De geschiedenis van Palmzondag.
Palmzondag (voorheen bekend onder de naam Pascha) ontstond aan het einde van de derde of het begin van de vierde eeuw in de Kerk te Jeruzalem. Ceremonies bestonden uit gebeden, hymne (of gezangen) en preken, terwijl de talrijke heilige plaatsen in de stad bezocht werden. De laatste plaats die bezocht werd, was de plaats waar Jezus ten hemel steeg. Hier lazen de geestelijken het Bijbelse verslag over de triomfantelijke intocht van Jezus in Jeruzalem. Rond zonsondergang gingen de mensen weer naar de stad terug, onder het geroep van: “‘Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!” (Mattheüs 21:9).
In de vijfde eeuw werd deze dag al tot in Constantinopel gevierd. Pas in de zesde of zevende eeuw werd de rituele zegening van de palmtakken toegevoegd. De avondprocessie werd vervangen door een ochtendprocessie, en zo vierde de westelijke christelijke Kerk in de achtste eeuw de “Dominica in Palmis” of “Palmzondag.”
Palmzondag (voorheen bekend onder de naam Pascha) ontstond aan het einde van de derde of het begin van de vierde eeuw in de Kerk te Jeruzalem. Ceremonies bestonden uit gebeden, hymne (of gezangen) en preken, terwijl de talrijke heilige plaatsen in de stad bezocht werden. De laatste plaats die bezocht werd, was de plaats waar Jezus ten hemel steeg. Hier lazen de geestelijken het Bijbelse verslag over de triomfantelijke intocht van Jezus in Jeruzalem. Rond zonsondergang gingen de mensen weer naar de stad terug, onder het geroep van: “‘Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!” (Mattheüs 21:9).
In de vijfde eeuw werd deze dag al tot in Constantinopel gevierd. Pas in de zesde of zevende eeuw werd de rituele zegening van de palmtakken toegevoegd. De avondprocessie werd vervangen door een ochtendprocessie, en zo vierde de westelijke christelijke Kerk in de achtste eeuw de “Dominica in Palmis” of “Palmzondag.”
Op palmzondag riepen de omstanders langs de weg:” Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!”
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Amaloxenops_palmarum)
De traditie van Palmzondag.
Palmzondag wordt ook wel Passiezondag genoemd, een verwijzing naar het begin van de Heilige Week en de laatste gekwelde tocht van Jezus naar Zijn kruisiging. Palmzondag valt op de zesde zondag van de vastenperiode en is daarmee de laatste Zondag vóór Pasen. Palmzondag wordt in alle grote Christelijke kerken gevierd - Rooms-Katholiek, Protestants en Orthodox. In veel Orthodoxe kerken staat de Palmzondag bekend als de Intocht van de Heer in Jeruzalem. In sommige landen worden de graven van overleden naasten met palmtakken versierd. Omdat palmbomen in koudere klimaten niet natuurlijk voorkomen, worden vaak takken van wilgen of coniferen gebruikt.
De tegenwoordige tradities rondom Palmzondag zijn grotendeels hetzelfde als in de tiende eeuw. Sommige ceremonies beginnen met de zegening van de palmtakken. Na afloop worden de palmtakken vaak door de aanwezigen mee naar huis genomen en in hun huizen en schuren of op het veld geplaatst. Vaak vormen de kinderen een integraal onderdeel van de kerkdiensten, omdat zij zo van de processies houden. Kinderen maken vaak kruisen van de palmtakken die in de zondagse katholieke processie werden gebruikt. De tradities van de Palmzondag dienen als herinneringen aan de levensveranderende gebeurtenissen van de Paasweek.
In het Nabije Oosten was het gebruikelijk om de weg te bedekken voor mensen die in het hoogste aanzien stonden. De palmtak was een Joods symbool voor triomf en overwinning (Leviticus 23:40; Openbaring 7:9). In 2 Koningen 9:13 werd Jehu, de zoon van Josafat, ontvangen op de manier die gebruikelijk was voor een koning, de mensen spreidden hun mantels voor hem op de grond. Jezus, de messiaanse Koning, kreeg dezelfde eer toebedeeld. "Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: "Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!" (Mattheüs 21:8-9)
De herdenking van Palmzondag.
Eenvoudig gezegd is de Palmzondag een gelegenheid tot bezinning op de laatste week van het leven van Jezus. Jezus ontkende niet wat de menigte verwachtte, namelijk de vervulling van de hoop van Israël dat Hij hun aardse Koning zou zijn die de Romeinse heerschappij zou omverwerpen. Maar in plaats daarvan trad Jezus op een heel nederige manier Jeruzalem binnen om Zijn leven aan het kruis op te geven en zo de mensheid te redden van de zonde en de dood. Ooit zal Jezus weer glorieus terugkeren als een machtige strijder (Openbaring 19:11–16). Palmzondag dient als een voorbereiding van het menselijk hart op de kwelling van Zijn lijden en de vreugde over Zijn wederopstanding.
In Mattheüs 21:1-11 lezen we:
“Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus er twee leerlingen op uit. Zijn opdracht luidde: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Vrijwel direct zullen jullie er een ezelin zien, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me. En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: “De Heer heeft ze nodig.” Dan zal men ze meteen meegeven”.
Dit is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat gezegd is door de profeet:
‘Zeg tegen Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”’
De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels op en lieten Jezus daarop plaatsnemen. Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels:
‘Hosanna voor de Zoon van David!
Gezegend hij die komt in de naam van de Heer.
Hosanna in de hemel!’
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Amaloxenops_palmarum)
De traditie van Palmzondag.
Palmzondag wordt ook wel Passiezondag genoemd, een verwijzing naar het begin van de Heilige Week en de laatste gekwelde tocht van Jezus naar Zijn kruisiging. Palmzondag valt op de zesde zondag van de vastenperiode en is daarmee de laatste Zondag vóór Pasen. Palmzondag wordt in alle grote Christelijke kerken gevierd - Rooms-Katholiek, Protestants en Orthodox. In veel Orthodoxe kerken staat de Palmzondag bekend als de Intocht van de Heer in Jeruzalem. In sommige landen worden de graven van overleden naasten met palmtakken versierd. Omdat palmbomen in koudere klimaten niet natuurlijk voorkomen, worden vaak takken van wilgen of coniferen gebruikt.
De tegenwoordige tradities rondom Palmzondag zijn grotendeels hetzelfde als in de tiende eeuw. Sommige ceremonies beginnen met de zegening van de palmtakken. Na afloop worden de palmtakken vaak door de aanwezigen mee naar huis genomen en in hun huizen en schuren of op het veld geplaatst. Vaak vormen de kinderen een integraal onderdeel van de kerkdiensten, omdat zij zo van de processies houden. Kinderen maken vaak kruisen van de palmtakken die in de zondagse katholieke processie werden gebruikt. De tradities van de Palmzondag dienen als herinneringen aan de levensveranderende gebeurtenissen van de Paasweek.
In het Nabije Oosten was het gebruikelijk om de weg te bedekken voor mensen die in het hoogste aanzien stonden. De palmtak was een Joods symbool voor triomf en overwinning (Leviticus 23:40; Openbaring 7:9). In 2 Koningen 9:13 werd Jehu, de zoon van Josafat, ontvangen op de manier die gebruikelijk was voor een koning, de mensen spreidden hun mantels voor hem op de grond. Jezus, de messiaanse Koning, kreeg dezelfde eer toebedeeld. "Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: "Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!" (Mattheüs 21:8-9)
De herdenking van Palmzondag.
Eenvoudig gezegd is de Palmzondag een gelegenheid tot bezinning op de laatste week van het leven van Jezus. Jezus ontkende niet wat de menigte verwachtte, namelijk de vervulling van de hoop van Israël dat Hij hun aardse Koning zou zijn die de Romeinse heerschappij zou omverwerpen. Maar in plaats daarvan trad Jezus op een heel nederige manier Jeruzalem binnen om Zijn leven aan het kruis op te geven en zo de mensheid te redden van de zonde en de dood. Ooit zal Jezus weer glorieus terugkeren als een machtige strijder (Openbaring 19:11–16). Palmzondag dient als een voorbereiding van het menselijk hart op de kwelling van Zijn lijden en de vreugde over Zijn wederopstanding.
In Mattheüs 21:1-11 lezen we:
“Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus er twee leerlingen op uit. Zijn opdracht luidde: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Vrijwel direct zullen jullie er een ezelin zien, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me. En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: “De Heer heeft ze nodig.” Dan zal men ze meteen meegeven”.
Dit is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat gezegd is door de profeet:
‘Zeg tegen Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”’
De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels op en lieten Jezus daarop plaatsnemen. Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels:
‘Hosanna voor de Zoon van David!
Gezegend hij die komt in de naam van de Heer.
Hosanna in de hemel!’