Bijbelse profetie als Goddelijke inspiratie?
Bijbelse profetieën zijn bewijsstukken die Christenen aanhouden om de bewering van de Bijbel te bevestigen dat deze door God geïnspireerd is. Gaat het hier om authentiek bewijs of om ongeldige beweringen die slechts dienen om het Christendom een steun in de rug te geven?
Profetie wordt gedefinieerd als een Goddelijke verkondiging van gebeurtenissen die nog moeten plaatsvinden. Omdat de natuurlijke mens niet in staat is om toekomstige gebeurtenissen te voorspellen, zou een profetie een acceptabel bewijsstuk zijn voor Goddelijke inspiratie. De Bijbel, die over een periode van minstens 1500 jaar door tenminste 40 schrijvers werd samengesteld, bestaat uit 66 boeken. Deze 66 boeken beweren meer dan 1000 Goddelijk geïnspireerde profetieën te bevatten. We zullen er een paar bekijken...
Bijbelse profetieën zijn bewijsstukken die Christenen aanhouden om de bewering van de Bijbel te bevestigen dat deze door God geïnspireerd is. Gaat het hier om authentiek bewijs of om ongeldige beweringen die slechts dienen om het Christendom een steun in de rug te geven?
Profetie wordt gedefinieerd als een Goddelijke verkondiging van gebeurtenissen die nog moeten plaatsvinden. Omdat de natuurlijke mens niet in staat is om toekomstige gebeurtenissen te voorspellen, zou een profetie een acceptabel bewijsstuk zijn voor Goddelijke inspiratie. De Bijbel, die over een periode van minstens 1500 jaar door tenminste 40 schrijvers werd samengesteld, bestaat uit 66 boeken. Deze 66 boeken beweren meer dan 1000 Goddelijk geïnspireerde profetieën te bevatten. We zullen er een paar bekijken...

De Bijbel, die over een periode van minstens 1500 jaar door tenminste 40 schrijvers werd samengesteld, bestaat uit 66 boeken. Deze 66 boeken beweren meer dan 1000 Goddelijk geïnspireerde profetieën te bevatten.
(afb.: es.catholic.net/op/articulos/13317/cat/.../el-rosario-y-la-biblia)
Bijbelse Profetie: Ezechiël 26.
Een voorbeeld van Bijbelse profetie wordt gevonden in het Boek Ezechiël. Hoofdstuk 26 van het Boek Ezechiël beweert geschreven te zijn in 586 voor Christus, in het 11e jaar van de heerschappij van koning Sedekia van Judea. Op negen verschillende plaatsen in dit hoofdstuk beweert de schrijver door God geïnspireerd te zijn door uitspraken te doen als "zo spreekt God, de HEER". De tekst beschrijft de val van de stad Tyrus op het vasteland die het jaar erna door de legers van Nebukadnezar teweeg zal worden gebracht. De tekst beschrijft bovendien de gebeurtenissen rondom de belegering van de eilandstad Tyrus (een halve mijl zee-inwaarts van de stad Tyrus op het vasteland) door Alexander de Grote, 253 jaar later. Het hoofdstuk beschrijft hoe de belegeraars de ruïnes van de stad Tyrus op het vasteland zouden afbreken en deze in de zee werpen. Dat zij "zelfs het stof uit Tyrus zouden wegvegen", en van haar "een kale rots" zouden maken (vers 4). Dat "alle stenen, al het houtwerk en alle puin verdwijnen in zee" (vers 12). "Ik maak een kale rots van je, een droogplaats voor netten, je zult nooit meer worden herbouwd." (vers 14). De wereldse geschiedenis legt vast hoe Alexander de Grote de eilandvesting Tyrus in 332 voor Christus belegerde.
(afb.: es.catholic.net/op/articulos/13317/cat/.../el-rosario-y-la-biblia)
Bijbelse Profetie: Ezechiël 26.
Een voorbeeld van Bijbelse profetie wordt gevonden in het Boek Ezechiël. Hoofdstuk 26 van het Boek Ezechiël beweert geschreven te zijn in 586 voor Christus, in het 11e jaar van de heerschappij van koning Sedekia van Judea. Op negen verschillende plaatsen in dit hoofdstuk beweert de schrijver door God geïnspireerd te zijn door uitspraken te doen als "zo spreekt God, de HEER". De tekst beschrijft de val van de stad Tyrus op het vasteland die het jaar erna door de legers van Nebukadnezar teweeg zal worden gebracht. De tekst beschrijft bovendien de gebeurtenissen rondom de belegering van de eilandstad Tyrus (een halve mijl zee-inwaarts van de stad Tyrus op het vasteland) door Alexander de Grote, 253 jaar later. Het hoofdstuk beschrijft hoe de belegeraars de ruïnes van de stad Tyrus op het vasteland zouden afbreken en deze in de zee werpen. Dat zij "zelfs het stof uit Tyrus zouden wegvegen", en van haar "een kale rots" zouden maken (vers 4). Dat "alle stenen, al het houtwerk en alle puin verdwijnen in zee" (vers 12). "Ik maak een kale rots van je, een droogplaats voor netten, je zult nooit meer worden herbouwd." (vers 14). De wereldse geschiedenis legt vast hoe Alexander de Grote de eilandvesting Tyrus in 332 voor Christus belegerde.

Prachtig uitzicht op de ruines van de oude stad en de flats van de nieuwe stad, die door Alexander de Grote in 332 met de grond gelijk gemaakt werd.
(afb.: www.online-bijbel.nl)
Zijn leger verwoestte de stad Tyrus op het vasteland en wierp de resten ervan in de zee. In hun pogingen om zo een verhoogde weg naar het eiland aan te leggen, veegden zij zelfs het stof bijeen en lieten op deze manier slechts een kale rots achter. Geschiedkundige Phillip Myers schrijft in zijn geschiedenis-tekstboek, General History for Colleges and High Schools (Algemene Geschiedenis voor Universiteiten en Middelbare Scholen, Boston, Ginn & Co.), "Alexander de Grote reduceerde Tyrus in 332 voor Christus tot ruïnes. Tyrus herstelde weliswaar enigszins van deze klap, maar nam nooit meer de plaats in die zij voorheen in de wereld had ingenomen. Het grootste gedeelte van de locatie van deze ooit zo machtige stad is nu zo kaal als de bovenkant van een rots - een plaats waar de vissers, die de plaats nog steeds regelmatig bezoeken, hun netten te drogen leggen" (p.55). Het lot van Tyrus op het vasteland werd bezegeld zoals in het boek Ezechiël werd voorspeld.
Bijbelse Profetie in het Bijbelboek Daniël.
Een ander voorbeeld van Bijbelse profetie staat in het boek Daniël. Vanwege de verbazingwekkende voorspellingen die in het boek Daniël worden aangetroffen, beweren critici ervan dat het boek geschreven moet zijn na de gebeurtenissen die er in beschreven worden. Hoofdstuk 11, bijvoorbeeld, beschrijft de interacties tussen de Ptolemeeën en de Seleuciden in de tijdsperiode vanaf de dood van Alexander de Grote tot de opkomst van het Romeinse Rijk op zo'n detailniveau, dat critici volhouden dat het na 160 voor Christus geschreven moet zijn. Maar, Flavius Josephus, de historicus aan het hof van drie opeenvolgende Romeinse keizers, legde vast (Antiquitates Judaicae XI, viii, 3-5) hoe Alexander de Grote een kopie van het boek Daniël kreeg tijdens zijn annexatie van Jeruzalem in de herfst van 332 voor Christus (onmiddellijk gevolgd door de verovering van Tyrus). Bovendien werd de Septuagint (LXX) in de 3e eeuw voor Christus uit het Hebreeuws naar het Grieks vertaald. Daniël is een onderdeel van de Septuagint versie. Daniël is eveneens een onderdeel van de Dode Zee Rollen, die teruggedateerd worden tot ongeveer 200 voor Christus.
(afb.: www.online-bijbel.nl)
Zijn leger verwoestte de stad Tyrus op het vasteland en wierp de resten ervan in de zee. In hun pogingen om zo een verhoogde weg naar het eiland aan te leggen, veegden zij zelfs het stof bijeen en lieten op deze manier slechts een kale rots achter. Geschiedkundige Phillip Myers schrijft in zijn geschiedenis-tekstboek, General History for Colleges and High Schools (Algemene Geschiedenis voor Universiteiten en Middelbare Scholen, Boston, Ginn & Co.), "Alexander de Grote reduceerde Tyrus in 332 voor Christus tot ruïnes. Tyrus herstelde weliswaar enigszins van deze klap, maar nam nooit meer de plaats in die zij voorheen in de wereld had ingenomen. Het grootste gedeelte van de locatie van deze ooit zo machtige stad is nu zo kaal als de bovenkant van een rots - een plaats waar de vissers, die de plaats nog steeds regelmatig bezoeken, hun netten te drogen leggen" (p.55). Het lot van Tyrus op het vasteland werd bezegeld zoals in het boek Ezechiël werd voorspeld.
Bijbelse Profetie in het Bijbelboek Daniël.
Een ander voorbeeld van Bijbelse profetie staat in het boek Daniël. Vanwege de verbazingwekkende voorspellingen die in het boek Daniël worden aangetroffen, beweren critici ervan dat het boek geschreven moet zijn na de gebeurtenissen die er in beschreven worden. Hoofdstuk 11, bijvoorbeeld, beschrijft de interacties tussen de Ptolemeeën en de Seleuciden in de tijdsperiode vanaf de dood van Alexander de Grote tot de opkomst van het Romeinse Rijk op zo'n detailniveau, dat critici volhouden dat het na 160 voor Christus geschreven moet zijn. Maar, Flavius Josephus, de historicus aan het hof van drie opeenvolgende Romeinse keizers, legde vast (Antiquitates Judaicae XI, viii, 3-5) hoe Alexander de Grote een kopie van het boek Daniël kreeg tijdens zijn annexatie van Jeruzalem in de herfst van 332 voor Christus (onmiddellijk gevolgd door de verovering van Tyrus). Bovendien werd de Septuagint (LXX) in de 3e eeuw voor Christus uit het Hebreeuws naar het Grieks vertaald. Daniël is een onderdeel van de Septuagint versie. Daniël is eveneens een onderdeel van de Dode Zee Rollen, die teruggedateerd worden tot ongeveer 200 voor Christus.

Afbeelding van de Hebreeuwse generaal en schrijver in dienst van het Romeinse leger, Flavius Josephus.
(afb.: https://es.wikipedia.org/wiki/Flavio_Josefo)
Bijbelse Profetie: Daniël 9:25
Een zeer overtuigende Bijbelse profetie wordt aangetroffen in hoofdstuk 9, vers 25, van het boek Daniël. Dit werd ongeveer 500 jaar voor de geboorte van Jezus Christus geschreven (de oudst bewaarde kopie dateert uit ongeveer 200 jaar voor de geboorte van Christus), en voorspelt de dag waarop Christus Jeruzalem zou binnengaan. De profetie stelt: 69 weken van jaren (69 x 7 = 483 jaar) zouden voorbijgaan tussen de verordening om Jeruzalem te herbouwen en de komst van de Messias. Dit is volgens de Babylonische kalender die 360 dagen telt, omdat het boek Daniël in Babylon werd geschreven tijdens het Joodse gevangenschap na de val van Jeruzalem. Dus, 483 jaren x 360 dagen = 173.880 dagen. Volgens de verslagen die door Sir Henry Creswicke Rawlinson in het Shushan (Susa) Paleis werden gevonden, en die door Nehemia 2:1 worden bevestigd, werd deze verordening op 14 maart, 445 voor Christus, uitgevaardigd door Artaxerxes Longimanus. Precies 173.880 dagen later, op 6 april, 32 na Christus, rijdt Jezus op een ezel Jeruzalem binnen (hiermee de profetie in Zacharia 9:9 vervullend). De christelijke westerse wereld viert deze dag als Palmzondag. Vier dagen later werd Jezus Christus aan het kruis vermoord. De methode van zijn executie en zelfs zijn laatste woorden werden in feite voorspeld in Psalm 22. Drie dagen later herrees de Zoon van God op Paaszondag uit de dood, hiermee talrijke andere profetieën over onze Messias vervullend.
(afb.: https://es.wikipedia.org/wiki/Flavio_Josefo)
Bijbelse Profetie: Daniël 9:25
Een zeer overtuigende Bijbelse profetie wordt aangetroffen in hoofdstuk 9, vers 25, van het boek Daniël. Dit werd ongeveer 500 jaar voor de geboorte van Jezus Christus geschreven (de oudst bewaarde kopie dateert uit ongeveer 200 jaar voor de geboorte van Christus), en voorspelt de dag waarop Christus Jeruzalem zou binnengaan. De profetie stelt: 69 weken van jaren (69 x 7 = 483 jaar) zouden voorbijgaan tussen de verordening om Jeruzalem te herbouwen en de komst van de Messias. Dit is volgens de Babylonische kalender die 360 dagen telt, omdat het boek Daniël in Babylon werd geschreven tijdens het Joodse gevangenschap na de val van Jeruzalem. Dus, 483 jaren x 360 dagen = 173.880 dagen. Volgens de verslagen die door Sir Henry Creswicke Rawlinson in het Shushan (Susa) Paleis werden gevonden, en die door Nehemia 2:1 worden bevestigd, werd deze verordening op 14 maart, 445 voor Christus, uitgevaardigd door Artaxerxes Longimanus. Precies 173.880 dagen later, op 6 april, 32 na Christus, rijdt Jezus op een ezel Jeruzalem binnen (hiermee de profetie in Zacharia 9:9 vervullend). De christelijke westerse wereld viert deze dag als Palmzondag. Vier dagen later werd Jezus Christus aan het kruis vermoord. De methode van zijn executie en zelfs zijn laatste woorden werden in feite voorspeld in Psalm 22. Drie dagen later herrees de Zoon van God op Paaszondag uit de dood, hiermee talrijke andere profetieën over onze Messias vervullend.