Op maandag veranderde een menigte van mening.
Maandag was de dag na Palmzondag. Op die dag hadden de Farizeeën Jezus opgedragen om de vreugdevolle lofzangen van de menigte tot zwijgen te brengen (Lucas 19:37–39). Vijf dagen later slaagde Pilatus er niet in om de menigte tot zwijgen te brengen die de Zoon van God veroordeelde (Lucas 23:22–25). Wat had Jezus in deze laatste week gezegd of gedaan dat tot deze reactie van de menigte leidde? Jezus gebruikte deze tweede dag van de week, die wij nu Heilige Week (of Goede Week) noemen, om te laten zien wat een oprecht geloof inhoudt en om Zijn Messiaanse gezag te bevestigen.
Het vruchteloze geloof van een volk.
Het volk van Israël had nagelaten in Jezus te geloven. Uitwendig vertoonden zij de kenmerken van trouwe en gelovige mensen (door met palmtakken te zwaaien toen Hij de stad binnentrok), maar toch was het Joodse volk vruchteloos (onproductief) wat betreft het praktiseren van hun geloof. Slechts enkele dagen na de triomfantelijke intocht van Jezus in Jeruzalem ontkenden zij hun Koning en werd Hij door hen gekruisigd.
Na Zijn aankomst in Jeruzalem, bracht Jezus de Zondagnacht door in Bethanië, het dorp aan de voet van de Olijfberg (Mattheüs 21:17). Het is niet bekend of Hij de nacht in een huis in het dorp doorbracht of in de open lucht. Toen Jezus op die maandag in de kruisweek naar Jeruzalem terugkeerde, zag Hij een vijgenboom die al bladeren had voordat het seizoen daarvoor was aangebroken. Jezus wist dat vijgenbomen twee keer per jaar vruchten dragen -- in juni en september. Het was pas april, maar omdat de boom bladeren had, verwachtte Hij ook vruchten aan de boom, maar de boom was vruchteloos. Jezus vervloekte de boom en de volgende dag was deze al tot aan de wortels verdord.
Maandag was de dag na Palmzondag. Op die dag hadden de Farizeeën Jezus opgedragen om de vreugdevolle lofzangen van de menigte tot zwijgen te brengen (Lucas 19:37–39). Vijf dagen later slaagde Pilatus er niet in om de menigte tot zwijgen te brengen die de Zoon van God veroordeelde (Lucas 23:22–25). Wat had Jezus in deze laatste week gezegd of gedaan dat tot deze reactie van de menigte leidde? Jezus gebruikte deze tweede dag van de week, die wij nu Heilige Week (of Goede Week) noemen, om te laten zien wat een oprecht geloof inhoudt en om Zijn Messiaanse gezag te bevestigen.
Het vruchteloze geloof van een volk.
Het volk van Israël had nagelaten in Jezus te geloven. Uitwendig vertoonden zij de kenmerken van trouwe en gelovige mensen (door met palmtakken te zwaaien toen Hij de stad binnentrok), maar toch was het Joodse volk vruchteloos (onproductief) wat betreft het praktiseren van hun geloof. Slechts enkele dagen na de triomfantelijke intocht van Jezus in Jeruzalem ontkenden zij hun Koning en werd Hij door hen gekruisigd.
Na Zijn aankomst in Jeruzalem, bracht Jezus de Zondagnacht door in Bethanië, het dorp aan de voet van de Olijfberg (Mattheüs 21:17). Het is niet bekend of Hij de nacht in een huis in het dorp doorbracht of in de open lucht. Toen Jezus op die maandag in de kruisweek naar Jeruzalem terugkeerde, zag Hij een vijgenboom die al bladeren had voordat het seizoen daarvoor was aangebroken. Jezus wist dat vijgenbomen twee keer per jaar vruchten dragen -- in juni en september. Het was pas april, maar omdat de boom bladeren had, verwachtte Hij ook vruchten aan de boom, maar de boom was vruchteloos. Jezus vervloekte de boom en de volgende dag was deze al tot aan de wortels verdord.
Omdat het pas april was en de boom bladeren had, verwachtte Jezus ook vruchten aan de boom, maar de boom was vruchteloos. Jezus vervloekte de boom en de volgende dag was deze al tot aan de wortels verdord.
(afb.: www.vijg.nl/vijgenboom)
De discipelen waren verbaasd dat de boom zo snel was verdord. Net zoals Jezus de vijgenboom had vervloekt, zo zou Hij ook de generatie vervloeken die Hem had afgewezen (Lucas 21:20).
Jezus gebruikte de verbazing van de discipelen om hen te onderwijzen over een oprecht geloof in God -- in plaats van twijfels of alleen maar verwondering. Zelfs een geloof als een mosterdzaadje is voldoende om hele bergen te verzetten als dit overeenstemt met Gods wil (Mattheüs 21:21-22). Het geloof van de volgelingen van Jezus zou tijdens de dagen voorafgaand aan de wederopstanding enorm op de proef gesteld worden.
Een tempel gereinigd.
Een andere gebeurtenis op de maandag was de reiniging van de tempel. Johannes 2:13–17 vertelt ons over de eerste reiniging van de tempel door Jezus, die zichzelf als de Messias presenteert. Deze eerste reiniging was bedoeld als onderricht en als waarschuwing. De tweede reiniging vond plaats tijdens de laatste week van Jezus voorafgaand aan Zijn kruisiging. Jezus vervulde een oude profetie toen Hij een symbolisch oordeel uitsprak over het gebrek aan respect voor het gebedshuis van de Vader (Jesaja 56:7, Jeremia 7:11).
Jezus gebruikte de reis van Bethanië naar Jeruzalem, die zo'n dertig minuten in beslag nam, om na te denken over de verandering die de stad had ondergaan. Gedurende de afgelopen twee jaar had men kennelijk vergeten wiens huis de tempel was. Commerciële handel en hebzucht hadden het karakter van de tempel veranderd. Geld dat bedoeld was om offerdieren te kopen werd gebruikt om mensen af te zetten. Jezus koos ervoor de tempel nog een laatste keer te reinigen. Met een gepaste verontwaardiging begon "Hij die komt in de naam van de Heer" de tafels en de stoelen van de geldwisselaars in de buitenhof van de tempel omver te gooien. (Mattheüs 21:9,12,13).
(afb.: www.vijg.nl/vijgenboom)
De discipelen waren verbaasd dat de boom zo snel was verdord. Net zoals Jezus de vijgenboom had vervloekt, zo zou Hij ook de generatie vervloeken die Hem had afgewezen (Lucas 21:20).
Jezus gebruikte de verbazing van de discipelen om hen te onderwijzen over een oprecht geloof in God -- in plaats van twijfels of alleen maar verwondering. Zelfs een geloof als een mosterdzaadje is voldoende om hele bergen te verzetten als dit overeenstemt met Gods wil (Mattheüs 21:21-22). Het geloof van de volgelingen van Jezus zou tijdens de dagen voorafgaand aan de wederopstanding enorm op de proef gesteld worden.
Een tempel gereinigd.
Een andere gebeurtenis op de maandag was de reiniging van de tempel. Johannes 2:13–17 vertelt ons over de eerste reiniging van de tempel door Jezus, die zichzelf als de Messias presenteert. Deze eerste reiniging was bedoeld als onderricht en als waarschuwing. De tweede reiniging vond plaats tijdens de laatste week van Jezus voorafgaand aan Zijn kruisiging. Jezus vervulde een oude profetie toen Hij een symbolisch oordeel uitsprak over het gebrek aan respect voor het gebedshuis van de Vader (Jesaja 56:7, Jeremia 7:11).
Jezus gebruikte de reis van Bethanië naar Jeruzalem, die zo'n dertig minuten in beslag nam, om na te denken over de verandering die de stad had ondergaan. Gedurende de afgelopen twee jaar had men kennelijk vergeten wiens huis de tempel was. Commerciële handel en hebzucht hadden het karakter van de tempel veranderd. Geld dat bedoeld was om offerdieren te kopen werd gebruikt om mensen af te zetten. Jezus koos ervoor de tempel nog een laatste keer te reinigen. Met een gepaste verontwaardiging begon "Hij die komt in de naam van de Heer" de tafels en de stoelen van de geldwisselaars in de buitenhof van de tempel omver te gooien. (Mattheüs 21:9,12,13).
Commerciële handel en hebzucht hadden het karakter van de tempel in Jezus’ dagen veranderd. Geld dat bedoeld was om offerdieren te kopen werd gebruikt om mensen af te zetten. Jezus koos ervoor de tempel voor de tweede keer te ‘reinigen’.
(afb.: https://www.lds.org/.../christs-ministry-and-miracles)
Door deze commotie bevond de hele hof zich in chaos. Maar, de behoeftigen en de kinderen aarzelden niet: eerst kwamen de blinden en de verlamden toen zij hoorden dat Jezus in de tempel was. En toen de kinderen zagen dat Jezus daar weer aan het onderwijzen was, begonnen zij weer te roepen: "Hosanna voor de Zoon van David!" De farizeeën waren niet in staat om Jezus de Messias tegen te houden. [Jezus antwoordde hun:] "Jazeker! Hebt u dan nooit gelezen: ‘Door de mond van kinderen en zuigelingen hebt u zich een loflied laten zingen”?’" (Mattheüs 21:14–16).
(afb.: https://www.lds.org/.../christs-ministry-and-miracles)
Door deze commotie bevond de hele hof zich in chaos. Maar, de behoeftigen en de kinderen aarzelden niet: eerst kwamen de blinden en de verlamden toen zij hoorden dat Jezus in de tempel was. En toen de kinderen zagen dat Jezus daar weer aan het onderwijzen was, begonnen zij weer te roepen: "Hosanna voor de Zoon van David!" De farizeeën waren niet in staat om Jezus de Messias tegen te houden. [Jezus antwoordde hun:] "Jazeker! Hebt u dan nooit gelezen: ‘Door de mond van kinderen en zuigelingen hebt u zich een loflied laten zingen”?’" (Mattheüs 21:14–16).