Jezus' opstanding is essentieel voor het christelijk geloof.
De opstanding van Jezus uit de dood is net zo essentieel voor het Christelijk geloof als Zijn dood aan het kruis. Paulus schrijft in zijn eerste brief aan de Corinthiërs "Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat" (1 Corinthiërs 15:3-4). Paulus benadrukt het belang van de opstanding met zijn uitspraak "en als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. Dan blijkt dat wij als getuigen van God over hem hebben gelogen, omdat we verklaard hebben dat hij Christus heeft opgewekt – want als er geen doden worden opgewekt, dan kan hij dat niet hebben gedaan." (1 Corinthiërs 15:14-15).
Is Jezus' opstanding een historische gebeurtenis?
Is de opstanding van Jezus uit de dood een historische gebeurtenis? Deze wordt door de vier evangelisten verkondigd, net als in correspondenties in de oudheid. Als deze werken de historische documenten zijn die zij beweren te zijn, dan zijn zij getuigen van een historische gebeurtenis. Volgens het ‘Dictum’ van Aristoteles voldoen deze teksten aan de criteria voor wettelijke historische documenten. Maar wanneer deze (documenten) wonderlijke gebeurtenissen beschrijven, dan worden deze door de wereldlijke maatschappij niet als een geldige getuigenis erkend. Hoe kunnen deze verslagen dan bevestigd worden? Twee vragen moeten gesteld worden. Ten eerste, brengen de auteurs van deze literaire teksten hun werk in diskrediet, of verlenen hun levens geloofwaardigheid aan hun getuigenis? Ten tweede, stemmen geaccepteerde historische autoriteiten overeen met deze verslagen?
De opstanding van Jezus uit de dood is net zo essentieel voor het Christelijk geloof als Zijn dood aan het kruis. Paulus schrijft in zijn eerste brief aan de Corinthiërs "Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat" (1 Corinthiërs 15:3-4). Paulus benadrukt het belang van de opstanding met zijn uitspraak "en als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. Dan blijkt dat wij als getuigen van God over hem hebben gelogen, omdat we verklaard hebben dat hij Christus heeft opgewekt – want als er geen doden worden opgewekt, dan kan hij dat niet hebben gedaan." (1 Corinthiërs 15:14-15).
Is Jezus' opstanding een historische gebeurtenis?
Is de opstanding van Jezus uit de dood een historische gebeurtenis? Deze wordt door de vier evangelisten verkondigd, net als in correspondenties in de oudheid. Als deze werken de historische documenten zijn die zij beweren te zijn, dan zijn zij getuigen van een historische gebeurtenis. Volgens het ‘Dictum’ van Aristoteles voldoen deze teksten aan de criteria voor wettelijke historische documenten. Maar wanneer deze (documenten) wonderlijke gebeurtenissen beschrijven, dan worden deze door de wereldlijke maatschappij niet als een geldige getuigenis erkend. Hoe kunnen deze verslagen dan bevestigd worden? Twee vragen moeten gesteld worden. Ten eerste, brengen de auteurs van deze literaire teksten hun werk in diskrediet, of verlenen hun levens geloofwaardigheid aan hun getuigenis? Ten tweede, stemmen geaccepteerde historische autoriteiten overeen met deze verslagen?
Volgens het ‘Dictum’ van Aristoteles voldoen de vier evangeliën aan de criteria voor wettelijke historische documenten uit de oudheid.
(afb.: origem-da-filosofia.info/socrates-platao-e-aristoteles)
Het getuigenis van de discipelen.
De mannen die geloofden in de wederopstanding van Jezus uit de dood, die vandaag de dag bekend staan als de discipelen van Jezus Christus, zagen hun getuigenis, alsmede hun overtuigingen, op de proef gesteld door hen die dit niet geloofden. Met de uitzondering van Johannes werd elk van deze mannen ter dood gebracht. Hun sterven was zeer pijnlijk en genadeloos. Zo was ook hun leven, omdat deze mannen door de wereldlijke maatschappij werden vervolgd en veel leden voor het verspreiden van hun geliefde Evangelie, die zij verkondigden. Paulus legt dit in zijn tweede brief aan de Corinthiërs vast: "Door de Joden ben ik vijfmaal met veertig min één zweepslagen gestraft, ik ben driemaal met stokslagen gestraft, ik ben eenmaal met stenen bekogeld en heb driemaal schipbreuk geleden. Eén keer heb ik een heel etmaal op zee rondgedreven. Voortdurend was ik onderweg, bedreigd door rivieren, rovers, volksgenoten en vreemdelingen, in gevaar in de stad, in de woestijn, op zee en te midden van schijngelovigen. Ik heb gezwoegd en geploeterd, vaak zonder te slapen, hongerig en dorstig, vaak zonder te eten, verkleumd en zonder kleren." (2 Corinthiërs 11:24-27).
Paulus werd later onthoofd na jarenlang in een Romeinse kelder te hebben geleden. Zijn dood was bij lange na niet zo wreed als die van zijn broeders omdat Hij een Romeins staatsburger was en zij waren dit in de meeste gevallen niet. Deze mensen geloofden dat de Heer hen in staat stelde om veel lijden te ondergaan, want er is geen beter bewijs voor hun oprechtheid en de waarheid van hun boodschap dan hun uithoudingsvermogen en hun volharding zonder hoop op een aardse beloning. Ieder van hen had aan een dergelijke foltering en vernedering kunnen ontsnappen door eenvoudigweg de wederopstanding van Jezus Christus te ontkennen. Dit was het doel van hun folteraars. Maar geen enkele van hen gaf toe aan hun vervolgers, en dit is treffend bewijs dat de samenzweringstheorie ontkracht.
(afb.: origem-da-filosofia.info/socrates-platao-e-aristoteles)
Het getuigenis van de discipelen.
De mannen die geloofden in de wederopstanding van Jezus uit de dood, die vandaag de dag bekend staan als de discipelen van Jezus Christus, zagen hun getuigenis, alsmede hun overtuigingen, op de proef gesteld door hen die dit niet geloofden. Met de uitzondering van Johannes werd elk van deze mannen ter dood gebracht. Hun sterven was zeer pijnlijk en genadeloos. Zo was ook hun leven, omdat deze mannen door de wereldlijke maatschappij werden vervolgd en veel leden voor het verspreiden van hun geliefde Evangelie, die zij verkondigden. Paulus legt dit in zijn tweede brief aan de Corinthiërs vast: "Door de Joden ben ik vijfmaal met veertig min één zweepslagen gestraft, ik ben driemaal met stokslagen gestraft, ik ben eenmaal met stenen bekogeld en heb driemaal schipbreuk geleden. Eén keer heb ik een heel etmaal op zee rondgedreven. Voortdurend was ik onderweg, bedreigd door rivieren, rovers, volksgenoten en vreemdelingen, in gevaar in de stad, in de woestijn, op zee en te midden van schijngelovigen. Ik heb gezwoegd en geploeterd, vaak zonder te slapen, hongerig en dorstig, vaak zonder te eten, verkleumd en zonder kleren." (2 Corinthiërs 11:24-27).
Paulus werd later onthoofd na jarenlang in een Romeinse kelder te hebben geleden. Zijn dood was bij lange na niet zo wreed als die van zijn broeders omdat Hij een Romeins staatsburger was en zij waren dit in de meeste gevallen niet. Deze mensen geloofden dat de Heer hen in staat stelde om veel lijden te ondergaan, want er is geen beter bewijs voor hun oprechtheid en de waarheid van hun boodschap dan hun uithoudingsvermogen en hun volharding zonder hoop op een aardse beloning. Ieder van hen had aan een dergelijke foltering en vernedering kunnen ontsnappen door eenvoudigweg de wederopstanding van Jezus Christus te ontkennen. Dit was het doel van hun folteraars. Maar geen enkele van hen gaf toe aan hun vervolgers, en dit is treffend bewijs dat de samenzweringstheorie ontkracht.
Toen de apostel Petrus in Rome gekruisigd werd, gebeurde dat volgens zijn eigen verzoek op de kop, omdat hij zich niet waardig achtte als Jezus te sterven.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kruisiging)
Vervolging.
In 115 na Christus beschreef de Romeinse historicus Cornelius Tacitus het lijden van de vroege Christenen in de handen van hun folteraars. Keizer Nero had, om zijn paleis uit te kunnen breiden, delen van Rome in brand gezet. Deze branden raakten oncontroleerbaar en werden later bekend als "de grote brand van Rome". Vervolgens gaf hij de Christenen de schuld van de branden en hiermee begon door het hele Romeinse Rijk heen een golf van vervolging. Hoewel de viool pas enkele jaren later werd uitgevonden, was dit de geboorte van het oude gezegde, "Nero speelde de viool terwijl Rome afbrandde". Tacitus schrijft: "Derhalve, om van dit bericht [dat Nero de brand zelf had gesticht] af te komen, gaf Nero de schuld aan en voerde hij de meest geraffineerde folteringen uit op een klasse die om hun slechtheid gehaat wordt, door het volk Christenen genoemd. Christus, waarin de naam zijn oorsprong had, leed de ultieme straf tijdens de heerschappij van Tiberius in de handen van één van onze procurators, Pontius Pilatus, en een hoogst verderfelijk bijgeloof, dat daardoor tijdelijk de kop werd ingedrukt maar dat later niet alleen in Juda weer uitbrak, de eerste bron van het kwaad, maar zelfs in Rome, waar alle dingen die afgrijselijk en schandelijk zijn uit alle hoeken van de wereld hun centrum vinden en populair worden. Zodoende werden allen die schuld bekenden gearresteerd; daarna werd, gebaseerd op hun informatie, een immense massa veroordeeld, niet zozeer vanwege de misdaad om de stad in brand te steken, maar om die van haat tegen de mensheid. Hoon van elke soort werd aan hun dood toegevoegd. Gehuld in dierenhuiden werden ze verscheurd door honden en vergingen, of ze werden aan kruisen genageld, of ze werden veroordeeld tot de vlammen en verbrandden, om als nachtelijke verlichting te dienen, nadat het daglicht was heengegaan. Nero bood zijn tuinen aan voor dit spektakel, en liet een show in het circus opvoeren, terwijl hij zich onder de mensen mengde in het gewaad van een wagenmenner of bovenop een wagen stond. Hierdoor ontstond, zelfs voor criminelen die een extreme voorbeeldstraf verdienden, een gevoel van compassie; want het was niet, zoals het leek, voor het publieke goed, maar om de wreedheid van één man te bevredigen, dat dezen werden vernietigd."
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kruisiging)
Vervolging.
In 115 na Christus beschreef de Romeinse historicus Cornelius Tacitus het lijden van de vroege Christenen in de handen van hun folteraars. Keizer Nero had, om zijn paleis uit te kunnen breiden, delen van Rome in brand gezet. Deze branden raakten oncontroleerbaar en werden later bekend als "de grote brand van Rome". Vervolgens gaf hij de Christenen de schuld van de branden en hiermee begon door het hele Romeinse Rijk heen een golf van vervolging. Hoewel de viool pas enkele jaren later werd uitgevonden, was dit de geboorte van het oude gezegde, "Nero speelde de viool terwijl Rome afbrandde". Tacitus schrijft: "Derhalve, om van dit bericht [dat Nero de brand zelf had gesticht] af te komen, gaf Nero de schuld aan en voerde hij de meest geraffineerde folteringen uit op een klasse die om hun slechtheid gehaat wordt, door het volk Christenen genoemd. Christus, waarin de naam zijn oorsprong had, leed de ultieme straf tijdens de heerschappij van Tiberius in de handen van één van onze procurators, Pontius Pilatus, en een hoogst verderfelijk bijgeloof, dat daardoor tijdelijk de kop werd ingedrukt maar dat later niet alleen in Juda weer uitbrak, de eerste bron van het kwaad, maar zelfs in Rome, waar alle dingen die afgrijselijk en schandelijk zijn uit alle hoeken van de wereld hun centrum vinden en populair worden. Zodoende werden allen die schuld bekenden gearresteerd; daarna werd, gebaseerd op hun informatie, een immense massa veroordeeld, niet zozeer vanwege de misdaad om de stad in brand te steken, maar om die van haat tegen de mensheid. Hoon van elke soort werd aan hun dood toegevoegd. Gehuld in dierenhuiden werden ze verscheurd door honden en vergingen, of ze werden aan kruisen genageld, of ze werden veroordeeld tot de vlammen en verbrandden, om als nachtelijke verlichting te dienen, nadat het daglicht was heengegaan. Nero bood zijn tuinen aan voor dit spektakel, en liet een show in het circus opvoeren, terwijl hij zich onder de mensen mengde in het gewaad van een wagenmenner of bovenop een wagen stond. Hierdoor ontstond, zelfs voor criminelen die een extreme voorbeeldstraf verdienden, een gevoel van compassie; want het was niet, zoals het leek, voor het publieke goed, maar om de wreedheid van één man te bevredigen, dat dezen werden vernietigd."
Keizer Nero liet de christenen in heel zijn rijk wreed vervolgen, omdat ze, naar zijn zeggen, de stad Rome in brand hadden gestoken, terwijl hij dat zelf gedaan had.
(afb.: historianet.nl/maatschappij/godsdienstgeschiedenis/christenen-voor-leeuwen-gegooid)
Historische autoriteiten.
De wederopstanding van Jezus en/of de vervolging van Zijn volgelingen werden buiten de Bijbel door de volgende historische autoriteiten vastgelegd: Gaius Suetonius Tranquillas, Flavius Josephus, Thallus, Plinius de Jongere, Justin Martyr, Tertullianus, en de Joodse Sanhedrin. Naast deze historici uit de oudheid, bestaan er ook documenten uit andere bronnen zoals de Griekse satirist Lucianus uit de 2e eeuw. John Foxe schreef het klassieke Foxe's Book of Martyrs (oftewel Het Boek van Foxe over de Martelaren), dat in detail het christelijk lijden beschrijft van de dood van de Christenen in de 1e eeuw tot aan de vervolgingen tijdens de heerschappij van koningin "Bloody Mary" in Engeland. De Inquisitie doodde tussen 1200 en 1800 na Christus 68 miljoen christenen vanwege hun overtuigingen wat betreft de faalbaarheid van de pausen en hun godslasteringen tegenover Christus. Ook nu weer konden zij die ter dood werden veroordeeld hun leven redden door hun overtuigingen af te zweren en de paus te aanbidden.
(afb.: historianet.nl/maatschappij/godsdienstgeschiedenis/christenen-voor-leeuwen-gegooid)
Historische autoriteiten.
De wederopstanding van Jezus en/of de vervolging van Zijn volgelingen werden buiten de Bijbel door de volgende historische autoriteiten vastgelegd: Gaius Suetonius Tranquillas, Flavius Josephus, Thallus, Plinius de Jongere, Justin Martyr, Tertullianus, en de Joodse Sanhedrin. Naast deze historici uit de oudheid, bestaan er ook documenten uit andere bronnen zoals de Griekse satirist Lucianus uit de 2e eeuw. John Foxe schreef het klassieke Foxe's Book of Martyrs (oftewel Het Boek van Foxe over de Martelaren), dat in detail het christelijk lijden beschrijft van de dood van de Christenen in de 1e eeuw tot aan de vervolgingen tijdens de heerschappij van koningin "Bloody Mary" in Engeland. De Inquisitie doodde tussen 1200 en 1800 na Christus 68 miljoen christenen vanwege hun overtuigingen wat betreft de faalbaarheid van de pausen en hun godslasteringen tegenover Christus. Ook nu weer konden zij die ter dood werden veroordeeld hun leven redden door hun overtuigingen af te zweren en de paus te aanbidden.
De Inquisitie doodde tussen 1200 en 1800 na Christus 68 miljoen christenen vanwege hun overtuigingen wat betreft de faalbaarheid van de pausen en hun godslasteringen tegenover Christus.
(afb.: dailygeekshow.com/torture-medieval-methodes)
Individuele beslissingen.
De mannen die getuige waren van de wederopstanding van Christus hebben hun getuigenis met de dood moeten bekopen. Hun getuigenis heeft, samen met het overtuigende bewijs dat door de Bijbel zelf wordt aangeleverd (zoals ongelooflijke voorspellingen), miljoenen mensen aangezet om in hun voetsporen te treden, om vervolging en dood te ondergaan in de handen van een ongelovige wereld, als gevolg van hun wetenschap dat Jezus Christus de Zoon van de Almachtige God is. Dat Hij naar de aarde kwam om voor onze zonden te sterven zoals honderden jaren vóór Zijn geboorte al was voorspeld in de Bijbel. Dat Hij aan een kruis stierf en uit de dood herrees. Dat Hij zichzelf vervolgens aan honderden discipelen toonde voordat Hij terugkeerde naar de hemel. Dat Hij aan het einde der tijden zal terugkeren. Deze mannen verkondigden hun geliefde evangelie niet met woorden. Zij schreeuwden de wereld toe door hun eigen leven hiervoor te geven. Net als de gedetailleerde profetieën en het overtuigend bewijs, zoals de lege graftombe zelf, levert dit bewijs voor hun beweringen. De mensheid over de hele wereld heeft dus de mogelijkheid om de opstanding of te accepteren of af te wijzen, gebaseerd op hun eigen overtuigingen. Maar er is wat dit onderwerp betreft geen gebrek aan getuigen van deze gebeurtenis, noch een gebrek aan bewijs.
(afb.: dailygeekshow.com/torture-medieval-methodes)
Individuele beslissingen.
De mannen die getuige waren van de wederopstanding van Christus hebben hun getuigenis met de dood moeten bekopen. Hun getuigenis heeft, samen met het overtuigende bewijs dat door de Bijbel zelf wordt aangeleverd (zoals ongelooflijke voorspellingen), miljoenen mensen aangezet om in hun voetsporen te treden, om vervolging en dood te ondergaan in de handen van een ongelovige wereld, als gevolg van hun wetenschap dat Jezus Christus de Zoon van de Almachtige God is. Dat Hij naar de aarde kwam om voor onze zonden te sterven zoals honderden jaren vóór Zijn geboorte al was voorspeld in de Bijbel. Dat Hij aan een kruis stierf en uit de dood herrees. Dat Hij zichzelf vervolgens aan honderden discipelen toonde voordat Hij terugkeerde naar de hemel. Dat Hij aan het einde der tijden zal terugkeren. Deze mannen verkondigden hun geliefde evangelie niet met woorden. Zij schreeuwden de wereld toe door hun eigen leven hiervoor te geven. Net als de gedetailleerde profetieën en het overtuigend bewijs, zoals de lege graftombe zelf, levert dit bewijs voor hun beweringen. De mensheid over de hele wereld heeft dus de mogelijkheid om de opstanding of te accepteren of af te wijzen, gebaseerd op hun eigen overtuigingen. Maar er is wat dit onderwerp betreft geen gebrek aan getuigen van deze gebeurtenis, noch een gebrek aan bewijs.