Israël vandaag - 29 januari 2018 - Het kruisbeeld op de Karelsbrug te Praag.
Het beroemde kruisbeeld met een Hebreeuwse tekst op de Karelsbrug in de Tsjechische hoofdstad Praag doet allesbehalve ‘Joods-vriendelijk’ aan. Achter het beeld huist een afschuwelijke geschiedenis over hoe er met Joden in de zeventiende eeuw werd omgegaan.
Zo’n twintig jaar geleden ontstond er daardoor commotie over het beeld. Toch werd het niet weggehaald. Sinds die deining staat naast het beeld een keurig schild waarop iedereen het ‘nare verhaal’ dat bij deze crucifix hoort kan lezen (zie hieronder artikel uit dagblad Trouw).
In Den Haag werd na de oorlog een nieuwe synagoge in gebruik genomen. Bij de inwijding zou het gebedshuis de naam gaan dragen van de laatste vooroorlogse opperrabbijn Isaac Maarssen. Enkele dagen vóór de opening van de synagoge werd bezwaar gemaakt tegen deze naamgeving. De opperrabbijn zou al heel vroeg met zijn gezin zijn ondergedoken, lang voor dat andere gemeenteleden dat hadden gedaan. De geestelijk leider had zijn gemeente ‘in oorlogstijd in de steek gelaten’.
Toen de ondergedoken opperrabbijn hoorde hoe zijn reddingspoging werd beoordeeld dook hij meteen weer op. De gevolgen van het weer tevoorschijn komen waren desastreus voor de familie. Samen met zijn vrouw en de drie dochters is hij in de vernietigingskampen omgebracht. Toch werd er voor gekozen om de naamgeving niet door te laten gaan. Een nieuwe discussie over onderduikgeschiedenis van de opperrabbijn was niet wenselijk.
Het beroemde kruisbeeld met een Hebreeuwse tekst op de Karelsbrug in de Tsjechische hoofdstad Praag doet allesbehalve ‘Joods-vriendelijk’ aan. Achter het beeld huist een afschuwelijke geschiedenis over hoe er met Joden in de zeventiende eeuw werd omgegaan.
Zo’n twintig jaar geleden ontstond er daardoor commotie over het beeld. Toch werd het niet weggehaald. Sinds die deining staat naast het beeld een keurig schild waarop iedereen het ‘nare verhaal’ dat bij deze crucifix hoort kan lezen (zie hieronder artikel uit dagblad Trouw).
In Den Haag werd na de oorlog een nieuwe synagoge in gebruik genomen. Bij de inwijding zou het gebedshuis de naam gaan dragen van de laatste vooroorlogse opperrabbijn Isaac Maarssen. Enkele dagen vóór de opening van de synagoge werd bezwaar gemaakt tegen deze naamgeving. De opperrabbijn zou al heel vroeg met zijn gezin zijn ondergedoken, lang voor dat andere gemeenteleden dat hadden gedaan. De geestelijk leider had zijn gemeente ‘in oorlogstijd in de steek gelaten’.
Toen de ondergedoken opperrabbijn hoorde hoe zijn reddingspoging werd beoordeeld dook hij meteen weer op. De gevolgen van het weer tevoorschijn komen waren desastreus voor de familie. Samen met zijn vrouw en de drie dochters is hij in de vernietigingskampen omgebracht. Toch werd er voor gekozen om de naamgeving niet door te laten gaan. Een nieuwe discussie over onderduikgeschiedenis van de opperrabbijn was niet wenselijk.
Rabbijn Lody van der Kamp.
Omgaan met het verleden blijft altijd lastig. Geschiedenis kun je niet veranderen. Je kunt hem herschrijven, je kunt de feiten anders interpreteren. Maar wat gebeurd is, is gebeurd. Feiten kunnen niet ongedaan worden gemaakt. Wel kun je iets anders doen. En dat is de gebeurtenissen zo goed mogelijk voor altijd vastleggen.
Wat dat laatste betreft: twee documentairemakers, Pamela Sturhoofd en Jessica van Tijn, hebben de afgelopen maanden een fantastisch stuk werk geleverd. Het gaat over een unieke reddingspoging door de Nederlandse oorlogsheldin Truus Wijsmuller. Tussen de duizenden kinderen die Truus uit Nazi-Duitsland heeft gered zaten vier jonge zusjes. Hannele, de oudste, inmiddels 96 jaar. Vorig jaar heeft zij het verhaal haarfijn voor de camera verteld. Daarna kwamen de ander twee zusjes. En nu was deze maand Mirjam, de jongste van 84, aan de beurt. Ademloos hebben de documentairemakers geluisterd naar het verhaal over die reddingspoging vanuit het Amsterdamse Burgerweeshuis op de dag van de capitulatie op 14 mei 1940. Die middag was de binnenstad van Rotterdam gebombardeerd, de Nederlandse strijdkrachten probeerden met hun laatste krachten stand te houden. De capitulatie stond voor de deur.
Truus Wijsmuller vertrok daarop met 74 Joodse kinderen vanuit het Burgerweeshuis naar de haven van IJmuiden om hen in Engeland in veiligheid te brengen. De vier zusjes vertellen precies wat er die dag allemaal gebeurde. Het verhaal van hun redding ligt nu vast. Bijna was dit stukje vaderlandse geschiedenis voorgoed verdwenen. Mevrouw Wijsmuller sprak in de naoorlogse jaren maar weinig over haar bijzondere reddingspogingen. En de geredde kinderen zijn na hun vlucht vanuit Duitsland vaak maar een paar uren in Nederland geweest voordat zij in veiliger oorden aankwamen. Het werk van de documentairemakers was, gezien de huidige leeftijd van de ‘kinderen van toen’, een race tegen de klok.
Bijna tachtig jaar na die vlucht reizen Pamela en Jessica met hun camera de kinderen achterna, naar Engeland, Zwitserland, Canada, de Verenigde Staten en Israël. De ware toedracht van geschiedenis laat zich nooit veranderen. Deze raakt wel in de vergetelheid. Tenzij we het natuurlijk nauwgezet vastleggen.
Voor de naamgeving van de Haagse synagoge was al een naambord gemaakt. Alleen wegens de opkomende discussie werd het nooit geplaats. Het bord verdween naar de berging ergens achter het gebedshuis. Daardoor bleef het verder rustig. Omgaan met geschiedenis vraagt om kennis. Zomaar namen laten verdwijnen of sokkels ontdoen van wat daar bovenop staat, maakt zwarte historische bladzijden niet wit. Integendeel. Het laat onduidelijkheden van de geschiedenis gewoon voortbestaan. De aanpak zoals op de Karelsbrug in Praag, het plaatsen van een bord met uitleg over de echte geschiedenis, is veel zinvoller. En verder, zo veel mogelijk, de geschiedenis voor altijd vastleggen zoals we ook met de mooie verhalen doen. Het verhaal van de heldendaden van Truus Wijsmuller.
Deze column verscheen eerder in het Nederlands Dagblad.
Uit Trouw (5 oktober 1999):
De joodse gemeenschap van Praag eist dat het driehonderd jaar oude opschrift op een crucifix op de Karelsbrug wordt gewijzigd. Het opschrift in het Hebreeuws - de woorden van de profeet Jesaja: Heilig, heilig, heilig is de Heer der heerscharen - is in combinatie met de gekruisigde Christus blasfemie voor gelovige joden.
Omgaan met het verleden blijft altijd lastig. Geschiedenis kun je niet veranderen. Je kunt hem herschrijven, je kunt de feiten anders interpreteren. Maar wat gebeurd is, is gebeurd. Feiten kunnen niet ongedaan worden gemaakt. Wel kun je iets anders doen. En dat is de gebeurtenissen zo goed mogelijk voor altijd vastleggen.
Wat dat laatste betreft: twee documentairemakers, Pamela Sturhoofd en Jessica van Tijn, hebben de afgelopen maanden een fantastisch stuk werk geleverd. Het gaat over een unieke reddingspoging door de Nederlandse oorlogsheldin Truus Wijsmuller. Tussen de duizenden kinderen die Truus uit Nazi-Duitsland heeft gered zaten vier jonge zusjes. Hannele, de oudste, inmiddels 96 jaar. Vorig jaar heeft zij het verhaal haarfijn voor de camera verteld. Daarna kwamen de ander twee zusjes. En nu was deze maand Mirjam, de jongste van 84, aan de beurt. Ademloos hebben de documentairemakers geluisterd naar het verhaal over die reddingspoging vanuit het Amsterdamse Burgerweeshuis op de dag van de capitulatie op 14 mei 1940. Die middag was de binnenstad van Rotterdam gebombardeerd, de Nederlandse strijdkrachten probeerden met hun laatste krachten stand te houden. De capitulatie stond voor de deur.
Truus Wijsmuller vertrok daarop met 74 Joodse kinderen vanuit het Burgerweeshuis naar de haven van IJmuiden om hen in Engeland in veiligheid te brengen. De vier zusjes vertellen precies wat er die dag allemaal gebeurde. Het verhaal van hun redding ligt nu vast. Bijna was dit stukje vaderlandse geschiedenis voorgoed verdwenen. Mevrouw Wijsmuller sprak in de naoorlogse jaren maar weinig over haar bijzondere reddingspogingen. En de geredde kinderen zijn na hun vlucht vanuit Duitsland vaak maar een paar uren in Nederland geweest voordat zij in veiliger oorden aankwamen. Het werk van de documentairemakers was, gezien de huidige leeftijd van de ‘kinderen van toen’, een race tegen de klok.
Bijna tachtig jaar na die vlucht reizen Pamela en Jessica met hun camera de kinderen achterna, naar Engeland, Zwitserland, Canada, de Verenigde Staten en Israël. De ware toedracht van geschiedenis laat zich nooit veranderen. Deze raakt wel in de vergetelheid. Tenzij we het natuurlijk nauwgezet vastleggen.
Voor de naamgeving van de Haagse synagoge was al een naambord gemaakt. Alleen wegens de opkomende discussie werd het nooit geplaats. Het bord verdween naar de berging ergens achter het gebedshuis. Daardoor bleef het verder rustig. Omgaan met geschiedenis vraagt om kennis. Zomaar namen laten verdwijnen of sokkels ontdoen van wat daar bovenop staat, maakt zwarte historische bladzijden niet wit. Integendeel. Het laat onduidelijkheden van de geschiedenis gewoon voortbestaan. De aanpak zoals op de Karelsbrug in Praag, het plaatsen van een bord met uitleg over de echte geschiedenis, is veel zinvoller. En verder, zo veel mogelijk, de geschiedenis voor altijd vastleggen zoals we ook met de mooie verhalen doen. Het verhaal van de heldendaden van Truus Wijsmuller.
Deze column verscheen eerder in het Nederlands Dagblad.
Uit Trouw (5 oktober 1999):
De joodse gemeenschap van Praag eist dat het driehonderd jaar oude opschrift op een crucifix op de Karelsbrug wordt gewijzigd. Het opschrift in het Hebreeuws - de woorden van de profeet Jesaja: Heilig, heilig, heilig is de Heer der heerscharen - is in combinatie met de gekruisigde Christus blasfemie voor gelovige joden.
Karelsbrug Praag.
De joodse eis heeft voor opschudding gezorgd in Praag. De Praagse monumentenzorg is tegen wijziging van het opschrift en wil ook geen verklarend bord op de brug, zoals de joodse gemeenschap als compromis heeft voorgesteld. Het bord zou de argeloze toerist moeten wijzen op de antisemitische geschiedenis van het crucifixopschrift, die teruggaat tot 1694.
In dat jaar werd de Praagse jood Elias Backoffen veroordeeld wegens belediging van het christendom. Hoewel Backoffen nooit heeft bekend en zijn schuld nooit werd bewezen, moest hij als straf in de buidel tasten om het crucifix op de Karelsbrug te voorzien van de gewraakte gouden letters.
Het crucifix is het enige ter wereld met een dergelijk Hebreeuwse tekst. Volgens de monumentenzorg zou met een verklarend bordje het hek van de dam zijn, of beter gezegd van de brug, die wordt gesierd door tientallen beelden die allemaal hun eigen geschiedenis en legendes hebben. ,,De Karelsbrug is een brug, en geen geschiedenisboek'', betogen de conservatoren.
De gemeente Praag denkt daar iets anders over en stuurt aan op een compromis. Geen wijziging van de historische tekst of een uitgebreid commentaar zoals de joden willen, maar een kleine duiding, 'iets als een voetnoot in een boek', aldus burgemeester Jan Kasl. Het is een 'gebaar van goede wil', verklaart Kasls woordvoerster, op het Prager stadhuis. Ze is net terug uit de Verenigde Staten, waar is gesproken met de New Yorkse bond van rabbi's. ,,We begrijpen er echt helemaal niets van, het crucifix staat er al driehonderd jaar met het Hebreeuwse opschrift en het is voor het eerst dat we horen dat dat een probleem is.'' De duizenden toeristen die dagelijks over de brug slenteren hebben vrijwel allemaal een reisgids in de hand, waarin de geschiedenis van de ongelukkige Elias Backoffen staat.
De verklaring van de plotselinge joodse belangstelling voor de Karelsbrug ligt volgens Jaroslav Subrt ver van Praag. ,,Als de Amerikaanse joden er niet waren, zou er geen probleem zijn.'' Subrt is redacteur van het katholieke weekblad Perspektivy dat de nodige aandacht aan het voorval besteedt. ,,De Amerikaanse joden steken de laatste jaren veel energie in de postcommunistische landen van Oost-Europa, op zoek naar antisemitische uitlatingen. Waarschijnlijk heeft iemand ze attent gemaakt op het crucifix.''
Het aantal gelovige joden in Praag bedraagt volgens hem enkele tientallen. ,,Ze worden financieel gesteund door Amerikaanse joden en kunnen daardoor niet zeggen dat het hun niet aangaat.''
De bekende Praagse publicist Petr Prihoda is dezelfde mening toegedaan. ,,Er is een joodse organisatie in de Verenigde Staten die dit tot haar hoofdthema heeft gemaakt. Het joodse goud in de Zwitserse banken was al bezet.'' Dat neemt niet weg dat de Tsjechen volgens hem niet onverschillig kunnen blijven voor de 'blasfemie' en hij pleit dan ook voor een verklarend bijschrift. Begrip van de joodse kant zou de zaak makkelijker maken, meent hij. ,,Toen ik met de Prager opperrabijn sprak was deze verbaasd te horen dat de woorden die op het kruis staan deel uitmaken van de katholieke liturgie.''
De Tsjechische publieke opinie wordt niet warm of koud van het getouwtrek rondom het kruis. Uit enquêtes blijkt dat voor- en tegenstanders van een verklarende 'voetnoot' elkaar in evenwicht houden. Religieuze overwegingen spelen daarbij een ondergeschikte rol. Gisteren heeft een kleine protestantse kerk, de evangelische kerk der Tsjechische broederen, haar steun betuigd aan de joodse gemeenschap. De grootste kerk van het land, de rooms-katholieke, heeft geen standpunt ingenomen. Tsjechië is in tegenstelling tot de buurlanden Polen, Oostenrijk en het Duitse Beieren, niet erg katholiek. Het praktiserende volksdeel bedraagt volgens Subrt hooguit vijf procent, vooral op het platteland.
Praag heeft zo zijn eigen redenen om de zaak niet op de spits te drijven. De stad leeft van de toeristen waarvan een groot deel uit Amerika komt. De antisemitische smet op de Karelsbrug moet dan ook zo snel mogelijk worden weggepoetst: klein bordje, geen gezeur.
Uit: jonet.nl
De joodse eis heeft voor opschudding gezorgd in Praag. De Praagse monumentenzorg is tegen wijziging van het opschrift en wil ook geen verklarend bord op de brug, zoals de joodse gemeenschap als compromis heeft voorgesteld. Het bord zou de argeloze toerist moeten wijzen op de antisemitische geschiedenis van het crucifixopschrift, die teruggaat tot 1694.
In dat jaar werd de Praagse jood Elias Backoffen veroordeeld wegens belediging van het christendom. Hoewel Backoffen nooit heeft bekend en zijn schuld nooit werd bewezen, moest hij als straf in de buidel tasten om het crucifix op de Karelsbrug te voorzien van de gewraakte gouden letters.
Het crucifix is het enige ter wereld met een dergelijk Hebreeuwse tekst. Volgens de monumentenzorg zou met een verklarend bordje het hek van de dam zijn, of beter gezegd van de brug, die wordt gesierd door tientallen beelden die allemaal hun eigen geschiedenis en legendes hebben. ,,De Karelsbrug is een brug, en geen geschiedenisboek'', betogen de conservatoren.
De gemeente Praag denkt daar iets anders over en stuurt aan op een compromis. Geen wijziging van de historische tekst of een uitgebreid commentaar zoals de joden willen, maar een kleine duiding, 'iets als een voetnoot in een boek', aldus burgemeester Jan Kasl. Het is een 'gebaar van goede wil', verklaart Kasls woordvoerster, op het Prager stadhuis. Ze is net terug uit de Verenigde Staten, waar is gesproken met de New Yorkse bond van rabbi's. ,,We begrijpen er echt helemaal niets van, het crucifix staat er al driehonderd jaar met het Hebreeuwse opschrift en het is voor het eerst dat we horen dat dat een probleem is.'' De duizenden toeristen die dagelijks over de brug slenteren hebben vrijwel allemaal een reisgids in de hand, waarin de geschiedenis van de ongelukkige Elias Backoffen staat.
De verklaring van de plotselinge joodse belangstelling voor de Karelsbrug ligt volgens Jaroslav Subrt ver van Praag. ,,Als de Amerikaanse joden er niet waren, zou er geen probleem zijn.'' Subrt is redacteur van het katholieke weekblad Perspektivy dat de nodige aandacht aan het voorval besteedt. ,,De Amerikaanse joden steken de laatste jaren veel energie in de postcommunistische landen van Oost-Europa, op zoek naar antisemitische uitlatingen. Waarschijnlijk heeft iemand ze attent gemaakt op het crucifix.''
Het aantal gelovige joden in Praag bedraagt volgens hem enkele tientallen. ,,Ze worden financieel gesteund door Amerikaanse joden en kunnen daardoor niet zeggen dat het hun niet aangaat.''
De bekende Praagse publicist Petr Prihoda is dezelfde mening toegedaan. ,,Er is een joodse organisatie in de Verenigde Staten die dit tot haar hoofdthema heeft gemaakt. Het joodse goud in de Zwitserse banken was al bezet.'' Dat neemt niet weg dat de Tsjechen volgens hem niet onverschillig kunnen blijven voor de 'blasfemie' en hij pleit dan ook voor een verklarend bijschrift. Begrip van de joodse kant zou de zaak makkelijker maken, meent hij. ,,Toen ik met de Prager opperrabijn sprak was deze verbaasd te horen dat de woorden die op het kruis staan deel uitmaken van de katholieke liturgie.''
De Tsjechische publieke opinie wordt niet warm of koud van het getouwtrek rondom het kruis. Uit enquêtes blijkt dat voor- en tegenstanders van een verklarende 'voetnoot' elkaar in evenwicht houden. Religieuze overwegingen spelen daarbij een ondergeschikte rol. Gisteren heeft een kleine protestantse kerk, de evangelische kerk der Tsjechische broederen, haar steun betuigd aan de joodse gemeenschap. De grootste kerk van het land, de rooms-katholieke, heeft geen standpunt ingenomen. Tsjechië is in tegenstelling tot de buurlanden Polen, Oostenrijk en het Duitse Beieren, niet erg katholiek. Het praktiserende volksdeel bedraagt volgens Subrt hooguit vijf procent, vooral op het platteland.
Praag heeft zo zijn eigen redenen om de zaak niet op de spits te drijven. De stad leeft van de toeristen waarvan een groot deel uit Amerika komt. De antisemitische smet op de Karelsbrug moet dan ook zo snel mogelijk worden weggepoetst: klein bordje, geen gezeur.
Uit: jonet.nl