kringen al toe over is gegaan te experimenteren met bevruchtingen buiten het menselijk lichaam. Het tijdperk van de in de reageerbuis gemaakte mens is al aangebroken. Van hier tot aan het „fabriceren" van supermensen lijkt nog slechts één stap.
Met grote verontrusting kan gesteld worden dat met de mens, de parel uit de Schepping van God, genetisch kan worden geknoeid.
Voeg daarbij nog de mogelijkheden, die gekomen zijn met de beheersing door de mens van de groeihormonen, waardoor groeiprocessen door menselijk ingrijpen sterk kunnen worden versneld, en men zal tot de slotsom moeten komen dat deze ontwikkeling in de wetenschap, juist in verband met de aanstaande komst van antichrist, te denken geeft.
We weten dat Jezus Christus voortgekomen is uit het Joodse volk. Dit was logisch: het Joodse volk was en is het volk van God, het volk van belofte. Men zal mogen verwachten dat antichrist, die zoveel mogelijk een nabootsing zijn zal van Christus, óók op een of andere manier in dit volk zijn oorsprong hebben zal. Het is hier de plaats om een gebeurtenis aan te halen uit de tijd van de aartsvaders. Jacob had, naar het gebruik van zijn tijd, meer dan één vrouw. Maar er was één vrouw waar hij bijzonder veel van hield, en dat was Rachel.
Het spreekt vanzelf' dat Jacob en Rachel samen graag een zoon, een erfgenaam wilden hebben. Maar Rachel kreeg geen zoon, en daar hadden zij en Jacob natuurlijk veel verdriet van. Het wachten moe besloten ze op een dag dat de dienstmaagd van Rachel, Bilha, zou optreden als plaatsvervangster, en dat zij op de knieën van Rachel haar kind baren zou. Op de knieën van Rachel, dat betekende, dat haar kind als het kind van Rachel zou worden beschouwd.
Bilha baarde een zoon, Dan genaamd. Dan was een tussengeschovene. Duidelijk was er sprake van een ingrijpen van de mensen: men kon niet wachten op God; Gods plannen werden door de mensen doorkruist. God wilde Rachel héus wel een zoon schenken, en dat is later ook gebeurd. Rachel kréég een zoon, Jozef.
Opvallend is dat het geslacht van Dan een aparte plaats inneemt in het midden van Gods volk.
(afb.: www.holyhome.nl/bijbelplaten.html)
En zo is het gebeurd: de maagd Maria werd zwanger, en zij baarde een Zoon, Jezus Christus, de Messias.
De geboorte van Gods Zoon verschilde van alle andere geboorten. Dit zal ook het geval zijn met de geboorte van de antizoon, van antichrist. Hoe zal zijn geboorte ongeveer verlopen? Niemand weet dat zeker uiteraard.
Maar wanneer we in de wereld van vandaag, en dan vooral in de wereld van de wetenschap, rondkijken, dan zijn er situaties te over waaruit de antichrist zou kunnen voortkomen. Want in de wereld van de wetenschap wordt met de voortplanting en de groei van levende organismen maar wat aangeknoeid.
Men heeft onder meer ontdekt dat de eigenschappen van de mens voor diens geboorte kunnen worden beïnvloed, vastgelegd desnoods. Het is duidelijk dat hiermee de mogelijkheid is ontstaan van ongehoorde experimenten.
Het pijnlijke is verder dat men er in bepaalde wetenschappelijke kringen al toe over is gegaan te experimenteren met bevruchtingen buiten het menselijk lichaam. Het tijdperk van de in de reageerbuis gemaakte mens is al aangebroken. Van hier tot aan het „fabriceren" van supermensen lijkt nog slechts één stap.
Met grote verontrusting kan gesteld worden dat met de mens, de parel uit de Schepping van God, genetisch kan worden geknoeid.
Voeg daarbij nog de mogelijkheden, die gekomen zijn met de beheersing door de mens van de groeihormonen, waardoor groeiprocessen door menselijk ingrijpen sterk kunnen worden versneld, en men zal tot de slotsom moeten komen dat deze ontwikkeling in de wetenschap, juist in verband met de aanstaande komst van antichrist, te denken geeft.
We weten dat Jezus Christus voortgekomen is uit het Joodse volk. Dit was logisch: het Joodse volk was en is het volk van God, het volk van belofte. Men zal mogen verwachten dat antichrist, die zoveel mogelijk een nabootsing zijn zal van Christus, óók op een of andere manier in dit volk zijn oorsprong hebben zal. Het is hier de plaats om een gebeurtenis aan te halen uit de tijd van de aartsvaders. Jacob had, naar het gebruik van zijn tijd, meer dan één vrouw. Maar er was één vrouw waar hij bijzonder veel van hield, en dat was Rachel.
Het spreekt vanzelf' dat Jacob en Rachel samen graag een zoon, een erfgenaam wilden hebben. Maar Rachel kreeg geen zoon, en daar hadden zij en Jacob natuurlijk veel verdriet van. Het wachten moe besloten ze op een dag dat de dienstmaagd van Rachel, Bilha, zou optreden als plaatsvervangster, en dat zij op de knieën van Rachel haar kind baren zou. Op de knieën van Rachel, dat betekende, dat haar kind als het kind van Rachel zou worden beschouwd.
Bilha baarde een zoon, Dan genaamd. Dan was een tussengeschovene. Duidelijk was er sprake van een ingrijpen van de mensen: men kon niet wachten op God; Gods plannen werden door de mensen doorkruist. God wilde Rachel héus wel een zoon schenken, en dat is later ook gebeurd. Rachel kréég een zoon, Jozef.
Opvallend is dat het geslacht van Dan een aparte plaats inneemt in het midden van Gods volk.
Bilha, Rachels dienstmeid, baarde een zoon, Dan genaamd. Dan was een tussengeschovene. Duidelijk was er sprake van een ingrijpen van de mensen: men kon niet wachten op God. Gods plannen werden door de mensen doorkruist. God wilde Rachel héus wel een zoon schenken, en dat is later ook gebeurd. Rachel kréég een zoon, Jozef. Hier rouwt Jacob om zijn zoon Jozef, die omgekomen zou zijn op weg naar Egypte.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jozef_(zoon_van_Jakob)
De geboorte van Dan kan worden gezien als een profetisch teken: Dan werd tussen geschoven, men kon de geboorte van Jozef niet afwachten.
Zo zal het ook zijn met de komst van antichrist: door toedoen van satan zal de antichrist worden tussen geschoven, voordat Christus, de Zoon van God zal verschijnen.
De macht waarvan de antichrist zich bedienen zal.
We hebben dus besproken hoe de antichrist er eventueel uit zou kunnen zien, waar zijn oorsprong verwacht kan worden. Tevens is al eerder aangeduid wat hij zal gaan ondernemen, in de laatste jaarweek. Verderop zullen we bij de laatste jaarweek gedetailleerder stilstaan.
Nogmaals mag hier worden gezegd dat, globaal, antichrist, de rechterhand van satan, eerst zich zal voordoen als de grote redder, als de Zoon van God, terwijl later over hem het oordeel komen zal, wanneer hij zal strijden tegen Jezus.
Antichrist komt, en hij zal heersen. Maar, dat doet hij niet alleen dat kan niet. Hij zal zich van een macht, van een reeds lang bestaand instituut, bedienen.
We hebben gezien dat het nieuwe verenigd Europa voor antichrist de vruchtbare voedingsbodem zal zijn waaraan hij zijn macht te danken zal hebben. Het nieuwe verenigd Europa echter zal een wat wankele macht zijn, moeilijk te hanteren. Want Europa bestaat immers uit landen die elkaar de eeuwen door bestreden hebben, en dit ook thans, ondanks hun roepen om een verenigd Europa, zichzelf als eerst belanghebbende zijn blijven zien.
Nee, er is een andere macht, een al lang bestaand instituut, veel geschikter om als instrument in de handen van de antichrist te dienen. En dat instituut is de Rooms-katholieke Kerk. Het is deze Kerk, die satan van het begin af aan, en niet zonder succes, heeft geprobeerd naar zijn hand te zetten. En het is weer deze Kerk die satan in de eindtijd naar zijn hand zal zetten, door de antichrist.
Zevenmaal bediende satan zich van aardse koninkrijken. Wij hebben dit gezien. Wij hebben gezien hoe zevenvoudig het Joodse volk getiranniseerd werd.
Maat de tirannieke rol van satan in deze oude stijl is nu uitgespeeld. Van de antichrist staat er geschreven dat hij verschillend zal zijn van de vorige aardse koninkrijken:
En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten val brengen (Daniël 7: 24).
Geen aards rijk in de oude zin van het woord zal het zijn waar de antichrist zich van bedienen gaat, maar in plaats daarvan komt een godsdienstige, een religieuze macht.
Dat antichrist met een religieuze macht zal opereren blijkt ook duidelijk uit wat de apostel Paulus zegt:
Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is ( 2 Thess. 2: 3,4).
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jozef_(zoon_van_Jakob)
De geboorte van Dan kan worden gezien als een profetisch teken: Dan werd tussen geschoven, men kon de geboorte van Jozef niet afwachten.
Zo zal het ook zijn met de komst van antichrist: door toedoen van satan zal de antichrist worden tussen geschoven, voordat Christus, de Zoon van God zal verschijnen.
De macht waarvan de antichrist zich bedienen zal.
We hebben dus besproken hoe de antichrist er eventueel uit zou kunnen zien, waar zijn oorsprong verwacht kan worden. Tevens is al eerder aangeduid wat hij zal gaan ondernemen, in de laatste jaarweek. Verderop zullen we bij de laatste jaarweek gedetailleerder stilstaan.
Nogmaals mag hier worden gezegd dat, globaal, antichrist, de rechterhand van satan, eerst zich zal voordoen als de grote redder, als de Zoon van God, terwijl later over hem het oordeel komen zal, wanneer hij zal strijden tegen Jezus.
Antichrist komt, en hij zal heersen. Maar, dat doet hij niet alleen dat kan niet. Hij zal zich van een macht, van een reeds lang bestaand instituut, bedienen.
We hebben gezien dat het nieuwe verenigd Europa voor antichrist de vruchtbare voedingsbodem zal zijn waaraan hij zijn macht te danken zal hebben. Het nieuwe verenigd Europa echter zal een wat wankele macht zijn, moeilijk te hanteren. Want Europa bestaat immers uit landen die elkaar de eeuwen door bestreden hebben, en dit ook thans, ondanks hun roepen om een verenigd Europa, zichzelf als eerst belanghebbende zijn blijven zien.
Nee, er is een andere macht, een al lang bestaand instituut, veel geschikter om als instrument in de handen van de antichrist te dienen. En dat instituut is de Rooms-katholieke Kerk. Het is deze Kerk, die satan van het begin af aan, en niet zonder succes, heeft geprobeerd naar zijn hand te zetten. En het is weer deze Kerk die satan in de eindtijd naar zijn hand zal zetten, door de antichrist.
Zevenmaal bediende satan zich van aardse koninkrijken. Wij hebben dit gezien. Wij hebben gezien hoe zevenvoudig het Joodse volk getiranniseerd werd.
Maat de tirannieke rol van satan in deze oude stijl is nu uitgespeeld. Van de antichrist staat er geschreven dat hij verschillend zal zijn van de vorige aardse koninkrijken:
En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten val brengen (Daniël 7: 24).
Geen aards rijk in de oude zin van het woord zal het zijn waar de antichrist zich van bedienen gaat, maar in plaats daarvan komt een godsdienstige, een religieuze macht.
Dat antichrist met een religieuze macht zal opereren blijkt ook duidelijk uit wat de apostel Paulus zegt:
Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is ( 2 Thess. 2: 3,4).
De antichrist zal zichzelf voordoen als de oorlogsleider, die de christenheid van de ondergang uit de wereldchaos zal redden van het duivelse kwaad.
(afb.: https://ascruzadas.blogspot.com/.../ricardo-coracao-de-)
De antichrist zal dus vanuit de kerk opereren, zich van de kerk, de Rooms-katholieke kerk, bedienen, en niet meer van een werelds rijk. Na de zeven van satan zal de één van antichrist volgen.
Volstrekt onjuist zou het zijn indien men de indruk had dat het de Rooms-katholieke kerk is die als de grote boosdoenster gezien moet worden. Deze kerk en haar volgelingen zullen eerder slachtoffer zijn dan initiatiefnemer. Gelijk mag er hier op worden gewezen dat de andere kerken niet veel beter zijn dan de Rooms-Katholieke. Dat antichrist deze kerk zal kunnen gebruiken, komt omdat zij in de christelijke wereld nog het meest een eenheid is, het meest totalitair is. De leegheid van binnenuit bestaat in andere kerken evenzeer; het verschil van deze kerken met de Rooms-katholieke is, dat zij door innerlijke verdeeldheid zélfs niet eens meer een vuist kunnen maken, zélfs geen eigen gezicht meer hebben. Tekenend is dan ook het tegenwoordig veel voorkomend denkbeeld van de oecumene: langzamerhand vervaagt de kritische zin. Minder en minder slaagt men erin om echt van onecht te onderscheiden. Tegelijk met de tendens tot Bijbelkritiek, dat is: tot het afzwakken van de betekenis van Gods Woord, deed de oecumene zijn intrede. In plaats van op zijn hoede te zijn flirt men met allerlei wind van leer. En het onderscheidingsvermogen wordt langzamerhand minder. Totdat men in de eindtijd zelfs niet meer in staat zal zijn om de antichrist van de ware Christus te onderscheiden.
Het eerste driekwart gedeelte van de tijd dat het Christendom bestaan heeft tot nu toe, was erin West-Europa maar één christelijke kerk, en dat was de kerk die wij kennen als de Rooms-katholieke.
Zeer veel voortreffelijke mensen, oprechte en gelovige Christenen heeft deze kerk onder haar volgelingen gehad. Zeer veel goede werken ook zijn door en in naam van de Rooms-katholieke kerk verricht.
Maar, vrijwel van het begin afaan heeft satan geprobeerd binnen te dringen in deze kerk, en dat is hem ook gelukt. Want naast de talloze goede dingen, zijn er ook talrijke verkeerde zaken aanwijsbaar in de geschiedenis van de Rooms-katholieke kerk.
De fouten die gemaakt zijn door de kerk van Rome vallen in twee groepen uiteen. In de eerste plaats zijn daar de vele punten waarop van de ware leer, van de bron, van het Woord van God is afgeweken. Enkele voorbeelden zullen we daarvan straks zien.
In de tweede plaats heeft de Rooms-katholieke kerk zich de eeuwen door een grote schuld op de hals gehaald door haar optreden tegen Gods volk, de Joden. Nu is het beslist niet zo dat de Rooms-katholieke kerk hierin alleen stond: vele protestanten zijn ook antisemiet geweest in hun kortzichtigheid. Verder opereerden de grootste vijanden van de Joden tot nu toe, de nazi's, óók niet onder het vaandel van Rome. Maar dat neemt allemaal niet weg dat juist déze kerk, als instituut, maatregelen heeft genomen die rechtstreeks tegen het Joodse volk gericht waren.
Lang heeft het niet geduurd, voordat satan de Rooms-katholieke kerk in zijn macht had. Toen het heidense Romeinse Rijk onder Constantijn de Grote het Christendom als godsdienst had toegelaten, en later onder Theodosius de katholieke leer als staatsgodsdienst gekregen had, betekende dat niet dat het met het heidendom afgelopen was. Integendeel: spoedig doken de oude heidense gebruiken weer op. Datgene wat men vanouds gewend was geweest, blééf feitelijk, maar kreeg nu alleen een christelijk vernisje. Men kan zeggen dat de keizercultus vervangen werd door een Christuscultus!
(afb.: https://ascruzadas.blogspot.com/.../ricardo-coracao-de-)
De antichrist zal dus vanuit de kerk opereren, zich van de kerk, de Rooms-katholieke kerk, bedienen, en niet meer van een werelds rijk. Na de zeven van satan zal de één van antichrist volgen.
Volstrekt onjuist zou het zijn indien men de indruk had dat het de Rooms-katholieke kerk is die als de grote boosdoenster gezien moet worden. Deze kerk en haar volgelingen zullen eerder slachtoffer zijn dan initiatiefnemer. Gelijk mag er hier op worden gewezen dat de andere kerken niet veel beter zijn dan de Rooms-Katholieke. Dat antichrist deze kerk zal kunnen gebruiken, komt omdat zij in de christelijke wereld nog het meest een eenheid is, het meest totalitair is. De leegheid van binnenuit bestaat in andere kerken evenzeer; het verschil van deze kerken met de Rooms-katholieke is, dat zij door innerlijke verdeeldheid zélfs niet eens meer een vuist kunnen maken, zélfs geen eigen gezicht meer hebben. Tekenend is dan ook het tegenwoordig veel voorkomend denkbeeld van de oecumene: langzamerhand vervaagt de kritische zin. Minder en minder slaagt men erin om echt van onecht te onderscheiden. Tegelijk met de tendens tot Bijbelkritiek, dat is: tot het afzwakken van de betekenis van Gods Woord, deed de oecumene zijn intrede. In plaats van op zijn hoede te zijn flirt men met allerlei wind van leer. En het onderscheidingsvermogen wordt langzamerhand minder. Totdat men in de eindtijd zelfs niet meer in staat zal zijn om de antichrist van de ware Christus te onderscheiden.
Het eerste driekwart gedeelte van de tijd dat het Christendom bestaan heeft tot nu toe, was erin West-Europa maar één christelijke kerk, en dat was de kerk die wij kennen als de Rooms-katholieke.
Zeer veel voortreffelijke mensen, oprechte en gelovige Christenen heeft deze kerk onder haar volgelingen gehad. Zeer veel goede werken ook zijn door en in naam van de Rooms-katholieke kerk verricht.
Maar, vrijwel van het begin afaan heeft satan geprobeerd binnen te dringen in deze kerk, en dat is hem ook gelukt. Want naast de talloze goede dingen, zijn er ook talrijke verkeerde zaken aanwijsbaar in de geschiedenis van de Rooms-katholieke kerk.
De fouten die gemaakt zijn door de kerk van Rome vallen in twee groepen uiteen. In de eerste plaats zijn daar de vele punten waarop van de ware leer, van de bron, van het Woord van God is afgeweken. Enkele voorbeelden zullen we daarvan straks zien.
In de tweede plaats heeft de Rooms-katholieke kerk zich de eeuwen door een grote schuld op de hals gehaald door haar optreden tegen Gods volk, de Joden. Nu is het beslist niet zo dat de Rooms-katholieke kerk hierin alleen stond: vele protestanten zijn ook antisemiet geweest in hun kortzichtigheid. Verder opereerden de grootste vijanden van de Joden tot nu toe, de nazi's, óók niet onder het vaandel van Rome. Maar dat neemt allemaal niet weg dat juist déze kerk, als instituut, maatregelen heeft genomen die rechtstreeks tegen het Joodse volk gericht waren.
Lang heeft het niet geduurd, voordat satan de Rooms-katholieke kerk in zijn macht had. Toen het heidense Romeinse Rijk onder Constantijn de Grote het Christendom als godsdienst had toegelaten, en later onder Theodosius de katholieke leer als staatsgodsdienst gekregen had, betekende dat niet dat het met het heidendom afgelopen was. Integendeel: spoedig doken de oude heidense gebruiken weer op. Datgene wat men vanouds gewend was geweest, blééf feitelijk, maar kreeg nu alleen een christelijk vernisje. Men kan zeggen dat de keizercultus vervangen werd door een Christuscultus!
In de vierde eeuw kwam voor de christenen in het Romeinse Rijk een totale omslag: keizer Constantijn I (die regeerde van 306 tot 337) bekeerde zich tot het christelijke geloof, en onder zijn opvolger keizer Theodosius I (379-395) werd het christendom verheven tot de staatsgodsdienst van het Romeinse rijk.
(afb.: biblelight.net/666)
De Christelijke kerk verslingerde zich weer aan de beeldendienst, zoals het heidense Rome er zich aan verslingerd had. In naam was men christelijk, in feite leefde men dwars tegen de Bijbel, tegen Gods Woord in. Want in Exodus staat immers, bij de Tien Geboden:
Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten (Exodus 20: 3-5).
Duidelijker kan het niet. Maar in de Rooms-katholieke kerk werden wél gesneden beelden aanbeden. En wie daaraan niet wenste mee te doen, die moest dat aan den lijve ondervinden
Een andere misstand in de Rooms-katholieke kerk is de verering van Maria. Er is natuurlijk niets op tegen wanneer men voor Maria, de moeder van Christus, grote eerbied heeft. Maar deze eerbied is in de Rooms-katholieke kerk uitgegroeid tot een grenzeloze verering die een rechtstreekse voortzetting lijkt van de verering van de vroegere heidense vruchtbaarheidsgodinnen. Het ergste bij dit alles is, dat Jezus Christus bij velen als het ware opzij is geschoven: men is Maria gaan beschouwen als tussenpersoon bij uitstek tussen God en mensen. En dit, terwijl Jezus zélf gezegd heeft:
„Niemand komt tot de Vader dan door Mij. " Johannes 14 : 6
Evenals de hier genoemde dwalingen stamt ook de anti-Joodse houding van de Rooms-katholieke kerk reeds uit zeer oude tijd. Reeds op het eerste Concilie van Nicaea, in de vierde eeuw na Christus, kwam het tot een breuk tussen de Joden en de Christelijke Kerk. Een tijdperk van discriminerende maatregelen en vervolgingen brak aan.
In de Middeleeuwen werd dat er niet beter op. De kruistochten,die bedoeld waren als een voorbeeld van vroomheid, waren in werkelijkheid moordpartijen waarbij vooral de Joden het moesten ontgelden. Men eiste als het ware het Heilige Land op als „eigendom" van de kerk, met voorbijgaan van Gods volk. Verder waren de van brandende geloofsijver vervulde kruisridders ook niet te goed om op hun tochten naar Jeruzalem onderweg in het Rijnland enkele pogroms te organiseren.
Beschamend dieptepunt in het gedrag van de Rooms-katholieke kerk tegenover de Joden was wel de beslissing op het Concilie van 1215, waarmee de gele lap werd ingevoerd. Een lap, in de kleur van de haat, die als „schandeteken" door de doden gedragen moest worden, zoals onder Hitler de Jodenster.
Tekenend is het dat de Joden die in de 17e eeuw uit Oost-Europa moesten vluchten, in het toen protestantse Nederland hun heenkomen zochten. Eerder al waren de Joden uit het zeer katholieke Spanje verdreven, nadat zij onder de heerschappij van de Mohammedaanse moslims een tijdlang redelijk goed waren behandeld.
De, op zijn zachtst gesproken, negatieve houding van de Rooms-kathoiieke kerk tegenover het Joodse volk duurt tot op de dag van vandaag voort. Rome wil niets liever dan een losweken van de stad Jeruzalem uit het land Israël, met als gevolg een internationalisatie van de heilige plaatsen. In verkapte vorm ongeveer hetzelfde wat de kruisridders voor ogen stond. Men zou denken dat ze in Rome de Bijbel niet lezen, want dan zou men toch moeten weten dat Jeruzalem het onvervreemdbaar middelpunt is van Israël, het thans herstelde Land van Belofte is.
Nu zijn er binnen de Rooms-katholieke Kerk altijd wel mensen geweest, men mag zelfs aannemen nogal veel, die inzagen dat het de verkeerde kant opging. Maar het waren er maar enkelen die de moed hadden om de kerk openlijk op haar fouten te wijzen. En die werden dan ook dikwijls prompt door de kerk, die geen tegenstanders duldde, uitgeroeid.
Johannes Hus is een bekend voorbeeld van iemand die zijn openlijk zoeken naar waarheid en waarachtigheid met de ciood op de brandstapel bekopen moest.
Steeds groter werd overigens gedurende de Middeleeuwen de wanorde in de Rooms-katholieke kerk. Omstreeks het jaar 1500 was het een grenzeloze bende. Zeer berucht uit die tijd zijn de manipulaties met de aflaten. Door het betalen van geld, dat natuurlijk in de zakken van de heren uit Rume belandde, kon men vergeving van zonde kopen.
In deze tijd juist heeft Luther, zelf aanvankelijk een Roomskatholieke geestelijke, met het vastspijkeren van zijn stellingen aan de kerk van Wittenberg de Reformatie op gang gebracht. De tijd bleek rijp te zijn: velen verlieten de kerk van Rome en volgden Luther op de weg terug naar de Bron, de Bijbel
(afb.: biblelight.net/666)
De Christelijke kerk verslingerde zich weer aan de beeldendienst, zoals het heidense Rome er zich aan verslingerd had. In naam was men christelijk, in feite leefde men dwars tegen de Bijbel, tegen Gods Woord in. Want in Exodus staat immers, bij de Tien Geboden:
Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten (Exodus 20: 3-5).
Duidelijker kan het niet. Maar in de Rooms-katholieke kerk werden wél gesneden beelden aanbeden. En wie daaraan niet wenste mee te doen, die moest dat aan den lijve ondervinden
Een andere misstand in de Rooms-katholieke kerk is de verering van Maria. Er is natuurlijk niets op tegen wanneer men voor Maria, de moeder van Christus, grote eerbied heeft. Maar deze eerbied is in de Rooms-katholieke kerk uitgegroeid tot een grenzeloze verering die een rechtstreekse voortzetting lijkt van de verering van de vroegere heidense vruchtbaarheidsgodinnen. Het ergste bij dit alles is, dat Jezus Christus bij velen als het ware opzij is geschoven: men is Maria gaan beschouwen als tussenpersoon bij uitstek tussen God en mensen. En dit, terwijl Jezus zélf gezegd heeft:
„Niemand komt tot de Vader dan door Mij. " Johannes 14 : 6
Evenals de hier genoemde dwalingen stamt ook de anti-Joodse houding van de Rooms-katholieke kerk reeds uit zeer oude tijd. Reeds op het eerste Concilie van Nicaea, in de vierde eeuw na Christus, kwam het tot een breuk tussen de Joden en de Christelijke Kerk. Een tijdperk van discriminerende maatregelen en vervolgingen brak aan.
In de Middeleeuwen werd dat er niet beter op. De kruistochten,die bedoeld waren als een voorbeeld van vroomheid, waren in werkelijkheid moordpartijen waarbij vooral de Joden het moesten ontgelden. Men eiste als het ware het Heilige Land op als „eigendom" van de kerk, met voorbijgaan van Gods volk. Verder waren de van brandende geloofsijver vervulde kruisridders ook niet te goed om op hun tochten naar Jeruzalem onderweg in het Rijnland enkele pogroms te organiseren.
Beschamend dieptepunt in het gedrag van de Rooms-katholieke kerk tegenover de Joden was wel de beslissing op het Concilie van 1215, waarmee de gele lap werd ingevoerd. Een lap, in de kleur van de haat, die als „schandeteken" door de doden gedragen moest worden, zoals onder Hitler de Jodenster.
Tekenend is het dat de Joden die in de 17e eeuw uit Oost-Europa moesten vluchten, in het toen protestantse Nederland hun heenkomen zochten. Eerder al waren de Joden uit het zeer katholieke Spanje verdreven, nadat zij onder de heerschappij van de Mohammedaanse moslims een tijdlang redelijk goed waren behandeld.
De, op zijn zachtst gesproken, negatieve houding van de Rooms-kathoiieke kerk tegenover het Joodse volk duurt tot op de dag van vandaag voort. Rome wil niets liever dan een losweken van de stad Jeruzalem uit het land Israël, met als gevolg een internationalisatie van de heilige plaatsen. In verkapte vorm ongeveer hetzelfde wat de kruisridders voor ogen stond. Men zou denken dat ze in Rome de Bijbel niet lezen, want dan zou men toch moeten weten dat Jeruzalem het onvervreemdbaar middelpunt is van Israël, het thans herstelde Land van Belofte is.
Nu zijn er binnen de Rooms-katholieke Kerk altijd wel mensen geweest, men mag zelfs aannemen nogal veel, die inzagen dat het de verkeerde kant opging. Maar het waren er maar enkelen die de moed hadden om de kerk openlijk op haar fouten te wijzen. En die werden dan ook dikwijls prompt door de kerk, die geen tegenstanders duldde, uitgeroeid.
Johannes Hus is een bekend voorbeeld van iemand die zijn openlijk zoeken naar waarheid en waarachtigheid met de ciood op de brandstapel bekopen moest.
Steeds groter werd overigens gedurende de Middeleeuwen de wanorde in de Rooms-katholieke kerk. Omstreeks het jaar 1500 was het een grenzeloze bende. Zeer berucht uit die tijd zijn de manipulaties met de aflaten. Door het betalen van geld, dat natuurlijk in de zakken van de heren uit Rume belandde, kon men vergeving van zonde kopen.
In deze tijd juist heeft Luther, zelf aanvankelijk een Roomskatholieke geestelijke, met het vastspijkeren van zijn stellingen aan de kerk van Wittenberg de Reformatie op gang gebracht. De tijd bleek rijp te zijn: velen verlieten de kerk van Rome en volgden Luther op de weg terug naar de Bron, de Bijbel
Maarten Luther spijkerde zijn 95 stellingen aan de deur van de slotkapel te Wittenberg en pleitte daarmee voor het feit dat de Rooms-katholieke kerk terug moest keren naar de bron van het christelijk geloof, de Bijbel.
(afb.: www.isgeschiedenis.nl › Luther | 500 jaar Reformatie)
Zo goed als de Rooms-katholieke kerk eerder niet had willen toestaan dat mannen als Hus openlijk kritiek leverden, zo liet zij ook nu niet toe dat de mensen de kerk verlieten.
Ook thans zette zij, en nu op grote schaal, een jacht op touw naar hen die de waarheid wilden.
De Rooms-katholieke kerk zag haar greep op de wereld, die na de Middeleeuwen toch al minder stevig geworden was, verder bedreigd door de Reformatie, en zij stelde zich daartegen teweer. In de tijd van de Reformatie juist werd een heel belangrijke orde gesticht, de Jezuïetenorde van Ignatius de Loyola.
Deze orde streefde naar wereldheerschappij, en een van haar belangrijkste doelen was, uiteraard, de afrekening met het protestantisme. Aldus werd de Jezuïetenorde de leidende kracht in de Contra-Reformatie. Hij ging vooraan in de strijd tegen de „ketters". En dat alles onder de vlag van Jezus; de naam Christus was de vlag met die een wel heel bijzonder dubieuze lading moest dekken.
Na de Reformatie kwam ook het bekende Concilie van Trente. Op deze reeks bijeenkomsten werd de basisgedachte van de Reformatie openlijk bestreden, de banvloek werd erover uitgesproken.
Opnieuw streed de Rooms-Katholieke Kerk tegen de waarheid, wilde zij haar dwaalleer opdringen aan de mensen. Steeds opnieuw is dit gebeurd, steeds verder is de kerk afgeraakt van God.
Een nieuw dieptepunt kwam in het jaar 1870. Toen kondigde paus Pius IX het leerstuk van de pauselijke onfeilbaarheid af. In bepaalde omstandigheden zou het woord van de paus in bepaalde geloofszaken onfeilbaar zijn. Het scheen alsof de paus zich op de hoogte van God wilde stellen. En gelijk God willen zijn, dat is een grote zonde. Een zonde die reeds Adam in het paradijs bedreef door te eten van de verboden boom.
Nog eens opnieuw moet gezegd dat er binnen de Rooms-katholieke kerk veel goede mensen en heel veel goede dingen vallen aan te wijzen. Het is juist de tragiek van déze kerk dat zij door satan misbruikt is en wordt, dat het juist deze kerk is die iedere keer weerde weg wordt opgedreven van de machtswellust.
Tijdens de Reformatie werd de Jezuïetenorde opgericht. Vier eeuwen later is er een andere organisatie in het leven geroepen, óók in Spanje, vergelijkbaar met de Jezuïetenorde: Opus Dei. Letterlijk betekent Opus Dei: Werk van God. Daarmee is tevens aangegeven wat Opus Dei wil trachten te zijn: een verlengstukje van de hand van God.
Werd door de Jezuïetenorde geschermd met de naam van Jezus, Opus Dei voert de naam van God in haar vaandel. In deze organisatie, die in het jaar 1950 door paus Pius XII erkend werd, zitten veel briljante mensen, hoogontwikkelden, mensen met vaak invloedrijke posities. Het schijnt dat het ook deze organisatie weer te doen is om invloed, dat wil zeggen macht. Opus Dei heeft inmiddels ook de nodige bezittingen verworven, en heeft hier en daar in de wereld al veel invloed.
De Rooms-katholieke kerk is een zeer oud en gevestigd instituut, dat een grote invloedssfeer heeft, en dat in de Jezuïetenorde en Opus Dei twee fikse grijparmen heeft. Een instituut dat van het begin van haar vestiging af door satan misbruikt is. En dat met een bedoeling: satan was het erom te doen om deze kerk rijp te maken om in de eindtijd te kunnen dienen als instrument van antichrist.
In de Openbaring van Johannes wordt het instrument waarvan antichrist zich bedienen zal, de Rooms- katholieke kerk, treffend aangeduid. In zijn visioenen zag de apostel het volgende:
En ik zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee horens als die van het Lam, en het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest voor diens ogen uit. En het bewerkt, dat de aarde en zij, die daarop wonen, het eerste beest zullen aanbidden, welks dodelijke wond genezen was. En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel doet nederdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tot hen, die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest, dat de wond van het zwaard had en (weer) levend geworden is. En hem werd gegeven om aan het beeld van het beest een geest te schenken, zodat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken dat allen, die het beeld van het beest niet aanbaden, gedood werden (Openb. 13: 11-15).
Na het eerste beest dat Johannes zag, waarover al eerder gesproken is, na de antichrist dus, zag de apostel nog een tweede beest. Dit beest kwam niet op uit de zee, zoals de antichrist, maar uit de aarde. Duidelijk blijkt uit de hier aangehaalde tekst dat het tweede beest volledig ten dienste van het eerste staat. Het tweede beest zal maken dat de aarde het eerste beest aanbidt. Het is als het ware de eerste minister van het eerste beest, van de antichrist. Het tweede beest is het ook dat er voor zorgt dat van het eerste beest een beeld gemaakt wordt. Natuurlijk: de eeuwen door is de Rooms-katholieke kerk in de ban van de beeldendienst geweest, en het is waarschijnlijk dat de beeldenmakerij in de eindtijd ook van haar uit gaat. Het tweede beest zal het ook zijn die het beeld van het eerste beest een geest geven zal, en het beeld zal spreken.
Het is deze beeldenmakerij die ten slotte leiden zal tot de totale afrekening die komen moet als vergelding voor de dwalingen van de Roomskatholieke leer. Deze beeldenmakerij, geïnspireerd door antichrist en uitgevoerd onder leiding van de Rooms-katholieke kerk zal op een bestraffing uitlopen.
De antichrist is een nabootsing van Jezus Christus. Het beeld van het beest kan men zien als de anti-Adam.
Een parallel valt hier te trekken: enerzijds zijn daar Adam en Christus, twee scheppingen van God. Daar tegenover komen in de eindtijd de antichrist en anti-Adam, twee scheppingen van de mens, door satan geïnspireerd.
Hoe moeten we ons het beeld van het beest voorstellen? Erg moeilijk is het niet, om zich daarvan een voorstelling te maken. We leven in de tijd van de onbegrensde mogelijkheden. De robot is allang geen fantasiefiguur meer. Alle dingen die in de tijd van Jules Verne nog voor onmogelijk, nog voor ongebreidelde fantasie werden gehouden, zijn nu binnen bereik van het menselijk kunnen gekomen. Bij het beeld dat gemaakt gaat worden van het beest moet men denken aan iets, aan een schijnbaar menselijke „vinding", die de mensen boven het hoofd gaat groeien, die de mensen niet meer kunnen beheersen. Het beeld zal gaan zeggen wat er gebeuren moet.
Het beeld is de valse profeet. Het is de verpersoonlijking van de leugengeest die alle eeuwen door geheerst heeft in de Rooms-katholieke kerk. De leugen zal de Rooms-katholieke kerk boven het hoofd groeien, de baas worden. En deze valse profeet, dit beeld, zal door ieder aanbeden moeten worden, de Openbaring van Johannes zegt dit. Wie die aanbidding weigert zal worden gedood.
Tegelijk mogen we hier nog wijzen op de bijzonder karakteristieke tekening die de apostel Johannes geeft van de Rooms-katholieke Kerk, het gereedschap van antichrist. Hij zegt dat het beest uit de aarde, dat deze kerk voorstelt, „twee hoorns, als die van het Lam", heeft. Wij merkten reeds op, dat de Roomskatholieke kerk „gesierd" wordt door twee organisaties, de Jezuïetenorde en Opus Dei, die hun praktijken uitoefenen onder de namen van God Zelf en van Jezus. Twee hoorns, als die van het Lam zeker, deze twee groeperingen proberen stellig om er naar buiten toe uit te zien als „hoorns van het Lam".
(afb.: www.isgeschiedenis.nl › Luther | 500 jaar Reformatie)
Zo goed als de Rooms-katholieke kerk eerder niet had willen toestaan dat mannen als Hus openlijk kritiek leverden, zo liet zij ook nu niet toe dat de mensen de kerk verlieten.
Ook thans zette zij, en nu op grote schaal, een jacht op touw naar hen die de waarheid wilden.
De Rooms-katholieke kerk zag haar greep op de wereld, die na de Middeleeuwen toch al minder stevig geworden was, verder bedreigd door de Reformatie, en zij stelde zich daartegen teweer. In de tijd van de Reformatie juist werd een heel belangrijke orde gesticht, de Jezuïetenorde van Ignatius de Loyola.
Deze orde streefde naar wereldheerschappij, en een van haar belangrijkste doelen was, uiteraard, de afrekening met het protestantisme. Aldus werd de Jezuïetenorde de leidende kracht in de Contra-Reformatie. Hij ging vooraan in de strijd tegen de „ketters". En dat alles onder de vlag van Jezus; de naam Christus was de vlag met die een wel heel bijzonder dubieuze lading moest dekken.
Na de Reformatie kwam ook het bekende Concilie van Trente. Op deze reeks bijeenkomsten werd de basisgedachte van de Reformatie openlijk bestreden, de banvloek werd erover uitgesproken.
Opnieuw streed de Rooms-Katholieke Kerk tegen de waarheid, wilde zij haar dwaalleer opdringen aan de mensen. Steeds opnieuw is dit gebeurd, steeds verder is de kerk afgeraakt van God.
Een nieuw dieptepunt kwam in het jaar 1870. Toen kondigde paus Pius IX het leerstuk van de pauselijke onfeilbaarheid af. In bepaalde omstandigheden zou het woord van de paus in bepaalde geloofszaken onfeilbaar zijn. Het scheen alsof de paus zich op de hoogte van God wilde stellen. En gelijk God willen zijn, dat is een grote zonde. Een zonde die reeds Adam in het paradijs bedreef door te eten van de verboden boom.
Nog eens opnieuw moet gezegd dat er binnen de Rooms-katholieke kerk veel goede mensen en heel veel goede dingen vallen aan te wijzen. Het is juist de tragiek van déze kerk dat zij door satan misbruikt is en wordt, dat het juist deze kerk is die iedere keer weerde weg wordt opgedreven van de machtswellust.
Tijdens de Reformatie werd de Jezuïetenorde opgericht. Vier eeuwen later is er een andere organisatie in het leven geroepen, óók in Spanje, vergelijkbaar met de Jezuïetenorde: Opus Dei. Letterlijk betekent Opus Dei: Werk van God. Daarmee is tevens aangegeven wat Opus Dei wil trachten te zijn: een verlengstukje van de hand van God.
Werd door de Jezuïetenorde geschermd met de naam van Jezus, Opus Dei voert de naam van God in haar vaandel. In deze organisatie, die in het jaar 1950 door paus Pius XII erkend werd, zitten veel briljante mensen, hoogontwikkelden, mensen met vaak invloedrijke posities. Het schijnt dat het ook deze organisatie weer te doen is om invloed, dat wil zeggen macht. Opus Dei heeft inmiddels ook de nodige bezittingen verworven, en heeft hier en daar in de wereld al veel invloed.
De Rooms-katholieke kerk is een zeer oud en gevestigd instituut, dat een grote invloedssfeer heeft, en dat in de Jezuïetenorde en Opus Dei twee fikse grijparmen heeft. Een instituut dat van het begin van haar vestiging af door satan misbruikt is. En dat met een bedoeling: satan was het erom te doen om deze kerk rijp te maken om in de eindtijd te kunnen dienen als instrument van antichrist.
In de Openbaring van Johannes wordt het instrument waarvan antichrist zich bedienen zal, de Rooms- katholieke kerk, treffend aangeduid. In zijn visioenen zag de apostel het volgende:
En ik zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee horens als die van het Lam, en het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest voor diens ogen uit. En het bewerkt, dat de aarde en zij, die daarop wonen, het eerste beest zullen aanbidden, welks dodelijke wond genezen was. En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel doet nederdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tot hen, die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest, dat de wond van het zwaard had en (weer) levend geworden is. En hem werd gegeven om aan het beeld van het beest een geest te schenken, zodat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken dat allen, die het beeld van het beest niet aanbaden, gedood werden (Openb. 13: 11-15).
Na het eerste beest dat Johannes zag, waarover al eerder gesproken is, na de antichrist dus, zag de apostel nog een tweede beest. Dit beest kwam niet op uit de zee, zoals de antichrist, maar uit de aarde. Duidelijk blijkt uit de hier aangehaalde tekst dat het tweede beest volledig ten dienste van het eerste staat. Het tweede beest zal maken dat de aarde het eerste beest aanbidt. Het is als het ware de eerste minister van het eerste beest, van de antichrist. Het tweede beest is het ook dat er voor zorgt dat van het eerste beest een beeld gemaakt wordt. Natuurlijk: de eeuwen door is de Rooms-katholieke kerk in de ban van de beeldendienst geweest, en het is waarschijnlijk dat de beeldenmakerij in de eindtijd ook van haar uit gaat. Het tweede beest zal het ook zijn die het beeld van het eerste beest een geest geven zal, en het beeld zal spreken.
Het is deze beeldenmakerij die ten slotte leiden zal tot de totale afrekening die komen moet als vergelding voor de dwalingen van de Roomskatholieke leer. Deze beeldenmakerij, geïnspireerd door antichrist en uitgevoerd onder leiding van de Rooms-katholieke kerk zal op een bestraffing uitlopen.
De antichrist is een nabootsing van Jezus Christus. Het beeld van het beest kan men zien als de anti-Adam.
Een parallel valt hier te trekken: enerzijds zijn daar Adam en Christus, twee scheppingen van God. Daar tegenover komen in de eindtijd de antichrist en anti-Adam, twee scheppingen van de mens, door satan geïnspireerd.
Hoe moeten we ons het beeld van het beest voorstellen? Erg moeilijk is het niet, om zich daarvan een voorstelling te maken. We leven in de tijd van de onbegrensde mogelijkheden. De robot is allang geen fantasiefiguur meer. Alle dingen die in de tijd van Jules Verne nog voor onmogelijk, nog voor ongebreidelde fantasie werden gehouden, zijn nu binnen bereik van het menselijk kunnen gekomen. Bij het beeld dat gemaakt gaat worden van het beest moet men denken aan iets, aan een schijnbaar menselijke „vinding", die de mensen boven het hoofd gaat groeien, die de mensen niet meer kunnen beheersen. Het beeld zal gaan zeggen wat er gebeuren moet.
Het beeld is de valse profeet. Het is de verpersoonlijking van de leugengeest die alle eeuwen door geheerst heeft in de Rooms-katholieke kerk. De leugen zal de Rooms-katholieke kerk boven het hoofd groeien, de baas worden. En deze valse profeet, dit beeld, zal door ieder aanbeden moeten worden, de Openbaring van Johannes zegt dit. Wie die aanbidding weigert zal worden gedood.
Tegelijk mogen we hier nog wijzen op de bijzonder karakteristieke tekening die de apostel Johannes geeft van de Rooms-katholieke Kerk, het gereedschap van antichrist. Hij zegt dat het beest uit de aarde, dat deze kerk voorstelt, „twee hoorns, als die van het Lam", heeft. Wij merkten reeds op, dat de Roomskatholieke kerk „gesierd" wordt door twee organisaties, de Jezuïetenorde en Opus Dei, die hun praktijken uitoefenen onder de namen van God Zelf en van Jezus. Twee hoorns, als die van het Lam zeker, deze twee groeperingen proberen stellig om er naar buiten toe uit te zien als „hoorns van het Lam".
De vrijmetselarij of maçonnerie is een internationaal verbreide en regionaal gestructureerde broederschap van mensen die streven naar geestelijke en morele verheffing, onderlinge waardering en wederzijdse hulp (midden is wapenschild van de Jezuietenorde). Haar leden worden vrijmetselaren (Engels: freemasons) of maçons genoemd. De vermoedelijke afkomst van deze benaming komt van het Franse woord frère-maçons (letterlijk: broeder-bouwer), wat in de Anglo-Saksische vrijmetselarij verbasterd werd tot freemason. De leden onderling spreken elkaar aan met broeder (of zuster indien in de gemengde of vrouwelijke vrijmetselarij). De Jezuietenorde is het grootste genootschap met rituelen en is wereldwijd verspreid. Zij is een militaire orde in dienst van het Vaticaan.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jezuïeten)
De ziener van Patmos, de apostel Johannes, heeft de Roomskatholieke Kerk ook nog in een andere gedaante gezien dan die van een beest. Op een andere plaats in de Openbaring lezen we hoe Johannes visioenen had over de grote hoer. Uit alles blijkt dat met deze hoer hetzelfde bedoeld wordt als met het beest van hoofdstuk 13, het beest dat uit de aarde opkwam.
We lezen in het zeventiende hoofdstuk van het laatste Bijbelboek:
En hij voerde mij in de geest weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en tien horens. En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij (Openb. 17: 3, 4).
De hoer zit in het visioen van Johannes op het beest met de tien hoorns en de zeven hoofden, dat is: op antichrist. Het beest antichrist leidt de hoer, zij gaat waar hij wil gaan.
De Rooms-Katholieke Kerk gaat waar antichrist haar hebben wil. In het volgende vers lezen we:
En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde (Openb. 17: 5).
„Babylon" moet hier natuurlijk niet letterlijk worden genomen. Het oude Babylon, dat heeft gelegen in het gebied dat tegenwoordig Irak heet, bestaat niet meer en zal niet meer bestaan.
Met het Babylon van de eindtijd is Rome bedoeld, het hersteld Romeinse Rijk, het Rijk waarvan satan en antichrist zich zullen bedienen.
We lezen verder:
En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verbaasde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing (Openb. 17: 6).
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jezuïeten)
De ziener van Patmos, de apostel Johannes, heeft de Roomskatholieke Kerk ook nog in een andere gedaante gezien dan die van een beest. Op een andere plaats in de Openbaring lezen we hoe Johannes visioenen had over de grote hoer. Uit alles blijkt dat met deze hoer hetzelfde bedoeld wordt als met het beest van hoofdstuk 13, het beest dat uit de aarde opkwam.
We lezen in het zeventiende hoofdstuk van het laatste Bijbelboek:
En hij voerde mij in de geest weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en tien horens. En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij (Openb. 17: 3, 4).
De hoer zit in het visioen van Johannes op het beest met de tien hoorns en de zeven hoofden, dat is: op antichrist. Het beest antichrist leidt de hoer, zij gaat waar hij wil gaan.
De Rooms-Katholieke Kerk gaat waar antichrist haar hebben wil. In het volgende vers lezen we:
En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde (Openb. 17: 5).
„Babylon" moet hier natuurlijk niet letterlijk worden genomen. Het oude Babylon, dat heeft gelegen in het gebied dat tegenwoordig Irak heet, bestaat niet meer en zal niet meer bestaan.
Met het Babylon van de eindtijd is Rome bedoeld, het hersteld Romeinse Rijk, het Rijk waarvan satan en antichrist zich zullen bedienen.
We lezen verder:
En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verbaasde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing (Openb. 17: 6).
De Bijbel zegt in de Openbaring 17: 3-6: “En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en tien horens. 4 En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij. 5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde. 6 En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verbaasde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing”.
(afb.: www.thethirdangelsmessage.com)
Dat deze omschrijving van de Roomskatholieke kerk zeer juist is, hebben wij hierboven al mogen constateren. Het bloed der heiligen, het bloed van de kinderen van Gods volk kleeft in grote mate aan de handen der Rooms-katholieke kerk en haar dienaren.
Het zelfde geldt met betrekking tot de getuigen van Jezus: tallozen vielen door de Inquisitie, tallozen bekochten hun zin voor waarheid, hun gehoorzaamheid aan Gods Woord met de vuurdood.
De hoer, zo deelt Johannes mee, zit op het beest, zit op antichrist. Het beest, de antichrist, leidt haar. Waar het beest gaat, gaat zij. De hoer, de Rooms-katholieke kerk zal worden misbruikt. Duizenden en duizenden onschuldige mensen zullen worden misbruikt voor de duistere plannen van satan, zoals tallozen misbruikt zijn door Napoleon en Hitler.
En, de geschiedenis zal zich gaan herhalen: tweeduizend jaar geleden was het al Rome dat zich tegen Christus keerde. Christus, die geleden heeft onder de Romein Pontius Pilatus. Rome zal het zijn, Rome en Israël, net als toen.
De apostel Petrus heeft gezegd:
Want inderdaad zijn in deze stad vergaderd tegen uw heilige knecht Jezus, die Gij gezalfd hebt, Herodes zowel als Pontius Pilatus met de heidenen en de volken van Israel (Hand. 4: 27).
Rome en Israël, in de Oudheid en in de eindtijd. Maar er is een verschil. Want voor Rome zal het uitlopen op een oordeel, maar voor Israël op een voordeel. Rome zal ten onder gaan, Israël zal overwinnen.
Ziet het er nu zo hopeloos uit voor de Rooms-katholieke mensen. Helemaal niet. Net als overal elders is er ook hoop voor hen.
Binnen de Rooms-katholieke kerk kan men heden ten dage drie stromingen onderkennen.
In de eerste plaats is daar de stroming van het tot elke prijs willen vasthouden van de oude leer, de afvallige leer die de eeuwen door aangehangen is.
De leer die niet anders genoemd kan worden dan een dwaalleer, omdat zij in strijd is met het Woord van God.
Daarnaast is er een tweede stroming, de zogenaamde nieuwe richting. Het woord vrijzinnig is op deze stroming al niet eens meer van toepassing, omdat haar aanhangers niet alleen de oude normen overboord willen gooien, maar ook schijnen te willen overgaan tot een bagatellisering van Gods Woord.
Maar naast deze twee is er gelukkig binnen de Rooms-katholieke kerk ook een derde stroming, de stroming van de Bijbelgetrouwen. De Bijbel, het Woord van God, is en blijft voor hen de Bron.
Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus (Rom. 10: 17).
Zij die in het geloof op Jezus zien, zullen nooit beschaamd worden in hun geloof. Want zij zullen behoren tot de Gemeente van Jezus Christus. Zij zullen, voordat de oordelen in de eindtijd zich voltrekken, met de Gemeente worden weggerukt.
Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen (Openb. 3: 10).
(afb.: www.thethirdangelsmessage.com)
Dat deze omschrijving van de Roomskatholieke kerk zeer juist is, hebben wij hierboven al mogen constateren. Het bloed der heiligen, het bloed van de kinderen van Gods volk kleeft in grote mate aan de handen der Rooms-katholieke kerk en haar dienaren.
Het zelfde geldt met betrekking tot de getuigen van Jezus: tallozen vielen door de Inquisitie, tallozen bekochten hun zin voor waarheid, hun gehoorzaamheid aan Gods Woord met de vuurdood.
De hoer, zo deelt Johannes mee, zit op het beest, zit op antichrist. Het beest, de antichrist, leidt haar. Waar het beest gaat, gaat zij. De hoer, de Rooms-katholieke kerk zal worden misbruikt. Duizenden en duizenden onschuldige mensen zullen worden misbruikt voor de duistere plannen van satan, zoals tallozen misbruikt zijn door Napoleon en Hitler.
En, de geschiedenis zal zich gaan herhalen: tweeduizend jaar geleden was het al Rome dat zich tegen Christus keerde. Christus, die geleden heeft onder de Romein Pontius Pilatus. Rome zal het zijn, Rome en Israël, net als toen.
De apostel Petrus heeft gezegd:
Want inderdaad zijn in deze stad vergaderd tegen uw heilige knecht Jezus, die Gij gezalfd hebt, Herodes zowel als Pontius Pilatus met de heidenen en de volken van Israel (Hand. 4: 27).
Rome en Israël, in de Oudheid en in de eindtijd. Maar er is een verschil. Want voor Rome zal het uitlopen op een oordeel, maar voor Israël op een voordeel. Rome zal ten onder gaan, Israël zal overwinnen.
Ziet het er nu zo hopeloos uit voor de Rooms-katholieke mensen. Helemaal niet. Net als overal elders is er ook hoop voor hen.
Binnen de Rooms-katholieke kerk kan men heden ten dage drie stromingen onderkennen.
In de eerste plaats is daar de stroming van het tot elke prijs willen vasthouden van de oude leer, de afvallige leer die de eeuwen door aangehangen is.
De leer die niet anders genoemd kan worden dan een dwaalleer, omdat zij in strijd is met het Woord van God.
Daarnaast is er een tweede stroming, de zogenaamde nieuwe richting. Het woord vrijzinnig is op deze stroming al niet eens meer van toepassing, omdat haar aanhangers niet alleen de oude normen overboord willen gooien, maar ook schijnen te willen overgaan tot een bagatellisering van Gods Woord.
Maar naast deze twee is er gelukkig binnen de Rooms-katholieke kerk ook een derde stroming, de stroming van de Bijbelgetrouwen. De Bijbel, het Woord van God, is en blijft voor hen de Bron.
Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus (Rom. 10: 17).
Zij die in het geloof op Jezus zien, zullen nooit beschaamd worden in hun geloof. Want zij zullen behoren tot de Gemeente van Jezus Christus. Zij zullen, voordat de oordelen in de eindtijd zich voltrekken, met de Gemeente worden weggerukt.
Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen (Openb. 3: 10).
Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen.
(afb.: leerislam.com)
Samengaan van de hoer en de antichrist.
Bij Daniël lezen we het volgende:
En hij ( de antichrist) zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is (Daniël 9: 27).
Antichrist zal velen het verbond versterken één week. Dit is de laatste jaarweek, deze week. En op de helft van deze laatste jaarweek zal hij, antichrist, het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden.
Op de helft der laatste jaarweek, dat is na drie en een half jaar.
Deze eerste drie en een half jaar, deze eerste helft van de laatste jaarweek vormen het schijnvredetijdperk. Het is het tijdperk waarin antichrist pretenderen zal de incarnatie van de ware Christus zijn.
En de tien hoorns, die gij zaagt, en het beest, dezen zullen de hoer haten, en zij zullen haar berooid maken en naakt, haar vlees eten en haar met vuur verbranden (Openb. 17: 16).
En in Openbaring 18 en 19 de verzen 1 - 5 wordt dan verder het oordeel over de hoer beschreven.
Het is mogelijk dat op dit tijdstip, het tijdstip van de afrekening met de hoer, de valse profeet, het beeld van het beest, komen zal. Het zou kunnen zijn dat de incarnatie van de leugengeest de plaats inneemt van de hoer. De tweede helft van de laatste jaarweek, die begint met het oordeel over de hoer, zal eindigen met de strijd in Armageddon waar Christus zegevieren zal over de antichrist.
Deze tweede periode van drie en een halfjaar is de tijd waarover Daniël 7 : 26 spreekt:
Dan zal de vierschaar zich nederzetten, en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem verdelgen en vernietigen tot het einde (Daniël 7: 26).
Het is de tijd van de strijd tegen de antichrist, die zal eindigen met de overwinning van Jezus Christus.
Een onnatuurlijk monsterverbond.
Hij zal de wereld imponeren met zijn godsdienstig vertoon, en het gevolg zal zijn dat de grote oecumenische beweging zich onvoorwaardelijk aansluit bij deze zogenaamde verlicht denkende geest.
Echter deze antichrist heeft maar één beweegreden: de dood van alle mensen.
Nu eens niet door oorlogen maar juist door het tegenovergestelde: in een verschrikkelijke vrede.
Eén ding is daarvoor slechts nodig: de aanbidding van de antichrist. De gevolgen zullen echter ontstellend zijn. De afrekening zal zeker komen.
En een andere engel, een derde, volgde hen, zeggende met luider stem: Indien iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt (Openb. 14: 9-11).
We moeten dankbaar zijn dat het Woord van God ons hieromtrent duidelijk gegevens verstrekt.
Als het voorgaande goed gelezen is, dan is al wel duidelijk dat deze periode zijn schaduwen ver vooruit werpt.
Heden ten dage is het godsdienstig pokerspel in volle gang.
Tussen een tijdgeloof en het zaligmakend geloof is een onoverbrugbare kloof. Het tijdgeloof is heden ten dage een verontrustende ontwikkeling. Het ergste is, dat de aanhangers niet verontrust zijn, doch zelfverzekerd. De nieuwe leer is een theorie uitgedacht door mensen die al vele bladen uit het Woord van God hebben weggescheurd en in hun verduisterde hart de geest van de antichrist reeds hebben toegelaten.
Een treffend voorbeeld hebben we in Johannes 8 : 40 - 37.
De Joden noemden zich „zaad van Abraham", maar geloofden niet in Jezus terwijl Hij de Beloofde was, waar Abraham naar had uitgezien. Deze Joden hadden een schijn van godzaligheid.
In de gelijkenis van Lukas 6 : 47 - 49 komt wederom het verschil sterk naar voren. Ieder die van het Woord der Waarheid afwijkt geeft de leugen een kans.
Een zeer ernstig woord heeft Paulus gesproken:
Omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid ( 2 Thess. 2: 10b-12).
In de moderne theologie wordt van deze dingen een heel andere voorstelling van zaken gegeven. Het lijkt erop, dat de moderne theologen alleen maar uit zijn op bevrediging van een soort godsdienstig sentiment. Ieder groep gelovigen haalt zich sprekers bijeen, die zegt wat men graag wil horen.
Dit verschijnsel vinden we ook telkens terug in de geschiedenis van het Joodse volk, zoals we het aantreffen, door al de eeuwen heen, in Europa, en dan vooral in de Rooms-katholieke kerk. Daarom ligt het ook voor de hand dat het juist deze kerk zal zijn die als invalspoort zal fungeren voor de antichrist.
We moeten dan echter wel bedenken dat niet alleen in de Rooms-katholieke kerk, maar ook in alle kerken en gemeenten de afval is waar te nemen.
(afb.: leerislam.com)
Samengaan van de hoer en de antichrist.
Bij Daniël lezen we het volgende:
En hij ( de antichrist) zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is (Daniël 9: 27).
Antichrist zal velen het verbond versterken één week. Dit is de laatste jaarweek, deze week. En op de helft van deze laatste jaarweek zal hij, antichrist, het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden.
Op de helft der laatste jaarweek, dat is na drie en een half jaar.
Deze eerste drie en een half jaar, deze eerste helft van de laatste jaarweek vormen het schijnvredetijdperk. Het is het tijdperk waarin antichrist pretenderen zal de incarnatie van de ware Christus zijn.
En de tien hoorns, die gij zaagt, en het beest, dezen zullen de hoer haten, en zij zullen haar berooid maken en naakt, haar vlees eten en haar met vuur verbranden (Openb. 17: 16).
En in Openbaring 18 en 19 de verzen 1 - 5 wordt dan verder het oordeel over de hoer beschreven.
Het is mogelijk dat op dit tijdstip, het tijdstip van de afrekening met de hoer, de valse profeet, het beeld van het beest, komen zal. Het zou kunnen zijn dat de incarnatie van de leugengeest de plaats inneemt van de hoer. De tweede helft van de laatste jaarweek, die begint met het oordeel over de hoer, zal eindigen met de strijd in Armageddon waar Christus zegevieren zal over de antichrist.
Deze tweede periode van drie en een halfjaar is de tijd waarover Daniël 7 : 26 spreekt:
Dan zal de vierschaar zich nederzetten, en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem verdelgen en vernietigen tot het einde (Daniël 7: 26).
Het is de tijd van de strijd tegen de antichrist, die zal eindigen met de overwinning van Jezus Christus.
Een onnatuurlijk monsterverbond.
Hij zal de wereld imponeren met zijn godsdienstig vertoon, en het gevolg zal zijn dat de grote oecumenische beweging zich onvoorwaardelijk aansluit bij deze zogenaamde verlicht denkende geest.
Echter deze antichrist heeft maar één beweegreden: de dood van alle mensen.
Nu eens niet door oorlogen maar juist door het tegenovergestelde: in een verschrikkelijke vrede.
Eén ding is daarvoor slechts nodig: de aanbidding van de antichrist. De gevolgen zullen echter ontstellend zijn. De afrekening zal zeker komen.
En een andere engel, een derde, volgde hen, zeggende met luider stem: Indien iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt (Openb. 14: 9-11).
We moeten dankbaar zijn dat het Woord van God ons hieromtrent duidelijk gegevens verstrekt.
Als het voorgaande goed gelezen is, dan is al wel duidelijk dat deze periode zijn schaduwen ver vooruit werpt.
Heden ten dage is het godsdienstig pokerspel in volle gang.
Tussen een tijdgeloof en het zaligmakend geloof is een onoverbrugbare kloof. Het tijdgeloof is heden ten dage een verontrustende ontwikkeling. Het ergste is, dat de aanhangers niet verontrust zijn, doch zelfverzekerd. De nieuwe leer is een theorie uitgedacht door mensen die al vele bladen uit het Woord van God hebben weggescheurd en in hun verduisterde hart de geest van de antichrist reeds hebben toegelaten.
Een treffend voorbeeld hebben we in Johannes 8 : 40 - 37.
De Joden noemden zich „zaad van Abraham", maar geloofden niet in Jezus terwijl Hij de Beloofde was, waar Abraham naar had uitgezien. Deze Joden hadden een schijn van godzaligheid.
In de gelijkenis van Lukas 6 : 47 - 49 komt wederom het verschil sterk naar voren. Ieder die van het Woord der Waarheid afwijkt geeft de leugen een kans.
Een zeer ernstig woord heeft Paulus gesproken:
Omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid ( 2 Thess. 2: 10b-12).
In de moderne theologie wordt van deze dingen een heel andere voorstelling van zaken gegeven. Het lijkt erop, dat de moderne theologen alleen maar uit zijn op bevrediging van een soort godsdienstig sentiment. Ieder groep gelovigen haalt zich sprekers bijeen, die zegt wat men graag wil horen.
Dit verschijnsel vinden we ook telkens terug in de geschiedenis van het Joodse volk, zoals we het aantreffen, door al de eeuwen heen, in Europa, en dan vooral in de Rooms-katholieke kerk. Daarom ligt het ook voor de hand dat het juist deze kerk zal zijn die als invalspoort zal fungeren voor de antichrist.
We moeten dan echter wel bedenken dat niet alleen in de Rooms-katholieke kerk, maar ook in alle kerken en gemeenten de afval is waar te nemen.
De Rooms-katholieke kerk als de hoer van Babylon werd in de loop der eeuwen ‘dronken van het bloed der heiligen’, omdat zij veel zgn. ketters ter dood bracht. Echter velen volhardden als heiligen, die de geboden van God en het geloof in Jezus Christus bewaarden.
(foto: https://www.christianforums.com/threads)
We mogen hier tot onze grote vreugde aan toevoegen dat er in alle kerken, dus ook in de Rooms-katholieke kerk, geestelijken en leken zijn die de waarachtige woorden van God bewaren, zoals Openbaring het zegt: Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren (Openb. 14: 12).
Deze gelovigen zullen vóór de grote verdrukking worden weggerukt, zoals Paulus zegt:
Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is ( 2 Thess. 2: 7).
Nu we naar de grote ontknoping gaan is het belangrijk te weten welke gevaren er dreigen.
Vrij algemeen staat men tegenwoordig een wetenschappelijke benadering van deze kwestie voor.
„Bekering en wedergeboorte', zoals de Bijbel ons leert, is vervangen door: sociale gerechtigheid. medemenselijkheid, de dienst aan de ander, en nog enige andere zogenaamde goede hoedanigheden welke de mens uit zijn eigenzinnige hart kan voortbrengen.
Dit lezen we van Paulus:
Dit toch is, al staat het in een roep van wijsheid met zijn eigendunkelijke godsdienst, zijn nederigheid en zijn kastijding van het lichaam, zonder enige waarde (en dient slechts) tot bevrediging van het vlees (Col. 2: 23).
Deze eigenwillige godsdienst is ook een eigentijdse, en als we dat beseffen en eerlijk willen bekennen dan zullen we het in ons hart eens zijn een ander woord van Paulus waarin de noodtoestand van de kerken van onze tijd voorzegd wordt.
De tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is ( 2 Thess. 2: 4).
Deze eigentijdse godsdienst zal binnenkort klaar zijn voor de antichrist, zodra de wederhoudende macht ( de Heilige Geest) is weggenomen van de aarde:
En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd(2 Thess. 2: 6).
Zodra de tegenhoudende macht zal zijn weggenomen, openbaart de antichrist zich, „op zijn (eigen) tijd".
Vandaag zien we de contouren van een monsterverbond zich aftekenen, een monsterverbond tussen antichrist en de hoer.
We kunnen ons voorstellen dat zodra de superintelligente leraar antichrist zich zal aandienen, de verdwaalde, zogenaamd godsdienstige mensen dit wonder zullen aanvaarden en aanbidden. Zij zullen zeggen: Vrede, vrede, en geen gevaar, zo zullen zij denken.
Wij kunnen niet ernstig genoeg gewaarschuwd zijn voor dit toekomstige en afschuwelijke rijk. Het zal totaal anders zijn dan wat wij nu gewend zijn. Vandaag immers bevinden wij ons nog in de genadetijd, en het is daarom dat we vandaag een ieder moeten toeroepen:
Kies voordat het oordeel over je heen komt.
De tijd nadert snel dat het monsterverbond zich zal aandienen. Dit is allemaal mogelijk doordat satan zeer actief de kerkelijke wereld mobiliseert.
Paulus heeft zo ernstig gewaarschuwd:
Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts. Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken ( 2 Cor. 11: 14, 15).
(foto: https://www.christianforums.com/threads)
We mogen hier tot onze grote vreugde aan toevoegen dat er in alle kerken, dus ook in de Rooms-katholieke kerk, geestelijken en leken zijn die de waarachtige woorden van God bewaren, zoals Openbaring het zegt: Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren (Openb. 14: 12).
Deze gelovigen zullen vóór de grote verdrukking worden weggerukt, zoals Paulus zegt:
Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is ( 2 Thess. 2: 7).
Nu we naar de grote ontknoping gaan is het belangrijk te weten welke gevaren er dreigen.
Vrij algemeen staat men tegenwoordig een wetenschappelijke benadering van deze kwestie voor.
„Bekering en wedergeboorte', zoals de Bijbel ons leert, is vervangen door: sociale gerechtigheid. medemenselijkheid, de dienst aan de ander, en nog enige andere zogenaamde goede hoedanigheden welke de mens uit zijn eigenzinnige hart kan voortbrengen.
Dit lezen we van Paulus:
Dit toch is, al staat het in een roep van wijsheid met zijn eigendunkelijke godsdienst, zijn nederigheid en zijn kastijding van het lichaam, zonder enige waarde (en dient slechts) tot bevrediging van het vlees (Col. 2: 23).
Deze eigenwillige godsdienst is ook een eigentijdse, en als we dat beseffen en eerlijk willen bekennen dan zullen we het in ons hart eens zijn een ander woord van Paulus waarin de noodtoestand van de kerken van onze tijd voorzegd wordt.
De tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is ( 2 Thess. 2: 4).
Deze eigentijdse godsdienst zal binnenkort klaar zijn voor de antichrist, zodra de wederhoudende macht ( de Heilige Geest) is weggenomen van de aarde:
En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd(2 Thess. 2: 6).
Zodra de tegenhoudende macht zal zijn weggenomen, openbaart de antichrist zich, „op zijn (eigen) tijd".
Vandaag zien we de contouren van een monsterverbond zich aftekenen, een monsterverbond tussen antichrist en de hoer.
We kunnen ons voorstellen dat zodra de superintelligente leraar antichrist zich zal aandienen, de verdwaalde, zogenaamd godsdienstige mensen dit wonder zullen aanvaarden en aanbidden. Zij zullen zeggen: Vrede, vrede, en geen gevaar, zo zullen zij denken.
Wij kunnen niet ernstig genoeg gewaarschuwd zijn voor dit toekomstige en afschuwelijke rijk. Het zal totaal anders zijn dan wat wij nu gewend zijn. Vandaag immers bevinden wij ons nog in de genadetijd, en het is daarom dat we vandaag een ieder moeten toeroepen:
Kies voordat het oordeel over je heen komt.
De tijd nadert snel dat het monsterverbond zich zal aandienen. Dit is allemaal mogelijk doordat satan zeer actief de kerkelijke wereld mobiliseert.
Paulus heeft zo ernstig gewaarschuwd:
Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts. Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken ( 2 Cor. 11: 14, 15).
De satan zelf doet zich voor als een engel van het licht . Het zal dus niets bijzonders zijn, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid, maar hun einde zal zijn naar hun werken.
(afb.: crow.punt.nl/category/view/bijbel-en-profetie)
Met een schijn van goddienstigheis zwaait men de scepter van een éénheid die alleen maar de leugen vertegenwoordigt.
Wij kennen allemaal het woord van Jezus, „opdat zij allen één zijn". Dit wordt te pas en te onpas gehanteerd; het heeft echter niet de minste waarde als wij de volgende gemeenschap niet eigen worden waarover Jezus sprak:
Opdat zij allen een zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. En de heerlijkheid, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, opdat zij een zijn, gelijk Wij een zijn: Ik in hen en Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot een, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt ( Joh. 17: 21-23).
Eén in Jezus door de Heilige Geest. Dit laatste zegt ons, dat wij niets zijn en Jezus alles, zodat dit hemelsbreed verschilt met het moreel-slechte één zijn van mensen onderling.
Het naderen van de eindtijd neemt steeds duidelijker vorm aan zodat wij kunnen zien dat de woorden van God in vervulling gaan.
Als we in Openbaring l7 lezen over de hoer op het beest lijdt het geen twijfel dat het hier gaat over dat vreselijke schijnvredetijdperk waarover hier eerder werd gesproken.
We weten dat de Gemeente van Jezus Christus het getuigenis van Jezus moet uitdragen als dienaar van Hem.
Elke kerk of kerkelijke gemeenschap die hierin nalatig is en zich meer richt op deze wereld is als kerk dienaar van de antichrist, en bedrijft geestelijke hoererij.
De eerste drie en een half jaar.
Het heeft nu eerst zin om nader stil te staan bij de periode die we nu over niet al te lange tijd moeten verwachten, de laatste jaarweek.
De eerste drie en een half jaar van die laatste jaarweek vormen het schijnvredetijdperk. In plaats van de ware Vredevorst Jezus Christus zal de antichrist de grote formule voor vrede
uitspreken, waardoor de oorlogvoerende landen tot vrede zullen worden gedwongen. In die tijd dat het Midden-Oosten een heksenketel zal zijn van oorlog en oorlogvoerende groepen, zal het de antichrist zijn die roepen zal: "Ik ben de vredevorst".
En op grote schaal zal men onder de indruk zijn van hem. Paulus, de grote apostel, heeft hiervoor reeds gewaarschuwd:
Immers, gij weet zelf zeer goed, dat de dag des Heren zo komt, als een dief in de nacht. Terwijl zij zeggen: het is (alles) vrede en rust, overkomt hun, als de weeen een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen (1 Thess. 5: 2, 3).
Een haastig verderf zal de antichrist zijn en brengen. Men zal het echter niet in de gaten hebben.
De antichrist zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, zoals we lezen bij Daniël:
Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd (Dan. 7: 25).
(afb.: crow.punt.nl/category/view/bijbel-en-profetie)
Met een schijn van goddienstigheis zwaait men de scepter van een éénheid die alleen maar de leugen vertegenwoordigt.
Wij kennen allemaal het woord van Jezus, „opdat zij allen één zijn". Dit wordt te pas en te onpas gehanteerd; het heeft echter niet de minste waarde als wij de volgende gemeenschap niet eigen worden waarover Jezus sprak:
Opdat zij allen een zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. En de heerlijkheid, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, opdat zij een zijn, gelijk Wij een zijn: Ik in hen en Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot een, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt ( Joh. 17: 21-23).
Eén in Jezus door de Heilige Geest. Dit laatste zegt ons, dat wij niets zijn en Jezus alles, zodat dit hemelsbreed verschilt met het moreel-slechte één zijn van mensen onderling.
Het naderen van de eindtijd neemt steeds duidelijker vorm aan zodat wij kunnen zien dat de woorden van God in vervulling gaan.
Als we in Openbaring l7 lezen over de hoer op het beest lijdt het geen twijfel dat het hier gaat over dat vreselijke schijnvredetijdperk waarover hier eerder werd gesproken.
We weten dat de Gemeente van Jezus Christus het getuigenis van Jezus moet uitdragen als dienaar van Hem.
Elke kerk of kerkelijke gemeenschap die hierin nalatig is en zich meer richt op deze wereld is als kerk dienaar van de antichrist, en bedrijft geestelijke hoererij.
De eerste drie en een half jaar.
Het heeft nu eerst zin om nader stil te staan bij de periode die we nu over niet al te lange tijd moeten verwachten, de laatste jaarweek.
De eerste drie en een half jaar van die laatste jaarweek vormen het schijnvredetijdperk. In plaats van de ware Vredevorst Jezus Christus zal de antichrist de grote formule voor vrede
uitspreken, waardoor de oorlogvoerende landen tot vrede zullen worden gedwongen. In die tijd dat het Midden-Oosten een heksenketel zal zijn van oorlog en oorlogvoerende groepen, zal het de antichrist zijn die roepen zal: "Ik ben de vredevorst".
En op grote schaal zal men onder de indruk zijn van hem. Paulus, de grote apostel, heeft hiervoor reeds gewaarschuwd:
Immers, gij weet zelf zeer goed, dat de dag des Heren zo komt, als een dief in de nacht. Terwijl zij zeggen: het is (alles) vrede en rust, overkomt hun, als de weeen een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen (1 Thess. 5: 2, 3).
Een haastig verderf zal de antichrist zijn en brengen. Men zal het echter niet in de gaten hebben.
De antichrist zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, zoals we lezen bij Daniël:
Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd (Dan. 7: 25).
Al eeuwen wordt aangenomen, dat een voorwaarde voor de komst van de antichrist een herstelde wereldorde is - een paraplu waaronder nationale grenzen zullen worden opgeheven, en etnische groeperingen, ideologieën, religies en economieën van de hele wereld worden ondergebracht in één enkele dominante heerschappij. Aan het hoofd van deze utopische regering zal één persoonlijkheid naar voren komen. Deze man zal een buitengewoon en onderscheidend karakter hebben, maar uiteindelijk zal hij de door de profeet Daniël beschreven koning worden, die 'hard van aangezicht en bedreven in listen' blijkt te zijn (Daniël 8:23). Op heerszuchtige wijze zal hij een één-wereld regering instellen, een één-wereld religie bevelen en wereldwijd het socialisme invoeren. Wie deze 'Nieuwe Wereld Orde' weigert, zal onvermijdelijk in de gevangenis belanden en/of vermoord worden. (foto: nl.wikipedia.org/wiki/Capitool_(Washington_D.C.))
De antichrist zal geheel zijn eigen weg gaan, hij is zijn eigen raadsman. Hij is de „koning, hard van aangezicht en bedreven in listen" van Daniël hoofdstuk 8 : 23b. Hij zal zijn de supra-nationale monarch die de heerschappij voert. Antiochus Epiphanes, een van de voorgangers van antichrist, opereerde met geweld. Antichrist zal in stilte en rust opereren:
En door zijn sluwheid zal hij het bedrog dat hij aanwendt, doen gelukken; hij zal zich in zijn hart verheffen, en onverhoeds velen verderven. Ook tegen de Vorst der vorsten zal hij optreden, doch zonder mensenhanden zal hij vernietigd worden (Dan. 8: 25).
De antichrist zal, in het schijnvredetijdperk, de vrede proclameren in de wereld. Hij zal zich uitgeven voor „vredekoning", en op die manier zal hij er velen „in stille rust verderven".
Hij zal zich uitgeven voor de ware Christus; aanbidding zal geëist worden van alle mensen die dan nog op aarde zijn. En ieder die in die tijd de wérkelijke waarheid zal willen dienen, en de moed zal hebben tegen antichrist en zijn macht „neen" te zeggen, zal dit met de marteldood moeten bekopen.
En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij. En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde. En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verbaasde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing (Openb. 17: 4-6).
Zij zullen worden gedood, zeker. Maar juist zij ook zijn het die behouden zullen worden. Tegen de antichrist, betekent voor Jezus.
De heerschappij van de antichrist zal in de eerste helft van de laatste jaarweek een sterk religieus karakter hebben. Men kan spreken van de afgoderij van de eindtijd. Reeds in onze dagen zijn er tekenen die voorboden zijn van deze afgoderij. Niet alleen de roep om eenwording tussen de volkeren van Europa, maar vooral ook het samensmelten van alle godsdiensten die de wereld kent in de zogenaamde oecumene, en niet in de laatste plaats de innerlijk zo verzwakte christelijke godsdienst, vormt het regelrechte voorland van het godsdienstig Babylon van de antichrist. Alle kerken en groeperingen die zijn afgeweken van de waarachtige woorden van God zijn feitelijk vervallen tot geestelijke hoererij.
We kunnen hierbij het voorbeeld van Israël gebruiken: wanneer men de ware God, die Zich geopenbaard heeft in Jezus Christus, niet aanvaardt, dan komt onherroepelijk het oordeel.
De godsdienst zal het gezicht bepalen van het schijnvredetijdperk. Maar dan een godsdienst waarin niet de Ware God gediend wordt.
En hij voerde mij in de geest weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en tien horens (Openb. 17: 3).
De antichrist zal geheel zijn eigen weg gaan, hij is zijn eigen raadsman. Hij is de „koning, hard van aangezicht en bedreven in listen" van Daniël hoofdstuk 8 : 23b. Hij zal zijn de supra-nationale monarch die de heerschappij voert. Antiochus Epiphanes, een van de voorgangers van antichrist, opereerde met geweld. Antichrist zal in stilte en rust opereren:
En door zijn sluwheid zal hij het bedrog dat hij aanwendt, doen gelukken; hij zal zich in zijn hart verheffen, en onverhoeds velen verderven. Ook tegen de Vorst der vorsten zal hij optreden, doch zonder mensenhanden zal hij vernietigd worden (Dan. 8: 25).
De antichrist zal, in het schijnvredetijdperk, de vrede proclameren in de wereld. Hij zal zich uitgeven voor „vredekoning", en op die manier zal hij er velen „in stille rust verderven".
Hij zal zich uitgeven voor de ware Christus; aanbidding zal geëist worden van alle mensen die dan nog op aarde zijn. En ieder die in die tijd de wérkelijke waarheid zal willen dienen, en de moed zal hebben tegen antichrist en zijn macht „neen" te zeggen, zal dit met de marteldood moeten bekopen.
En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij. En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde. En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verbaasde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing (Openb. 17: 4-6).
Zij zullen worden gedood, zeker. Maar juist zij ook zijn het die behouden zullen worden. Tegen de antichrist, betekent voor Jezus.
De heerschappij van de antichrist zal in de eerste helft van de laatste jaarweek een sterk religieus karakter hebben. Men kan spreken van de afgoderij van de eindtijd. Reeds in onze dagen zijn er tekenen die voorboden zijn van deze afgoderij. Niet alleen de roep om eenwording tussen de volkeren van Europa, maar vooral ook het samensmelten van alle godsdiensten die de wereld kent in de zogenaamde oecumene, en niet in de laatste plaats de innerlijk zo verzwakte christelijke godsdienst, vormt het regelrechte voorland van het godsdienstig Babylon van de antichrist. Alle kerken en groeperingen die zijn afgeweken van de waarachtige woorden van God zijn feitelijk vervallen tot geestelijke hoererij.
We kunnen hierbij het voorbeeld van Israël gebruiken: wanneer men de ware God, die Zich geopenbaard heeft in Jezus Christus, niet aanvaardt, dan komt onherroepelijk het oordeel.
De godsdienst zal het gezicht bepalen van het schijnvredetijdperk. Maar dan een godsdienst waarin niet de Ware God gediend wordt.
En hij voerde mij in de geest weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en tien horens (Openb. 17: 3).
Stap voor stap zal de antichrist zichzelf opwerken van leider van Europa, daarna tot wereldleider en dan tot tirannieke werelddictator en tenslotte tot een god.
(afb.: www.freewebs.com/rosevillebc/gameoflifehell)
Er is in dat eerste tijdperk van drie en een half jaar een samengaan van het beest, de antichrist, met de hoer (de versmelting van alle godsdiensten tot één geheel)..
We hebben reeds gezien dat met de hoer de afvallige kerk, de Rooms-katholieke kerk is bedoeld en de anderen, die afgeweken zijn van het Woord van God.
De hoer, de verpersoonlijking van de leugen, heeft ook in de geschiedenis van het oude Israël haar voorgangster gehad. Dat was Izébel, de vrouw van de goddeloze koning Achab. Zij was het vooral door wier toedoen, door de afgoderij ter ere van Baäl, het land van Israël vergiftigd werd door een afgoderij, een orgie van beeldendienst en heidendom. Men zie 1 Koningen 18.
Gruwelijk was de maat van Gods toorn over alle boosheid en goddeloosheid van Izébel en haar koninklijke echtgenoot. Gruwelijk zal die maat zijn in de eindtijd, wanneer over de hoer het oordeel komen zal.
Het schijnvredetijdperk, de eerste helft van de laatste jaarweek dus, zal een periode zijn die naar het uiterlijk werkelijk een „vredetijdperk" zijn zal. Het zal zelfs worden gepresenteerd als het Duizendjarig Rijk van Christus. Men kan zich voorstellen welke consekwenties dit hebben kan. Misschien zal er niet meer worden gewerkt. Reeds nu lijkt de tendens aanwezig om op den duur maar alle werk af te schaffen. Maar: wie niet werkt zal ook niet eten. En zo is het denkbaar dat het eventuele nietwerken tot catastrofes leiden zal.
Duidelijk is het dat nu reeds de geest van de antichrist overal rondwaart, zijn werk is al begonnen. Maar het zal verkeerd aflopen voor hen die de ware (Bijbelse) weg niet wensen te gaan. De apostel Paulus schrijft:
Want hiervan moet gij doordrongen zijn, dat in geen geval een hoereerder, onreine of geldgierige, dat is een afgodendienaar, erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en God. Laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid (Efeze 5: 5, 6).
Ook deze Schriftplaats is weer een tekst die ons duidelijkheid verschaft over de toedracht van de gebeurtenissen in de eindtijd, in de dag, de vreselijke dag van Jacobs benauwdheid.
Veel dingen over die dag van Jacobs benauwdheid heeft Johannes de apostel in zijn Openbaring uiteengezet. Een volledige doorlichting van het boek Openbaring zou te ver voeren op deze website, maar een enkel ding dat nog niet ter sprake kwam moet, om zijn belangrijkheid, toch nog genoemd worden.
De apparatuur waarvan antichrist zich bedienen zal, staat al gereed. We zagen dat hij zal opereren vanuit de Rooms-katholieke kerk, met alle andere kerken en godsdiensten, die hiermee verbonden zijn. De wijze waarop hij tot de mensen komen zal laat zich ook gemakkelijk raden. We kennen het medium televisie, volksvermaker in iedere huiskamer, waaraan velen zich vastklampen met een soort fanatisme, die ergens doet denken aan het oude Romeinse Rijk met zijn brood en spelen..
In Daniël:
En de koning zal doen wat hem goeddunkt; hij zal zich verhovaardigen en zich verheffen tegen elke god, zelfs tegen de God der goden zal hij ongehoorde woorden spreken, en hij zal voorspoedig zijn, totdat de maat van de gramschap vol is; want wat vastbesloten is, geschiedt. Ook op de goden zijner vaderen zal hij geen acht slaan; op de lieveling der vrouwen noch op enige andere god zal hij acht slaan, want tegen alle zal hij zich verheffen (Dan. 11: 36, 37).
(afb.: www.freewebs.com/rosevillebc/gameoflifehell)
Er is in dat eerste tijdperk van drie en een half jaar een samengaan van het beest, de antichrist, met de hoer (de versmelting van alle godsdiensten tot één geheel)..
We hebben reeds gezien dat met de hoer de afvallige kerk, de Rooms-katholieke kerk is bedoeld en de anderen, die afgeweken zijn van het Woord van God.
De hoer, de verpersoonlijking van de leugen, heeft ook in de geschiedenis van het oude Israël haar voorgangster gehad. Dat was Izébel, de vrouw van de goddeloze koning Achab. Zij was het vooral door wier toedoen, door de afgoderij ter ere van Baäl, het land van Israël vergiftigd werd door een afgoderij, een orgie van beeldendienst en heidendom. Men zie 1 Koningen 18.
Gruwelijk was de maat van Gods toorn over alle boosheid en goddeloosheid van Izébel en haar koninklijke echtgenoot. Gruwelijk zal die maat zijn in de eindtijd, wanneer over de hoer het oordeel komen zal.
Het schijnvredetijdperk, de eerste helft van de laatste jaarweek dus, zal een periode zijn die naar het uiterlijk werkelijk een „vredetijdperk" zijn zal. Het zal zelfs worden gepresenteerd als het Duizendjarig Rijk van Christus. Men kan zich voorstellen welke consekwenties dit hebben kan. Misschien zal er niet meer worden gewerkt. Reeds nu lijkt de tendens aanwezig om op den duur maar alle werk af te schaffen. Maar: wie niet werkt zal ook niet eten. En zo is het denkbaar dat het eventuele nietwerken tot catastrofes leiden zal.
Duidelijk is het dat nu reeds de geest van de antichrist overal rondwaart, zijn werk is al begonnen. Maar het zal verkeerd aflopen voor hen die de ware (Bijbelse) weg niet wensen te gaan. De apostel Paulus schrijft:
Want hiervan moet gij doordrongen zijn, dat in geen geval een hoereerder, onreine of geldgierige, dat is een afgodendienaar, erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en God. Laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid (Efeze 5: 5, 6).
Ook deze Schriftplaats is weer een tekst die ons duidelijkheid verschaft over de toedracht van de gebeurtenissen in de eindtijd, in de dag, de vreselijke dag van Jacobs benauwdheid.
Veel dingen over die dag van Jacobs benauwdheid heeft Johannes de apostel in zijn Openbaring uiteengezet. Een volledige doorlichting van het boek Openbaring zou te ver voeren op deze website, maar een enkel ding dat nog niet ter sprake kwam moet, om zijn belangrijkheid, toch nog genoemd worden.
De apparatuur waarvan antichrist zich bedienen zal, staat al gereed. We zagen dat hij zal opereren vanuit de Rooms-katholieke kerk, met alle andere kerken en godsdiensten, die hiermee verbonden zijn. De wijze waarop hij tot de mensen komen zal laat zich ook gemakkelijk raden. We kennen het medium televisie, volksvermaker in iedere huiskamer, waaraan velen zich vastklampen met een soort fanatisme, die ergens doet denken aan het oude Romeinse Rijk met zijn brood en spelen..
In Daniël:
En de koning zal doen wat hem goeddunkt; hij zal zich verhovaardigen en zich verheffen tegen elke god, zelfs tegen de God der goden zal hij ongehoorde woorden spreken, en hij zal voorspoedig zijn, totdat de maat van de gramschap vol is; want wat vastbesloten is, geschiedt. Ook op de goden zijner vaderen zal hij geen acht slaan; op de lieveling der vrouwen noch op enige andere god zal hij acht slaan, want tegen alle zal hij zich verheffen (Dan. 11: 36, 37).
En de koning (antichrist) zal doen wat hem goeddunkt, hij zal zich verhovaardigen en zich verheffen tegen elke god, zelfs tegen de God der goden zal hij ongehoorde woorden spreken, en hij zal voorspoedig zijn, totdat de maat van de gramschap vol is, want wat vastbesloten is, geschiedt.
(afb.: www.christiancourier.com/.../184-little-horn-of-daniels-sea)
Opnieuw geeft de geniale profeet een beeld van de antichrist. Daniël, de man die leefde ten tijde van de koning van Babel, die een beeld oprichtte van 60 ellen hoog en 6 ellen breed; het beeld dat als het ware een schaduwbeeld vooruit is van de komende tiran, die zich uit zal geven alsof hij God is. Hij zal zijn eigen „godsdienst" stichten. Een godsdienst, die, zo blijkt uit vers 37 van L)aniël 11, totaal verschillend zal zijn van de andere. Hij, de antichrist, zal op de goden van zijn voorgeslacht geen acht geven. Zijn godsdienst zal met geen andere zijn te vergelijken. Voorts moeten we uit de tekst van ditzelfde vers aannemen dat de antichrist geen begeerte zal hebben naar vrouwen. Het wezen, dat op niet natuurlijke weg is verwekt, zal de natuurlijke begeerte naar de vrouw niet bezitten. Misschien moeten we uit deze plaats bij Daniël aannemen dat de antichrist alle gemeenschap zal verbieden, geen acht slaande op de begeerte der vrouwen. Indien dit zo zou zijn, zou dit weer een voorbeeld hebben in de Rooms-katholieke kerk, de kerk, die al zo vele eeuwen het volstrekt tegennatuurlijke instituut van het celibaat kent, en zo het gebod overtreedt dat God gaf in Genesis:
En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt (Gen. 1: 28).
We moeten niet menen dat alles op rolletjes zal lopen in het schijnvredetijdperk. Het is het tijdperk van de leugen in een keurige verpakking. De grote verleider kan zich alleen staande houden door krachten en wonderen: 2 Thessalonicensen 2 : 9. Wat Petrus in Handelingen 2 : 22 zegt, bewijst ons hoe de antichrist zich zal voordoen, alsof hij Jezus is. Het is juist deze machtsopenbaring die de mensen doet geloven in dit monster.
Er gebeurt echter nog meer want zijn vrienden krijgen veel geschenken. De bezitter aller dingen deelt kwistig uit. Want wat Antiochus Epiphanes, als voortype van de antichrist in het kleine gedaan heeft en wat we als een voorvervulling moeten zien, gaat de antichrist in zijn volle omvang opzetten.
Het woord uit Daniël heeft betrekking op beiden, Antiochus Epiphanes en de antichrist. We lezen in Daniël:
Onverhoeds zal hij in de vruchtbaarste streken van het landschap komen, en doen wat zijn vaderen noch zijn voorvaderen gedaan hebben: roof en buit en have zal hij voor zijn mannen uitstrooien; ook tegen de versterkte plaatsen zal hij plannen beramen, maar slechts voor een tijd. En hij zal optreden tegen de versterkte vestingen met de hulp van de vreemde god; ieder die deze erkent, zal tot grote eer komen; hij zal hen tot heersers maken over velen en grond aan hen toedelen als beloning. Maar hij zal de schatten bemachtigen van goud en zilver en alle kostbaarheden van Egypte; en Libiers en Ethiopiers zullen in zijn gevolg zijn (Dan. 11: 24, 39, 43).
Dit moet ons wel bijzonder aanspreken. Waar zijn deze schatten opgeborgen? We lezen dit in Openbaring:
En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij (Openb. 17: 4).
Ziedaar: het grote verbond tussen hoer en antichrist heeft de weg vrijgemaakt voor deze verborgen schatten.
Het is algemeen bekend dat de rijkdommen van de Rooms-katholieke kerk door niemand meer te schatten zijn, maar ook de andere kerken zijn een prooi van deze sluwe heerser. In de eerste plaats omdat de ware gelovigen vóór zijn verschijning zijn weggerukt, zodat hun kerkelijk bezit eenzaam en verlaten staat en er een restant van zogenaamde gelovigen is, dat zich niets gelegen laat liggen aan dit bezit.
In elk geval de antichrist ofwel de supersocialist zal er wel weg mee weten, en zal het onder zijn vrienden uitstrooien, nadat hij één en ander te gelde gemaakt heeft.
En aangezien geld niet stinkt en goud of zilver glimt, zijn er vrienden genoeg om deze vette erfenis te verdelen en in de wacht te slepen, in ruil voor hun kostbare ziel. Vanzelfsprekend zal dit gepaard moeten gaan met absolute onderwerping aan deze tiran.
Deze vorm van sociale gerechtigheid zal bij velen prettig aandoen, maar de schatbewaarders van deze buit van eeuwen krijgen het zwaar te verduren, en langzaam maar zeker zal bij het slinken van dit vermogen de ontevredenheid van de schatbewaarders leiden tot het grote conflict tussen deze twee supermachten: de antichrist en de hoer.
Na drie en een halfjaar schijnvredetijdperk komt dan de ommekeer, een ommekeer die ingezet wordt tnet het oordeel over de hoer. We lezen:
En de tien horens, die gij zaagt, en het beest, dezen zullen de hoer haten, en zij zullen haar berooid maken en naakt, haar vlees eten en haar met vuur verbranden ( Openb. 17: 16).
(afb.: www.christiancourier.com/.../184-little-horn-of-daniels-sea)
Opnieuw geeft de geniale profeet een beeld van de antichrist. Daniël, de man die leefde ten tijde van de koning van Babel, die een beeld oprichtte van 60 ellen hoog en 6 ellen breed; het beeld dat als het ware een schaduwbeeld vooruit is van de komende tiran, die zich uit zal geven alsof hij God is. Hij zal zijn eigen „godsdienst" stichten. Een godsdienst, die, zo blijkt uit vers 37 van L)aniël 11, totaal verschillend zal zijn van de andere. Hij, de antichrist, zal op de goden van zijn voorgeslacht geen acht geven. Zijn godsdienst zal met geen andere zijn te vergelijken. Voorts moeten we uit de tekst van ditzelfde vers aannemen dat de antichrist geen begeerte zal hebben naar vrouwen. Het wezen, dat op niet natuurlijke weg is verwekt, zal de natuurlijke begeerte naar de vrouw niet bezitten. Misschien moeten we uit deze plaats bij Daniël aannemen dat de antichrist alle gemeenschap zal verbieden, geen acht slaande op de begeerte der vrouwen. Indien dit zo zou zijn, zou dit weer een voorbeeld hebben in de Rooms-katholieke kerk, de kerk, die al zo vele eeuwen het volstrekt tegennatuurlijke instituut van het celibaat kent, en zo het gebod overtreedt dat God gaf in Genesis:
En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt (Gen. 1: 28).
We moeten niet menen dat alles op rolletjes zal lopen in het schijnvredetijdperk. Het is het tijdperk van de leugen in een keurige verpakking. De grote verleider kan zich alleen staande houden door krachten en wonderen: 2 Thessalonicensen 2 : 9. Wat Petrus in Handelingen 2 : 22 zegt, bewijst ons hoe de antichrist zich zal voordoen, alsof hij Jezus is. Het is juist deze machtsopenbaring die de mensen doet geloven in dit monster.
Er gebeurt echter nog meer want zijn vrienden krijgen veel geschenken. De bezitter aller dingen deelt kwistig uit. Want wat Antiochus Epiphanes, als voortype van de antichrist in het kleine gedaan heeft en wat we als een voorvervulling moeten zien, gaat de antichrist in zijn volle omvang opzetten.
Het woord uit Daniël heeft betrekking op beiden, Antiochus Epiphanes en de antichrist. We lezen in Daniël:
Onverhoeds zal hij in de vruchtbaarste streken van het landschap komen, en doen wat zijn vaderen noch zijn voorvaderen gedaan hebben: roof en buit en have zal hij voor zijn mannen uitstrooien; ook tegen de versterkte plaatsen zal hij plannen beramen, maar slechts voor een tijd. En hij zal optreden tegen de versterkte vestingen met de hulp van de vreemde god; ieder die deze erkent, zal tot grote eer komen; hij zal hen tot heersers maken over velen en grond aan hen toedelen als beloning. Maar hij zal de schatten bemachtigen van goud en zilver en alle kostbaarheden van Egypte; en Libiers en Ethiopiers zullen in zijn gevolg zijn (Dan. 11: 24, 39, 43).
Dit moet ons wel bijzonder aanspreken. Waar zijn deze schatten opgeborgen? We lezen dit in Openbaring:
En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij (Openb. 17: 4).
Ziedaar: het grote verbond tussen hoer en antichrist heeft de weg vrijgemaakt voor deze verborgen schatten.
Het is algemeen bekend dat de rijkdommen van de Rooms-katholieke kerk door niemand meer te schatten zijn, maar ook de andere kerken zijn een prooi van deze sluwe heerser. In de eerste plaats omdat de ware gelovigen vóór zijn verschijning zijn weggerukt, zodat hun kerkelijk bezit eenzaam en verlaten staat en er een restant van zogenaamde gelovigen is, dat zich niets gelegen laat liggen aan dit bezit.
In elk geval de antichrist ofwel de supersocialist zal er wel weg mee weten, en zal het onder zijn vrienden uitstrooien, nadat hij één en ander te gelde gemaakt heeft.
En aangezien geld niet stinkt en goud of zilver glimt, zijn er vrienden genoeg om deze vette erfenis te verdelen en in de wacht te slepen, in ruil voor hun kostbare ziel. Vanzelfsprekend zal dit gepaard moeten gaan met absolute onderwerping aan deze tiran.
Deze vorm van sociale gerechtigheid zal bij velen prettig aandoen, maar de schatbewaarders van deze buit van eeuwen krijgen het zwaar te verduren, en langzaam maar zeker zal bij het slinken van dit vermogen de ontevredenheid van de schatbewaarders leiden tot het grote conflict tussen deze twee supermachten: de antichrist en de hoer.
Na drie en een halfjaar schijnvredetijdperk komt dan de ommekeer, een ommekeer die ingezet wordt tnet het oordeel over de hoer. We lezen:
En de tien horens, die gij zaagt, en het beest, dezen zullen de hoer haten, en zij zullen haar berooid maken en naakt, haar vlees eten en haar met vuur verbranden ( Openb. 17: 16).
Na drie en een half jaar schijnvredetijdperk komt de ommekeer in de houding van de antichrist t.o.v. de hoer, de Rooms-katholieke kerk (c.s.) met al haar rijkdommen. Hij geeft die weg aan allen, die zijn beleid steunen en uitvoeren.
(afb.: nl.wikipedia.org/wiki/Tridentijnse_mis
En hij riep met sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is de grote ( stad) Babylon en zij is geworden een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte (Openb. 18: 2).
En een andere, een tweede engel, volgde, zeggende: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, dat van de wijn van de hartstocht zijner hoererij al de volkeren heeft doen drinken (Openb. 14: 8).
Zoals eenmaal het oude Babel met zijn veelgodendom ten onder is gegaan, zo zal ook de dochter van Babel ten onder gaan. Bij deze beide Babels bemerken we dezelfde boosheid en vanzelfsprekend is ook het oordeel hetzelfde. Van deze dochter van Babel en dochter van de Chaldeën, staat in Jesaja 47 : 1 - 5 geschreven.
Bij de profeet vinden we de beschrijving van het oordeel over Babel, maar het valt niet te ontkennen dat dezelfde woorden gesproken kunnen worden van het Babylon van de eindtijd. Zie verder Jeremia 50: 1 - 10. En als we letten op vers 42 kunnen we dit volledig aanvaarden.
Boog en spies omklemmen zij, meedogenloos zijn zij en zonder erbarmen. Hun rumoer bruist als de zee en zij rijden op paarden, het is toegerust als een man tot de strijd, tegen u, dochter van Babel ( Jeremia 50: 42).
Als we ons deze oordelen realiseren na 2000 jaar christendom voor deze wereld, begrijpen we hoe ernstig de situatie vandaag is. Gaarne willen we nog een derde profeet laten spreken uit de na-Babylonische tijd: Zacharia, wiens profetie geheel gericht is op het absolute herstel van Israël. Maar tevens spreekt hij over Babel in de eindtijd.
Op, Op! Vlucht uit het Noorderland! luidt het woord des Heren, want naar de vier windstreken des hemels heb Ik u uiteengedreven, luidt het woord des Heren. Op, redt u naar Sion, gij die woont bij de dochter van Babel. Want, zo zegt de Here der heerscharen, wiens heerlijkheid mij gezonden heeft, aangaande de volken die u uitgeplunderd hebben (want wie u aanraakt, raakt zijn oogappel aan) (Zacharia 2: 6-8).
En in Openbaring 18 : 4 lezen we nog het navolgende:
En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen ( Openb. 18: 4).
Zoals God over Israël en zijn tempel heeft geoordeeld, nadat Israël in al zijn schakeringen (van de Farizese orthodoxie tot het Sadducese Hellenisme toe) de Christus had verworpen, zó zal God evenzeer, wanneer een christelijke schijnkerk in de werkelijkheid van het volle leven Christus' macht gaat verloochenen, ook deze kerk oordelen.
In het voorgaande over het monsterverbond tussen hoer en antichrist ben ik in feite vooruitgelopen op de tijdsvolgorde, omdat het oordeel over de hoer zich voltrekt aan het einde van de eerste drie en een half jaar van de laatste jaarweek.
Dit behoeft geen beletsel te zijn tot begrip van het andere wat in die laatste zeven jaar staat te gebeuren.
(afb.: nl.wikipedia.org/wiki/Tridentijnse_mis
En hij riep met sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is de grote ( stad) Babylon en zij is geworden een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte (Openb. 18: 2).
En een andere, een tweede engel, volgde, zeggende: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, dat van de wijn van de hartstocht zijner hoererij al de volkeren heeft doen drinken (Openb. 14: 8).
Zoals eenmaal het oude Babel met zijn veelgodendom ten onder is gegaan, zo zal ook de dochter van Babel ten onder gaan. Bij deze beide Babels bemerken we dezelfde boosheid en vanzelfsprekend is ook het oordeel hetzelfde. Van deze dochter van Babel en dochter van de Chaldeën, staat in Jesaja 47 : 1 - 5 geschreven.
Bij de profeet vinden we de beschrijving van het oordeel over Babel, maar het valt niet te ontkennen dat dezelfde woorden gesproken kunnen worden van het Babylon van de eindtijd. Zie verder Jeremia 50: 1 - 10. En als we letten op vers 42 kunnen we dit volledig aanvaarden.
Boog en spies omklemmen zij, meedogenloos zijn zij en zonder erbarmen. Hun rumoer bruist als de zee en zij rijden op paarden, het is toegerust als een man tot de strijd, tegen u, dochter van Babel ( Jeremia 50: 42).
Als we ons deze oordelen realiseren na 2000 jaar christendom voor deze wereld, begrijpen we hoe ernstig de situatie vandaag is. Gaarne willen we nog een derde profeet laten spreken uit de na-Babylonische tijd: Zacharia, wiens profetie geheel gericht is op het absolute herstel van Israël. Maar tevens spreekt hij over Babel in de eindtijd.
Op, Op! Vlucht uit het Noorderland! luidt het woord des Heren, want naar de vier windstreken des hemels heb Ik u uiteengedreven, luidt het woord des Heren. Op, redt u naar Sion, gij die woont bij de dochter van Babel. Want, zo zegt de Here der heerscharen, wiens heerlijkheid mij gezonden heeft, aangaande de volken die u uitgeplunderd hebben (want wie u aanraakt, raakt zijn oogappel aan) (Zacharia 2: 6-8).
En in Openbaring 18 : 4 lezen we nog het navolgende:
En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen ( Openb. 18: 4).
Zoals God over Israël en zijn tempel heeft geoordeeld, nadat Israël in al zijn schakeringen (van de Farizese orthodoxie tot het Sadducese Hellenisme toe) de Christus had verworpen, zó zal God evenzeer, wanneer een christelijke schijnkerk in de werkelijkheid van het volle leven Christus' macht gaat verloochenen, ook deze kerk oordelen.
In het voorgaande over het monsterverbond tussen hoer en antichrist ben ik in feite vooruitgelopen op de tijdsvolgorde, omdat het oordeel over de hoer zich voltrekt aan het einde van de eerste drie en een half jaar van de laatste jaarweek.
Dit behoeft geen beletsel te zijn tot begrip van het andere wat in die laatste zeven jaar staat te gebeuren.