Johannes zag op Patmos onze tijd gebeuren deel 2
De openbaring van Johannes over de zeven zegelen.
Het boek Openbaring is lange tijd omschreven als een boek vol mysteries. Vaak roepen Johannes’ beschrijvingen meer vragen dan antwoorden op. De zeven zegels, zeven bazuinen en zeven schalen in het boek Openbaring zijn de drie opeenvolgende series van eindtijdoordelen van God. De oordelen worden steeds erger en verwoestender naarmate de eindtijd vordert. De zeven zegels, bazuinen en schalen houden verband met elkaar. Het zevende zegel is een inleiding tot de zeven bazuinen en de zevende bazuin is een inleiding tot de zeven schalen.
Terwijl Johannes slechts een gedeeltelijke, een globale openbaring kreeg, kreeg de profeet Daniël een zeer gedetailleerde openbaring van de gebeurtenissen in de eindtijd. Hij mocht het echter alleen maar opschrijven en daarna verzegelen totdat daarvoor iemand de autoriteit kreeg om de boekrol te openen. Daniël 12:4-8-9: “Maar gij, Daniël houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen. Ik nu hoorde het wel, maar begreep het niet en zeide: Mijn heer, waarop zullen deze dingen uitlopen? Doch hij zeide: Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd.”
Het boek Daniël is geschreven om het Joodse volk in ballingschap te bemoedigen en het feit dat er nog een toekomst is. Zoals de engel tot Daniël zei: Ik ben gekomen om u te verstaan te geven wat uw volk in het laatst der dagen overkomen zal. Ook Daniël krijgt gezichten en openbaringen die hem vanuit zijn bestaande leefsituatie een profetisch vergezicht geven op de verre toekomst.
De openbaring van Johannes over de zeven zegelen.
Het boek Openbaring is lange tijd omschreven als een boek vol mysteries. Vaak roepen Johannes’ beschrijvingen meer vragen dan antwoorden op. De zeven zegels, zeven bazuinen en zeven schalen in het boek Openbaring zijn de drie opeenvolgende series van eindtijdoordelen van God. De oordelen worden steeds erger en verwoestender naarmate de eindtijd vordert. De zeven zegels, bazuinen en schalen houden verband met elkaar. Het zevende zegel is een inleiding tot de zeven bazuinen en de zevende bazuin is een inleiding tot de zeven schalen.
Terwijl Johannes slechts een gedeeltelijke, een globale openbaring kreeg, kreeg de profeet Daniël een zeer gedetailleerde openbaring van de gebeurtenissen in de eindtijd. Hij mocht het echter alleen maar opschrijven en daarna verzegelen totdat daarvoor iemand de autoriteit kreeg om de boekrol te openen. Daniël 12:4-8-9: “Maar gij, Daniël houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen. Ik nu hoorde het wel, maar begreep het niet en zeide: Mijn heer, waarop zullen deze dingen uitlopen? Doch hij zeide: Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd.”
Het boek Daniël is geschreven om het Joodse volk in ballingschap te bemoedigen en het feit dat er nog een toekomst is. Zoals de engel tot Daniël zei: Ik ben gekomen om u te verstaan te geven wat uw volk in het laatst der dagen overkomen zal. Ook Daniël krijgt gezichten en openbaringen die hem vanuit zijn bestaande leefsituatie een profetisch vergezicht geven op de verre toekomst.
Graf van Daniël (volgens traditie) in de Iraanse stad Susa.
Zo kan men lezen dat Daniël op zijn legerstede was toen hem een droom en gezichten voor ogen kwamen. Het betrof een viertal gezichten, door de Here aan hem getoond. Het eerste gezicht ontving hij in het eerste jaar van Belsazar, de koning die hem aanvankelijk negeerde. Het tweede gezicht verscheen hem in het derde jaar van Belsazar, het derde gezicht verscheen hem in het eerste jaar van Darius en het vierde gezicht in het derde jaar van Kores.
In het derde gezicht ziet Daniël een visioen van iemand gelijk een Mensenzoon die komt met de wolken des hemels. Hem wordt heerschappij gegeven en Koninklijke macht die niet zal vergaan en onverderfelijk is. Voordat Daniël gaat zien wat er verder allemaal op aarde gaat gebeuren, mag hij eerst een kijkje in de hemel nemen. Hier ziet hij onder andere een troon die bestaat uit vuurvlammen, raderen en uit een laaiend vuur. Hij ziet derhalve precies hetzelfde wat zijn collega profeten ook bijna allemaal hebben gezien. Nadat uiteindelijk de heerschappij over de aarde aan de volkeren ontnomen is ziet Daniël degene komen, aan wie de heerschappij over de aarde zal worden toevertrouwd. Vijfhonderd jaar voor zijn eerste komst en zo’n 2500 jaar voor zijn terugkomst, zag Daniël Hem komen op de wolken des hemels. Hij zag de Verlosser komen, precies zoals Johannes hem eeuwen later ook zag en toen uitriep: “Ziet, Hij komt met de wolken”. De beschrijving is overal in de Bijbel hetzelfde. Deze komst van Jezus, Yeshua ha Mashiach, de Messias voor de Joden, heeft betrekking op de laatste fase van de “Beruchte dag des Heren”. Jezus, zal de totale en eeuwige heerschappij over de aarde ontvangen.
Wat Daniël te zien krijgt is voor hem geheel toekomst. Terwijl hij zich in een periode van rouw en vasten aan de rivier de Tigris bevond had hij een ontmoeting met hemelse personen, die hem inzicht gaven in de ontwikkelingen van de wereldgeschiedenis.
Daniël 10 5-6-7-8: “Terwijl ik mij aan de oever van de grote rivier, de Tigris bevond, sloeg ik mijn ogen op en zie, daar zag ik een man in linnen klederen gekleed, en de lendenen omgord met goud van Ufaz; zijn lichaam was als turkoois, zijn gelaat schitterde gelijk de bliksem, zijn ogen waren als vurige fakkels, zijn armen en voeten glanzend van gepolijst koper, en het geluid van zijn woorden als het gedruis van een menigte. Alleen ik Daniël, zag dat gezicht, maar de mannen die bij mij waren, zagen het niet, doch een grote schrik overviel hen, zodat zij vluchten; zo bleef ik alleen over. Toen ik dat grote gezicht zag, bleef er in mij geen kracht meer; alle kleur week van mijn gelaat, en ik had geen kracht meer over.”
Zo kan men lezen dat Daniël op zijn legerstede was toen hem een droom en gezichten voor ogen kwamen. Het betrof een viertal gezichten, door de Here aan hem getoond. Het eerste gezicht ontving hij in het eerste jaar van Belsazar, de koning die hem aanvankelijk negeerde. Het tweede gezicht verscheen hem in het derde jaar van Belsazar, het derde gezicht verscheen hem in het eerste jaar van Darius en het vierde gezicht in het derde jaar van Kores.
In het derde gezicht ziet Daniël een visioen van iemand gelijk een Mensenzoon die komt met de wolken des hemels. Hem wordt heerschappij gegeven en Koninklijke macht die niet zal vergaan en onverderfelijk is. Voordat Daniël gaat zien wat er verder allemaal op aarde gaat gebeuren, mag hij eerst een kijkje in de hemel nemen. Hier ziet hij onder andere een troon die bestaat uit vuurvlammen, raderen en uit een laaiend vuur. Hij ziet derhalve precies hetzelfde wat zijn collega profeten ook bijna allemaal hebben gezien. Nadat uiteindelijk de heerschappij over de aarde aan de volkeren ontnomen is ziet Daniël degene komen, aan wie de heerschappij over de aarde zal worden toevertrouwd. Vijfhonderd jaar voor zijn eerste komst en zo’n 2500 jaar voor zijn terugkomst, zag Daniël Hem komen op de wolken des hemels. Hij zag de Verlosser komen, precies zoals Johannes hem eeuwen later ook zag en toen uitriep: “Ziet, Hij komt met de wolken”. De beschrijving is overal in de Bijbel hetzelfde. Deze komst van Jezus, Yeshua ha Mashiach, de Messias voor de Joden, heeft betrekking op de laatste fase van de “Beruchte dag des Heren”. Jezus, zal de totale en eeuwige heerschappij over de aarde ontvangen.
Wat Daniël te zien krijgt is voor hem geheel toekomst. Terwijl hij zich in een periode van rouw en vasten aan de rivier de Tigris bevond had hij een ontmoeting met hemelse personen, die hem inzicht gaven in de ontwikkelingen van de wereldgeschiedenis.
Daniël 10 5-6-7-8: “Terwijl ik mij aan de oever van de grote rivier, de Tigris bevond, sloeg ik mijn ogen op en zie, daar zag ik een man in linnen klederen gekleed, en de lendenen omgord met goud van Ufaz; zijn lichaam was als turkoois, zijn gelaat schitterde gelijk de bliksem, zijn ogen waren als vurige fakkels, zijn armen en voeten glanzend van gepolijst koper, en het geluid van zijn woorden als het gedruis van een menigte. Alleen ik Daniël, zag dat gezicht, maar de mannen die bij mij waren, zagen het niet, doch een grote schrik overviel hen, zodat zij vluchten; zo bleef ik alleen over. Toen ik dat grote gezicht zag, bleef er in mij geen kracht meer; alle kleur week van mijn gelaat, en ik had geen kracht meer over.”
De Tigris.
Deze tekst lijkt sprekend op wat ook door Johannes gezien wordt op Patmos, als hij daar de Here Jezus ziet wandelen. Het ziet er dus naar uit dat ook Daniël een ontmoeting had met de Here Jezus. Opmerkelijk is hierbij dat de andere aanwezigen niets zien, ze voelen kennelijk wel iets, want een schrik overviel hen. Daniël zag duidelijk wel iets en even later wordt hij zelfs door een hand aangeraakt en wordt hij van de grond, waarop hij bezwijmd was neergevallen opgericht en toegesproken.
Daniël 10:11: “En Hij zeide tot mij, Daniël gij zeer beminde man, let op de woorden die ik tot u spreke, en ga rechtop staan, want nu ben ik tot u gezonden. En Hij zeide tot mij: Vrees niet Daniël, want van de eerste dag af, dat gij uw hart erop gezet had om inzicht te verkrijgen, en om u voor uw God te verootmoedigen, zijn uw woorden gehoord, en ik ben gekomen op uw woorden.”
In enkele zinnen wordt in Daniël 11:44-45 het grootste drama van de eindtijd geschilderd: de slag bij Harmágedon en wat de oorzaken daarvan zijn.
In vers 12:4 krijgt Daniël de opdracht, alles wat aan hem geopenbaard is te verzegelen tot de eindtijd. En nogmaals in vers 9:“Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd!”De betekenis van het verborgen houden lijkt erop te duiden dat de volle betekenis pas in de eindtijd begrepen zal worden. Het was niet aan Daniël om de zegels van het boek te verwijderen. Dat wat er over de eindtijd in het boek Daniël geschreven staat, is dus slechts het topje van de ijsberg, en dat wat er in het boek Openbaring staat eveneens! Men kan er zich dus nauwelijks een voorstelling van maken wat er precies gaat gebeuren voordat letterlijk en figuurlijk de hel losbreekt!
De boekrol.
Johannes wordt in hoofdstuk 5 geconfronteerd met de reden waarom hij op Patmos gekomen is. Hij mag aanwezig zijn bij het hemelse openingsceremonieel van het Boek met Zeven Zegels, waarin Gods grote eindafrekening met onze wereld is beschreven. God zal nu handelend gaan optreden. Johannes ziet wat er vanuit Gods perspectief staat te gebeuren. Hij moet in eerste instantie totaal van de kaart zijn geweest van wat hij te zien kreeg.
Openbaring 5:1 t/m 5: “En ik zag in de rechterhand van Hem, die op de troon zat, een boekrol, beschreven van binnen en van buiten, welverzegeld met zeven zegels. En ik zag een sterke engel, die met luider stem uitriep: Wie is waardig de boekrol te openen en haar zegels te verbreken? En niemand in de hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde kon de boekrol openen of haar inzien. En ik weende zeer, omdat niemand waardig was gebleken de boekrol te openen of die in te zien. En een uit de oudsten zeide tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen.”
De boekrol blijkt van “binnen en van buiten beschreven” en wat daarin gelezen wordt, zal op hetzelfde moment in vervulling gaan. De boekrol mag maar deel voor deel worden afgerold. Ook de profeet Ezechiël had een soortgelijk visioen: “Toen zag ik en zie, een hand was naar mij uitgestrekt; en zie, daarin was een boekrol. En Hij rolde ze voor mij open; zij was beschreven aan de voorzijde en aan de achterzijde: daarop waren klaagliederen geschreven, gezucht en gejammer!” Ezechiël 2:9-10.
Deze tekst lijkt sprekend op wat ook door Johannes gezien wordt op Patmos, als hij daar de Here Jezus ziet wandelen. Het ziet er dus naar uit dat ook Daniël een ontmoeting had met de Here Jezus. Opmerkelijk is hierbij dat de andere aanwezigen niets zien, ze voelen kennelijk wel iets, want een schrik overviel hen. Daniël zag duidelijk wel iets en even later wordt hij zelfs door een hand aangeraakt en wordt hij van de grond, waarop hij bezwijmd was neergevallen opgericht en toegesproken.
Daniël 10:11: “En Hij zeide tot mij, Daniël gij zeer beminde man, let op de woorden die ik tot u spreke, en ga rechtop staan, want nu ben ik tot u gezonden. En Hij zeide tot mij: Vrees niet Daniël, want van de eerste dag af, dat gij uw hart erop gezet had om inzicht te verkrijgen, en om u voor uw God te verootmoedigen, zijn uw woorden gehoord, en ik ben gekomen op uw woorden.”
In enkele zinnen wordt in Daniël 11:44-45 het grootste drama van de eindtijd geschilderd: de slag bij Harmágedon en wat de oorzaken daarvan zijn.
In vers 12:4 krijgt Daniël de opdracht, alles wat aan hem geopenbaard is te verzegelen tot de eindtijd. En nogmaals in vers 9:“Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd!”De betekenis van het verborgen houden lijkt erop te duiden dat de volle betekenis pas in de eindtijd begrepen zal worden. Het was niet aan Daniël om de zegels van het boek te verwijderen. Dat wat er over de eindtijd in het boek Daniël geschreven staat, is dus slechts het topje van de ijsberg, en dat wat er in het boek Openbaring staat eveneens! Men kan er zich dus nauwelijks een voorstelling van maken wat er precies gaat gebeuren voordat letterlijk en figuurlijk de hel losbreekt!
De boekrol.
Johannes wordt in hoofdstuk 5 geconfronteerd met de reden waarom hij op Patmos gekomen is. Hij mag aanwezig zijn bij het hemelse openingsceremonieel van het Boek met Zeven Zegels, waarin Gods grote eindafrekening met onze wereld is beschreven. God zal nu handelend gaan optreden. Johannes ziet wat er vanuit Gods perspectief staat te gebeuren. Hij moet in eerste instantie totaal van de kaart zijn geweest van wat hij te zien kreeg.
Openbaring 5:1 t/m 5: “En ik zag in de rechterhand van Hem, die op de troon zat, een boekrol, beschreven van binnen en van buiten, welverzegeld met zeven zegels. En ik zag een sterke engel, die met luider stem uitriep: Wie is waardig de boekrol te openen en haar zegels te verbreken? En niemand in de hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde kon de boekrol openen of haar inzien. En ik weende zeer, omdat niemand waardig was gebleken de boekrol te openen of die in te zien. En een uit de oudsten zeide tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen.”
De boekrol blijkt van “binnen en van buiten beschreven” en wat daarin gelezen wordt, zal op hetzelfde moment in vervulling gaan. De boekrol mag maar deel voor deel worden afgerold. Ook de profeet Ezechiël had een soortgelijk visioen: “Toen zag ik en zie, een hand was naar mij uitgestrekt; en zie, daarin was een boekrol. En Hij rolde ze voor mij open; zij was beschreven aan de voorzijde en aan de achterzijde: daarop waren klaagliederen geschreven, gezucht en gejammer!” Ezechiël 2:9-10.
Uit de termen ‘gezucht’ en ‘gejammer’ valt op te maken dat er iets heel ergs in moet staan, iets verschrikkelijks! En dat de boekrol verzegeld was met zeven zegels maakt het alleen maar nog mysterieuzer, want dat wil zeggen dat de inhoud streng geheim is! Nadat de boekrol geopend is vertelt Johannes weliswaar in zijn eigen woorden en in beeldspraak wat hij te zien krijgt zodat de lezer bij benadering een indruk kan krijgen welke gruwelijke dingen de mensheid te wachten staat, maar een expliciete beschrijving van wat er in de boekrol geschreven staat, blijft achterwege. Gezien het feit, dat de boekrol zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde beschreven is mag men ervan uitgaan, dat daarin tot in de kleinste details precies vermeld staat, wat er allemaal gaat gebeuren in de tijd van de Grote Verdrukking. De inhoud is vastgelegd, niemand is bij machte, daar nog iets aan toe te voegen of weg te laten. Niets daarvan kon nog veranderd worden.
De boekrol ligt op de rechterhand van God, en wordt als het ware aangeboden aan wie maar in staat is hem aan te nemen en zijn zegels te openen. De rechterhand is tevens het teken van Zijn reddende macht en kracht: Psalm 118:15: “Hoort! Jubellied en zegezang in de tenten der rechtvaardigen: De rechterhand des Heren doet krachtige daden, de rechterhand des Heren verhoogt…” Ook in Exodus 15 is sprake van Gods rechterhand: “Gij strekte uw rechterhand uit; de aarde verzwolg hen.”
De aanbieding aan wie in staat is de boekrol te openen wordt zelfs aangeboden door een sterke engel die met luider stem roept: “Wie is waardig de boekrol te openen en haar zegels te verbreken? De boekrol vertegenwoordigt dus een zodanige waarde dat geen enkel schepsel deze waardigheid bezit. Dit maakt duidelijk dat degene die wel waardig bevonden wordt, in bijzondere relatie tot de boekrol moet staan. Niemand biedt zich aan, niemand blijkt waardig deze taak op zich te nemen. Ook Johannes voelt zich er niet geschikt voor de boekrol te openen. Hij weende omdat niemand waardig was de boekrol te openen.
Openbaring 5:6-7: “En ik zag in het midden van de troon en van de vier dieren en te midden der oudsten een lam staan, als geslacht, met zeven horens en zeven ogen; dit zijn de zeven Geesten Gods, uitgezonden over de gehele aarde. En het kwam en heeft (de rol) aangenomen uit de rechterhand van Hem, die op de troon gezeten was.”
Johannes ziet om zich heen en herkent het Lam. Er is geen twijfel mogelijk. De mensen dachten dat het Lam geslacht was. Lucas 23:33: Maar hij bleek een leeuw, die “En toen zij aan de plaats gekomen waren, die Schedel genoemd wordt, kruisigden zij Hem daar en ook de misdadigers, de ene aan zijn rechterzijde en de andere aan zijn linkerzijde.” overwonnen heeft. De wereldleiders waren Hem al lang vergeten, maar straks neemt Hij de leiding van wereld op Zich en zullen allen die Hem hebben verworpen beschaamd staan. Dan zal Hij ze in alle rechtmatigheid richten. Johannes herkent Hem, met wie hij in Israël was rondgetrokken. Jezus, is de enige die de boekrol kan openen en lezen.
Het Lam.
Dat met het Lam Jezus bedoeld is, is duidelijk. Johannes de Doper noemde Hem het Lam Gods: “De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt!” Johannes1:29 en 36. Het lijden en sterven van Jezus als een lam werd ook al door Jesaja geprofeteerd: Jesaja 53:7: “Hij werd mishandeld, maar Hij liet zich verdrukken en deed Zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open.”
Openbaring 5:8-9-10: “En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen. En zij zongen een nieuw gezang zeggende: Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde. En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en van de dieren en de oudsten; en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen, zeggende met luider stem: Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte, en de eer en de heerlijkheid en de lof.”
De 24 oudsten en de vier levende wezen werpen zich in aanbidding neer voor het Lam en zingen dat nieuwe lied. Zij bevestigen dat Hij, die door Zijn bloed te geven de “heiligen” heeft gekocht, uit alle volkeren. Als een lam heeft Jezus Zich naar Golgotha ter slachting laten voeren. Jacob had de koningsmacht van Jezus al gezien toen hij zijn zoon Juda zegende (Genesis 49:9). Het noemen van de “leeuw uit de stam van Juda” heeft ook alles te maken met Israël. Straks zal Hij met grote majesteit verschijnen in het aardse Israël. Hij is het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt. Hij heeft alle vijanden overwonnen; zelfs de dood.
Het boek met de zeven zegels, dat Jezus nu in handen heeft, bevat als inhoud alles wat er nu verder volgt in de Openbaring.
Uit: Franklin ter Horst
De boekrol ligt op de rechterhand van God, en wordt als het ware aangeboden aan wie maar in staat is hem aan te nemen en zijn zegels te openen. De rechterhand is tevens het teken van Zijn reddende macht en kracht: Psalm 118:15: “Hoort! Jubellied en zegezang in de tenten der rechtvaardigen: De rechterhand des Heren doet krachtige daden, de rechterhand des Heren verhoogt…” Ook in Exodus 15 is sprake van Gods rechterhand: “Gij strekte uw rechterhand uit; de aarde verzwolg hen.”
De aanbieding aan wie in staat is de boekrol te openen wordt zelfs aangeboden door een sterke engel die met luider stem roept: “Wie is waardig de boekrol te openen en haar zegels te verbreken? De boekrol vertegenwoordigt dus een zodanige waarde dat geen enkel schepsel deze waardigheid bezit. Dit maakt duidelijk dat degene die wel waardig bevonden wordt, in bijzondere relatie tot de boekrol moet staan. Niemand biedt zich aan, niemand blijkt waardig deze taak op zich te nemen. Ook Johannes voelt zich er niet geschikt voor de boekrol te openen. Hij weende omdat niemand waardig was de boekrol te openen.
Openbaring 5:6-7: “En ik zag in het midden van de troon en van de vier dieren en te midden der oudsten een lam staan, als geslacht, met zeven horens en zeven ogen; dit zijn de zeven Geesten Gods, uitgezonden over de gehele aarde. En het kwam en heeft (de rol) aangenomen uit de rechterhand van Hem, die op de troon gezeten was.”
Johannes ziet om zich heen en herkent het Lam. Er is geen twijfel mogelijk. De mensen dachten dat het Lam geslacht was. Lucas 23:33: Maar hij bleek een leeuw, die “En toen zij aan de plaats gekomen waren, die Schedel genoemd wordt, kruisigden zij Hem daar en ook de misdadigers, de ene aan zijn rechterzijde en de andere aan zijn linkerzijde.” overwonnen heeft. De wereldleiders waren Hem al lang vergeten, maar straks neemt Hij de leiding van wereld op Zich en zullen allen die Hem hebben verworpen beschaamd staan. Dan zal Hij ze in alle rechtmatigheid richten. Johannes herkent Hem, met wie hij in Israël was rondgetrokken. Jezus, is de enige die de boekrol kan openen en lezen.
Het Lam.
Dat met het Lam Jezus bedoeld is, is duidelijk. Johannes de Doper noemde Hem het Lam Gods: “De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt!” Johannes1:29 en 36. Het lijden en sterven van Jezus als een lam werd ook al door Jesaja geprofeteerd: Jesaja 53:7: “Hij werd mishandeld, maar Hij liet zich verdrukken en deed Zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open.”
Openbaring 5:8-9-10: “En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen. En zij zongen een nieuw gezang zeggende: Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde. En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en van de dieren en de oudsten; en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen, zeggende met luider stem: Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte, en de eer en de heerlijkheid en de lof.”
De 24 oudsten en de vier levende wezen werpen zich in aanbidding neer voor het Lam en zingen dat nieuwe lied. Zij bevestigen dat Hij, die door Zijn bloed te geven de “heiligen” heeft gekocht, uit alle volkeren. Als een lam heeft Jezus Zich naar Golgotha ter slachting laten voeren. Jacob had de koningsmacht van Jezus al gezien toen hij zijn zoon Juda zegende (Genesis 49:9). Het noemen van de “leeuw uit de stam van Juda” heeft ook alles te maken met Israël. Straks zal Hij met grote majesteit verschijnen in het aardse Israël. Hij is het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt. Hij heeft alle vijanden overwonnen; zelfs de dood.
Het boek met de zeven zegels, dat Jezus nu in handen heeft, bevat als inhoud alles wat er nu verder volgt in de Openbaring.
Uit: Franklin ter Horst