Israël vandaag - 17 december 2016.
Israël is geen apartheidsstaat, maar biedt plaats aan moslims…!
De voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter, de Zuid-Afrikaanse Anglicaanse Aartsbisschop Desmond Tutu, Mary Robinson de voormalige Ierse president, en diverse andere anti-Israël activisten noemen Israël een apartheidsstaat en vergelijken Israël met het voormalige apartheidsbewind in Zuid-Afrika.
Het zijn valse beschuldigingen want Israël kent geen apartheidswetten zoals destijds in Zuid-Afrika. Jimmy Carter verraad in zijn boek “Palestine: Peace not Apartheid” zijn grote afkeer voor het land en het volk van Israël.
Desmond Tutu beschuldigd Israël niet alleen van apartheid maar vergelijkt het lijden van de Palestijnen met wat de zwarten in Zuid-Afrika onder het blanke apartheidsregime hebben meegemaakt.
Ook Mary Robinson staat al jaren bekend als een felle anti-Israël lobbyist en gebruikte haar positie als Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, om haar ranzige gevoelens ten aanzien van Israël uitvoerig te etaleren.
Ook beweert zij dat de Israëlische wetgeving dozijnen wetten bevat die racistisch zijn tegenover de Arabieren. Maar Israël kent geen apartheidswetten maar kent volledige, politieke, religieuze en andere mensenrechten voor de hele bevolking.
Wat al deze anti-Israël activisten beweren past niet in de omschrijving van een apartheidsstaat. Figuren die Israël beschuldigen van “apartheid”, zijn niets anders dan leugenaars en ordinaire Jodenhaters. Er zijn talloze voorbeelden dat Israël geen apartheidsstaat is.
De voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter, de Zuid-Afrikaanse Anglicaanse Aartsbisschop Desmond Tutu, Mary Robinson de voormalige Ierse president, en diverse andere anti-Israël activisten noemen Israël een apartheidsstaat en vergelijken Israël met het voormalige apartheidsbewind in Zuid-Afrika.
Het zijn valse beschuldigingen want Israël kent geen apartheidswetten zoals destijds in Zuid-Afrika. Jimmy Carter verraad in zijn boek “Palestine: Peace not Apartheid” zijn grote afkeer voor het land en het volk van Israël.
Desmond Tutu beschuldigd Israël niet alleen van apartheid maar vergelijkt het lijden van de Palestijnen met wat de zwarten in Zuid-Afrika onder het blanke apartheidsregime hebben meegemaakt.
Ook Mary Robinson staat al jaren bekend als een felle anti-Israël lobbyist en gebruikte haar positie als Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, om haar ranzige gevoelens ten aanzien van Israël uitvoerig te etaleren.
Ook beweert zij dat de Israëlische wetgeving dozijnen wetten bevat die racistisch zijn tegenover de Arabieren. Maar Israël kent geen apartheidswetten maar kent volledige, politieke, religieuze en andere mensenrechten voor de hele bevolking.
Wat al deze anti-Israël activisten beweren past niet in de omschrijving van een apartheidsstaat. Figuren die Israël beschuldigen van “apartheid”, zijn niets anders dan leugenaars en ordinaire Jodenhaters. Er zijn talloze voorbeelden dat Israël geen apartheidsstaat is.
Desmond Tutu beschuldigd Israël van apartheid.
Het zijn valse beschuldigingen want in Israël hebben alle inwoners –Joden en Arabieren- gelijke rechten. Israël kent volledige, politieke, religieuze en andere mensenrechten voor de hele bevolking. In werkelijkheid is Israël de enige apartheidsvrije staat in het Midden-Oosten. In Israël heeft de Arabische bevolking wettelijk volledig gelijke rechten, en meer voorrechten dan de meeste etnische minderheden in de vrije wereld, van de aanwijzing van Arabisch als officiële taal tot de erkenning van niet-Joodse religieuze feestdagen. En dit terwijl apartheid al meer dan een millennium een integraal onderdeel is in de rest van het Midden-Oosten.
De Arabische en islamitische landen handhaven nog steeds deze wettelijke, politieke en sociale discriminatie tegen hun minderheden. Israël zou zich minder vaak moeten verdedigen tegen die valse beschuldiging, en die neerleggen waar die hoort: bij de Arabische en islamitische landen in de regio.
In de onafhankelijksverklaring van 1948 staat dat staat Israël gebaseerd zal zijn op vrijheid, gerechtigheid en vrede en dat het al zijn burgers sociale en politieke gelijke rechten zal garanderen, ongeacht godsdienst, ras en geslacht. Alle burgers van Israël hebben, het recht op vrije meningsuiting, het recht op democratie en de gelijkheid voor het gerecht of het nu christenen, Druzen of Arabieren zijn. Israël staat wat dat betreft in vergelijking met de Arabische landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika helemaal bovenaan de lijst. Israël is het enige land in de regio die minderheden de ruimte geeft en profiteert van de rechten die iedere Israëli ten deel valt, inclusief de vrijheid om in het openbaar kritiek te uiten, zonder bang te hoeven zijn voor enige vergelding.
Christenen hebben in Israël veel betere leefomstandigheden dan welke andere christelijke gemeente dan ook in het Midden-Oosten. De wereld moet op de hoogte worden gebracht van deze feiten en moet weten dat figuren als Desmond Tutu er een anti-Israëlische agenda op na houden.
Het bestaan van politieke, religieuze en andere mensenrechten kan van de islamitische Arabische landen in het Midden-Oosten bepaald niet gezegd worden. In deze landen maakt apartheid een integraal onderdeel uit van de gevoerde politiek. Deze landen handhaven nog steeds wettelijke, politieke en sociale discriminatie tegen hun minderheden. Ook de Palestijnse leider Mahmoud Abbas (Abu Mazen) wil de toekomstige Palestijnse staat etnisch zuiveren van alle Joden naar het voorbeeld van de apartheidswetgeving in Jordanië en Saoedi-Arabië, waar het Joden verboden is te wonen.
Volgens Dr. Qanta Achmed, een prominente islamitische schrijfster en arts in New York is Israël het enige land in de regio, dat minderheden niet alleen tolereert, maar ook integreert en daarmee het meest tolerante land in de regio genoemd kan worden. Dr. Achmed deed haar uitspraak op 22 mei 2013 in het Menachem Begin Herritage Center in Jeruzalem over de toenemende vervolging van minderheden in het hele Midden-Oosten als gevolg van de Arabische ‘Lente’. Zij is een uitgesproken criticus van de radicale Islam en de leugens die het spreekt tegen Israël en het Westen.
Het zijn valse beschuldigingen want in Israël hebben alle inwoners –Joden en Arabieren- gelijke rechten. Israël kent volledige, politieke, religieuze en andere mensenrechten voor de hele bevolking. In werkelijkheid is Israël de enige apartheidsvrije staat in het Midden-Oosten. In Israël heeft de Arabische bevolking wettelijk volledig gelijke rechten, en meer voorrechten dan de meeste etnische minderheden in de vrije wereld, van de aanwijzing van Arabisch als officiële taal tot de erkenning van niet-Joodse religieuze feestdagen. En dit terwijl apartheid al meer dan een millennium een integraal onderdeel is in de rest van het Midden-Oosten.
De Arabische en islamitische landen handhaven nog steeds deze wettelijke, politieke en sociale discriminatie tegen hun minderheden. Israël zou zich minder vaak moeten verdedigen tegen die valse beschuldiging, en die neerleggen waar die hoort: bij de Arabische en islamitische landen in de regio.
In de onafhankelijksverklaring van 1948 staat dat staat Israël gebaseerd zal zijn op vrijheid, gerechtigheid en vrede en dat het al zijn burgers sociale en politieke gelijke rechten zal garanderen, ongeacht godsdienst, ras en geslacht. Alle burgers van Israël hebben, het recht op vrije meningsuiting, het recht op democratie en de gelijkheid voor het gerecht of het nu christenen, Druzen of Arabieren zijn. Israël staat wat dat betreft in vergelijking met de Arabische landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika helemaal bovenaan de lijst. Israël is het enige land in de regio die minderheden de ruimte geeft en profiteert van de rechten die iedere Israëli ten deel valt, inclusief de vrijheid om in het openbaar kritiek te uiten, zonder bang te hoeven zijn voor enige vergelding.
Christenen hebben in Israël veel betere leefomstandigheden dan welke andere christelijke gemeente dan ook in het Midden-Oosten. De wereld moet op de hoogte worden gebracht van deze feiten en moet weten dat figuren als Desmond Tutu er een anti-Israëlische agenda op na houden.
Het bestaan van politieke, religieuze en andere mensenrechten kan van de islamitische Arabische landen in het Midden-Oosten bepaald niet gezegd worden. In deze landen maakt apartheid een integraal onderdeel uit van de gevoerde politiek. Deze landen handhaven nog steeds wettelijke, politieke en sociale discriminatie tegen hun minderheden. Ook de Palestijnse leider Mahmoud Abbas (Abu Mazen) wil de toekomstige Palestijnse staat etnisch zuiveren van alle Joden naar het voorbeeld van de apartheidswetgeving in Jordanië en Saoedi-Arabië, waar het Joden verboden is te wonen.
Volgens Dr. Qanta Achmed, een prominente islamitische schrijfster en arts in New York is Israël het enige land in de regio, dat minderheden niet alleen tolereert, maar ook integreert en daarmee het meest tolerante land in de regio genoemd kan worden. Dr. Achmed deed haar uitspraak op 22 mei 2013 in het Menachem Begin Herritage Center in Jeruzalem over de toenemende vervolging van minderheden in het hele Midden-Oosten als gevolg van de Arabische ‘Lente’. Zij is een uitgesproken criticus van de radicale Islam en de leugens die het spreekt tegen Israël en het Westen.
Dr. Qanta Ahmed.
Wat dr. Achmed het meest frustreert is dat de westerse media over het algemeen weigeren om openlijk over de vervolging van minderheden te spreken, vooral als het om christenen in Arabische landen gaat.
Intussen wordt de waarheid over Israël genegeerd, en zelfs bedekt met schandalige leugens. Het is veelzeggend, merkte dr. Achmed op, dat Israël de enige plaats in de regio is waar ik deze rede kan houden en daarna naar huis gaan. Wanneer ze zeggen dat Israël een bezetter is, dan is deze bezetting in contrast met andere bezetters een paradijs. Ik wil vechten voor Israëls zaak, en ik zou graag zien dat het land van onze voorvaders bevrijd wordt van de werkelijke bezetters.
Ook deze video laat zien dat figuren als Tutu die Israël beschuldigen van “apartheid”, niets anders zijn dan leugenaars en ordinaire Jodenhaters. De schandalige leugens worden met slechts één doel aan de wereld gepresenteerd: Israël een slechte naam te bezorgen en het bestaansrecht ervan teniet te doen.
In Israël is meer dan 20% van de bevolking Arabier die alle burgerrechten bezitten. Het zijn de enige Arabieren van het Midden-Oosten die in vrije, gelijke en democratische verkiezingen hun politieke vertegenwoordigers kunnen kiezen. Het is de Israëlische politiek die het land rijk en vruchtbaar gemaakt heeft, bovendien democratisch en Verlicht, met gelijke rechten voor mannen en vrouwen, om het even van welke religie en seksuele oriëntering. Israël is een zegen voor het Midden-Oosten.
Sinds de Arabische ‘lente’ wordt het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken overspoeld met Arabieren die asiel aanvragen of visa voor een bezoek. Sommigen vragen zelfs dienst te mogen doen in het Israëlische leger. Ze zijn tot de ontdekking gekomen dat de bewoners van Israël het veel beter hebben dan in de totalitaire Arabische samenlevingen.
Velen beginnen zich ook te realiseren dat het onder de nieuwe machthebbers in de Arabische landen mogelijk nog slechter zal worden dan het al was en de vrijheden tot een minimum beperkt zullen worden. Jullie zijn het enige land (in de regio) dat de persoonlijke vrijheid respecteert, schreef Dawoud, een computertechnicus uit Irak die politiek asiel aanvroeg in Israël. De mensen van Israël zijn de sterkste en beschaafdste in de regio, schreef een andere jongeman uit Iran, die zei naar Israël te willen verhuizen met zijn hele gezin.
Terwijl het bewind in Ramallah, de Verenigde Naties, diverse wereldleiders en allerlei linkse anti-Israël lobbyisten het leven van de Arabieren in Israël proberen af te schilderen als onderdrukkend blijken de feiten hun theorie niet te steunen. Duizenden Arabieren koesteren namelijk sympathie voor de Joodse staat en vinden werk in de Joodse dorpen in Samaria en Judea en ook elders in Israël. Zij zeggen dat de Joodse dorpen eerder een zegen dan een vloek voor hen zijn en vinden dat Samaria en Judea in geen geval in handen van de Mahmoud Abbas en zijn corrupte bende mag vallen en zeggen helemaal geen onafhankelijke Palestijnse staat te willen. Ze zeggen dat een dergelijke staat rampzalig zou zijn, en dat ze liever onder Israëlisch bestuur willen blijven.
Uit een onderzoek in juli 2012, is gebleken dat de meeste Arabische inwoners van Israël zich niet als 'onderdrukt' en 'levend onder apartheid' beschouwen. In het Midden-Oosten leven ruim 350 miljoen Arabieren, onder voornamelijk dictatoriale corrupte regimes. Alleen de Arabieren in Israël genieten volledige politieke en religieuze vrijheid en dat is in Israël. In de Joodse staat worden ze als volwaardige burgers beschouwd en hebben ze het recht te stemmen tijdens democratische verkiezingen.
Wat dr. Achmed het meest frustreert is dat de westerse media over het algemeen weigeren om openlijk over de vervolging van minderheden te spreken, vooral als het om christenen in Arabische landen gaat.
Intussen wordt de waarheid over Israël genegeerd, en zelfs bedekt met schandalige leugens. Het is veelzeggend, merkte dr. Achmed op, dat Israël de enige plaats in de regio is waar ik deze rede kan houden en daarna naar huis gaan. Wanneer ze zeggen dat Israël een bezetter is, dan is deze bezetting in contrast met andere bezetters een paradijs. Ik wil vechten voor Israëls zaak, en ik zou graag zien dat het land van onze voorvaders bevrijd wordt van de werkelijke bezetters.
Ook deze video laat zien dat figuren als Tutu die Israël beschuldigen van “apartheid”, niets anders zijn dan leugenaars en ordinaire Jodenhaters. De schandalige leugens worden met slechts één doel aan de wereld gepresenteerd: Israël een slechte naam te bezorgen en het bestaansrecht ervan teniet te doen.
In Israël is meer dan 20% van de bevolking Arabier die alle burgerrechten bezitten. Het zijn de enige Arabieren van het Midden-Oosten die in vrije, gelijke en democratische verkiezingen hun politieke vertegenwoordigers kunnen kiezen. Het is de Israëlische politiek die het land rijk en vruchtbaar gemaakt heeft, bovendien democratisch en Verlicht, met gelijke rechten voor mannen en vrouwen, om het even van welke religie en seksuele oriëntering. Israël is een zegen voor het Midden-Oosten.
Sinds de Arabische ‘lente’ wordt het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken overspoeld met Arabieren die asiel aanvragen of visa voor een bezoek. Sommigen vragen zelfs dienst te mogen doen in het Israëlische leger. Ze zijn tot de ontdekking gekomen dat de bewoners van Israël het veel beter hebben dan in de totalitaire Arabische samenlevingen.
Velen beginnen zich ook te realiseren dat het onder de nieuwe machthebbers in de Arabische landen mogelijk nog slechter zal worden dan het al was en de vrijheden tot een minimum beperkt zullen worden. Jullie zijn het enige land (in de regio) dat de persoonlijke vrijheid respecteert, schreef Dawoud, een computertechnicus uit Irak die politiek asiel aanvroeg in Israël. De mensen van Israël zijn de sterkste en beschaafdste in de regio, schreef een andere jongeman uit Iran, die zei naar Israël te willen verhuizen met zijn hele gezin.
Terwijl het bewind in Ramallah, de Verenigde Naties, diverse wereldleiders en allerlei linkse anti-Israël lobbyisten het leven van de Arabieren in Israël proberen af te schilderen als onderdrukkend blijken de feiten hun theorie niet te steunen. Duizenden Arabieren koesteren namelijk sympathie voor de Joodse staat en vinden werk in de Joodse dorpen in Samaria en Judea en ook elders in Israël. Zij zeggen dat de Joodse dorpen eerder een zegen dan een vloek voor hen zijn en vinden dat Samaria en Judea in geen geval in handen van de Mahmoud Abbas en zijn corrupte bende mag vallen en zeggen helemaal geen onafhankelijke Palestijnse staat te willen. Ze zeggen dat een dergelijke staat rampzalig zou zijn, en dat ze liever onder Israëlisch bestuur willen blijven.
Uit een onderzoek in juli 2012, is gebleken dat de meeste Arabische inwoners van Israël zich niet als 'onderdrukt' en 'levend onder apartheid' beschouwen. In het Midden-Oosten leven ruim 350 miljoen Arabieren, onder voornamelijk dictatoriale corrupte regimes. Alleen de Arabieren in Israël genieten volledige politieke en religieuze vrijheid en dat is in Israël. In de Joodse staat worden ze als volwaardige burgers beschouwd en hebben ze het recht te stemmen tijdens democratische verkiezingen.
Ali Wahab Arabische moslim en officier in het Israëlische leger.
In een jaarlijkse opiniepeiling die de Universiteit van Haifa publiceerde, bleek dat (68,3%) van de Arabieren liever in Israël woont dan in enig ander land in de wereld. Eenenzeventig procent van de Arabische respondenten noemde alleen Israël een goede plek om te wonen, terwijl 60 procent Israël als vaderland omschreef.
Bijna een zelfde percentage heeft er geen probleem mee, dat de openbare instellingen en het karakter van het land worden bepaald door het Jodendom. Ruim 3500 niet-Joodse vrijwilligers verrichten werkzaamheden bij de Nationale Dienst in Israël. Hiervan is 72 procent moslim, 18 procent zijn Druzen en 10 procent zijn christenen. Ze spelen onder meer een actieve rol bij de politie, brandweer, medische diensten, scholen en kleuterscholen. 85 procent krijgt daarna een baan en integreren volledig in de Israëlische samenleving.
De praktijk laat zien dat steeds meer jonge islamitische en christelijke Arabische meisjes in Israëlische militaire dienst gaan. Een gelovige moslima die opgroeide in een Joodse wijk besloot bij het leger te gaan nadat ze al haar buren ook in dienst zag gaan: 'Het leger is een belangrijk deel van het leven van iedereen in mijn buurt,' legde ze uit. 'Ik wilde gewoon in dienst zoals ieder ander. Ik wil iets teruggeven aan Israël, mijn land.' Een andere moslima groeide eveneens op in een Joodse wijk. Mijn hele leven ben ik met Joodse meisjes naar school gegaan, dus wilde ik de middelbare school afronden en in het leger gaan, net als mijn vriendinnen, vertelde ze. Ik heb me nooit geschaamd voor mijn (moslim)geloof, zelfs niet in het leger. Ik wilde in dienst omdat het mijn plicht is mijn land te dienen en te verdedigen,voegde ze nog toe. Ik wilde dienen op een manier die significant bijdraagt.
Op 13 januari 2012, had Yishai Fleisher, redacteur van JewishPress, tijdens een inhuldigingsceremonie van Paratroopers van het Israëlische leger (IDF), een ontmoeting met Moslims en Arabieren die zeggen er trots op te zijn om als soldaten in het Israëlische leger te dienen. Joden, Arabieren, Shi’itische moslims, Druzen en Bedoeïenen, allemaal samen in het Israëlische leger.
In een jaarlijkse opiniepeiling die de Universiteit van Haifa publiceerde, bleek dat (68,3%) van de Arabieren liever in Israël woont dan in enig ander land in de wereld. Eenenzeventig procent van de Arabische respondenten noemde alleen Israël een goede plek om te wonen, terwijl 60 procent Israël als vaderland omschreef.
Bijna een zelfde percentage heeft er geen probleem mee, dat de openbare instellingen en het karakter van het land worden bepaald door het Jodendom. Ruim 3500 niet-Joodse vrijwilligers verrichten werkzaamheden bij de Nationale Dienst in Israël. Hiervan is 72 procent moslim, 18 procent zijn Druzen en 10 procent zijn christenen. Ze spelen onder meer een actieve rol bij de politie, brandweer, medische diensten, scholen en kleuterscholen. 85 procent krijgt daarna een baan en integreren volledig in de Israëlische samenleving.
De praktijk laat zien dat steeds meer jonge islamitische en christelijke Arabische meisjes in Israëlische militaire dienst gaan. Een gelovige moslima die opgroeide in een Joodse wijk besloot bij het leger te gaan nadat ze al haar buren ook in dienst zag gaan: 'Het leger is een belangrijk deel van het leven van iedereen in mijn buurt,' legde ze uit. 'Ik wilde gewoon in dienst zoals ieder ander. Ik wil iets teruggeven aan Israël, mijn land.' Een andere moslima groeide eveneens op in een Joodse wijk. Mijn hele leven ben ik met Joodse meisjes naar school gegaan, dus wilde ik de middelbare school afronden en in het leger gaan, net als mijn vriendinnen, vertelde ze. Ik heb me nooit geschaamd voor mijn (moslim)geloof, zelfs niet in het leger. Ik wilde in dienst omdat het mijn plicht is mijn land te dienen en te verdedigen,voegde ze nog toe. Ik wilde dienen op een manier die significant bijdraagt.
Op 13 januari 2012, had Yishai Fleisher, redacteur van JewishPress, tijdens een inhuldigingsceremonie van Paratroopers van het Israëlische leger (IDF), een ontmoeting met Moslims en Arabieren die zeggen er trots op te zijn om als soldaten in het Israëlische leger te dienen. Joden, Arabieren, Shi’itische moslims, Druzen en Bedoeïenen, allemaal samen in het Israëlische leger.
Joden, Arabieren, Shi’itische moslims, Druzen en Bedoeïenen, allemaal samen in het Israëlische leger.
Ook Rania Fadel – een Israëlisch-Arabische studente – en vrijwilligster voor de organisatie Stand with Us, neemt het op voor de democratie van Israël. Rania windt er geen doekjes om: “Apartheid in Israël bestaat niet – dat is een leugen,” zegt ze. “Kom naar Israël en zie met je eigen ogen hoe het echt is.”
Boshra Khalaila, een Israëlische-Arabische studente: Ik ben getrouwd en bezig met een master’s degree. Ik ben een liberale, vrije vrouw, met alle mogelijke rechten. Ik vergelijk mezelf met andere vrouwen van mijn leeftijd in Jordanië, de Palestijnse gebieden, Egypte, welk Arabisch land dan ook. Zij hebben niet de rechten die ik heb: vrijheid van meningsuiting, het recht om te stemmen. Ze worden gedwongen om op jonge leeftijd te trouwen. Zij dragen verplicht religieuze hoofdbedekking, onafhankelijk van hun eigen overtuiging. Bij mij is het het tegenovergestelde, ik heb alles .
Aatef Karinaoui, een Israëlisch-Arabische politicus: Israël is een prachtig land voor Arabieren. Het is de enige democratie in het Midden-Oosten. Kijk naar wat de Arabieren aan het doen zijn met elkaar in het hele Midden-Oosten. We willen ons hier niet langer mee bezig houden. Mensen willen vooruit komen binnen de staat Israël. We willen bewijzen dat we loyale en trouwe burgers zijn. Ik ben een trotse Arabier en ook een trotse Israëli.
Ismail Khaldi, de eerste Bedoeïen die als diplomaat diende in het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Israël: De Bedoeïenen in Israël vormen een voorbeeld van de bijdrage die men kan geven aan deze democratische en vrije staat, dat is waarom wij (de Bedoeïenen) er trots op zijn hier een deel van uit te maken. Ik ben een trotse Israëli – samen met vele andere niet-Joodse Israëli’s, zoals Druzen, Bahai-aanhangers, Bedoeïenen, christenen en moslims, die in een van de meest cultureel gevarieerde samenlevingen en de enige echte democratie in het Midden-Oosten wonen.
De Israëlische samenleving is verre van perfect, net als die van andere landen. Maar laten we eerlijk zijn, welke maatstaf die u ook kiest – onderwijskansen, economische ontwikkeling, vrouwen-en homorechten, vrijheid van meningsuiting en van vergadering, vertegenwoordiging in de wetgeving – Israëlische minderheden zijn hier veel beter af dan in elk ander land in het Midden-Oosten.
Arabieren in het Israëlische leger.
Een toenemend aantal jonge Arabieren dient vrijwillig in het Israëlische leger. Sommigen dragen zelfs een zilveren Davidsster. Ze laten zien, dat het stereotype van een verdrukte minderheid, dat de wereldmedia hen opdringen, niet juist is. Het land helpt ons en ik zal een goede toekomst krijgen, vertelde sergeant Saleh Khalil, 20, in een zeldzaam interview met actieve gevechtssoldaten. Khalil behoort tot die sector van de Arabische moslimgemeenschap die gelooft dat ze ook verantwoordelijkheid voor de staat dragen. Ik heb dienst genomen om bij te dragen aan het land, omdat ik in dit land leef, zei hij. Zijn collega, sergeant Yusef Salutta (20), ging daarin nog een stap verder: Waarom heb ik besloten om dienst te nemen? Omdat ik in dit land woon en ik van het land houd en eraan wil bijdragen, zei hij tegen verslaggevers. Iedereen zou dienst moeten nemen iedereen die hier woont zou in dienst moeten gaan. En voor Salutta waren het niet alleen maar woorden.
Mustafa Tabash is tankcommandant in het Israëlische leger. Er dienen zo’n duizend bedoeïenen in het leger, voornamelijk als spoorzoeker of verkenner in het speciale bataljon van verkenners. Tabash wist al op de middelbare school dat hij in militaire dienst wilde. Mustafa kwam bij de pantsertroepen terecht. In de zevende brigade was hij een tijdlang schutter. Op de website van het Israëlische leger zegt hij: Deze post vervul ik met plezier, want de schutter moet het sterkst zijn van een pantserbemanning. De opleiding tot pantsercommandant is geen kleinigheid. Er worden hoge eisen aan je gesteld en je bent veel in het veld. Tabash zegt dat zijn familie trots op hem is: Mijn kleine broertje adoreert me, als ik in uniform en met mijn geweer thuiskom. Tabash heeft zijn volgende doel al in het vizier: Hij wil officier van de pantserbrigade worden.
De moslim Siad Churani uit het Arabische dorp Aqabara, in de buurt van Safed zegt er trots op te zijn in het Israëlische leger te dienen. Hij draagt het insigne ‘uitmuntend militair: Veel mensen verbazen zich erover dat ik bij de elite-eenheid Golani in het Israëlische leger dien. Maar ik vind dat ik in een land woon, dat mij veel heeft gegeven. Siad hoort bij het groeiend aantal Arabische Israëlische staatsburgers dat zich aanmeldt bij het Israëlische leger.
Uit een studie van de Harvard universiteit uit 2008 bleek dat 77 procent van de Israëlische Arabieren nergens anders zou willen wonen. Het negatieve beeld dat het voor Arabieren verschrikkelijk zou zijn om onder Joodse overheersing te leven, wordt met allerlei feiten weerlegd. Kasim Hafeez, een als Brit geboren moslim van Pakistaanse afkomst, haatte Israël en de Joden. Hij stond op het punt naar Pakistan af te reizen om daar een terreuropleiding te volgen. Zijn wereldbeeld over Israël en het Joodse volk veranderde drastisch nadat hij het boek ‘A Case for Israel’ van Alan Dershowitz had gelezen. ‘Ik beschouwde dat boek als zionistische propaganda, maar ik wilde het wel lezen.’
Ook Rania Fadel – een Israëlisch-Arabische studente – en vrijwilligster voor de organisatie Stand with Us, neemt het op voor de democratie van Israël. Rania windt er geen doekjes om: “Apartheid in Israël bestaat niet – dat is een leugen,” zegt ze. “Kom naar Israël en zie met je eigen ogen hoe het echt is.”
Boshra Khalaila, een Israëlische-Arabische studente: Ik ben getrouwd en bezig met een master’s degree. Ik ben een liberale, vrije vrouw, met alle mogelijke rechten. Ik vergelijk mezelf met andere vrouwen van mijn leeftijd in Jordanië, de Palestijnse gebieden, Egypte, welk Arabisch land dan ook. Zij hebben niet de rechten die ik heb: vrijheid van meningsuiting, het recht om te stemmen. Ze worden gedwongen om op jonge leeftijd te trouwen. Zij dragen verplicht religieuze hoofdbedekking, onafhankelijk van hun eigen overtuiging. Bij mij is het het tegenovergestelde, ik heb alles .
Aatef Karinaoui, een Israëlisch-Arabische politicus: Israël is een prachtig land voor Arabieren. Het is de enige democratie in het Midden-Oosten. Kijk naar wat de Arabieren aan het doen zijn met elkaar in het hele Midden-Oosten. We willen ons hier niet langer mee bezig houden. Mensen willen vooruit komen binnen de staat Israël. We willen bewijzen dat we loyale en trouwe burgers zijn. Ik ben een trotse Arabier en ook een trotse Israëli.
Ismail Khaldi, de eerste Bedoeïen die als diplomaat diende in het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Israël: De Bedoeïenen in Israël vormen een voorbeeld van de bijdrage die men kan geven aan deze democratische en vrije staat, dat is waarom wij (de Bedoeïenen) er trots op zijn hier een deel van uit te maken. Ik ben een trotse Israëli – samen met vele andere niet-Joodse Israëli’s, zoals Druzen, Bahai-aanhangers, Bedoeïenen, christenen en moslims, die in een van de meest cultureel gevarieerde samenlevingen en de enige echte democratie in het Midden-Oosten wonen.
De Israëlische samenleving is verre van perfect, net als die van andere landen. Maar laten we eerlijk zijn, welke maatstaf die u ook kiest – onderwijskansen, economische ontwikkeling, vrouwen-en homorechten, vrijheid van meningsuiting en van vergadering, vertegenwoordiging in de wetgeving – Israëlische minderheden zijn hier veel beter af dan in elk ander land in het Midden-Oosten.
Arabieren in het Israëlische leger.
Een toenemend aantal jonge Arabieren dient vrijwillig in het Israëlische leger. Sommigen dragen zelfs een zilveren Davidsster. Ze laten zien, dat het stereotype van een verdrukte minderheid, dat de wereldmedia hen opdringen, niet juist is. Het land helpt ons en ik zal een goede toekomst krijgen, vertelde sergeant Saleh Khalil, 20, in een zeldzaam interview met actieve gevechtssoldaten. Khalil behoort tot die sector van de Arabische moslimgemeenschap die gelooft dat ze ook verantwoordelijkheid voor de staat dragen. Ik heb dienst genomen om bij te dragen aan het land, omdat ik in dit land leef, zei hij. Zijn collega, sergeant Yusef Salutta (20), ging daarin nog een stap verder: Waarom heb ik besloten om dienst te nemen? Omdat ik in dit land woon en ik van het land houd en eraan wil bijdragen, zei hij tegen verslaggevers. Iedereen zou dienst moeten nemen iedereen die hier woont zou in dienst moeten gaan. En voor Salutta waren het niet alleen maar woorden.
Mustafa Tabash is tankcommandant in het Israëlische leger. Er dienen zo’n duizend bedoeïenen in het leger, voornamelijk als spoorzoeker of verkenner in het speciale bataljon van verkenners. Tabash wist al op de middelbare school dat hij in militaire dienst wilde. Mustafa kwam bij de pantsertroepen terecht. In de zevende brigade was hij een tijdlang schutter. Op de website van het Israëlische leger zegt hij: Deze post vervul ik met plezier, want de schutter moet het sterkst zijn van een pantserbemanning. De opleiding tot pantsercommandant is geen kleinigheid. Er worden hoge eisen aan je gesteld en je bent veel in het veld. Tabash zegt dat zijn familie trots op hem is: Mijn kleine broertje adoreert me, als ik in uniform en met mijn geweer thuiskom. Tabash heeft zijn volgende doel al in het vizier: Hij wil officier van de pantserbrigade worden.
De moslim Siad Churani uit het Arabische dorp Aqabara, in de buurt van Safed zegt er trots op te zijn in het Israëlische leger te dienen. Hij draagt het insigne ‘uitmuntend militair: Veel mensen verbazen zich erover dat ik bij de elite-eenheid Golani in het Israëlische leger dien. Maar ik vind dat ik in een land woon, dat mij veel heeft gegeven. Siad hoort bij het groeiend aantal Arabische Israëlische staatsburgers dat zich aanmeldt bij het Israëlische leger.
Uit een studie van de Harvard universiteit uit 2008 bleek dat 77 procent van de Israëlische Arabieren nergens anders zou willen wonen. Het negatieve beeld dat het voor Arabieren verschrikkelijk zou zijn om onder Joodse overheersing te leven, wordt met allerlei feiten weerlegd. Kasim Hafeez, een als Brit geboren moslim van Pakistaanse afkomst, haatte Israël en de Joden. Hij stond op het punt naar Pakistan af te reizen om daar een terreuropleiding te volgen. Zijn wereldbeeld over Israël en het Joodse volk veranderde drastisch nadat hij het boek ‘A Case for Israel’ van Alan Dershowitz had gelezen. ‘Ik beschouwde dat boek als zionistische propaganda, maar ik wilde het wel lezen.’
Alan Dershowitz.
Dat boek raakte hem zodanig dat alle mythen over Israel en de Joden waarmee hij was opgegroeid, verdwenen. Hij zocht naar moslimbronnen om de inhoud van het boek te weerleggen, maar hij vond ze niet. Vervolgens ging hij naar Israel, om daar met eigen ogen het ‘fascisme, racisme en de apartheid’ te aanschouwen. ‘Hoewel ik op het vliegveld Ben Gurion eerst acht uur werd vastgehouden, werd ik toch behandeld met respect. De veiligheidsbeambte verontschuldigde zich en gaf me koffie en koekjes.’
Eenmaal in Israel ontdekte hij dat de mensen vriendelijk en behulpzaam zijn. Wat een contrast met de religieuze pelgrimsreis die hij en sommige van zijn familieleden eerder maakten naar Mekka. Diepe indruk maakte zijn bezoek aan de Klaagmuur. ‘Ik zag christenen moslims en joden vrij en in vrede naar hun plaatsen van aanbidding gaan. Ik moest huilen en kreeg liefde in mijn hart.’
De meeste Arabieren die in Israël wonen willen niets liever dan integreren. Dat blijkt uit een onderzoek van het Brooking Instituut in Washington. Mohammad Darawshe, directeur van het “Center for a Shared Society” presenteerde een aantal feiten over de integratie van Arabieren binnen de Israëlische samenleving. Zo blijkt dat maar liefst 23% van de Israëlische doctoren Arabieren zijn. Er werken 558 Arabische onderwijzers op Joodse scholen en 57 Joodse onderwijzers op Arabische scholen. Volgens een onderzoek door de Israëlische Arabische professor Sammy Smooha van de Universiteit van Haifa voelt 73% van de Arabieren zich Israëliër.
Israël is geen Nazi-apartheid-staat zoals vele antisemieten/Israël haters de wereld willen doen geloven. Voor apartheid ideologie moet men in de islamitische wereld zijn. Haat en geweld tegen christenen en Joden zijn hier aan de orde van de dag. En wat te denken van de gruwelijke moordpartijen van extremistische moslims. Ze martelen, verkrachten, onthoofden en blazen zichzelf op tussen moslims in Irak, Egypte, Syrië, Somalië, Soedan, Pakistan, en Afghanistan om zo maar een paar voorbeelden te noemen.
De islam heeft een eeuwenlange bloedige geschiedenis van imperialisme, kolonialisme, slavernij en racisme, afgedwongen met het zwaard. Toch hoort men hier praktisch niets over in de media en al evenmin van de politiek correcte wereldleiders. Alleen Israël moet het ontgelden. Met valse, gemene en leugenachtige beschuldigingen wordt de Joodse staat gedemoniseerd en haar bestaansrecht keer op keer ter discussie gesteld.
Er is een Bijbels gebod waar veel Israëlische Joden zich aan houden: Leviticus 19:33-34: En wanneer een vreemdeling bij u in uw land vertoeft, zult gij hem niet onderdrukken. Als een onder u geboren Israëliet zal u de vreemdeling gelden, die bij u vertoeft; gij zult hem liefhebben als uzelf, want gij zijt vreemdeling geweest in het land Egypte. Dat zijn de Bijbelse opdrachten waar Israël zich aan houdt.
God heeft “Israël tot een licht der natiën gesteld”.
Jesaja 42:6-7: Ik, de Here, heb u geroepen in gerechtigheid, uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht der natiën: om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis gezeten zijn.
Uit: Franklin ter Horst
Dat boek raakte hem zodanig dat alle mythen over Israel en de Joden waarmee hij was opgegroeid, verdwenen. Hij zocht naar moslimbronnen om de inhoud van het boek te weerleggen, maar hij vond ze niet. Vervolgens ging hij naar Israel, om daar met eigen ogen het ‘fascisme, racisme en de apartheid’ te aanschouwen. ‘Hoewel ik op het vliegveld Ben Gurion eerst acht uur werd vastgehouden, werd ik toch behandeld met respect. De veiligheidsbeambte verontschuldigde zich en gaf me koffie en koekjes.’
Eenmaal in Israel ontdekte hij dat de mensen vriendelijk en behulpzaam zijn. Wat een contrast met de religieuze pelgrimsreis die hij en sommige van zijn familieleden eerder maakten naar Mekka. Diepe indruk maakte zijn bezoek aan de Klaagmuur. ‘Ik zag christenen moslims en joden vrij en in vrede naar hun plaatsen van aanbidding gaan. Ik moest huilen en kreeg liefde in mijn hart.’
De meeste Arabieren die in Israël wonen willen niets liever dan integreren. Dat blijkt uit een onderzoek van het Brooking Instituut in Washington. Mohammad Darawshe, directeur van het “Center for a Shared Society” presenteerde een aantal feiten over de integratie van Arabieren binnen de Israëlische samenleving. Zo blijkt dat maar liefst 23% van de Israëlische doctoren Arabieren zijn. Er werken 558 Arabische onderwijzers op Joodse scholen en 57 Joodse onderwijzers op Arabische scholen. Volgens een onderzoek door de Israëlische Arabische professor Sammy Smooha van de Universiteit van Haifa voelt 73% van de Arabieren zich Israëliër.
Israël is geen Nazi-apartheid-staat zoals vele antisemieten/Israël haters de wereld willen doen geloven. Voor apartheid ideologie moet men in de islamitische wereld zijn. Haat en geweld tegen christenen en Joden zijn hier aan de orde van de dag. En wat te denken van de gruwelijke moordpartijen van extremistische moslims. Ze martelen, verkrachten, onthoofden en blazen zichzelf op tussen moslims in Irak, Egypte, Syrië, Somalië, Soedan, Pakistan, en Afghanistan om zo maar een paar voorbeelden te noemen.
De islam heeft een eeuwenlange bloedige geschiedenis van imperialisme, kolonialisme, slavernij en racisme, afgedwongen met het zwaard. Toch hoort men hier praktisch niets over in de media en al evenmin van de politiek correcte wereldleiders. Alleen Israël moet het ontgelden. Met valse, gemene en leugenachtige beschuldigingen wordt de Joodse staat gedemoniseerd en haar bestaansrecht keer op keer ter discussie gesteld.
Er is een Bijbels gebod waar veel Israëlische Joden zich aan houden: Leviticus 19:33-34: En wanneer een vreemdeling bij u in uw land vertoeft, zult gij hem niet onderdrukken. Als een onder u geboren Israëliet zal u de vreemdeling gelden, die bij u vertoeft; gij zult hem liefhebben als uzelf, want gij zijt vreemdeling geweest in het land Egypte. Dat zijn de Bijbelse opdrachten waar Israël zich aan houdt.
God heeft “Israël tot een licht der natiën gesteld”.
Jesaja 42:6-7: Ik, de Here, heb u geroepen in gerechtigheid, uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht der natiën: om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis gezeten zijn.
Uit: Franklin ter Horst