Het eerste plan: een uitdaging van Zijn Godheid.
Het belang van de dinsdag wordt vaak onderschat. Op deze ene dag wist Jezus tegelijkertijd de religieuze autoriteiten te veroordelen en Zijn Godheid te bevestigen. De reiniging van de tempel op de maandag leidde ertoe dat de farizeeën Jezus vroegen welk recht Hij had om "deze dingen" te doen. Jezus had Zijn gezag niet van de religieuze leiders gekregen. . . en dus verlangden zij antwoorden.
Men probeerde Jezus zover te krijgen dat Hij zou beweren dat Hij die macht van God had gekregen. Dan zou men Hem namelijk godslastering ten laste kunnen leggen en Hem zelfs kunnen laten arresteren. Maar Jezus kende hun motieven. Hij stemde erin toe hun vragen te beantwoorden, als zij Hem eerst zouden vertellen of het werk van Johannes de Doper mensenwerk of het werk van God was. Als het van God was, dan zou de prediking van Johannes bevestigen dat Jezus God is. Als het menselijk was, dan zouden de volgelingen van Johannes een oproer veroorzaken. Het was de verantwoordelijkheid van de Sanhedrin om het verschil te onderscheiden tussen echte en valse profeten, maar beschaamd gaven zij toe dat zij dit niet wisten. En dus beantwoordde Jezus ook hun vraag niet (Mattheüs 21:23–27; Marcus 11:27–33).
Het belang van de dinsdag wordt vaak onderschat. Op deze ene dag wist Jezus tegelijkertijd de religieuze autoriteiten te veroordelen en Zijn Godheid te bevestigen. De reiniging van de tempel op de maandag leidde ertoe dat de farizeeën Jezus vroegen welk recht Hij had om "deze dingen" te doen. Jezus had Zijn gezag niet van de religieuze leiders gekregen. . . en dus verlangden zij antwoorden.
Men probeerde Jezus zover te krijgen dat Hij zou beweren dat Hij die macht van God had gekregen. Dan zou men Hem namelijk godslastering ten laste kunnen leggen en Hem zelfs kunnen laten arresteren. Maar Jezus kende hun motieven. Hij stemde erin toe hun vragen te beantwoorden, als zij Hem eerst zouden vertellen of het werk van Johannes de Doper mensenwerk of het werk van God was. Als het van God was, dan zou de prediking van Johannes bevestigen dat Jezus God is. Als het menselijk was, dan zouden de volgelingen van Johannes een oproer veroorzaken. Het was de verantwoordelijkheid van de Sanhedrin om het verschil te onderscheiden tussen echte en valse profeten, maar beschaamd gaven zij toe dat zij dit niet wisten. En dus beantwoordde Jezus ook hun vraag niet (Mattheüs 21:23–27; Marcus 11:27–33).
![Foto](/uploads/9/5/4/8/9548916/1068767.jpg)
Het was de taak en verantwoordelijk van het Sanhedrin om het onderscheid te vinden tussen echte en valse profeten.
(afb.: www.christipedia.nl › Artikelen )
Het tweede plan: het in diskrediet brengen van Zijn macht.
Op dinsdag in de Paasweek escaleerden de samenzweringen om Jezus in de val te laten lopen. Israëls religieuze leiders hadden maar één doel: Jezus van Nazareth uit de weg ruimen. En dat doel was hen kennelijk zó veel waard, dat zelfs een samenwerking met oude aartsvijanden gerechtvaardigd leek. En dus sloegen de Farizeeën (tegenstanders van Rome en de Romeinse inmenging in de Joodse leefstijl) en de Herodianen (aanhangers van Herodes) de handen ineen. Zelfs de Sadduceeën (religieuze progressieven die de wederopstanding en het bestaan van engelen of geesten ontkenden) probeerden Jezus in diskrediet te brengen. Dit keer zweeg Jezus niet:
Belastingen aan Caesar (Mattheüs 22:15–22) – Jezus was zich bewust van hun huichelarij en herinnerde de Farizeeën en de Herodianen eraan dat er een bepaald machtsgebied is dat aan God toebehoort. De mens heeft verantwoordelijkheden op zowel politiek als geestelijk gebied.
Trouwen na de wederopstanding (Marcus 12:18–27) – Jezus reageert op het fictieve verhaal van de Sadduceeën over de zeven broers door niet alleen hun onwetendheid over de Schrift te openbaren, maar ook Gods macht om de dood te overwinnen en leven te schenken.
Wiens Zoon is de Christus (Mattheüs 22:41–46) – Jezus stelde de Farizeeën vragen over de afkomst van de Messias uit de familielijn van David. In tegenstelling tot de bewering van de Farizeeën dat de Messias een menselijke zoon van David was, citeerde Jezus Psalm 110:1 waarin David Hem als God beschrijft.
Jezus waarschuwde de menigten en de discipelen voor de huichelarij en het ongeloof van de godsdienstige leiders van het volk. Door eeuwige beperkingen op te leggen bleef de waarheid verborgen. Jezus sprak zeven oordelen uit over de valse godsdienst die in Gods ogen zo weerzinwekkend was (Mattheüs 23:13–33). Toen men een wetgeleerde stuurde om Jezus vragen te stellen over het grootste gebod, vatte Jezus de hele Tien Geboden samen in slechts twee geboden. Het Oude Testament had deze al gedefinieerd: Houd van God en houd van andere mensen, die naar Gods gelijkenis zijn geschapen (Mattheüs 22:34–40).
(afb.: www.christipedia.nl › Artikelen )
Het tweede plan: het in diskrediet brengen van Zijn macht.
Op dinsdag in de Paasweek escaleerden de samenzweringen om Jezus in de val te laten lopen. Israëls religieuze leiders hadden maar één doel: Jezus van Nazareth uit de weg ruimen. En dat doel was hen kennelijk zó veel waard, dat zelfs een samenwerking met oude aartsvijanden gerechtvaardigd leek. En dus sloegen de Farizeeën (tegenstanders van Rome en de Romeinse inmenging in de Joodse leefstijl) en de Herodianen (aanhangers van Herodes) de handen ineen. Zelfs de Sadduceeën (religieuze progressieven die de wederopstanding en het bestaan van engelen of geesten ontkenden) probeerden Jezus in diskrediet te brengen. Dit keer zweeg Jezus niet:
Belastingen aan Caesar (Mattheüs 22:15–22) – Jezus was zich bewust van hun huichelarij en herinnerde de Farizeeën en de Herodianen eraan dat er een bepaald machtsgebied is dat aan God toebehoort. De mens heeft verantwoordelijkheden op zowel politiek als geestelijk gebied.
Trouwen na de wederopstanding (Marcus 12:18–27) – Jezus reageert op het fictieve verhaal van de Sadduceeën over de zeven broers door niet alleen hun onwetendheid over de Schrift te openbaren, maar ook Gods macht om de dood te overwinnen en leven te schenken.
Wiens Zoon is de Christus (Mattheüs 22:41–46) – Jezus stelde de Farizeeën vragen over de afkomst van de Messias uit de familielijn van David. In tegenstelling tot de bewering van de Farizeeën dat de Messias een menselijke zoon van David was, citeerde Jezus Psalm 110:1 waarin David Hem als God beschrijft.
Jezus waarschuwde de menigten en de discipelen voor de huichelarij en het ongeloof van de godsdienstige leiders van het volk. Door eeuwige beperkingen op te leggen bleef de waarheid verborgen. Jezus sprak zeven oordelen uit over de valse godsdienst die in Gods ogen zo weerzinwekkend was (Mattheüs 23:13–33). Toen men een wetgeleerde stuurde om Jezus vragen te stellen over het grootste gebod, vatte Jezus de hele Tien Geboden samen in slechts twee geboden. Het Oude Testament had deze al gedefinieerd: Houd van God en houd van andere mensen, die naar Gods gelijkenis zijn geschapen (Mattheüs 22:34–40).
![Foto](/uploads/9/5/4/8/9548916/5337937.jpg)
Een wetgeleerde kwam bij Jezus om vragen te stellen over het grootste gebod, en Jezus vatte de hele Tien Geboden samen in slechts twee geboden. Het Oude Testament had deze al gedefinieerd: Houd van God en houd van andere mensen, die naar Gods gelijkenis zijn geschapen.
(afb.: https://www.jw.org/nl/publicaties/boeken/bijbelverhalen/6/jonge-jezus-tempel)
Het derde plan: wees waakzaam.
Hoe pijnlijk moet die dinsdag geweest zijn. De gebeurtenissen van die dag bewogen Jezus ertoe om Zijn laatste treurgezang over de stad Jeruzalem uit te spreken (Johannes 12:37–40). Al vóór Zijn kruisiging werd Jezus' hart doorboord door het gebrek aan geloof van Israël. Hun onvermogen om Zijn Godheid te erkennen zorgde ervoor dat zij slecht voorbereid waren en zal uiteindelijk tot bitter verdriet voor het hele volk van Israël (Zacharia 10-11). Niet lang na de kruisiging van Jezus zou niet alleen de tempel, maar zelfs de hele stad Jeruzalem verwoest worden.
Toen Jezus de tempel verliet, stelden Zijn discipelen Hem twee cruciale vragen: "Wanneer zal dat allemaal gebeuren?" [de vernietiging van de tempel] en "Aan welk teken kunnen we uw komst en de voltooiing van deze wereld herkennen?". Dit was de aanzet voor de profetische uiteenzetting van Jezus op de Olijfberg, die we terugvinden in Matteüs 24–25. Hij beantwoordde niet alleen al hun vragen, maar gaf ook praktische lessen voor mensen die in die tijd zullen leven. Hij moedigt hen aan om trouw, waakzaam en voorbereid te zijn. Deze lessen zijn belangrijk voor alle gelovigen - in alle tijden.
(afb.: https://www.jw.org/nl/publicaties/boeken/bijbelverhalen/6/jonge-jezus-tempel)
Het derde plan: wees waakzaam.
Hoe pijnlijk moet die dinsdag geweest zijn. De gebeurtenissen van die dag bewogen Jezus ertoe om Zijn laatste treurgezang over de stad Jeruzalem uit te spreken (Johannes 12:37–40). Al vóór Zijn kruisiging werd Jezus' hart doorboord door het gebrek aan geloof van Israël. Hun onvermogen om Zijn Godheid te erkennen zorgde ervoor dat zij slecht voorbereid waren en zal uiteindelijk tot bitter verdriet voor het hele volk van Israël (Zacharia 10-11). Niet lang na de kruisiging van Jezus zou niet alleen de tempel, maar zelfs de hele stad Jeruzalem verwoest worden.
Toen Jezus de tempel verliet, stelden Zijn discipelen Hem twee cruciale vragen: "Wanneer zal dat allemaal gebeuren?" [de vernietiging van de tempel] en "Aan welk teken kunnen we uw komst en de voltooiing van deze wereld herkennen?". Dit was de aanzet voor de profetische uiteenzetting van Jezus op de Olijfberg, die we terugvinden in Matteüs 24–25. Hij beantwoordde niet alleen al hun vragen, maar gaf ook praktische lessen voor mensen die in die tijd zullen leven. Hij moedigt hen aan om trouw, waakzaam en voorbereid te zijn. Deze lessen zijn belangrijk voor alle gelovigen - in alle tijden.